Weer: | Vliegtuigweer |
Doel: | Aankomen in Namibië |
Gereisd: | Brussel – Addis Abeba – Windhoek |
Hotel: | Arebbusch Guest Lodge, €46,- |
We hebben een late vlucht: we vliegen pas om half 8 vanavond. Dus vertrekken we rond half 3 van huis. Eerst nog even langs de bank voor wat euro’s en langs de Subway voor broodjes als avondeten. Dan rijden we naar Brussel. Het is best een beetje druk, we doen er 1,5 uur over. We hebben een parkeerplaats geboekt bij Sky Parking. Daar hebben we al eens eerder geparkeerd. We bellen 20 minuutjes van tevoren dat we eraan komen en dan staat er ook een shuttlebus voor ons klaar. Even een goede parkeerplek uitzoeken en we kunnen met ons hebben en houwen naar het vliegveld.
Daar zijn we net voor vieren en net voordat de balies opengaan. Thuis inchecken lukte helaas niet. Gelukkig is dat geen probleem en zijn er nog voldoende stoelen beschikbaar. Willen we misschien bij de exit zitten? Nou, best wel! Yes, veel beenruimte. We geven onze koffers af en gaan meteen maar door de controle en naar onze gate. Daar wachten we geduldig tot het boarden begint. En eten we onze Subway broodjes op. Het vliegtuig heeft 3 rijen met 3 stoelen. Wij zitten op rij 30 en hebben inderdaad een zee aan ruimte voor ons. We krijgen wel een buurman. Het blijkt een Nederlander te zijn die in Addis Abeba woont.
Wat ik begrijp is dat hij daar een soort missiewerk doet. En er al 7 jaar woont met zijn gezin. Wat dat er toe doet? Oh ja, we vliegen met Ethiopian Airlines naar Addis Abeba, waar we overstappen op de vlucht naar Windhoek. Vandaar dat deze meneer naast me zit. En er is nog iets: we stoppen in Wenen, om de rest van de passagiers op te halen. Vandaar dat het vliegtuig nu nog voor meer dan de helft leeg is. Schijnt heel normaal te zijn op deze route. Oh okay. We hoeven er in Wenen niet uit, maar stoppen daar ongeveer een uurtje zodat de rest kan instappen. De vlucht er naartoe duurt ongeveer 1,5 uur. Prima. Wij zitten goed met al onze beenruimte.
Met ons drieën helpen we bovendien een handje mee, door al die sukkels die de wc-deur niet open krijgen, te vertellen dat ze moeten duwen. Ja, duwen. Zoals op de deur staat. In koeienletters: PUSH. En nee, die andere deur is geen wc. Geen. Wc. Zoals er ook op staat. Nee, duwen en trekken helpt niet. Ziezo. Op het stukje naar Wenen krijgen we zowaar drinken en een broodje. Zoals gezegd landen we even in Wenen en wachten tot daar het vliegtuig inderdaad volstroomt. Daarna kunnen we de 5,5 uur naar Addis uitzitten. Het is best een prima vlucht, op 2 dingen na: het is behoorlijk warm aan boord. Ondanks een keer vragen of het wat minder kan, wordt het niet koeler.
Het andere ding is dat onze buurman aan 1 stuk zit te ruften. In zijn slaap, dat wel. Maar hij slaapt bijna de hele vlucht en hij stinkt! Op een gegeven moment ben ik maar met mijn reiskussentje voor mijn neus gaan zitten, hopend dat dat de stank tegenhoudt. Getverdemme zeg. We krijgen op dit stuk warm eten en tegen het eind nog een keer drinken en een croissantje. Niks mis mee. Tussendoor lezen we wat, kijken een beetje film en slapen wat. In Addis volgen we de kudde richting “Connecting flights”. Het is inderdaad een hele kudde en die moeten allemaal door de controle voor de aansluitende vluchten. Braaf schuifelen we met de meute mee door die controle.
Dan op zoek naar onze gate. Daar is het nu nog rustig, maar al snel loopt het aardig vol. Vooral met grijze groepsreizigers. Die herken je gemakkelijk aan hun safari outfits. En dat ze in kuddes zijn. Er zijn kuddes Oostenrijkers (uit ons vliegtuig natuurlijk), Fransen en Duitsers. Die zullen toch niet allemaal naar Windhoek moeten? Nou, wel een heel aantal, want het vliegtuig zit zo goed als vol. We worden met shuttlebussen naar het vliegtuig gebracht. Ook hier hebben we exit-stoelen op rij 30. Er komt een aardige Ethiopische mevrouw naast ons. En dan kunnen we weer 5 uur de kunst van het stilzitten uitoefenen.
Ook nu krijgen we 3x te eten. Eerst een broodje, dan de warme hap en aan het eind nog een keer een broodje. Dat is allemaal wel erg veel eten in 12 uur tijd! We werken het zo goed mogelijk weg. En verder is het hetzelfde verhaal. Beetje lezen, beetje film kijken, beetje slapen. En uit het raam kijken naar Botswana, dat onder ons door gaat. Om kwart over 1 landen we in Windhoek in Namibië. Dat is kwart over 1 ’s middags, op vrijdag 4 oktober. Oh, en land nr. 64: check! We hebben namelijk de nacht doorgevlogen. Er is geen tijdsverschil met Nederland, ondanks dat het een behoorlijk eind vliegen is. Het ligt immers naar beneden, in dezelfde tijdzone als Nederland.
Nou ja, in de zomer. Namibië doet niet aan wintertijd, dus als wij de klok verzetten, hebben we een uurtje verschil. Anyhow. We moeten via de trap het vliegtuig uit en dan zelf even het korte stukje naar de terminal lopen. Daar is weer een gigantische rij, nu voor de douane. Er is net voor ons nog een ander vliegtuig geland, dus het duurt even voor we eindelijk aan de beurt zijn. Oh, in het vliegtuig kregen we al een formulier om in te vullen voor de Namibische douane. Dat geven we samen met onze paspoorten af. We krijgen er een mooie stempel voor terug. Nu kunnen we onze koffers pakken. Die staan al in de bagagehal.
Dan naar buiten, waar we meteen de balie van Hertz zien. Voor ons is een Duits echtpaar bezig een auto te huren. Zo jammer voor hen dat hun credit card geen betaling van de borg accepteert. Tja, probleem, want dan kunnen ze de auto niet meekrijgen. De Duitse dame raakt een beetje in paniek, dus ik probeer haar in mijn beste Duits gerust te stellen. Veel meer kunnen we niet doen, ze zullen echt even met hun credit card maatschappij moeten bellen. Ondertussen vullen wij de benodigde papieren in voor onze auto. We krijgen de sleutel voor een Toyota Rav4. Geen 4×4, want dat is niet echt nodig.
Wel fijn, zo’n hoge auto. Als we dan over slechte wegen komen, duurt het even voor de bodemplaat de grond raakt… Het is een bijna nieuwe auto en een vrolijke medewerker zorgt dat we ermee weg kunnen rijden. Dus dat doen we. En draaien dan weer om. We hebben de wagen vol-vol gehuurd, maar de tank is bijna leeg. Andreas zegt sorry, sorry, sorry. Of we zelf even willen tanken bij Puma, een klein stukje verderop. We moeten vragen naar Martin en zeggen dat Andreas ons stuurt. Dat doen we en warempel, de auto wordt kosteloos volgegooid. Mooi, dan kunnen we nu op weg naar Windhoek.
Het vliegveld ligt namelijk zo’n 45 kilometer buiten de stad. Oh, ze rijden hier trouwens links, dus het stuur zit rechts. Gelukkig hebben we daar inmiddels best ervaring in. Andy dan, want die is as usual de chauffeur. Met onze offline navigatieapp vinden we het adres van onze lodge gemakkelijk. Arebbusch Guest Lodge blijkt een mooi en groot complex te zijn, met allemaal bungalows. Nou ja, 4 onder 1 dak, maar toch. Ons deel is prima. Lekker ruim, met een gezellig terras en de auto kan ernaast geparkeerd worden. Niks mis mee.
We hebben nog helemaal geen Namibisch geld. Pinnen op het vliegveld is volgens sommigen in Afrika niet per se een goed idee. Bovendien schijnen de koersen er een heel stuk slechter te zijn. Dus gaan we naar de Grove Mall. Dat blijkt een heel groot winkelcentrum te zijn. We vinden er verschillende pinautomaten. Helaas hebben die een maximum van 2.000 Namibische dollar per keer. Klinkt veel, is slechts 120 piek. Dus moeten we een paar keer pinnen. Wat dan zo jammer is, is dat je bij je bank per pinactie in het buitenland betaalt. Dus zullen we ook een aantal keer pinkosten moeten betalen, mopperdemopper. Nou ja, wij hebben geld.
Nu nog even drinken halen bij de supermarkt en dan terug naar onze lodge. We zijn behoorlijk moe, we hebben er inmiddels zeker 30 uur op zitten. Voor het avondeten doen we daarom makkelijk, we bestellen roomservice. Arebbusch heeft namelijk ook een restaurant, waar je eten kunt bestellen en laten bezorgen. We gaan voor hamburgers met frietjes, samen 180 dollar. Daar komt nog 40 dollar bezorgkosten bij. En omdat ik te moe ben om goed te rekenen, geven we 60 dollar fooi. Zijn we totaal 280 dollar kwijt, €17,-. Het smaakt best aardig. Na het eten delen we onze bagage opnieuw in. Dan lekker douchen en slapen. Dat hebben we inmiddels wel verdiend!
Weer: | Middag erg warm, 35c |
Doel: | Spreetshoogte Pass en Solitaire |
Gereisd: | Windhoek – Sesriem, 281 km |
Hotel: | Weltevrede Guest Farm, €154,63 (incl. eten) |
We worden keurig om half 8 wakker, na een nacht heerlijk slapen. Ontbijt is inclusief, dus wandelen we naar het restaurant aan het begin van het complex. Dat wandelingetje is wel even lekker, want het is heerlijk weer. Ik schat een graadje of 18, 20. In het restaurant is een uitgebreid buffet, met erg veel keuze in lekkere ontbijtdingen. Ziezo, nu kunnen we er wel even tegen. Om half 10 zijn we helemaal klaar. We checken uit en gaan on the road again.
Een prima asfaltweg brengt ons naar Rehoboth. Daar slaan we linksaf naar de C24. Dat is meteen voorlopig het einde van asfalt. En het begin van een zanderige gravelweg, al dan niet met wasbord-effect. Maar wel een mooie route! Tot onze aangename verrassing rijden we door Namibische bergen. Het is natuurlijk droog en zanderig hier, maar niet zo desolaat als we hadden gedacht. Onderweg zien we zelfs al wat dieren. Apen en kalkoenen scharrelen soms langs de weg. Ik zie 2 struisvogels en een springbok en van die grappige warthogs, uit Timon en Pumbaa.
Ook zien we hele vreemde dingen in een boom hangen. Het lijkt ons veel te groot voor een vogelnest. Maar wie of wat heeft er dan een afdak in een boom gemaakt? Nou, de republikeinwever natuurlijk. Het zijn wel degelijk nesten: het kleine vogeltje denkt groots. Met de hele community bouwt het gigantische weversnesten, soms wel 7 meter lang en enorm zwaar. Indrukwekkend hoor. Je ziet dat alleen hier in zuidelijk Afrika en dan vooral in Namibië.
We toeren zo 40 kilometer door, tot we kunnen afslaan naar de D2161. Die gaat naar de Spreetshoogte Pass. Inderdaad, een bergpas. En een hele mooie! Op het hoogtepunt hebben we een prachtig uitzicht over de vallei voor ons, met de mooie rode kleuren. De weg naar beneden gaat met haarspeldbochten en prachtige uitzichten. En is trouwens tijdelijk bestraat. Wat een luxe! Aan het einde van de route slaan we linksaf, naar de C14 richting Solitaire. Dat is een gehucht met nog geen 100 inwoners. Het heeft een benzinepomp, winkeltje, restaurant en een motel.
Het gehucht wordt druk bezocht, om een aantal redenen. De eerste is dat dit de eerste stop is als je vanuit Walvisbaai komt. Dat ligt 220 kilometer verderop. Tussen daar en hier is niets. De regel in Namibië is: zie je een benzinepomp, ga je tanken. Of het nou moet of niet. Je weet niet wanneer er weer een komt. De tweede reden is omdat je misschien het boek van Nederlandse schrijver en filmmaker Ton van der Lee hebt gelezen, die hier 3 jaar heeft gewoond. Als je hier toch bent, wil je vast wel even eten in het restaurantje dat hij hier begon. De derde is dat je je waarschijnlijk afvraagt waarom er autowrakken in de tuin van het gehucht liggen. Waarom dat is, weet ik ook niet. Maar ze zijn wel fotogeniek.
Wij stoppen hier ook, want we moeten plassen. Dat is de andere regel: zie je een toilet, dan ga je plassen. Of je nou moet of niet. Je weet niet wanneer er weer een toilet komt. Nu we er toch zijn, nemen we ook meteen maar een bakkie koffie met wat lekkers. Bij McGregor’s Bakery. Moose McGregor was een icoon hier en beroemd om zijn appeltaart. Moose overleed in 2014. Het is trouwens merkbaar dat we richting de Namib Desert gaan: de temperatuur is inmiddels opgelopen naar 35 graden.
Vanuit Solitaire volgen we de C14 richting Sesriem. Ergens aan die weg ligt onze lodge, Weltevrede Guest Farm. Dat is een complex met een aantal bungalows. Eigenlijk motel-stijl, zoals we dat van Amerika kennen. Het ligt in de middle of nowhere. Gelukkig is hier ook een restaurant en hebben we een arrangement met ontbijt en diner geboekt. We krijgen een nette kamer, waar we de komende 2 nachten zullen slapen. We hebben een groot terras, dat uitkijkt op de waterpoel. Met een beetje mazzel kunnen we daar vanavond wildlife zien.
Nu zien we er vooral vogels en die gekke kippen die hier op het terrein rondscharrelen. Die kippen zijn eigenlijk helmparelhoenders, zegt Google. Er is op het complex ook een waterpoel voor mensen, also known as zwembad. Maar dat ligt vol blaadjes en ziet er daardoor niet zo aantrekkelijk uit. We zijn hier trouwens rond half 3 aangekomen. Het avondeten wordt om half 8 geserveerd. Dus moeten we ons tot die tijd zien te vermaken. Aangezien hier verder werkelijk niets in de buurt is, relaxen we lekker op ons terras, en als dat te warm wordt, binnen bij de airco. Als we willen internetten, moeten we even naar het restaurant lopen. Daar is wifi. Als het werkt; we zijn hier natuurlijk wel in Afrika.
Vanaf ons terras hebben we ook een perfect zicht op de ondergaande zon. Daar zitten we eens rustig naar te kijken. Life is good. Om half 8 schuiven we aan in het restaurant. Behalve wij zijn er alleen Duitse gasten, 3 kleine groepjes en 1 grote kudde. Aan ons 2-persoons tafeltje krijgen we eerst een kleine quiche, als voorgerecht. Smaakt heerlijk. De rest van het eten mogen we zelf pakken. Er is rijst met een soort stroganoff, verschillende soorten groenten, salade, soep en broodjes. En een lekker toetje, van pudding en gelatine. Het wordt nog romantisch ook, als de stroom eventjes uitvalt en we bij kaarslicht verder eten.
Marletta is de dame die de boel hier runt en die maakt een rondje langs alle tafels. Ze informeert naar de plannen voor morgen. Wij gaan Sossusvlei bewonderen. Oh, dan willen we vast ontbijtpakketjes meenemen. Uhm, nee, we eten wel gewoon hier. Het schijnt dat je voor de mooie kleuren van de duinen er vóór 9 uur moet zijn geweest. Anders is het een fletse boel. In de middag gaan is ook geen optie, want dan is het er veel te warm. Het is een uur rijden, het park gaat om 6.45 uur open dus het advies is om om 5 uur op te staan. Mèh, dat zien we niet zo zitten. Dan zijn we de rest van de dag brak.
We zijn blij dat we die gemiste slaap van de lange heenreis hebben ingehaald en overleefd. Dat gaan we niet meteen nog een keer doen. Wij staan dus op een normale tijd op en komen eerst hier ontbijten. Maar mochten we merken dat we écht iets fantastisch hebben gemist, dan kunnen we altijd nog overmorgen zo vroeg gaan. Marletta loopt ook naar de kudde Duitsers. Ze vraagt of alles naar wens is. “Yes”. Heeft er iemand misschien nog vragen, kan ze ergens mee helpen? “No”. Tot zover deze interessante conversatie.
Wij gaan nog even lekker nagenieten van deze mooie dag. Oh nee, wacht, we zien dat in onze kamer 2 gekko’s zitten. Naast Andy’s bed. Andy houdt niet van gekko’s. Zelfs niet als ze de vliegen in de kamer vangen. Dus gaan we toch maar even aan Marletta vragen of ze weggehaald kunnen worden. Ze stuurt man en zoontje van 10 en die sporen er eentje op. Zoonlief pakt het beestje gewoon in zijn handen en neemt hem mee naar buiten. We gaan er maar vanuit dat de andere zelf al op pad is gegaan.
Zo, dan kunnen we nu op ons terrasje aan de achterkant gaan nagenieten. Wie weet zien we nog wild bij de waterpoel. Ja, wacht, wat is dat? Het is een …. haas. Boeiah, die hebben we thuis ook. Dan komt er iets groters aanscharrelen. Het blijkt een hert te zijn. Ja, ook die hebben we thuis. Is natuurlijk mooi om te zien, maar stiekem hadden we toch wel gehoopt op een olifant of een nijlpaard. Yeah right, alsof die hier rondscharrelen. Goed, het is inmiddels half 10 geweest, tijd om lekker te gaan slapen!
Weer: | Best lekker, 28c |
Doel: | Duinen bewonderen |
Gereisd: | Op en neer naar Sossusvlei, 215 km |
Hotel: | Weltevrede Guest Farm, €154,63 (incl. eten) |
Zoals verwacht, zijn wij de enigen bij het ontbijt vanochtend. De rest is waarschijnlijk idioot vroeg opgestaan. We krijgen eggs-as-we-please en kunnen verder zelf brood, beleg, drinken en yoghurt met muesli pakken. Als we helemaal klaar zijn, rijden we om half 10 naar Sossusvlei. Over een ongelofelijke rotweg. Het is nog steeds diezelfde wasbordweg met gravel, maar dit stuk is wel heel slecht hoor. We hobbelen en bobbelen een uur lang door. Langs prachtige bergen en de eerste duinen, dat dan weer wel.
Na een uur zijn we in Sesriem. Dat is net zo’n gehucht als Solitaire. Het is ook de toegangspoort tot het Namib-Naukluft Park, waar Sossusvlei onderdeel van is. Voordat je naar Sesriem en het park kunt, moet je stoppen bij een gate. Hier geven we onze naam op en krijgen een nummer door dat we moeten onthouden: 96. Daarna moeten we ons in het gehucht zelf melden bij de receptie en daar het nummer doorgeven. Dus dat doen we, zo zijn we.
Het blijkt dat je een permit moet hebben om de Sossusvlei in te mogen. Een permit kost 85 Namibische dollar per persoon, omgerekend €5,25. We gaan ook meteen maar even plassen, want dat is immers de regel: pie when you can. We rijden naar de volgende gate, waar we doorgezwaaid worden. Naar een… prachtige asfaltweg! Echt waar. Nooit gedacht dat we zo’n stuk asfalt nog eens zo zouden waarderen.
We rijden de 60 kilometer naar het eindpunt. En beginnen aan het Grote Genieten. Het is hier zó mooi, dat we er gewoon stil van zijn. Het blijkt heel erg mee te vallen met die fletse kleuren na 9 uur. De duinen zijn namelijk nog steeds schitterend oranjerood, met wisselende begroeiing ervoor. Prachtig hoor. Met de temperatuur valt het ook wel mee. Het is rond de 28 graden en het is eigenlijk wel lekker buiten. Scheelt ook dat er een windje staat.
We stoppen hier en daar om foto’s te maken. Van die magnifieke duinen. En van het groepje gemsbokken dat wil oversteken. Vooruit, ook een foto van die 2 struisvogels. De eerste echte stop is bij Dune 45. Dat is waarschijnlijk de bekendste duin in het park en het ligt 45 kilometer buiten Sesriem. Maar dat is niet waarom hij zo heet. De duinen zijn geteld en dit is toevallig de 45e. Wat er zo bijzonder aan is? Dit is 1 van de weinige duinen waar je op mag klauteren.
Wat een behoorlijke klim is, want je moet je door het losse rode zand omhoog werken. Dat is niks voor ons. Wij genieten wel vanaf de grond. Als we zijn uitgekeken, rijden we verder tot het einde van de weg. Daar houdt het op voor 2×4 auto’s en kun je alleen verder met een 4×4. Ten eerste wil je niet verder met je gewone wagen vanwege de slechte weg en ten tweede staat er een boete op als je dat toch doet. Maar geen nood, er zijn shuttlebussen die je verder kunnen brengen.
Die gaan naar Deadvlei en tot slot naar Sossusvlei zelf. Deadvlei is beroemd vanwege die ene foto met de witte grond, de dode boom en de rode duin erachter. Wij hebben eigenlijk al zoveel moois gezien, dat we niet de behoefte hebben nog verder te gaan. In plaats daarvan kijken we hier nog even rond. “Hier” is bij de Hiddenvlei, waar ik even een kijkje ga nemen. En ik ben de enige. Dat is ook het voordeel van dat we niet zo vroeg zijn gegaan.
Er gaan meer auto’s terug dan náár Sossusvlei. Ik kan me goed voorstellen dat het hier ’s ochtendsvroeg file rijden is. En dat is echt niet fijn, op die rottige stofweg. Dan rij je de hele tijd in een stofwolk van je voorganger. Wij hadden nu de hele weg tot onze beschikking, om de beste lijn te zoeken. Sporadisch moesten we aan onze kant van de weg blijven, voor een tegenligger. Anyhow, nu zitten we nog op die prachtige asfaltweg.
We rijden dezelfde weg weer terug naar Sesriem. Daar komen we om half 3 aan. In Sesriem gaan we eerst eens een hapje eten. Er is namelijk een groot restaurant achter de receptie. Dat zit vol met alweer Duitsers. En 3 Franse dames. Maar opvallend hoeveel Duitsers er zijn. Of misschien niet, want Namibië heeft een verleden als Duitse kolonie. Sterker nog, in bepaalde delen wordt nog steeds Duits gesproken. Maar daarover later meer, als we in die regio zijn.
Nu eerst eten. We bestellen een hamburger en een braadworst. Met frietjes en drinken erbij zijn we 208 dollar armer. En 30 dollar aan fooi. Dat is eigenlijk best duur, bijna 15 euro… Oh well. We gaan naar het toilet en dan tanken. Vanwege die 2 regels. Voordat we terugrijden naar onze lodge, gaan we eerst nog even naar de Sesriem Canyon. Over een weg die zo mogelijk nog slechter is dan we al hebben gehad. We doen dus maar rustig aan. Vooral als we een stukje verder eenzelfde huurauto zien staan met een geklapte band…
Het ritje naar de canyon is gelukkig maar 4,5 kilometer. Helaas komen we er net met een bus vol Duitsers aan. We wachten even tot die in de canyon zijn verdwenen en gaan dan zelf een kijkje nemen. Het is trouwens wel grappig hoe Sesriem aan haar naam is gekomen. In de 19e eeuw kwam hier een groepje Afrikaner Boeren langs. Ze zagen het schitterende, verse water in het ravijn. Om het water naar boven te halen, gebruikten ze de riemen van hun ossenwagens. Er waren er zes aan elkaar nodig, om bij het water te komen. En zo kreeg het de naam Sesriem.
De canyon is erg mooi, hoewel we nu in de droge periode zitten en er nauwelijks water in staat. Maar daardoor kun je nu een wandelingetje door het ravijn maken. Ook leuk. Na dit bezoek moeten we natuurlijk eerst die ellendige 4,5 kilometer terug naar Sesriem. En dan de 50 kilometer naar onze guest farm. Daar doen we weer een uur over. Flink door elkaar gehusseld komen we om 4 uur aan bij ons huisje.
Eerst maar lekker relaxen. We drinken een kopje koffie, internetten even bij de lobby en kijken dan weer hoe de zon achter ons huisje ondergaat. Nou, niet echt spectaculair. Gisteren was veel mooier. Tegen half 8 gaan we weer naar het restaurant voor onze avondmaaltijd. Nu zijn er vooral Engelse gasten. En natuurlijk een tafel vol Duitsers. Vandaag krijgen we als voorafje een hartige pannenkoek. De rest is weer zelfbediening: aardappels, vlees, groenten, een soepje en een lekker toetje. Niks mis mee.
We praten nog even met Marletta. Andy vraagt of de wegen in het hele land zo slecht zijn. Ja, zo goed als. Maar misschien zijn onze banden ook te hard. Autoverhuurders hebben de neiging die erg hard te doen, voor dat kleine stukje asfalt in het land. En daar rij je niet lekker mee op gravel en zand. Ze zal morgenvroeg aan haar man vragen om even de bandenspanning te meten. Oh, dat is fijn. Dan gaan we nu terug naar onze kamer. Er is vanavond ook maar weinig wildlife bij de waterpoel. Niet eens een haas. Dus gaan we lekker douchen en slapen.
Weer: | Overdag warm, avond fris |
Doel: | Toeren door de Namib Desert |
Gereisd: | Sesriem – Swakopmund, 304 km |
Hotel: | Atlantic Villa, €101,84 |
We hebben weer om half 9 ontbijt besteld. Hoopvol kijken we uit naar eitjes. Die komen vandaag niet. Of we zijn te ongeduldig, maar na 20 minuten en het wegwerken van een paar boterhammen en yoghurt hebben we geen zin meer om te wachten. Marletta stuurt zoals beloofd haar man om onze bandenspanning op te meten. Die zijn wel een beetje hard, maar ook weer niet overdreven. Hij laat er wat lucht uit. Hopelijk hebben we dan een makkelijkere rit.
Want we hebben een lange rit voor de boeg. Bijna 300 kilometer over dezelfde weg, de C14. Om 9.15 vertrekken we. Eerst moeten we in Solitaire zien te komen. Na een half uur hobbelen komen we in het gehucht aan. We kopen wat flesjes drinken en tosti’s voor onderweg en gaan nog even plassen. Vanwege de regel. Dan beginnen we aan de lange weg door de woestijn. Die weg bestaat weer grotendeels uit gravel en zand. We glijden en hobbelen er overheen. Er zitten echter tot onze verrassing ook een paar stukken asfalt tussen. Wauw!
En dat geldt ook voor de omgeving. Nooit gedacht dat zoveel leeg zo mooi kan zijn. Ik denk dat we op dit stuk maximaal 30 andere voertuigen zijn tegengekomen. Zo te zien bijna allemaal met toeristen. We zien na Solitaire welgeteld 3 huizen. Punt. Verder geen enkel dorp of iets anders dat op aanwezigheid van mensen duidt. Hoe kan dat toch, er zullen hier toch wel mensen wonen? Of wonen die alleen in de meer stedelijke gebieden, zoals Windhoek en straks Swakopmund?
Pas later leren we dat Namibië na Mongolië het dunst bevolkte land ter wereld is. Er wonen hier slechts 3 mensen per km2. Ter vergelijk: in Nederland wonen er 412 mensen per km2… Hier in dit deel van Namibië woont niemand. We zien ook niet heel veel wildlife. In het begin nog een paar kuddes gemsbokken en een stelletje struisvogels. Dat was het wel. Maar dan dat landschap. Het is woestijn en toch ziet het er steeds weer anders uit. Indrukwekkend leeg en ook heel mooi. Zo voel je je als mens wel nietig.
We komen als verrassing ook door 2 schitterende canyons. Dat verwacht je niet meteen in de woestijn. Zo toeren we rustig door, tot we na een tijdje bij een grote rots komen. Of klein bergje, net wat je wilt. Het is in elk geval fotogeniek en een leuke afwisseling. Bovendien is er de Namibische variant van openbaar toilet: 4 houten wanden, een opening en een emmer-gat om in te plassen. Er staat zelfs een rol wc papier naast. Kijk, dan lukt het mij ook wel.
We rijden verder naar de kust. In Walvisbaai nemen we de eerste afslag naar Swakopmund. Dat is qua weg een uitstekende keuze, want er ligt splinternieuw asfalt en er rijdt weinig verkeer. Qua uitzicht is het een stuk minder, want links zijn duinen en rechts de woestijn. In Swakopmund zoeken en vinden we ons hotel voor de komende 2 nachten: Atlantic Villa. We komen er om 1 uur aan. Als we uitstappen, merken we dat het hier een stuk frisser is.
Klopt, de thermometer geeft nog maar 22 graden aan. Er staat een fris zeewindje, waardoor het bijna koud is. In Afrika. Serieus. We checken in en worden naar onze kamer gebracht. Die is uitstekend, met een balkon met uitzicht op zee. Als we zijn geïnstalleerd, trekken we eerst iets warmers aan. Dit zullen de enige 2 dagen worden dat we een lange broek en trui aan doen. Zo, nu kunnen we naar het stadscentrum.
Swakopmund is namelijk een erg leuke plaats. En erg Duits. Dat komt omdat Namibië ooit een Duitse kolonie was, met de naam Duits-Zuidwest-Afrika. Helaas was dat voor de Herero– en Namastammen die er oorspronkelijk woonden, geen feestje. Het escaleerde in 1904, toen genocide op deze stammen werd gepleegd. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1915 namen de Zuid-Afrikanen de macht over. Ze veranderden de naam in Zuidwest-Afrika.
Daardoor leefde ook de bevolking hier onder het Apartheidsregime van Zuid-Afrika. Pas in 1990 werd het land onafhankelijk en kreeg het de nieuwe en huidige naam Namibië. Swakopmund is ondanks alles erg Duits gebleven. Misschien wel Duitser dan Duitsland zelf. De straatnamen zijn Duits, je vindt er de typische vakwerkhuizen, je eet er schnitzel met kartoffelsalat en een Duits biertje en je wordt als blanke standaard in het Duits aangesproken. Net Zeeland dus.
We gaan eerst het Woermannhaus bewonderen. Dit indrukwekkende gebouw met de toren is een voormalig Duits handelshuis en later hostel voor zeelieden. Het is – uiteraard – geheel in Duitse stijl gebouwd. Volgende stop is bij de pier. Aan het einde van de pier staat een restaurant. Dat is op maandag gesloten. We lopen de pier op en neer en gaan dan snel terug naar de auto. Man, wat is het hier fris!
Bij de auto worden we aangesproken door een Namibische gozer, die ons een uitgesneden noot wil verkopen. Vooruit, Andy wil er wel eentje. De verkoper zet er Andy’s naam in, we betalen hem 30 dollar (nog geen 2 euro) en gaan dan verder. Naar de vuurtoren in het centrum. Als we uit de auto stappen, kijken we recht naar… Hotel Rapmund. Dat is toch ook grappig, Andy’s familienaam aan moeders kant is Rapmund! We gaan eens even kijken en vragen waarom het zo heet. De dame die het hotel heeft gestart, heette Rapmund. Ze was Duits. Och, dat is waar, de stamboom van onze Rapmundjes gaat terug naar Duitsland.
We wandelen richting vuurtoren en dan terug naar de auto. Het is 5 uur geweest en we hebben eigenlijk wel trek. We hebben ons namelijk al de hele middag lekker zitten maken voor bradwurst en schweingebratt. We rijden een klein stukje en zien dan een straat dat eruit ziet als winkel/restaurant-straatje. We parkeren en meteen komt Marco naar ons toe. Marco is de car guard en zal goed op onze auto passen, terwijl wij gaan eten. Hij raadt ons zelfs een restaurant aan.
En wat had Marco gedacht te ontvangen in ruil voor zijn oplettendheid? Er komt een heel verhaal met zieke moeders en andere ellende en als conclusie: 100 dollar. Nee, zegt Andy, dat is veel teveel. We doen 50. Dat is ook goed. Marco loopt zelfs even met ons mee om het bedoelde restaurant aan te wijzen. Het is een Duits restaurant, genaamd Swakopmund Brauhaus. We worden vriendelijk begroet.
Andy bestelt inderdaad braadworst, met sauerkraut en aardappelpuree. Ik neem meatloaf met gebakken aardappeltjes en een salade. Het is best lekker, hoewel mijn meatloaf eerder een plak gebakken ham is dan het gehaktboord waar ik op had gehoopt. We nemen als toetje natuurlijk een apfelstrudel. Dan afrekenen: 480,- inclusief fooi, oftewel €30,-. We lopen terug naar onze auto. Marco ziet er ondertussen anders uit, maar heeft wel doorgegeven dat we al hebben betaald. De nieuwe Marco helpt ons uitrijden, dus geven we hem ook maar 20 dollar.
Dan rijden we terug naar de pier, want de zon gaat bijna onder. We vinden een prima plekje. Hier kunnen we in de auto blijven zitten. Gelukkig, want met die wind is het echt gewoon koud buiten. Helaas komt er weer een artistieke jongeman op ons af die ons ook zo’n uitgesneden noot wil verkopen. Nee dank je, die hebben we al. Hij blijft volhouden, dus draaien we het raam dicht en rijden weg. Het was alleen wel het beste plekje voor de zonsondergang boven de pier…
Toch maar weer terug. Gelukkig worden we nu met rust gelaten. Als de zon onder is, rijden wij terug naar ons hotel. We stoppen nog even bij een benzinepomp. Gooien de wagen vol en halen meteen drinken voor morgen. Dan gaan we eerst even warm worden, beetje relaxen en hopelijk weer lekker slapen!
Weer: | Fris! 15c en een stevige wind |
Doel: | Sea wrecks & seals |
Gereisd: | Swakopmund r. Torra Bay, 330 km |
Hotel: | Atlantic Villa, €101,84 |
Er is er 1 jarig, hoera, hoera en dat is… Andy! Heel voorzichtig heb ik, voor hij wakker werd, slingers opgehangen. Dus wordt hij feestelijk wakker. Na overhandiging van zijn kadootje kunnen we weer verder met vakantie vieren. Dat begint met ontbijt, aan de overkant van onze kamer. Handig. En lekker! Er is veel keuze, ook in hoe we onze eieren willen. Na het ontbijt maken we ons verder klaar voor deze dag en om 10 uur vertrekken we.
We reizen vandaag langs de Skeleton Coast. Dat is één lange, bijna rechte weg naar het noorden. Het is vandaag fris, dus we doen lange broek en trui aan en nemen voor de zekerheid een jas mee. Het landschap waar we doorheen toeren is alles behalve spectaculair. Maar dat heeft toch ook zijn charmes. We komen onderweg langs 2 dorpjes. Het eerste heet Wlotzkasbaken. Ik verzin het niet. Het is een zeer kleurrijk en creatief vakantiedorp. Alle huizen hebben een watertorentje ernaast staan.
We toeren verder en zien opeens een scheepswrak liggen. Dat moeten we even bekijken. Het is de “Zeila”, dat in 2008 op weg was van Walvisbaai naar Mumbai, India. Het was verkocht als oud ijzer en werd gesleept. Toen de kabel brak, strandde het schip hier. We kunnen een klein stukje het strand oprijden om het van dichtbij te bekijken. We zijn amper gestopt, of er staat al een prulverkoper naast ons. Wij negeren hem, blijven in de auto zitten met de ramen dicht. Geen zin in. We willen alleen maar wat foto’s maken van het schip.
Dan rijden we verder. We komen langs de volgende plaats. Dat is een behoorlijk grote: Hentiesbaai. Maar die bewaren we voor de terugweg. Nu rijden we naar Cape Cross. Daar wonen als het goed is enorm veel zeehonden: door het jaar heen ca. 80.000. In november en december worden de jongen geboren en dan kunnen het er wel 200.000 zijn. Om naar de kolonie te mogen, moeten we entree betalen: 85 dollar per persoon. De dame die ons de kaartjes verkoopt is gezellig en erg aardig. We kletsen even, voor we het laatste stuk rijden.
Bij de parkeerplaats zien we meteen al die vele zeehonden. En als we uitstappen, ruiken we ze nog veel beter. Man, wat een stank! Zo erg dat ik er een paar keer van moet kokhalzen. Maar dat geeft niet, want het is een magnifiek gezicht. En geluid. Tussen de zeehonden scharrelt een verdwaalde vos. Of 3. Geen idee wat die er te zoeken hebben. Eentje lijkt er niet zo best aan toe te zijn, dus ik twijfel of dit een gezonde omgeving is voor vossen.
We wandelen over de hiervoor aangelegde loopbrug en genieten van het spektakel om ons heen. Hoewel ze eigenlijk foeilelijk zijn, hebben zeehonden toch altijd iets vertederends, vindt u niet? Als we zijn uitgegluurd, rijden we nog een stuk verder langs de Skeleton Coast. Het uitzicht wordt alleen niet anders. We zien ook helaas niet meer scheepswrakken. En het is inmiddels 1 uur. Dus draaien we om. Op de terugweg rijden we nu wel door Hentiesbaai. Dat ziet eruit als een prima plek om te wonen. Tot we per ongeluk door de sloppenwijk rijden… Duidelijk verschil tussen arm en rijk!
We rijden terug naar Swakopmund en gaan naar Café Anton. Daar hebben ze taartjes. Het is tenslotte Andy’s verjaardag, dus nemen we een kop koffie met een lekker gebakje. Dan terug naar ons hotel. Daar ga ik eerst eens mijn schoenen wassen. Ik ruik namelijk nog steeds vaag die zeehondenlucht en het lijkt erop dat ik ergens in ben gaan staan… Ieeeeeuw, zeehondenpoep aan mijn schoen! Of zoiets. Er moeten in elk geval zeep en parfum aan te pas komen om de lucht weg te krijgen. Jakkiebah.
We relaxen een beetje en gaan dan eens kijken waar we willen eten. Tegenover ons hotel is een restaurant met een goede waardering op Tripadvisor. Lekker makkelijk, kunnen we zo naartoe wandelen. Ik ga naar de receptie en vraag of ze willen reserveren. Helaas, er is geen plaats. Hmm, wat is dan een goede optie, voor een jarige echtgenoot die van steak houdt? Dan moeten we naar het Bluegrass restaurant, bij het winkelcentrum aan zee. Okay. Daar hebben ze om half 7 een tafeltje voor ons.
We worden er allervriendelijkst ontvangen. Andy wordt een happy birthday toegewenst en we krijgen allebei een glaasje blauwe champagne om te toosten. Nou, wat aardig! Stiekem wist ik natuurlijk dat het receptiemeisje had doorgegeven dat Andy jarig is. Voor Andy is het echter een verrassing. Het menu ziet er prima uit. Andy bestelt een T-bone steak, ik de visschotel en een salade erbij. We krijgen een enorme berg eten. Het is heerlijk! We zitten eigenlijk al vol. Maar zijn ook dol op toetjes…
Vooruit, we bestellen er allebei eentje. Helaas kunnen we dat net niet helemaal op. We zijn voor deze uitstekende maaltijd 681 dollar kwijt, 800 met fooi. Omgerekend is dat ongeveer €50,-. We gaan terug naar ons hotel, nog een beetje relaxen en lekker op tijd naar bed.
Weer: | Van 15 naar 35 graden |
Doel: | Reisdag |
Gereisd: | Swakopmund – Otjiwarongo, 381 km |
Hotel: | C’est Si Bon Hotel, €69,64 |
Vandaag is een reisdag. Dat begint met een goed ontbijt. Ik neem een lekkere gevulde omelet, Andy gebakken eitjes. Brood, beleg en sap erbij en we kunnen er wel even tegen. Om 9.15 zitten we in de auto. Ik maak nog even wat foto’s van het hotel. De meisjes van het ontbijt komen net langsgelopen. Ze blijken ook van de schoonmaak te zijn. Eén van de meiden zegt dat ik haar op de foto moet zetten. Nou, ga er maar voor staan dan. Al giechelend doen zij en een andere meid dat. Gekke meiden.
We gaan op weg. Eerst maar weer even tanken. Dat is hier in Swakopmund grappig, want de tankjongens proberen klanten te lokken met dansjes en door uitbundig te zwaaien. Tanken wordt voor je gedaan en dan worden meteen de ramen even schoongemaakt. Het is dan ook gebruikelijk dat je de tankjongen een paar dollar fooi geeft. Of 10. Dan proberen we Swakopmund uit te komen. Dat valt nog niet mee. De toegang tot de snelweg B2 is afgesloten, maar dat weet onze navi niet.
Uiteindelijk trekken we ons eigen plan. Dan zien we de omleidingsbordjes en komen we alsnog goed uit. En kan de lange rit het binnenland in, beginnen. We hebben 380 kilometer voor de boeg. We laten de woestijn achter ons en zien dat de begroeiing steeds hoger wordt. Verder valt er vrij weinig te beleven. We zien ook niet veel dieren, helaas. Het blijft bij wat paarden, koeien, ezels en geiten. Die hebben we thuis ook. Oh, en ik zie 2 apen. Maar Andy niet, dus die gelooft het niet zo.
In Omuburu moet ik plassen. Bij de benzinepomp is een keurige wc. Ik krijg zelfs een rol wc-papier mee. Kost 3 dollar. Om te plassen, niet die rol. Die moet ik weer achterlaten na gebruik. We rijden verder. Rond 2 uur komen we in Otjiworongo aan en vinden al snel ons hotel. Dat is een prachtig complex, met leuke motel-achtige kamers. Mannen zijn druk bezig om de tuin en het gras fris en fruitig te houden. Eentje vraagt of hij onze auto zal wassen. Nou, graag, want die ziet eruit!
Andy had vanochtend nog gezegd dat we hem eigenlijk even moeten wassen. Ondertussen komt er iemand naar onze airco kijken. We vinden dat die het niet zo goed doet, want het wordt niet heel hard koud in onze kamer. De man rommelt wat met de afstandsbediening en belooft dat als we ramen en deuren gesloten houden, het vanzelf koel wordt. Vooruit, we geven het nog een kans. Ik vraag meteen even wat we verondersteld worden te geven aan de autowasjongen.
Dat moeten we zelf weten. Ja hee, daar kan ik dus niks mee! Geen idee wat hier gebruikelijk is. Nou, tussen de 100 en 150 is wel normaal. De gewone wasstraat is vanaf 300 en dan moet je er nog naartoe, zoeken, wachten. Mooi, dan geven we 200. Terwijl we wachten tot de auto klaar is en we hem voor de deur kunnen zetten, komt er een Duitser aan. Die parkeert zijn stinkbak half voor onze en half voor zijn eigen kamer. Ja hoe is het? Parkeer lekker voor je eigen deur. Dan kan die van ons er ook nog naast.
Na wat gemorrel zet hij hem wat fatsoenlijker neer. Mooi, dank u wel. Later maken we nog even een praatje en blijkt het toch wel een vriendelijke man te zijn. Hij is van Victoria Falls komen rijden en is nu 3 weken onderweg. Zijn reis eindigt in Windhoek. Hij gaat zwemmen, wij een beetje bijkomen van de hitte. Want het is erg warm! Vanochtend vertrokken we bij 15 graden en met een bewolkte lucht. Hier schijnt de zon volop en is het 35 graden. Klein verschilletje.
Voor het avondeten doen we niet moeilijk. Er hoort namelijk ook een restaurant bij dit hotel. Dat scoort de 3e plaats op Tripadvisor. Lijkt ons prima. En dat is het ook. Ze hebben hier alleen vreemde ideeën van wat een normale portie is. Man, wat krijg je hier veel te eten! Andy bestelt karbonaadjes en krijgt er maar liefst 3. Ik bestel pasta Alfredo en krijg ook een gigantisch bord vol. De kleine salade kunnen we makkelijk delen en dan houden we nog over voor de tafel naast ons. Maar het smaakt prima. We wagen ons niet aan een toetje, maar rekenen af: 405 dollar, 450 inclusief fooi. We wandelen terug naar onze kamer en doen hetzelfde als anders: lekker relaxen en dan slapen.
Weer: | Warm, 35 graden |
Doel: | Etosha NP bewonderen |
Gereisd: | Otjiwarongo – Okaukuejo, 159 km |
Hotel: | Eldorado Guest Farm, €150,99 (incl. eten) |
Natuurlijk beginnen we de dag met ontbijt. Dat is in buffetvorm en is prima. Tot nu toe hebben we echt niets te klagen over het eten hier in Namibië. We waren al op tijd wakker, dus zitten we ook al op tijd in de auto, om 9 uur. We gaan eerst nog maar even tanken. Hoewel het tot nu toe wel meevalt met de schaarsheid van benzinepompen, rijdt het toch prettiger met een volle tank en niet de noodzaak een pomp te moeten zoeken. We moeten de auto toch weer vol inleveren, dus het maakt ook niet uit hoe vaak we tanken.
Goed, we kunnen op pad. We hoeven niet zo ver meer naar het Etosha National Park. Dat is het grootste wildpark van Namibië en één van de beste plekken in zuidelijk Afrika om de Big Five te spotten. Ik dacht altijd dat dat staat voor de 5 grootste dieren in Afrika. Vanwege het woord “big”. Maar nee dus. Het staat voor de 5 moeilijkst te schieten dieren… Inderdaad, dat is helemaal geen leuk idee! Gelukkig wordt die term tegenwoordig vaker gebruikt voor safari’s dan voor jachtpartijtjes.
Het gaat in elk geval om de leeuw, olifant, neushoorn, buffel en luipaard. Ben benieuwd of wij ze allemaal gaan zien! Moeten we er wel eerst naartoe. De route is best een beetje saai. Oh wacht nee, we zien allemaal termietenkastelen. Velden vol. Het zijn net de tempelvelden van Bagan in Myanmar. Maar dan met termietentorentjes. Om 11 uur zijn we bij onze lodge voor de komende 2 nachten. Dat is natuurlijk veel te vroeg om in te checken. We wilden vooral even controleren of we bij het juiste adres zijn. En dat zijn we.
We schrijven ons wel alvast in, gaan even naar het toilet en dan rijden we door naar Okaukuejo. Daar is de toegang tot het nationale park. Na ongeveer 3 kilometer komen we bij een gate. Park rangers (denk ik dat ze heten) begroeten ons, schrijven wat gegevens op en dan moeten we bij het hokje een permit invullen. Dan nog 17 kilometer doorrijden naar Okaukuejo. Hier zit de receptie, waar we mogen betalen voor onze permit en dus voor de toegang tot het park.
Een permit kost 85 dollar per dag per persoon. We betalen meteen voor 2 dagen, want we gaan hier vandaag en morgen proberen wild te spotten. Je kan gewoon met creditcard betalen. Dat kan trouwens tot nu toe op de meeste plaatsen wel. Ik koop in de toeristenshop nog even een kaart van het park + 2 ijsjes en dan gaan we het park binnen. Meteen zien we al 2 giraffen staan. Wauw! Dat begint al goed. We slaan linksaf en stoppen bij Wolfsnes, waar een waterspot is.
Hier staan enorm veel dieren. We tellen 5 giraffen, een grote kudde springbokjes, een horde struisvogels, een paar wildebeesten en gekke vogeltjes. Het staat gewoon allemaal door elkaar. Prachtig! We rijden weer verder en een stukje richting Dolomite Camp. Hier zien we nog meer giraffen. De springbokjes komen we telkens tegen. Ook zien we weer een flink aantal gemsbokken, die we rond Sossusvlei ook steeds zagen.
Andy roept opeens keihard “een olifant!” En inderdaad, er wandelt net zo’n gigant bij ons vandaan. We rijden weer verder en zien dan een grote kudde zebra’s. Oh en verderop staat nog een groep. Fantastisch zeg. Het rijden door het park en het zoeken naar wild is trouwens best intensief. De wegen zijn hier weer van gravel, met wasbordstukken erin. Het landschap is meestal heel weids met lage begroeiing. Daardoor zie je de dieren natuurlijk goed. Je bent dus continue aan het opletten of je iets ziet.
Er zijn ook hele stukken met hogere bomen en flinke struiken. Daar staan die giraffen dan weer aan te knabbelen. Al met al genieten we enorm van alles wat we zien. Voor we er erg in hebben, is het al half 4. We draaien maar eens om. Terug in Okaukuejo kopen we nog een keer een ijsje en rijden dan naar onze lodge. We maken het inchecken af en worden naar onze kamer gebracht. Die is prachtig! Het heeft een badkamer zoals ik die thuis ook wel zou willen.
We hebben een blok van 3 kamers, weer in motel-stijl. Of eigenlijk doet het me erg denken aan het schitterende hotel in Cyprus, van Mustafa en Aysem. Alleen is hier de tuin al af en die is erg leuk aangelegd. Er is een optie om een safari over het eigen terrein te maken en zo nog meer dieren te zien. Die leven er alleen niet helemaal vrij, te oordelen aan de 2 neushoorns die we verderop zien en die net gevoerd worden. Nee laat maar. We houden er sowieso niet van om met een meute mensen in zo’n safariwagen te moeten.
Als toch iedereen met die toer mee is, kan ik mooi het zwembad even uitproberen. Andy heeft geen zin, die blijft lekker bij de kamer relaxen. Ik hijs me in mijn badpak en ga met mijn beentjes in het koele water zitten. Lekker van de laatste zonnestralen genieten. Hoewel het vandaag erg warm is, 35 graden, is het toch prima te doen buiten. Er staat een windje en dat maakt het allemaal weer aangenaam. Het effect van die wind zagen we trouwens in het park ook erg goed, want daar zagen we om de haverklap een zandhoos.
Ik ga me even douchen, terwijl Andy met onze Nederlandse buren kletst. Die houden ook niet van groepsreizen. En ze maken ongeveer dezelfde reis als wij. Om kwart over 7 gaan we eten. Het diner is ook hier inclusief. Want ook hier zitten we afgelegen en een eind van de bewoonde wereld. Het is een buffet, met allemaal lekkere dingen. Waaronder elandvlees. Dat heb ik volgens mij in Amerika ook al eens gegeten. We proberen een stukje. Mwa, niet echt favoriet. We houden het verder bij de lekkere kip en groentes. Als toetje krijgen we ijs na. Niets mis mee.
We zitten op zich heerlijk buiten, onder een afdak. Het gaat alleen steeds harder waaien. Ik zit met mijn gezicht in de wind en word een beetje moe van dat zand dat telkens in mijn ogen waait. We besluiten maar terug te gaan naar onze kamer. En dat is maar goed ook, want de wind trekt steeds meer aan. Het lijkt of we in een zandstorm zijn beland. Verderop is een lantaarnpaal en daar zie je goed hoe het zand voorbij waait. Misschien goed voor een zacht velletje, maar wij gaan toch maar liever naar binnen. U raadt het al: relaxen en lekker slapen!
Weer: | Heerlijk, 31 graden |
Doel: | Etosha NP bewonderen |
Gereisd: | Op en neer naar Etosha NP |
Hotel: | Eldorado Guest Farm, €150,99 (incl. eten) |
De dag van vandaag varieert van best wel saai naar enorm opwindend. Zoals gezegd gaan we ook vandaag Etosha National Park bekijken. Maar we beginnen met ontbijt. Dat is weer hetzelfde: buffetstijl en eitjes zoals we die wensen. Om half 10 rijden we terug naar het park. Bij de poort laten we onze permit zien. Er worden wel weer wat gegevens genoteerd, maar dan mogen we al vlot doorrijden. De laatste 17 kilometer naar Okaukuejo.
Andy heeft al zin in een ijsje en we gaan nog even plassen, want dat kan voorlopig niet meer. Dan rijden we door de laatste poort en slaan rechtsaf, richting Halali. Hier komen we weer een aantal waterpoelen tegen. Bij de eerste staan erg veel auto’s. We gluren even: zo te zien geen dieren die we nog niet hebben gezien. Dus rijden we verder.
We zien een groep zebra’s bij een andere parkeerplaats. Daar zijn wij de enige auto, alle ruimte om mooie foto’s te maken. Bij de volgende waterpoel is het best druk. Er is een giraf aan het drinken en de kudde gnoes wordt afgewisseld door de kudde springbokjes. We toeren rustig door naar Halali. En nu begint het best wel saai maar soms enorm opwindend. We kunnen lange stukken rijden zonder enig dier te zien.
Nou ja, die springbokjes zie je eigenlijk altijd wel rondscharrelen. Ze zijn ook wel erg… elegant. Dat is het juiste woord, denk ik. We zien ook zeer veel zebra’s, hartenbeesten en regelmatig een stelletje struisvogels. En dan weer hele einden niets. Nog amper een andere auto. We hebben de hoop al opgegeven dat we nog katachtigen gaan zien. En die zouden er hier toch ook moeten zijn.
In Halali stoppen we om te plassen en te lunchen. Dat kan bij het buffetrestaurant of van de kaart, verderop. Lunchen, bedoel ik, niet plassen. Plassen moet in een ander gebouw. We bestellen van de kaart, wel zo makkelijk. Daar staan ook niet al teveel gerechten op, dus dat maakt het makkelijk kiezen. Er zijn een aantal tosti’s, 2 soorten hamburgers en 2 soorten hotdogs. Andy neemt de Vienna hotdog. Dat is dus eigenlijk een Wiener wiener. Ik neem een tosti.
Terwijl we dat wegwerken, zien we om ons heen allemaal vogels. De meesten zijn een soort eksters, maar er zit ook een hele bijzondere tussen, met een gigantische kromme snavel. Volgens Wikipedia is het de roodsnaveltok en die komt uitsluitend hier in Afrika voor. Dus. Er scharrelen ook wat eekhoorntjes rond. En Duitsers, daar zijn er weer veel van.
Na onze lunch rijden we verder, richting de Rhino Drive. Wie weet komen we die daar tegen. Nope, we komen nagenoeg niets tegen op deze route. Best wel saai dus. De weg is ook nog eens erg slecht. Er is natuurlijk alleen maar gravel in het park. Dit stuk heeft ook nog flinke kuilen hier en daar. En stenen, die we moeten ontwijken. Als we van de Rhino Drive afkomen, komen we bij de waterpoel Nebrowni.
Hee, een olifant! Er staat een grote jongen tussen de struisvogels en springbokjes met zand te spelen. En dat is het enorm opwindende moment. Na dit schouwspel komen we weer in Okaukuejo aan. We nemen er nog een ijsje en rijden dan terug naar de lodge. We zijn moe van het gestuiter over de slechte wegen en het continue turen of we wild zien. Plus het is alweer 4 uur, dus we hebben een behoorlijke tijd in het park doorgebracht.
Bij onze kamer gaan we eens lekker op de tuinstoelen naar de zonsondergang kijken. Het koelt hier, net als aan de kust van Namibië, lekker af ’s avonds. Ik denk dat het nu een graad of 18, 20 is en het is heerlijk buiten. Er staat gelukkig niet zo’n harde wind als gisteren – de zandstorm blijft vanavond uit.
Even na 7 uur gaan we naar het hoofdgebouw voor het avondeten. Vandaag hebben we allerlei soorten groenten, een soort spareribs en springboksteak. Ik weet niet wat ik daar van vind… Het zijn zulke prachtige, elegante dieren. Maar ja, er zijn er ook vreselijk veel van, dus ik snap dat ze dat hier eten ipv zoals bij ons megastallen met varkens en koeien neerzetten. Ik probeer dus een stukje.
Best lekker, maar een beetje droog. Als toetje krijgen we ijs met appeltaart. Lekker hoor. Na het eten blijven we buiten van het heerlijke weer genieten. Tot ik gezoem rond mijn hoofd hoor. Een mug: wegwezen!
Weer: | ’s Avonds een buitje |
Doel: | Reisdag naar Windhoek |
Gereisd: | Etosha NP – Windhoek, 409 km |
Hotel: | Casa Africana, €47,66 |
Vandaag is een reisdag, terug naar Windhoek. We zijn op tijd wakker, om 8 uur zitten we aan het ontbijt. Net als gisteren nemen we eitjes-as-we-please. Dan pakken we de laatste spullen in en om 9 uur zijn we op weg. Een lange, lange weg. Bijna 1 lange rechte weg. Nou ja, in Outjo en in Otjiwarongo moeten we een keer afslaan, maar dat was het wel zo’n beetje.
Vandaag zien we veel van de aangekondigde pumbaa’s lopen. Dat zijn die warthogs of wrattenzwijntjes, waarvoor op de verkeersborden wordt gewaarschuwd. We zien ook nog in een flits 2 hertachtigen. In de buurt van Windhoek steken een paar apen de weg over. Onderweg strekken we een keer de benen bij 1 van de vele overdekte parkeerplaatsen. Die zijn wel leuk, er staat altijd een blauw/witte picknicktafel met bankjes, 2 prullenbakken en een boom of een afdakje voor de schaduw. Nou ja, soms mist het afdakje. Maar meestal niet.
Het enige dat mist is regelmatig een openbaar toilet. Daar hebben ze hier langs de weg nog niet van gehoord. Je moet er echt voor in een plaatsje zijn, bijvoorbeeld bij een benzinepomp. Die plaatsen liggen alleen een eind uit elkaar. Van Otjiwarongo naar de volgende plaats, Okahandja, is bijvoorbeeld 173 kilometer rijden. Zó jammer dat ik net buiten Otjiwarongo bedenk dat ik eigenlijk wel erg moet plassen…
Vooruit, gewoon ophouden tot het volgende dorp! Bij de Shell-pomp ren ik dan ook naar binnen, terwijl Andy ondertussen de auto nog even vol laat gooien. Rond 2 uur komen we in Windhoek bij ons pension aan. Het is niet zo luxe als we de andere nachten hebben gehad, but it does the job. Hoewel… het slot van onze deur blijkt kapot te zijn. Het wil van binnenuit niet op slot. Dus verhuizen we naar de kamer aan de overkant.
Die kamer vinden we alleen niets. Hij is een stuk kleiner, de airco doet het niet zo goed, de jaloezie voor het raam wil niet helemaal dicht en er komt een irritant gesis uit de badkamer. Dus ga ik zeggen dat we hier niet blij mee zijn. Eigenaresse Annelien vertelt dat het slot van onze oude kamer straks gerepareerd wordt. Maar als we naar een ander hotel willen (wat ik voorstel om te doen), kan dat ook.
We hebben alleen niet zo’n zin om te verkassen en weer in de auto te stappen. We wachten toch maar even de reparatie van het slot af. Annelien gaat er zelf mee aan de slag en besluit uiteindelijk het slot tijdelijk te vervangen met een slot van haar eigen onderkomen. Voor ons werkt dat. Terwijl we rustig op onze kamer zitten, horen we opeens een raar geluid. Een plok-geluid. Wat is dat dan? Regen? Regen! Serieus, en flinke druppen ook. Zie je, het regent best wel eens in Afrika. Het frist er in elk geval lekker van op.
Goed, we moeten bedenken wat we met het avondeten doen. Dat kan op zich hier in het guesthouse. We hebben dat alleen niet van tevoren doorgegeven, dus hebben ze er niet op gerekend. Omdat het zaterdag is, zijn de winkels al om 1 uur gesloten. Boodschappen doen gaat dus niet. Geeft niks, we verzinnen wel wat. Ik bedenk me dat het hotel waar we de eerste nacht hier sliepen, Arebbusch, ook een pizzeria heeft en bezorgt. Kijk, dat is nog eens makkelijk!
Ik kan online bestellen en om 7 uur komt een vrolijke man de pizza’s brengen. Vreemd genoeg betalen we geen bezorgkosten. Terwijl we vorige week voor de roomservice wel moesten betalen. Anyhow, de pizza’s kosten samen 240 dollar, dus ik geef de beste man 300. De pizza’s zijn, nou, goed genoeg. Niet smerig, niet de beste die we ooit hebben gehad. Goed genoeg dus.
We vragen aan Annelien 2 blikjes drinken erbij en dan hebben wij best een prima avondmaaltje. De rest van de avond reorganiseren we de bagage zoveel mogelijk, relaxen lekker en dan beginnen we aan onze laatste nacht hier in Namibië. Morgen naar Zimbabwe!
Weer: | Zonnig en 29 graden |
Doel: | Obstakels overwinnen… |
Gereisd: | Vlucht van Windhoek – Johannesburg |
Hotel: | Premier Hotel, gratis |
Okay, we gaan vandaag niet naar Zimbabwe, blijkt… Het wordt een dag met obstakels. Dat begint bij het ontbijt, want er is geen schoon tafeltje vrij en geen personeel te bekennen. De reviews op Booking.com waren zeer lovend over oa het ontbijt hier. Vinden wij wel meevallen. We kunnen eitjes bestellen, as usual, en verder is er veel op en niet aanwezig (bestek, koffiekopjes, een bord, etc.). We blijven tot kwart voor 10 op de kamer. We hebben namelijk alle tijd van de wereld, want we vliegen vanmiddag pas om 15.45 uur.
We gaan uitchecken en dan komt het volgende obstakel: de Mastercard werkt niet. De bankpas ook niet (maar dat had ik ook niet verwacht). Volgens Annelien zijn er vaker problemen met Mastercard. Okay, en nu? Ik kan het overmaken en een betaalbewijs e-mailen. Ik probeer mijn bankapp om dat meteen te regelen, maar die heeft er ook geen zin in. Weet je wat, ik laat de creditcard gegevens achter, dan kan Annelien het zelf afschrijven. Vindt ze prima.
Zo, nu dat is geregeld kunnen we op pad. We gaan toch Windhoek nog even bekijken. Windhoek is dan wel de hoofdstad van dit land, maar er is niet bijzonder veel te beleven. Toch zijn er vlak bij elkaar nog wel een paar mooie dingen. Te beginnen met de Christuskirche. Dat lijkt wel een peperkoekhuisje. Achter de kerk staat het Parlementsgebouw met een prachtige tuin. Ik ga er even kijken, terwijl Andy in de auto wacht.
En dan komt obstakel #3: ik verstap me. Mijn voet klapt dubbel en ik voel een hevige pijn in mijn enkel. Niet goed… Ik heb even moeite om te lopen. Andy ziet mij gelukkig al snel strompelen en komt me gauw tegemoet gelopen. Eerst maar even op een muurtje zitten. Het lijkt wel weer te gaan, dus loop ik toch nog even naar de Alte Feste. Dat is het oude fort, dat als hoofdkwartier diende voor de Duitse militairen tijdens de koloniale periode. Het heeft een tijd gediend als museum. Nu is het gesloten en maakt een verwaarloosde indruk.
Nou, dat was wel zo’n beetje wat het centrum van Windhoek aan bezienswaardigheden te bieden heeft. We proberen het Zoo Park te vinden. De navi stuurt ons echter een compleet verkeerde kant op: obstakel #4. Wij kunnen tenminste geen park ontdekken. Als we later weer richting Christuskirche rijden, zien we aan de voet een park. Waarschijnlijk is dat het. Nu hebben we alleen geen zin meer. We gaan maar vast naar het vliegveld. Daar komen we rond half 1 aan. Eerst tanken we de auto nog even af, zoals beloofd, en leveren hem dan in. We laten het tankbonnetje zien, zodat Hertz weet dat we 50 meter verderop nog hebben getankt.
Dan wandelen we naar de overkant, naar de terminal, voor obstakel #5. Op het informatiebord staat dat onze vlucht om 14.15 vertrekt. Huh? Ik dacht om 15.45. Daar zijn we ook online voor ingecheckt. Ik ga maar eens vragen. De vlucht naar Victoria Falls? Ja, die vertrekt om 16.50. Nou nog gekker. We zoeken maar een bankje en wachten tot we zouden kunnen boarden. Dat zou om een uur of 4 zijn.
Ik ga na een tijdje nog eens kijken. Oh, nu staat onze vlucht helemaal niet meer op het bord. Er zitten wel mensen bij de incheckbalie van Air Namibia, waar we mee vliegen. Nee hoor, de vlucht gaat gewoon om 16.50. We kunnen zelfs al inchecken. Okay, dan haal ik Andy & de koffers even. We checken in en lopen naar de customs. Voor het verlaten van Namibië moeten we een formulier invullen en daar afgeven. Daarna krijgen we onze uitreisstempel. We gaan maar meteen naar de gate. Daar wachten we een tijdje.
Tijdens het wachten wordt mijn enkel steeds dikker. Er zit inmiddels een behoorlijk ei op en het doet steeds zeerder. Lopen wordt een uitdaging. Daarom ga ik bij de bar maar een zakje ijsklontjes vragen. Kan ik het koelen. Dat helpt een beetje, maar nog niet zoveel.
Rond half 4 is er opeens consternatie. We horen iemand zeggen dat hun vlucht alwéér is gecanceld. Lullig voor ze. Of wacht, welke vlucht eigenlijk? Die naar Victoria Falls. Ja, nu is het dus ook lullig voor ons! En nu? Naar de infobalie en om laten boeken. Okay. We sluiten aan achter de kudde andere passagiers. Die blijken hier al voor de 2e dag te zijn gestrand. Ze zouden eigenlijk gisteren vertrekken. Die vlucht ging niet door. Die van vandaag is een paar keer van tijd veranderd en gaat nu dus ook niet door.
De meeste mensen willen alsnog naar Victoria Falls. Dat kan alleen via Johannesburg. Dat betekent: nu naar Joburg vliegen en morgen door naar Zimbabwe. Wij hoeven niet meer naar Victoria Falls. Want als we daar pas morgen aankomen, dan kunnen we er slechts een paar uurtjes blijven. Morgenavond worden we namelijk in Kasane verwacht, voor de volgende vlucht de dag erop. Dat heeft dus totaal geen zin.
Het duurt 2,5 uur voordat wij eindelijk aan de beurt zijn bij de balie. Onze enige 2 opties zijn: 1. nu naar Joburg, morgen naar VicFalls, of 2. nu naar Joburg en het verder zelf uitzoeken. Wij zoeken het verder zelf wel uit. We krijgen nieuwe tickets en de belofte dat bij aankomst in Johannesburg een shuttle klaarstaat, die ons naar een hotel brengt. Daar krijgen we ook een diner aangeboden. Alles op kosten van Air Namibia. Nou, dat is dan weer wel goed geregeld.
We worden meteen naar de gate gejaagd, want er staat al die tijd een vliegtuig op ons te wachten. Volgens mij is dat de vlucht die om 15.30 had moeten vertrekken… Dat is ook sneu voor de mensen die daar al in zaten, die hebben al die tijd in het vliegtuig moeten wachten. Obstakel #6: we mogen naar het vliegtuig lopen. Dat staat helemaal aan het eind geparkeerd. Fijn, want intussen loop ik echt beroerd op die enkel. Andy moet me ondersteunen om vooruit te komen. Maar we halen het!
Pas om 18.15 is iedereen aan boord. De vlucht is nu opeens erg vol. Helaas voor ons waren we toch nog nét te vroeg met omboeken, want vanaf 2 mensen na ons werden ze in Businessclass geplaatst… Ja, dat hadden wij natuurlijk ook wel gewild! Nu zitten we op de allerlaatste rij, de slechtste plekken die je maar kunt hebben. Obstakel nummer 7 inmiddels. Gelukkig is de vlucht niet lang, 1 uur en 3 kwartier. We krijgen onderweg zelfs een warme maaltijd, met vooraf en achteraf drinken.
We landen om 19.55 in Johannesburg. De stewardess ziet hoe beroerd ik loop en vraag of ik met de special assistance kar mee wil. Kweenie, is het ver lopen? Ja, nogal. En er komt sowieso een kar, voor de oudere dame die slecht ter been is. Oh, in dat geval graag! Zó jammer dat 1 van de stewards die kar de eerste keer per ongeluk had weggestuurd. Nu moeten we een tijdje wachten tot hij terugkomt: obstakel #8. Die kar is wel fantastisch. Hij wordt tegen de uitgang geplaatst, zodat je de trap niet af hoeft. Als we allemaal aan boord zijn, zakt het gevaarte weer tot normale hoogte en rijdt weg.
We worden vlakbij de paspoortcontrole afgeleverd. Daar staat 1 rolstoel klaar. Die mag die oudere dame wel hebben hoor, die is slechter ter been dan ik. Ondertussen wordt er immers ook voor mij eentje geregeld. Andy zegt nog dat hij me anders wel duwt; er staan genoeg rolstoelen bij de deur. Nee nee, er komt zó iemand aan. Nou, dat is dan met de Afrikaanse slag, want na een kwartier wachten is er nog steeds niemand. Lekker dan. Obstakel #9. Andy besluit alsnog om mij te duwen. Dus spring ik in een rolstoel en gaan we naar de paspoortcontrole.
Daar wordt ons gevraagd hoelang we blijven. Geen idee, we hebben nog geen volgende vlucht en waren sowieso niet van plan hier nú aan te komen. Oh, ga dan maar verder, naar de balie van Air Namibia. Dat is goed. We komen eerst langs de bagagebanden. Die van ons staat stil en we zien onze koffers niet… Gelukkig staan die een klein stukje verderop. Pfoe, dat was bijna obstakel #10. Ik besluit verder te lopen, met een koffer als steun.
Nu moeten we die shuttle naar dat hotel zien te vinden. We zien natuurlijk niemand meer uit ons vliegtuig. Dus gaan we op zoek naar de balie van Air Namibia. Die is een verdieping hoger, helemaal achteraan. Fijn, nog een eind lopen. Daar aangekomen is die balie uiteraard gesloten. Dat is alsnog obstakel #10. En nu? Zelf maar een hotel met een shuttle regelen. Het schiet me opeens te binnen dat ik iemand van onze vlucht hoorde zeggen dat we in het Premier Hotel worden gestopt. Of iets dat daar op lijkt. En anders kunnen we het hotel proberen dat ik voor later deze week hier heb geboekt. Die heeft ook een shuttle.
We gaan daarom op zoek naar de hotelshuttles. Eerst weer heel dat stuk teruglopen, dan naar beneden en naar buiten en weer een heel eind naar de shuttlebussen. Ik ben ondertussen overgegaan van lopen op strompelen en heb inmiddels een struisvogelei op mijn enkel. Als we dan eindelijk bij de plek van de shuttles aankomen, zien we opeens mensen uit ons vliegtuig staan. Die wachten nog steeds op een shuttle naar dat Premier Hotel – had ik het toch goed gehoord.
De shuttles blijken maar kleine busjes te zijn en het duurt even voor iedereen vervoerd is. Maar om 10 uur zijn wij dan eindelijk ook bij het hotel. Het is een prachtig hotel, met een prachtige kamer. Helemaal niks mis mee. Ze houden zelfs de keuken een half uur langer open, zodat alle late gasten nog avondeten kunnen krijgen. Dus gooien we snel onze spullen in onze kamer en gaan nog even iets te eten en vooral te drinken halen. Allemaal op kosten van Air Namibia.
Terug op de kamer maken we een nieuw plan voor de rest van de vakantie. We gaan gewoon verder met het oorspronkelijke plan, maar dan zonder de Victoria watervallen. Dat is natuurlijk erg jammer, want dat is eigenlijk de reden dat we deze route doen. Maar ja, het is niet anders. Dat betekent dat we vanuit hier naar Maun in Botswana zullen vliegen, om vanaf daar het programma voort te zetten. Ik probeer daarvoor een vlucht te regelen voor morgen, maar dat lukt niet echt. Het is inmiddels ook middernacht, dus dat wordt ook wel erg kort dag. Morgen maar weer proberen.
Ik stuur nog wel snel bericht naar ons eigenlijke hotel van vanavond, in Victoria Falls, dat we niet komen. Dat kan gelukkig kosteloos geannuleerd worden. Oh, en voor morgenvroeg hebben we een helikoptervlucht over de watervallen geboekt. Dat kan nu ook niet doorgaan, dus stuur ik daar ook snel een e-mail naartoe. Die was gelukkig nog niet betaald en kan ook geannuleerd worden. Zo, we zijn inmiddels behoorlijk bekaf, dus we kappen ermee. Snel even wassen, plassen en dan naar bed!
Weer: | Geen idee, amper buiten geweest |
Doel: | Relaxen en reis regelen |
Gereisd: | Niet |
Hotel: | Premier Hotel, €143,43 |
Heerlijk geslapen, hoewel een stuk korter dan voorgaande nachten. Mijn enkel is me daar ook dankbaar voor, want die voelt een stuk prettiger dan gisteravond. Hij is nog wel dik, maar niet meer zo pijnlijk en lopen gaat al wat beter. Ik ga als eerste een vlucht voor morgen proberen te regelen. Nou wil het toeval dat Air Botswana steeds de vluchttijden van onze oorspronkelijke vlucht naar Maun wijzigt. Dat komt nu wel heel goed uit, want dat betekent dat je kosteloos kunt annuleren. De laatste wijziging was 3 dagen geleden, dus we zitten nog binnen de annuleringsperiode.
Ik probeer eerst of ze ons niet om kunnen boeken. Dat we niet van Kasane naar Maun vliegen, maar vanaf Johannesburg. Nee, dat kan niet. Nou, dan annuleer de boel maar! Dat kan wel. Het zal alleen een behoorlijke tijd duren voor dat geregeld is en we ons geld terug hebben. Nu is dat geen schokkend bedrag, slechts €114,nogiets. Fijn als het lukt, geen grote ramp als het niet lukt. Dan zoek ik een vlucht die ons wél naar Maun brengt. Die vind ik bij South African Airways. Die is lid van de Star Alliance familie, dus een stuk betrouwbaarder dan Air Botswana.
Voor de 2 nieuwe tickets betalen we €515,37 totaal. Inderdaad, een behoorlijk bedrag. De nieuwe vlucht gaat morgen om 11.45. Betekent dat we vanavond een hotel nodig hebben. Hoewel we vermoeden dat dit hotel niet goedkoop is, hebben we ook niet veel zin om te verkassen. Dus boeken we een nacht bij, op eigen kosten. Met 2x ontbijt (vandaag en morgen) kost dat €144,-. Vandaag en morgen? Ja, ontbijt is voor deze nacht niet inclusief. Getverdemme, blijken het toch nog krenten te zijn bij Air Namibia. Als iedereen hier overnacht, moeten ze toch ook ontbijten?
Anyhow, dat ontbijt is tot 10 uur, we moeten opschieten. Het is wel een geweldig ontbijt, met heel veel keuze. Zo, en verder doen we vandaag weinig tot niets. Beetje internetten, beetje lezen, eens lekker in het ligbad. Met het oog op mijn dikke enkel is zo’n rustig dagje natuurlijk een uitstekend idee. We wandelen een keer door het hotel. We zitten op de 8e en bovenste verdieping en hebben best een leuk uitzicht. Onder andere op het vlakbij gelegen vliegveld.
We halen wat te drinken in de bar en rond half 7 gaan we naar beneden voor het avondeten. Dat is net als gisteren een zeer uitgebreid buffet. Natuurlijk is dat vandaag voor eigen rekening. We eten ons buikje rond en gaan dan weer terug naar onze kamer. We pakken vast zoveel mogelijk in voor morgen en relaxen dan nog een beetje meer. Eigenlijk net een dag op een cruiseboot, als die op zee is. Niks mis mee, voor een keer!
Weer: | Heet in Botswana! |
Doel: | Aankomen in Botswana |
Gereisd: | Vlucht Johannesburg – Maun |
Hotel: | New Mall Guesthouse, €49,64 |
Goed nieuws: mijn enkel is iets minder dik en doet lang niet meer zo’n pijn. Heel dit gedoe met de geannuleerde vlucht en daardoor de verplichte rustdag is eigenlijk wel goed geweest. Het had denk ik zo moeten zijn. Vandaag gaan we dan weer verder met onze rondreis. We hebben om 11.45 een vlucht naar Maun in Botswana. Natuurlijk gaan we eerst lekker ontbijten. Dan de laatste dingen inpakken en uitchecken. Oh, we kunnen nog met de shuttle van 9 uur mee naar het vliegveld.
Het duurt eventjes voor iedereen zit en alle bagage in het aanhangertje is geladen. Dan springt de gozer naast me opeens op en roept “I forgot to check out!”. Met zijn kamer-kaart in de hand holt hij snel naar binnen, een lachende bus achterlatend. Ongeveer 10 minuten later komen we bij Terminal B aan van het immense O.R. Tambo vliegveld. We worden aangesproken door 2 vliegveld-assistenten. Waar moeten we naar toe? Kom maar, dan helpen we de bagagelabels te printen. Okay.
De man van het tweetal merkt op dat de koffers wel wat zwaar zijn. Dat weten we. Bij South Afrika Airways mag je koffer maximaal 20 kg wegen. Ze rekenen 4 dollar voor elke kilo overgewicht. We lopen langs een balie waar we de koffers kunnen wegen. Die wijken enorm af van alle weegschalen tot nu toe: hij geeft 25 en 23 kilo aan. Dan zouden onze koffers fors aangekomen zijn, want ze zaten allebei toch echt steeds onder de 23 kilo. En we hebben gaandeweg wat kledingstukken gedumpt.
Maar goed, dat zou betekenen dat we 8×4 dollar = 32 dollar bij moeten betalen. We vertellen ons verhaal, dat we vanuit Europa zijn gereisd, dat onze vlucht eergisteren was gecanceld en we deze pas gisteren konden boeken. Tja, dit is tot nu toe de enige maatschappij die maar 20 kilo toestaat. De rest is okay met 23 kilo. De vrouw van het tweetal zegt dat ze wel een mooi plan gaan maken. Ze lopen met ons mee naar de incheckbalie. We geven onze paspoorten en de boardingpassen die net ook uit de printer kwamen, af.
Terwijl de man de koffers op de band legt, vertelt of vraagt de vrouw ondertussen het een en ander aan de incheckmevrouw. Hee, dat is ook gek, nu zijn onze koffers een heel stuk lichter… Zou dat komen doordat de man er zijn voet onder houdt? Hahaha, wat een mooie stunt! Terwijl de man de koffers een beetje oplicht en de vrouw de dame afleidt, worden wij ingecheckt en kunnen we verder. Ja, zegt de vrouw, ik zei toch dat we een plan zouden maken? Nou, fantastisch! We geven ze elk 50 rand als bedankje. Oh, en de 2 blikjes Fanta, die we toch niet mee mogen nemen.
We nemen afscheid en gaan op weg naar onze gate. En dan merk je pas hoe gigantisch groot dit vliegveld is. We komen langs allemaal leuke winkels en eet/drinkgelegenheden. Ik denk dat je hier prima een maand kunt wonen zonder je te vervelen of honger te leiden. We wandelen rustig door naar onze gate. Shit, de roltrap werkt niet en nu moeten we een lange trap af naar beneden. Normaal geen punt, maar traplopen is nog niet echt fijn met mijn enkel. Het duurt dus even voor ik beneden ben.
We zoeken een plekje en wachten rustig tot onze vlucht gaat boarden. Ondertussen zien we bij de gate naast ons een vlucht naar Victoria Falls vertrekken. Eigenlijk zijn we wel een beetje blij dat we niet zijn gegaan, als we zien hoeveel toeristen er naartoe gaan. Waaronder hele volksstammen Amerikanen. Nee, als we nog eens gaan, dan gaan we denk ik maar liever naar Livingstone in Zambia. Dat is aan de andere kant van de Falls. Maar goed, nu eerst naar Maun.
Om een uur of 11 mogen we boarden. Dat wil zeggen: in een bus stappen en wachten tot die eindelijk wegrijdt. We vliegen met een klein propellervliegtuigje van Airlink, een dochter van South African Airways. Het heeft rijen van 2 en van 3 en is maar half vol. Betekent dat we onze rij van 3 voor onszelf hebben. De vlucht duurt ongeveer 1,5 uur. We krijgen zowaar drinken en lunch en dat smaakt nog lekker ook. Rond half 2 landen we in Maun, Botswana. Land nr. 65: check!
We moeten zelf uitstappen en naar de terminal lopen. En dan voelen we hoe verschrikkelijk warm het hier is. Pfoe, 38 graden en volle zon! Voor we door de customs mogen, moeten we een inreisformulier invullen. Beetje jammer dat we die formulieren niet in het vliegtuig kregen, want daar zaten we rustig en was het lekker koel. Nou ja, het gaat verder best vlot en we zien zelfs onze koffers al klaar staan.
Als we in de aankomsthal komen, worden we niet zoals verwacht omver gelopen door taxichauffeurs. En dat is jammer, want die konden we wel gebruiken. Ons hotel is namelijk niet zo ver, iets van 10 minuten lopen. Maar met deze hitte, 2 koffers en 1 dikke enkel zien we dat lopen niet zo zitten.
Ik zie iemand met een bordje “shuttleservice” en ga vragen waar de taxi’s zijn. Oh, hij kan ons wel brengen. Kost 50 pula per persoon. Dat is waarschijnlijk veel teveel, maar vooruit. We hebben alleen nog geen Botswaans geld. Wel dollars. Die lust hij niet. Maar er is een wisselkantoor, dus wisselen we 100 dollar voor pula’s.
Ondertussen haalt de man zijn auto. We stappen in en worden een kilometertje verder afgezet. Ik geef hem een briefje van 200 pula. Oh, hij heeft geen wisselgeld. De dame van onze guesthouse, die net naar buiten komt, kan ook niet wisselen. Uhm, ik heb nog 120 Afrikaanse rand? Dat is ongeveer hetzelfde als 100 pula. Dat is goed.
Mooi, we gaan snel naar binnen. We hebben een prima kamer. Natuurlijk niet te vergelijken met die van de afgelopen 2 nachten, maar daar is de prijs dan ook naar. Bovendien heb ik dit guesthouse vooral gekozen op locatie. Het ligt in het centrum, op loopafstand van winkels en restaurants. Of in elk geval van Wimpy’s.
In onze kamer zien we een 2-persoonsbed… Get, we hebben toch altijd graag 2 bedden. Dat is het geheim van ons huwelijk van 27 jaar; geen gevecht om dekens. Er kan als we willen wel een bed bij worden gezet. Ach, laat maar. Als we een extra set beddengoed kunnen krijgen, is het ook prima. En dat kan, geen probleem.
Als we weer een beetje op temperatuur zijn, wandelen we heel rustig naar het winkelcentrum, om wat drinken in te slaan. En om toch ook maar een pet voor Andy te kopen, aangezien we morgen de hele dag in een boot zullen zitten. Ik heb al een klep-zonder-pet. En dan doe ik gewoon mijn haar omhoog, als bescherming tegen de zon.
We wandelen ook weer net zo rustig terug naar onze guesthouse. Rond half 7 gaan we weer terug naar het centrum, voor het avondeten. We doen niet moeilijk, we eten bij Wimpy’s. Hamburgers met friet, milkshake na en we kunnen er wel weer tegen. Daar zijn we met fooi 300 pula voor kwijt. Dat is maar liefst €25,-; I kid you not. Betalen kan met creditcard, wel zo makkelijk.
We wandelen voor de 2e keer terug naar onze guesthouse. Oh, nog even een update over mijn enkel: het dikke ei op mijn enkel zelf is een stuk minder dik. In plaats daarvan is nu mijn hele voet opgezwollen… Het lijkt wel een worstenbroodje. Komt ook doordat ik spierwitte tenen heb en een zeer bruine voet. Gelukkig heb ik er niet heel veel last van, gewoon een beetje oppassen. Zo, we gaan nog een beetje relaxen, spullen klaarzetten voor morgen en dan slapen.
Weer: | Prima op het water |
Doel: | Mokoro-tocht Okavango Delta |
Gereisd: | Per jeep en kano |
Hotel: | New Mall Guesthouse, €49,64 |
We zijn alweer vroeg wakker, voor 8 uur zitten we al bij Wimpy’s voor een ontbijt. Ze hebben genoeg keuze. Helaas is de smaak wat minder. Ach, het vult, dus goed genoeg. We zijn er met fooi 200 pula voor kwijt. Na het ontbijt gaan we ons verder klaarmaken voor vandaag. Dat klaarmaken bestaat vooral uit insmeren. Eerst met zonnebrand en daarna met DEET. We gaan vandaag namelijk naar een gebied waar malaria voorkomt. Nou is de malariamug vooral ’s avonds actief, maar we nemen liever geen risico. We hebben ook geen zin in ander vliegend ongedierte.
We worden om half 10 opgehaald voor onze excursie: een dagtocht met een Mokoro boot. Dat is een uitgeholde boomstam, waar 2 passagiers in passen. Het wordt bestuurd door een punter. Inderdaad, net zoals in Giethoorn. De boottocht gaat door de Okavango Delta. Daar moeten we dan wel eerst zien te komen. Dat kan alleen met een stevige jeep. Die komt netjes om half 10 aanrijden. Chauffeur George begroet ons uitgebreid en we worden voorgesteld aan de andere 4 passagiers.
Dat zijn 3 Russische dames en een Duitse jongen. De Duitse jongen is samen met 1 van de Russische dames op fietsavontuur. Ze zijn 6 maanden geleden begonnen in Caïro, Egypte. En nu dus in Botswana. Daar is haar moeder ook naartoe gekomen, met een vriendin. Ze zijn erg aardig en we wisselen zo goed en zo kwaad het kan ervaringen uit. Zo goed en zo kwaad, want de eerste 45 minuten sjezen we met behoorlijke wind tegen richting Okavango. Dus moeten we hard praten en goed luisteren.
We vertellen van onze pech met de Victoria Falls. Nou, zegt de jongen, dat is misschien maar goed ook, want de watervallen zijn bijna opgedroogd. Er is nog maar een miezerig straaltje over. En die maan-met-regenboog waarop we gehoopt hadden, die is er ook niet als er bijna geen water is. Bovendien vertelt de vriendin dat ze gisteren de hele dag bezig zijn geweest om van Kasane naar Maun te vliegen. Precies, op dezelfde vlucht als waar wij op hadden moeten zitten.
Wij denken daarom dat het zo had moeten zijn. Eerst die enkel en toen we daar niet door werden tegengehouden, die geannuleerde vlucht. Nu kunnen we nog eens teruggaan als de watervallen op hun mooist zijn. Dat is niet in oktober, want dat is aan het einde van het droge seizoen. Nee, beter is het om in augustus of september te gaan. Goed, ondertussen zijn we afgeslagen richting de Okavango. En dat gaat over een enorme stoffige rotweg. De wegen in Namibia lijken prachtig, vergeleken bij dit.
Nu snap ik ook waarom de daken van die jeeps zo hoog zijn. Anders hadden we er al ettelijke keren onze kop tegen gestoten. Deze hobbelweg duurt ook nog 3 kwartier. Dan komen we bij het water aan. Daar liggen de smalle bootjes al klaar. We worden voorgesteld aan Samuel, die onze boot zal besturen. Tegenwoordig wordt er niet meer in een uitgeholde boomstam gevaren. Mag niet meer van de overheid, ter bescherming van de bomen. Nee, nu zijn de bootjes van fiberglas gemaakt. Daardoor zijn ze een stuk lichter, maar ook een stuk wiebeliger.
We mogen daarom geen onverwachte bewegingen maken. En we mogen niet zomaar met onze handen in het water. Dat is nét iets te aantrekkelijk voor een eventuele krokodil. Geen probleem, dat willen we dan best laten. Moeten we misschien nog even plassen voor we vertrekken? Nou, misschien wel slim, want onderweg wordt plassen lastig. Of we dan zelf even een boom of struik willen uitkiezen… Ben ik even blij met mijn plastuit! Goed, we stappen voorzichtig in.
Oh, op de bodem van het bootje staan 2 van die stadionkuipjes om in te zitten. Daar laten we ons voorzichtig in neerploffen. En dan kan het avontuur beginnen. Al snel zien we de eerste olifant langs de kant van het water scharrelen. Geweldig! We varen verder de delta in en komen onderweg allerlei vogelsoorten tegen. Sam kent ze allemaal bij naam. Of dat doet hij ons in elk geval geloven. We horen een nijlpaard en zien dan even een groot hoofd boven het water uitkomen. Geen nood, Sam weet een kudde te vinden.
En inderdaad, een stukje verder zien we een stuk of 8 nijlpaard-hoofden boven het water uitsteken. Ze blijven lekker in het water, want ook voor hen is het zo midden op de dag warm. Eentje moet erg gapen en gelukkig heb ik mijn camera paraat. Magnifiek! We varen weer verder en zien opeens een grote groep buffels. Volgens Sam de gevaarlijkste beesten voor de mens. Nijlpaarden en olifanten zijn namelijk vegetarisch en krokodillen houden niet van mensenvlees. Ik betwijfel of het verhaal van Sam klopt, want de statistieken laten iets anders zien…
Anyhow, als de buffels ons spotten, gaan ze er vandoor. Wij gaan ook weer verder en zien opeens 4 grote olifanten. Er vlakbij is een eilandje en we gaan even aan wal om de immense dieren goed te kunnen bekijken. Oh, een stukje verderop scharrelt een nijlpaard rond. Over land, maar wel een stuk in de verte. Als we zijn uitgekeken bij de olifanten, stappen we weer voorzichtig in en varen verder. We komen bij een wat groter eiland. Daar zien we aan 1 kant een hoop tentjes staan. Je kunt hier namelijk ook een meerdaagse trekking doen en dan op 1 van de vele eilandjes kamperen.
Ik vraag me echter af of je dan veel meer van het moois ziet dan wij nu doen. Bovendien heb je er geen water of elektriciteit, maar wel een hoog kumbaya-gehalte bij het kampvuur, denk ik zo. Niets voor ons, vandaar dat we de dagtocht hebben gekozen. En daar hebben we absoluut geen spijt van! Op het eiland scharrelen 3 giraffen rond. Dit is ook het eiland waar wij gaan lunchen, maar dan aan de andere kant van de kampeerders. Samuel pakt de grote koelbox, die achter in het bootje staat. Daar zit een lunchbox en koud drinken in. Nemen wij de kuipstoeltjes mee uit de kano, zodat we kunnen zitten.
De lunch is zeer uitgebreid. We hebben elk 2 heerlijke wraps, een muffin, appel, notenreep, zakje pinda’s en tot slot nog een pakje sinaasappelsap. Niets mis mee. Wel veel teveel. We zien dat Sam niets te eten heeft meegenomen. Dus delen we ons pakket, we hebben toch meer dan genoeg. Hij ziet er ook uit of hij wel wat flinke maaltijden kan gebruiken. Ik denk dat Sam het niet zo breed heeft. Behalve dat hij tegen het magere aan is, heeft hij schoenen met gaten aan en ook zijn shirt gaat al heel wat wasbeurten mee, zo te zien.
Terwijl we zitten te lunchen, komen 2 van de giraffen voorbij gestiefeld. Wat zijn het toch imposante beesten! Na een uur gaan we weer verder. Dat wil zeggen, terug in de boot en terug richting beginpunt. Onderweg zien we vooral koeien en vogels. En er is een krokodil gespot, dus die gaan we ook nog even bekijken. Dan zijn we weer terug. Het is inmiddels 3 uur en onze schitterende tocht zit er helaas alweer op. We nemen afscheid van Sam en geven hem 150 pula fooi. Wij dachten dat dat een royale fooi is, maar Sam denkt daar anders over. Hij zat eerder aan 200 te denken. Ach, vooruit.
George komt ons tegemoet gelopen, om ons met de Jeep weer terug naar Maun te brengen. En dat is natuurlijk eerst weer 3 kwartier over die rotweg en dan nog 3 kwartier over asfalt. Onderweg zien we nog een paar struisvogels rondscharrelen. Nice. Om half 5 zijn we terug bij onze guesthouse. Daar gaan we eerst maar eens douchen. Alle zand en zweet van ons afspoelen. Oh ja, want het is ook vandaag weer erg warm. Op het water was dat gelukkig prima te doen, omdat we meestal een windje erbij hadden.
Na het douchen rommelen we nog een beetje aan en gaan dan op pad voor het avondeten. We doen niet moeilijk, we gaan weer naar Wimpy’s. Er is namelijk ook niet heel veel andere keuze. Deze keer nemen we allebei een kipgerecht. Dat smaakt beter dan de burgers van gisteren. Het is alleen erg veel, een milkshake gaat er vandaag niet meer in. We rekenen af: 205 pula, 250 met fooi. Dan wandelen we rustig terug. We pakken alvast wat spullen in, want morgen gaan we weer verder.
Weer: | Warm in Botswana |
Doel: | Scenic flight & aankomen in Joburg |
Gereisd: | Met een klein en een groot vliegtuig |
Hotel: | Aviator Hotel, €64,63 |
We zijn al idioot vroeg wakker vanochtend. Komt mooi uit, want we moeten ook best vroeg weg. We vliegen vandaag weer naar Johannesburg. Maar voordat we dat doen, maken we nog een rondvlucht over de Okavango Delta. In een privé vliegtuigje. Daarvoor worden we om half 9 verwacht op het kantoor van Major Blue Air. Aangezien we voor half 11 moeten uitchecken uit onze guesthouse, verlaten we meteen maar onze kamer. Want waarschijnlijk zijn we pas na de uitchecktijd terug. Onze bagage parkeren we zolang in de hal, dat halen we later wel op.
Nu houden we op straat een taxi aan, die ons voor 10 pula bij het vliegveld afzet. Dat vinden we een beetje weinig, dus we geven 20. En eigenlijk hadden we het best kunnen lopen, want het is nog geen kilometer van onze guesthouse. Oh, het kantoor van Major Blue Air is aan de overkant van de straat. Daar worden we hartelijk verwelkomd door Maria, van Kalahari Breeze Safaris. Ik heb al veel e-mailcontact met Maria gehad, vanwege de steeds wijzigende vluchttijden van Air Botswana.
Daardoor werd het lastig om deze scenic flight te regelen. We waren steeds niet zeker wanneer en hoe laat we nou zouden aankomen en weer vertrekken. Uiteindelijk stelde Maria voor om een privé vliegtuigje te regelen, zodat we niet ook nog eens afhankelijk zijn van andere passagiers. Voor 50 dollar per persoon extra leek ons dat ook wel een strak plan. Maria loopt met ons mee naar de terminal. Daar nemen we afscheid, want we moeten officieel door de douane en de controle.
We wachten even in de wachtruimte op onze piloot. Dat is een jonge jongen, genaamd MD, die ons voorgaat naar buiten. We worden met een busje naar de minivliegtuigjes gebracht, die verderop staan geparkeerd. Eén van die kleine keuteltjes is voor ons. Er past iemand achterin en iemand naast de piloot. Andy gaat achterin. Al snel kunnen we op pad. En dan merken we meteen wat een schuddezak dit is. Het hobbelt, schudt en doet. Af en toe voelen we G-krachten. Tenminste, soms begint mijn camera uit zichzelf te zweven.
We vliegen richting de Okavango Delta en laten al snel Maun achter ons. En dan kan het Genieten beginnen. We zien enorm veel dieren onder ons. Herkennen valt niet altijd mee, omdat we er natuurlijk een stukje boven vliegen. Maar een olifant, nijlpaard, giraf en zebra herken je toch al snel. Doordat het zo hobbelt, is het alleen wel lastig om foto’s te maken en al helemaal om te filmen. Ook omdat we vaak pas op het laatst iets moois onder ons zien. Tja, en we hebben ook niet alle beweegruimte natuurlijk, dus het is een beetje op goed geluk schieten.
Maar wat is het magnifiek! Zo ontzettend veel olifanten zien, ik ben er gewoon stil van. Dat en ik ben best een beetje misselijk van al dat geschud. Ik ben blij dat we nog niet hebben ontbeten, want ik twijfel of ik dat binnen had weten te houden. Wat ook heel bijzonder is, is om de nijlpaarden van boven te zien. Dan zie je ze pas goed in het water. Helaas steeds te laat om er een foto van te maken. Maar geweldig is het wel! En dat is de Delta ook. We zien het water er mooi doorheen kronkelen.
Na 3 kwartier zijn we weer terug in Maun en op de begane grond. Ja, dit is een ontzettend mooie ervaring, maar ik denk niet dat we nog eens in zo’n hobbelmachine zullen stappen. We bedanken onze piloot met een briefje van 100 pula, stappen weer in het busje en een stukje verderop de terminal binnen. We wandelen richting centrum. Er staan allemaal eetstalletjes langs de weg en het is er best druk met etende mensen. Ik maak er een foto van. Even later stopt er een auto, die ons roept.
Politie, blijkt. Of ik net een foto heb gemakt? Uhm, ja… Dat mag dus niet. En al helemaal niet van meneer de agent zelf, die blijkbaar net bij zo’n stalletje stond. Oh, sorry hoor, ik had geen idee dat dat niet mocht! (Echt niet). Geen punt, als ik die foto maar wel eventjes wis. Tuurlijk, geen probleem. Ik laat de agent zien dat ik het netjes weggooi en dan is het goed. We lopen weer door, op weg naar Dusty Donkey, aan het einde van de Aviator Lane. Dat is een soort ontbijtcafé.
Onze magen zitten weer aardig terug op hun plek, dus kunnen we wel gaan ontbijten. We bestellen drinken, een tosti en een omelet. Smaakt prima! Het is veel lekkerder dan bij Wimpy’s en minder duur: 149 pula. We geven 200. Dan wandelen we verder naar onze Guesthouse. We checken nu officieel uit, wat wil zeggen dat we nog even moeten afrekenen. Dan gaan we met onze bagage terug naar de straat en houden weer een taxi aan. Deze zet ons voor 20 pula af bij het vliegveld. Ook dat vinden we een beetje weinig, we geven 50.
In de terminal wachten we eventjes, want we hadden begrepen dat inchecken vanaf half 12 kan. En dat is het nog niet. Maar dan zien we andere mensen al inchecken bij Air Botswana. Nou, dan gaan wij ook. Hee, zegt het meisje, jullie zaten daar toch al? Ja klopt. Ze gaat met onze papieren aan de slag. Andy merkt op dat de jongen die de bagage aanneemt, een mooi horloge heeft. Het meisje vertelt dat zij hem die heeft gegeven. Toe maar, niet verkeerd. We vragen of ze dat voor iedereen doet? Nee, haha, maar met deze gaat ze binnenkort trouwen. Ah, wat leuk!
Als het inchecken klaar is, moeten we onze koffers achter een scherm aan een mevrouw laten zien. Die wil de inhoud inspecteren. Ze hebben namelijk geen scanapparaat voor grote bagage, vandaar. Ze bekijkt alles grondig en als ze tevreden is, mogen we de koffers laten staan en zelf door de douane gaan. We wensen het incheckmeisje een hele fijne trouwdag en lopen naar boven. Daar is namelijk een wachtruimte, met restaurant en uitzicht op het vliegveld. We bestellen wat te drinken en een carrotcake erbij. En daarmee zijn we onze laatste pulaatjes kwijt.
We hebben ook hier departure formulieren gekregen die we moeten invullen. Dus doen we dat even, geen probleem. Rond half 2 gaan we weer naar beneden, naar onze “gate”. Eerst door de controle, dan langs de douane voor een uitreisstempel. Hier geven we het departure formulier af. In de wachtruimte zitten al een hoop Hollanders, blijkt. Nou ja, 2 echtparen en 1 gezin met 2 kinderen. En wij. We kunnen om 2 uur aan boord. Of we zelf even naar het vliegtuig willen lopen. Ja joh, geen probleem. We klimmen aan boord van het propellervliegtuig.
Als iedereen zit, kunnen we op pad. De vlucht naar Johannesburg duurt 2 uur. Onderweg krijgen we weer te eten en te drinken. Rond half 5 landen we in Joburg. Nu zijn we dan écht in Zuid-Afrika, dus land nr. 66. We zoeken onze bagage op en wandelen dan meteen naar de shuttlebussen. We weten inmiddels de weg. Om kwart over 5 komt de shuttle van het Aviator Hotel eraan. Samen met een Amerikaanse stappen we in. De chauffeur is erg aardig. Er staat een koelboxje met drinken bij de deur. Dat hebben we nog nooit meegemaakt in een shuttlebus.
De chauffeur vraagt waar iedereen vandaan komt. Zo weten we dus van de Amerikaanse. Die zich daar meteen voor verontschuldigt, vanwege meneer Trump. Niet haar keuze, zegt ze. We kletsen gezellig en voor we het weten zijn we bij ons hotel. Dat is erg leuk ingericht, helemaal in luchtvaartstijl. Onze kamer is ook prima. Het enige nadeel is dat het enkel glas heeft. Onze kamer ligt aan de kant van de snelweg en het vliegveld. Je hoort de vliegtuigen landen en opstijgen. Gelukkig gaat dat niet 24/7 door, het zal blijken dat dat rond een uur of 10 wel ophoudt.
Als we zijn geïnstalleerd, gaan we naar het restaurant om te eten. Er is een buffet, maar je kunt ook a la carte eten. Wij vinden buffet wel zo makkelijk, dus kiezen we dat. Er is genoeg keuze en hoewel we wel eens beter hebben gegeten, is het prima te doen. Na het eten rommelen we nog wat verder, tot we vinden dat we naar bed mogen. We zijn behoorlijk moe van deze toch wel intense dag!
Weer: | Lekker, 28 graden |
Doel: | Sightseeing Johannesburg |
Gereisd: | Per minivan |
Hotel: | Aviator Hotel, €64,63 |
We zijn alweer vroeg wakker en kunnen daardoor om half 8 al aan het ontbijtbuffet beginnen. We worden tussen half 9 en 9 opgehaald voor onze excursie van vandaag. Herstel: om 8.20 uur. De chauffeur is een beetje vroeg. Gelukkig zijn we al helemaal ready to go. Voor vandaag hebben we een excursie geboekt om Johannesburg en Soweto te gaan bekijken. Dat doen we met een chauffeur/gids en 8 andere mensen.
Wij zijn de eersten die worden opgehaald. Als we eenmaal zitten, kan het verzamelen van toeristen beginnen. De volgende 2 zijn een moeder en dochter uit Hawaii. Dan een jong Duits stelletje. Een gozer uit Maleisië en een Israëlisch echtpaar. Later zal zich nog een Australische bij onze groep voegen en dan zijn we compleet. Onderweg kletsen we met chauffeur/gids Stanley.
Hij rijdt ons langs de township Alexandra. Een township is een buitenwijk en bestaat uit shacks: huisjes gemaakt van golfplaten. Townships zijn overblijfselen uit de apartheid-periode. De donkere bevolking werd in afgezette terreinen buiten de stad geplaatst. En daar wonen ze nog steeds. Met zijn 800.000-en. Volgens Stanley wonen hier vooral veel illegale immigranten, uit omliggende landen als Zimbabwe en Mozambique.
Om 11 uur komen we bij onze eerste bestemming Constitution Hill aan. Hier wacht ook de Australische al op ons. Constitution Hill is een voormalig fort, dat werd gebouwd ter bescherming tegen de Engelsen. Vandaag de dag huisvest het onder meer het Constitutional Court, het hoogste gerechtshof van Zuid-Afrika. Zij bewaken en verdedigen de ziel van de nieuwe grondwet.
Maar bovenal is het de voormalige gevangenis, waar veel vrijheidsstrijders hebben vastgezeten. Onder hen waren Nelson Mandela, Oliver Tambo en Mahatma Gandhi. Nu is het een museum, dat het verhaal van de gevangenis vertelt. En dat is geen mooi verhaal. Het complex bestond vroeger uit een gevangenis voor “whites”, een vrouwengevangenis en een gevangenis voor “non-whites”.
De laatste groep zat in gevangenisblokken 4 en 5. Voordat onze tour door Number Four start, nemen we met Stanley een kijkje in de vrouwengevangenis en de gevangenis voor “whites”. Dan gaan we naar “Number Four”. Hier ontmoeten we onze gids, die ons door de voormalige gevangenis leidt. Ze vertelt erg gepassioneerd en op zo’n manier dat we er zwaar van onder de indruk zijn.
Mijn god, wat moet het hier een hel zijn geweest! De cellen waren overbevolkt, er regeerden bendes en eten werd volgens een rassensysteem verdeeld. Omdat de gevangenis op een heuvel is gebouwd, zijn er ook lager gelegen cellen, de isoleercellen. Stel je voor wat er gebeurt als het regent, waar dat water naartoe stroomt. En stel je voor wat er gebeurt als je heel veel mensen op elkaar pakt, ze slecht eten geeft en er dus ziektes uitbreken.
Mandela zat trouwens in de gevangenis voor de “whites”. Ze waren namelijk bang dat hij teveel invloed zou hebben op de “non-whites”. Pas in 1983 werd de gevangenis gesloten, toen de overbevolking echt een probleem was geworden. Na de gevangenis nemen we nog een kijkje in het gerechtshof. Er is vandaag geen zitting, dus mogen we rustig in de raadszaal kijken. Hiermee is ons bezoek aan Constitution Hill ten einde.
We stappen weer in onze minivan en worden dwars door downtown Joburg gereden. Hier staan grote wolkenkrabbers en het is er een gezellige drukte. We gaan naar het voormalige Carlton Hotel. Ooit was het een prestigieus hotel. Na een aantal geweldsincidenten werd het verlieslijdend. Het sloot in 1997. Bij het hotel hoorde ook het Carlton Centre.
Dat is nog steeds in gebruik, als winkelcentrum, kantoorpand en… uitzichtpunt, Top of Africa genaamd. Vanaf de 50e verdieping heb je een fantastisch 360 graden uitzicht over de stad. De entree is 30 rand per persoon, maar voor ons inclusief in de tour. We lopen door het winkelcentrum naar de lift die ons naar de 50e verdieping brengt.
Er is geen buitendek, maar rondom zijn grote ramen waardoor we het uitzicht kunnen bewonderen. Stanley wijst verschillende markante gebouwen aan. We gaan weer verder, naar Soweto. Onderweg overlegt Stanley wat we willen qua lunch. Daar is namelijk niets voor ingebouwd in de tour. Maar ja, we zijn allemaal mensen en we lusten toch wel wat te eten.
Niemand had erop gerekend zelf een lunch mee te moeten nemen. Stanley doet een voorstel om ergens in Soweto lokaal Afrikaans te gaan eten. Vinden wij prima. Maar eerst rijden we door 2 van de wijken van Soweto: de upperclass, waar allemaal keurige huizen staan. De meesten groter dan ons huisje in Kaatsheuvel. Dan de middle class, wat door de gemeente gebouwde huizen zijn. Die zijn een stuk kleiner, maar er kan wel aangebouwd worden, als je dat wilt.
Dan komen we bij het bekendste beeld van Soweto aan: de 2 beschilderde torens, die officieel de Orlando Towers heten. Ooit waren het de koeltorens van een kolencentrale, zoals je er nog veel ziet in Zuid-Afrika. Tegenwoordig zijn ze prachtig beschilderd en kun je er extreme sporten doen, zoals bungee jumpen en abseilen. En je kunt er eten, bij Chaf Pozi. Dat gaan we nu doen.
We hebben er een uur de tijd voor. En dat is best een beetje gek, want we horen al de hele dag dat we weinig tijd hebben… Er wordt een lokale maaltijd besteld. Dat bestaat uit veel teveel vlees, pap & gravy en salades. Het smaakt prima. Dat we nu tijd tekort komen, blijkt als we naar de lower class van Soweto gaan. Oorspronkelijk zouden we hier ruim een half uur rondwandelen met een gids.
Nu krijgen we slechts 10 minuten. In die 10 minuten kijken we snel een straat door en mogen we bij een jongedame binnen kijken. Wel indrukwekkend hoor. Voor de deur zijn wat souvenirstalletjes. De opbrengst gaat grotendeels naar het dorp. We kopen daarom een souvenir. En natuurlijk hebben we fooi gegeven aan de dame in wiens huis we mochten kijken en aan de gids die hier woont.
We hadden hier graag langer willen rondkijken, maar we moeten gauw weer verder. We moeten namelijk voor 5 uur bij het Apartheidsmuseum zijn. En we hebben nog een paar stops op het lijstje staan. Eerst bij het FNB voetbalstadion. Hier was de openings- en sluitingsceremonie van het WK van 2010, waar Nederland de finale verloor van Spanje, mopperdemopper.
Dan naar het Hector Pieterson monument. In 1976 was hier een studentenprotest. Er was namelijk besloten dat er voortaan in het Afrikaans les gegeven moest worden. Voor de donkere gemeenschap is dat de taal van de blanke overheerser. Zij stelden voor in het Engels les te geven, met het Afrikaans als tweede vak. De studenten startten een vreedzaam protest, waartegen de politie buitensporig hard optrad.
Er werd traangas gebruikt en zelfs met scherp geschoten. Er kwamen honderden scholieren om. Eén van hen was Hector Pieterson. Een medescholier tilde de neergeschoten 12-jarige jongen op en bracht hem samen met Hector’s zus naar het ziekenhuis. Van dat moment is een foto gemaakt, dat meteen viraal ging. Hierdoor werd Hector het boegbeeld van de protesten en een symbool in de strijd tegen de apartheid.
We krijgen heel even de tijd om hier uit te stappen en foto’s maken. Daarna rijden we door Vilakazi Street, misschien wel de bekendste straat van Soweto. Hier woonden zowel Nelson Mandela als aartsbisschop Desmond Tutu. Het huis van Nelson Mandela is tegenwoordig een museum. Het is er erg druk, heel veel toeristen. We hebben geen tijd om uit te stappen en rond te kijken, we rijden verder.
We komen langs wat ooit het 3e grootste ziekenhuis ter wereld was, het Chris Hani Baragwanath Hospital. Daar zijn ze blijkbaar trots op, aangezien we hier even stilstaan. Als Stanley niet liegt, dan krijgen kinderen, senioren en mensen zonder baan hier gratis medische zorg. Dus. Nu rijden we snel door naar het Apartheidsmuseum. Daar komen we om 16.40 aan.
Dat is best kort, om er nog te kunnen kijken. Het helpt ook niet dat het museum blijkbaar al is gesloten. Stanley praat bij de ingang en dan mogen we toch naar binnen. Er is alleen weinig tijd om echt goed rond te kijken. Het helpt evenmin dat de stroom uitvalt. Of zou dat zijn om iedereen een beetje op tijd de deur uit te krijgen…?
Anyhow, hiermee is onze tourdag ten einde gekomen. We nemen afscheid van de Australische, die door een chauffeur wordt opgehaald. En dan begint het uitventen van de rest. Wij zaten er als eerste in, wat betekent dat we er als laatste uitgaan. Dat is om half 7. Ondanks dat er wat weinig tijd was om alles goed te bekijken, hebben we een geweldige dag gehad.
We zijn enorm onder de indruk. En we schamen ons ook wel een beetje als Nederlanders, hoewel Stanley meerdere malen heeft verzekerd dat dat niet hoeft. Heel die Apartheidswetten zijn namelijk bedacht door Hendrik Verwoerd, geboren in Amsterdam. Niet bepaald iets om trots op te zijn. We hoeven ons misschien niet te schamen, maar we hebben vandaag genoeg gezien en gehoord om erg van onder de indruk te zijn.
Terug in ons hotel gaan we ons eerst even opfrissen. Daarna gaan we beneden in het restaurant eten. Niet te moeilijk, gewoon weer van het buffet. Na het eten doen we hetzelfde als anders en gaan op tijd naar bed. We zijn best moe van deze dag vol vooral droevige indrukken.
Weer: | Warm, 30 graden |
Doel: | Long Tom Pass |
Gereisd: | Johannesburg – Sabie, 350 km |
Hotel: | Pristine Valley, €32,94 |
Ook hier in Zuid-Afrika gaan we rondreizen. Daar hebben we nog een hele week de tijd voor. Dus hebben we een auto nodig. Eerst ontbijten natuurlijk en dan uitchecken. We kunnen nog met de shuttle van 9 uur mee naar het vliegveld. We worden keurig en letterlijk afgezet bij de balie van Budget. De chauffeur brengt ons en onze koffers er namelijk even naartoe. Jeetje, wat een goed service zeg! We geven dan ook een aardige fooi (hopen we).
We melden ons bij de balie van Budget en maken alles in orde om een Nissan Qashqai mee te krijgen. Of zoals wij die noemen: Nissan KotsKots. Hij ziet er best okay uit, maar hij is wel een stuk krapper dan de Toyota Rav4 die we in Namibië hadden. De koffers passen er alleen met veel pijn en moeite fatsoenlijk in. Voordat we wegrijden, gaan we eerst geld wisselen. We hebben namelijk een stapeltje dollars over, doordat we niet naar Zimbabwe zijn geweest.
We hebben nu Zuid-Afrikaanse Rand nodig, dus besluiten we te wisselen op het vliegveld. Betaal je wel een wisselkoers, maar pinnen is ook niet bepaald gratis. Als we dat hebben geregeld, halen we nog even drinken voor onderweg. En dan terug naar de auto en on the road again. We gaan de komende 2 dagen de Panoramaroute rijden. Daarvoor moeten we richting Sabie. De eerste 150 kilometer gaat over dezelfde, redelijk saaie snelweg.
Een tolweg. De dame in het tolpoortje dat we tegenkomen zegt dat we een tag hebben en dus niet hoeven te betalen. Oh, okay. Dat komt dan vast achteraf nog wel, via de verhuurder. Het eerste stuk is dus aardig saai. We zien hoofdzakelijk industrie: kolencentrales en mijnen. En verder is het gewoon snelweg. Vlak voor Belfast slaan we af. Vanaf nu wordt het langzaamaan een interessantere omgeving, gelukkig. Dat wordt het helemaal als we aan de Long Tom Pass beginnen.
Wauw, wat is het hier mooi zeg! Op een uitkijkpunt stoppen we en zien we een hele kudde apen onder ons. We tellen er zeker 16 en er blijven steeds nieuwe bijkomen. Geen idee waarvandaan. We passeren het hoogste punt van deze pas, op 2.150 meter. We komen ook langs een oude gevechtspost, waar een Long Tom kanon staat. Dat is een overblijfsel van de oorlog tegen de Engelsen. Oftewel de Boeren tegen de Britten. Na deze stop gaat het langzaamaan weer naar beneden.
Onderaan komen we aan in Sabie. Daar hebben we een guesthouse geboekt, aan de rand van de plaats. We worden erg vriendelijk ontvangen. Het blijkt dat we een kamer zonder airco hebben… Gelukkig is de kamer koel en zal dat vanavond nog verder afkoelen, wordt ons beloofd. We hebben wel een ventilator boven het bed, dat moet ook helpen. Daar gaan we maar van uit. We hebben geen internet om te checken waarom ik een kamer zonder airco heb geboekt. Ach, daar zal wel een goede reden voor zijn geweest.
Net als ik koffie wil gaan maken, valt de stroom uit. Het blijkt dat ze dat per provincie regelmatig doen, voor 2-3 uur per keer. Loadshedding noemen ze dat. Dit doen ze om te voorkomen dat het landelijke elektriciteitsnetwerk het begeeft. Blijkbaar is vandaag deze gemeente aan de beurt. Heel vervelend voor de mensen hier, maar het is niet anders. Nou ja, als er toch geen stroom is, gaan wij mooi de vlakbij gelegen Lone Creek waterval bekijken. Het is een kort ritje, slechts 6 kilometer.
We moeten een entree fee betalen van 30 rand per persoon. Dan de auto parkeren. Een korte, makkelijke wandeling van 200 meter brengt ons aan de voet van de waterval. Wauw, die is mooi! Hij eindigt uiteraard in een poel. Er zijn denk ik zo’n 20 bezoekers, waarvan de meesten lekker in het koele water vertoeven. Al met al is het er best rustig. Als we klaar zijn met bewonderen, gaan we Sabie zelf in. Het heeft namelijk best een gezellig centrum.
We zien een Spar. Mooi, want we hebben nog wat flessen water nodig, zodat we de komende week verzekerd zijn van koffie. Als we dat hebben gehaald, gaan we terug naar ons onderkomen. Ongeveer een half uur later gaat trouwens de stroom weer aan. Om een uur of 6 rijden we terug naar Sabie, om bij de Wild Fig Tree te gaan eten. Die was ons aanbevolen door de eigenaresse van onze B&B. Het blijkt geen slechte keuze. Ze serveren er eten uit de traditionele Afrikaanse keuken.
Ik kies bobotie, een gerecht van gehakt, kruiden en banaan. Andy houdt het bij een kipschnitzel. Smaakt allebei prima. We hebben nog ruimte voor een toetje en bestellen een sundae ijsje en blueberry pannenkoekjes. Dan zitten we wel vol. Inmiddels is het ook donker geworden en we zoeken onze weg terug naar onze B&B. We zetten de auto in de garage, praten nog even met het alleraardigste echtpaar dat de B&B runt. Manlief blijkt schrijver te zijn, by the way. Goed, we gaan weer op tijd slapen, want we zijn best een beetje moe.
Weer: | Erg warm, 35 graden |
Doel: | Panoramaroute |
Gereisd: | Sabie – Hazyview, 246 km |
Hotel: | Shingalana Guesthouse, €56,14 |
We hebben best goed geslapen en het was inderdaad lekker koel in de kamer. Als we helemaal ready to go zijn, nemen we afscheid van het aardige echtpaar. We krijgen nog een tip mee waar we kunnen ontbijten. We besluiten die tip op te volgen: we moeten naar Harrie’s Pancakes in Graskop.
Dat is het volgende dorp en het is een half uurtje rijden. Het is er best een beetje druk met toeristen en het gaat dan ook niet al te snel. Maar we krijgen de bestelde ontbijtjes en dat smaakt best lekker. Maar om nou te zeggen het beste ooit…
Rond half 10 beginnen we dan aan de Panorama route. Die gaat dwars door de Drakensbergen. Dat is één van de mooiste natuurgebieden van Zuid-Afrika en staat op de Werelderfgoedlijst. Het is ook de grootste bergketen van dit land. We zijn dus benieuwd!
De eerste bezienswaardigheid bevindt zich hier in Graskop: de Graskop Gorge Lift. Er is hier namelijk een canyon en om de voet ervan te bereiken, hebben ze er een lift gemaakt. Bij de lift is een heel complex, met een visitor center, toiletten en stalletjes met plaatselijke verkopers van souvenirs.
Om de gorge te mogen bekijken, moeten we een entree fee betalen. Is niet duur, slechts 20 rand per persoon. Als je ook met de lift wilt, betaal je daar nog eens 190 rand per persoon voor. Wij hebben daar geen behoefte aan. Vanaf hier kun je alles prima zien en er is een touwbrug naar de overkant. Vanaf daar kun je de lift nog eens goed bewonderen.
Dus dat doe ik even. Andy niet, want die heeft het niet zo op hoogtes en dus ook niet op touwbruggen over canyons. We gaan verder, naar de Pinnacle Rock. Entree: 17 rand pp. In een kloof staat een mooie, eenzame rots. Het lijkt wel zo’n karstberg in China. We bewonderen het uitzicht en rijden dan weer verder.
Naar Wonder View. Dat is het hoogste punt op de Panoramaroute. Als we daar aankomen, zien we net links ervan 2 helikopters met waterzakken in de weer. Een oefening. Gaaf hoor, die machtige machines pal naast ons. Aan de overkant van het veldje waar de helikopters landen, is de parkeerplaats van Wonder View.
Normaal heb je hier een fenomenaal uitzicht. Vandaag wat minder, want het is nogal heiig. Geeft niet, het is toch wel mooi. We bewonderen ook nog even de 2 rare krekels, die er op de stoeprand zitten. Ze zijn zeker een centimeter of 5 groot en ze hebben allerlei felle kleuren. Gek hoor.
De volgende 2 stops op het lijstje zijn 2 watervallen: de Lisbon Falls en de Berlin Falls. Voor elk betalen we 15 rand entree pp. Beide zijn gemakkelijk te bereiken, na een korte wandeling. Dit zijn meteen ook de laatste watervallen die we gaan bekijken. Ja, anders is het ook niet meer bijzonder natuurlijk, als je een overkill aan watervallen hebt. Ze zijn trouwens allebei zeer indrukwekkend.
Wat ook zeer indrukwekkend is, is de volgende stop: Bourke’s Luck Potholes. Erosie vormde eeuwen geleden bizarre “gaten” in de rotsen. Potholes. Deze bijzondere creatie van de natuur is vernoemd naar de onsuccesvolle goudzoeker Tom Bourke. No luck for him, want hij vond hier nooit goud.
Rondom het ravijn waarin de potholes te vinden zijn, is een soort park aangelegd. De entree is 63 rand pp. Je kunt hier prima wandelen. Er zijn diverse voetgangersbruggen aangelegd, zodat je een mooi zicht hebt op de potholes. En het is de wandeling meer dan waard, kan ik u verzekeren!
We gaan op weg naar het laatste hoogtepunt op deze fantastische route: Blyde River Canyon en de Three Rondavels. We rijden naar het uitzichtpunt vanaf waar we beide kunnen bewonderen. Daar betalen we 30 rand pp voor. We parkeren de auto en wandelen het korte stukje naar het uitkijkplatform.
Wauw, wat een uitzicht! De canyon is spectaculair; het is de op twee na grootste kloof ter wereld. De drie Rondavels zijn drie erg veel op elkaar lijkende heuvels. Ze hebben een ronde vorm, net als de traditionele hutten van de Xhosa-stam. We bewonderen dit natuurschoon een tijdje.
En dan zijn we aan het einde van de Panoramaroute. We slaan af naar links, om via Ohrigstad naar de Robbers’ Pass te rijden. En zo komen we in een wijnstreek terecht, die niet onder doet voor de Moezel. Het lijkt of we tegen grote zandvlakten aanrijden. Dat blijken echter zandkleurige netten te zijn, die de wijnranken moeten beschermen.
De route eindigt in Pilgrims Rest. Dat is een historisch plaatsje, waar ze de boel hebben bewaard zoals het in 1920 was. Het is net het Wilde Westen. Nou had je in die tijd ook hier goud en goudzoekers, dus het heeft zeker overeenkomsten.
Er staan jongens langs de straat te wijzen waar we kunnen parkeren. Op zich kunnen we dat ook prima zelf. Of ze op onze auto zullen passen? Andy vindt het best. We lopen de hoofdstraat op en neer tot we dikke druppen voelen: een regenbui. Ondertussen zien we dat de jongens onze auto aan het wassen zijn. Uhm, dat hadden we niet afgesproken.
Bovendien smeren ze met hun doeken het zand nu uit over de auto. Als je krassen wilt hebben, moet je dat vooral doen. Bij de auto zeggen we tegen de jongens dat we niets hadden afgesproken over de auto wassen. Eentje merkt er terecht – en schrijnend – op dat ze zo iets proberen te verdienen.
Er zijn helemaal geen banen in het dorp, ze moeten wat. We hebben nog maar 40 rand in de portemonnee zitten. De rest zit ergens anders, we hebben niet zo’n zin dat in het openbaar te moeten zoeken. Ze moeten het dus met 40 rand doen.
Goed, we gaan op weg naar onze eindbestemming van vandaag: Hazyview. We hebben geboekt bij Shingalana Guesthouse. We worden hartelijk ontvangen door Adele en die gaat ons voor naar ons huisje. En dat is prachtig! Het is een 2-onder-1-kap bungalow en het heeft binnenin een vide. Verder een leuk zitje voor de deur.
Het complex zelf is ook erg mooi. Niet al te groot, er staan 8 bungalows totaal. Er is een zwembad, lounge ruimte en voor morgenvroeg een ruimte om te ontbijten. Helemaal prima. Adele vertelde dat in onze kamer een papiertje ligt met tips voor restaurants en boodschappen. Kijk, dat is handig.
We hebben wel zin in pizza, dus rijden we naar Perry’s Bridge, waar onder andere een pizza restaurant zit, Topolino’s genaamd. Die heeft prima pizza’s, niets op aan te merken. We betalen er 250 rand incl fooi voor. Dan terug naar onze bungalow. Daar bedenk ik me dat we deze week ook naar Eswatini gaan, maar dat ik dat helemaal niet heb opgegeven bij de autoverhuurder…
Ohoh, zonder toestemming komen we misschien het land niet in. En als we er wel in komen en er gaat iets mis, hebben we een groot probleem. Wat nu? We besluiten om dan Eswatini maar te laten zitten. Ik kan nog net ons hotel daar kosteloos annuleren, dus dat doe ik snel.
Maar wat moeten we dan bedenken voor die 2 dagen? We komen er niet helemaal uit. Misschien willen we een extra dag in het Krugerpark? Daar gaan we morgen immers naartoe. Weet je wat, dat besluiten we morgen wel, dan weten we of we daar zin in hebben. Nu gaan we lekker slapen.
Weer: | Bloedheet: 44c! |
Doel: | Wild spotten in Krugerpark |
Gereisd: | Hazyview – Skukuza, 50 km |
Hotel: | Skukuza Rest Camp, €93,70 |
Natuurlijk beginnen we met een ontbijt en die is uitstekend. Eitjes to order en allerlei lekkere broodjes en cakejes. Niks mis mee. We nemen afscheid van de aardige Adele en rijden eerst naar supermarkt Checkers om drinken in te slaan. Om half 10 kunnen we dan op weg naar het Krugerpark. Daar slapen we vanavond, in het Skukuza Rest Camp. Het is niet ver en net na tienen zijn we bij de toegangspoort Phabeni Gate.
Omdat het Krugerpark zo enorm groot is, zijn er trouwens meerdere ingangen. Bij de eerste poort krijgen we een formulier om in te vullen. We parkeren even om dat te doen. Dan rijden we naar de volgende gate, waar we het formulier afgeven. Onze reservering wordt opgezocht in de computer en dan mogen we het park in. Na een tijdje rijden zien we een waterpoel, waar veel auto’s staan. Wij gaan ook even kijken.
Oh, een heel bad vol hippo’s! Leuk hoor. Het volgende dat we tegenkomen zijn een paar kudu’s. Dat is een soort hert, maar dan anders. De volwassenen mannetjes hebben zeer indrukwekkende geweien. Vanaf de gate is het een kleine 40 kilometer naar Skukuza Rest Camp. We zijn veel te vroeg om in te checken. Dat kan namelijk vanaf 2 uur. Dus gaan we vast het park bewonderen.
We toeren lekker door het park en zien alweer veel wildlife. Een giraf staat zichzelf te bewonderen in de weerspiegeling van een plas. Een kudde zebra’s staat rustig te grazen langs de weg. We moeten even wachten voor een overstekende olifant, hoewel wij van rechts komen én op een voorrangsweg rijden. We gaan maar niet in discussie. Onder een boom staat een hele kudde olifanten verkoeling te zoeken.
Dat mag ook wel, want het is vandaag maar liefst 44 graden! Idioot warm, zelfs voor olifanten blijkbaar. Op zich hebben we er niet heel veel last van, want we komen de auto nauwelijks uit. Mag niet. Dan zou je zomaar een lekker hapje kunnen zijn en je mag de dieren niet voederen… We komen per ongeluk bij een andere gate uit, de Paul Kruger Gate. Dat is handig, want dan kunnen we een kaart van het park kopen. En ijsjes. Oh ja, want bij de gates en in de kampen kan en mag je wel uit de auto.
Bewapend met kaart toeren we weer verder. We zien nog veel meer olifanten en kudu’s. Maar ook impala’s, waterbokken, bavianen, vervetaapjes en blauwe gnoes. Bij 1 groepje olifanten staan een vader, moeder en jong. Blijkbaar komen we net iets te dicht bij ze, want moeders douwt het jong aan de kant, terwijl pa ons vernietigend aankijkt… Sorry, sorry, we zijn al weg!
We komen bij een uitkijkpunt, waar je ook even veilig uit de auto kunt. Het ligt op een heuvel en daardoor heb je er een goed uitzicht over het park. Het is inmiddels 2 uur, dus we rijden naar Skukuza Rest Camp. Daar melden we ons bij de receptie, om in te checken. Voor het park moeten we een conservation fee betalen van 400 rand pp. De kamer zelf is al betaald.
We krijgen de sleutel ervan mee en instructies hoe er te komen. We hebben vannacht een allerschattigst rond huisje. Het is klein maar fijn en heeft toch verrassend veel ruimte binnenin. Er is zelfs een aparte badkamer met douche. We hebben nog een terras met een klein keukenhoekje, waar ook de koelkast staat. Helemaal prima. We wachten even tot we zeker weten dat de airco het goed doet, want het is dus bloedheet vandaag.
Uitkijken over Krugerpark
Als we een beetje bekomen zijn van de hitte, rijden we terug naar de receptie. Bij het inchecken hadden we namelijk gezien dat daar een balie is van Avis / Budget, onze autoverhuurder. Toen was er niemand aanwezig, maar nu wel. Ik ga vragen of we alsnog die toestemming voor Eswatini kunnen krijgen. Ja hoor, geen probleem. Moeten we wel een fee van 480 rand betalen, ongeveer €30,-.
Geen punt. Er moet een “Letter of Authority” ingevuld worden en daar gaat de jongen druk mee aan de slag. Er moet ook overlegd worden met het hoofdkantoor. Blijkbaar is dat allemaal nog even een gedoetje, want het duurt nogal voordat het geregeld is. Maar dan hebben we het inmiddels felbegeerde papier.
Nu snel opnieuw een hotel boeken in Eswatini, want ik had de eerdere boeking immers geannuleerd. We hebben alleen bij het restaurant wifi, dus gauw daarnaartoe om het te kunnen regelen. Gelukkig, er is nog net 1 kamer vrij in het hotel dat ik eerder had geboekt. Ik weet het snel nogmaals te reserveren. Zo, dat is geregeld. Kunnen we nu nog mooi even wat dieren gaan zoeken.
Het is inmiddels half 5 geweest en over ruim een uur gaat de zon onder. Een ideaal tijdstip om wild te spotten. Dat blijkt ook al snel. We zien een flinke kudde olifanten, een flinke kudde buffels, giraffen, kudu’s, impala’s en… leeuwen! Jazeker. Of eigenlijk zijn het leeuwinnen. Wauw, dat hadden we eigenlijk niet verwacht, dat dat zou lukken. We zien ook nog 2 hyena’s de weg oversteken en er komt een baviaan langs gewandeld.
Oh, en we zien nog meer buffels en hun gigantische ballen… ja, dat valt gewoon op. Tegen zessen zijn we terug in het kamp. We gaan maar meteen naar het restaurant voor een hapje eten. Natuurlijk willen we net als alle andere toeristen buiten zitten. Dat kan bij een petroleumlampje, maar dat geeft niet veel licht. Geen probleem, met het licht van de telefoon kunnen we de menukaart ontcijferen.
Andy kiest weer een kipschnitzel. Ik een kip met bacon, camembert en cranberry’s. Een beetje vreemd, maar erg lekker. We zitten er goed vol van. We betalen de rekening – 330 rand incl. fooi. Dan terug naar de auto en naar ons huisje. Lekker douchen, relaxen en slapen!
Weer: | Frisjes! 19c en miezer |
Doel: | Wild spotten in Krugerpark |
Gereisd: | Skukuza – Komatipoort, 90 km |
Hotel: | Tree Too Guest Lodge, €60,50 |
We hebben heerlijk geslapen in ons ronde huisje. Om half 9 zijn we klaar om te gaan. We stappen naar buiten… Hee, het is frisjes! De lucht is bewolkt en de meter in de auto geeft “slechts” 21 graden aan. Wat een verschil met gisteren, toen het op zijn top 44 graden was. Vandaag zullen we meestal op de 19 zitten.
Eerst maar ontbijten. Dat is niet inclusief, maar kunnen we in het restaurant nuttigen, of bij de Take Away ernaast meenemen. Er staan net allemaal vleesvervoerwagens Safari-wagens voor de deur. De bijbehorende kuddes mensen staan in de rij bij de Take Away. Mooi, wij eten dus in het restaurant. We hebben een prima ontbijtje, voor 200 rand inclusief fooi. Tijdens het ontbijt hebben we uitzicht op een buffel die onder ons bij het water loopt te grazen. We lachen om de aap die het ontbijtpakket van de onoplettende toerist weggrist.
Na ons ontbijt checken we uit en kijken even waar vandaag het wild gespot is. Bij de receptie hangt een kaart waar dat op wordt bijgehouden, heel handig. Het lijkt dat we op onze weg via Lower Sabie kans maken. We gaan vol goede moed op pad. Het eerste dat we zien is een stoere roofvogel. Nou ben ik beter in het herkennen van een zebra of een giraf dan van vogels, maar ik denk dat het een soort adelaar is. Verder zien we eigenlijk niet zoveel, op wat olifanten en een kudu na.
Het blijft bij toeren door dit erg mooie park. Want ook zonder dieren is het prachtig. Het park is ook al behoorlijk oud. Rond 1898 lukte het toenmalige president Paul Kruger – Oom Paul voor insiders – om een jachtverbod te krijgen voor het stuk tussen Sabie en Crocodile River. Dat was de basis voor het huidige Krugerpark. Die natuurbescherming viel helaas weer in het water bij het uitbreken van de Tweede Boerenoorlog.
Na de oorlog zette de Schotse majoor Stevenson-Hamilton zich verder in voor bescherming van het gebied. Het hielp dat in 1916 een spoorlijn werd aangelegd. Zo kon het grote publiek het park bereiken. In 1926 zorgde minister Piet Grobler er tenslotte voor dat dit het eerste Nationale Park van Zuid-Afrika werd. Het werd vernoemd naar een van die eerste grondleggers, Paul Kruger.
Inmiddels is het een gigantisch gebied, van 380 kilometer lang en 60 kilometer breed, een totale oppervlakte van 20.000 km2. Naar schatting leven er 148 verschillende zoogdieren, 505 vogelsoorten, 118 soorten reptielen, 53 verschillende vissen en 35 amfibieën. Er zijn 9 toegangspoorten en 25 kampen, zoals het kamp waar wij vannacht sliepen. Tot zover de cijfers.
Rond half 1 komen we in Lower Sabie aan. Dat is 1 van die 25 kampen. Hier nemen we een warme snack met een kop koffie. En met uitzicht over de rivier. We gaan weer verder, richting Crocodile Bridge. Nu zien we wel iets meer dieren. Zoals een grote kudde bavianen. Wacht, waar kijkt die auto naar? Oh, alweer een olifant… Inderdaad, we raken al een beetje verwend, zoveel van die giganten hebben we al gezien.
We komen langs nog een hippo poel. Daar kunnen we wel uren naar kijken. En luisteren. Die beesten maken een enorm kabaal, alsof ze de hele dag tegen elkaar zitten te ouwehoeren. Weer verder komen we langs een aantal warthogs. En moeten we stoppen voor de overstekende schildpad. Ja, dat duurt even. Had ik trouwens al verteld dat het de helft zo warm is als gisteren? Dat was wel extreem, met 44 graden. Maar vandaag is het frisjes en miezert het zelfs. Dat vinden de dieren dan weer fijn, zeggen ze.
Na de schildpad moeten we ook stoppen voor een olifant met jong, die van een afgetrokken tak op de weg staan te snoepen. We rijden er per ongeluk te dichtbij. Vaders kijkt ons tenminste opeens vernietigend aan. Snel rijdt Andy een stukje achteruit… We rijden verder en komen bij Crocodile Bridge. Dit kamp is een stuk kleiner. Komt denk ik omdat het ook een uitgang is en er buiten het park waarschijnlijk voldoende accommodatie, restaurants, etc. zijn.
Hier is een souvenirwinkel, waar we een ijsje kopen. En even kijken waar volgens deze kaart het wild te vinden is. Er zijn vandaag vlakbij leeuwen gespot. We gaan nog even kijken. We slaan af naar de S25 en dan naar de S27, want daar zou een hippo poel zijn. We komen uit bij de rivier. We horen wel hippo’s, maar zien ze niet. Wel zien we 2 krokodillen. Ook leuk! Zo, nu vinden we het wel mooi geweest. De hele dag turen en opletten of je wilde dieren ziet, blijkt erg vermoeiend te zijn.
Nou ja, dat hadden we in Etosha NP in Namibië natuurlijk ook zo ervaren. Het is inmiddels half 4, we hebben er al een aardige dag opzitten! Jammer dat we geen leeuwen of luipaarden meer hebben gezien. Maar ach, wat we nu allemaal hebben mogen bewonderen in het wild was al fantastisch.
Onze accommodatie voor vannacht ligt 10 kilometer buiten de gate, in Komatipoort. Oh, voor we het park verlaten, wordt gecontroleerd of we de conservation fee wel hebben betaald. Dat hebben we uiteraard, bij het inchecken gisteren.
Ook wil de meneer in onze auto gluren. Wat denkt hij, dat we stiekem een leeuw hebben meegesmokkeld? We mogen verder rijden. In Komatipoort vinden we onze guesthouse, Trees Too Lodge. Het complex is erg mooi, vooral onze kamer is heel gezellig ingericht. Echt in Afrikaanse stijl. We worden gevraagd of we hier ook willen dineren. Ja, eigenlijk wel, net zo makkelijk. Of we dan zo meteen even willen doorgeven wat we straks graag willen eten. Tuurlijk. We krijgen een menukaart mee en later geef ik onze wensen door.
Om half 7 mogen we aanschuiven. Er staan 3 tafels op het terras onder de luifel. Eentje is er al bezet, door een Zwitsers echtpaar, zoals al snel blijkt. Terwijl we gezellig kletsen, komt aan de andere kant een Duits echtpaar zitten. We wisselen ervaringen uit en hebben het eigenlijk best gezellig. Voor het eten heb ik weer bobotie besteld en Andy weer een kipschnitzel. De kudu schijnt erg lekker te zijn, maar ik heb daar toch een idee bij.
Heb je net die mooie beesten met die fantastische geweien staan bewonderen en dan zou je die nu opeten. Nee, mijn principe is dat ik een dier niet eerst met kleren aan moet hebben gezien. Ons eten smaakt in elk geval prima. Als toetje nemen we sticky toffee pudding met ijs en slagroom, altijd goed. Deze maaltijd kost ons 350 rand totaal. Na nog wat kletsen nemen we afscheid van de andere stellen en gaan naar onze kamer. As usual: douchen, relaxen & slapen.
Weer: | Fris in SA, warm in SL |
Doel: | Toeren door Eswatini |
Gereisd: | Komatipoort – Ezulwini, 210 km |
Hotel: | Damicha Lodge, €65,17 |
Ontbijt is inbegrepen bij ons verblijf en we kunnen het tot 8.30 halen. Dat is best vroeg, maar vooruit. We schuiven om 8.15 aan. Er is een buffet en verder eggs to order. Helemaal prima. Vandaag gaan we naar het 4e en laatste land op deze Afrika-reis: Eswatini, formarly known as Swaziland. De huidige koning vond dat de vroegere naam weer terug moest komen. Het betekent “land van de swazi’s”.
Ook was er een praktische reden voor de naamswijziging, want blijkbaar wordt “Swaziland” vaak verward met “Zwitserland”. Dat verhaal heb ik natuurlijk even tegen de Zwitsers verteld. Die wisten helemaal niet van de naamswijziging. Ook zagen zij het probleem met de verwarring met hun land niet zo. Anyhow. We krijgen van eigenaresse Sue een routebeschrijving door Eswatini mee.
Volgens haar is dat de mooiste route, waarbij je de vallei goed ziet. Vooruit, dan nemen we die route. Oh, ook vanochtend is het frisjes en regent het af en toe. Maar dat zal straks veranderen. Om half 10 gaan we op weg naar de grens in Jeppes Reef. Moeten we eerst 32 kilometer naar Hectorspruit en dan linksaf. Naar een onwijs slechte weg. Hij zit vol grote potholes. Gelukkig kunnen we na 14 kilometer weer linksaf slaan, naar de R570 die ons naar de grens met Eswatini brengt. Dat is wel een goede weg.
Bij de grens moeten we eerst Zuid-Afrika officieel verlaten. Daarvoor moeten we onze auto parkeren en in het douanekantoor een uitreisstempel halen. Helaas is er net een bus vol Duitsers voor ons aangekomen, dus het is er best een beetje druk. Als een enorm chagrijnige meneer onze paspoorten heeft gestempeld, mogen we verder. We rijden naar de grenspost, waar nogmaals onze paspoorten worden bekeken.
Ook belt een beambte ergens naartoe en geeft gegevens van onze auto door. Geen idee naar wie en waarom. We mogen in elk geval verder. Naar de volgende parking. Nu mogen we het douanekantoor van Eswatini binnen. De beambte die ons hier helpt is ronduit onbeschoft. Maar daar mag je natuurlijk niets van zeggen. Hij maakt een gebaar dat we moeten betalen. Ja, dat weten we. We moeten een bureautje verder zijn om te betalen.
Het is hier prachtig!
Daar is een dame die wél vriendelijk is. Wat we moeten betalen is de wegenbelasting voor Eswatini. Kost geen knoop hoor, slechts 50 rand, oftewel 3 euro. Oh, natuurlijk heeft Eswatini een eigen muntsoort, maar ze accepteren ook de Afrikaanse Rand. Je krijgt alleen waarschijnlijk in lilangeli – de muntsoort van hier – wisselgeld terug. Goed, met onze papiertjes stappen we in de auto en rijden naar de laatste grenspost.
Maguga Dam
Hier is een vrolijke beambte, die het langwerpige en het roze briefje aanneemt en ons door laat gaan. Land nr. 67: check! Vrijwel meteen kunnen we gaan genieten van dit prachtige kleine landje. Het ligt in de bergen en het is schitterend! De route die we mee hebben gekregen vanochtend, laat ons prachtige bergtoppen en valleien zien. We komen langs een aantal dorpjes en uiteindelijk bij een grote dam. Daar gaan we eens het geweld van water door open sluizen bekijken.
Dan weer verder over de magnifieke route. We zijn enorm verbaasd over hoe mooi het hier is. Ik had het al wel gehoord, maar had gedacht dat het een stuk armoediger en misschien authentieker zou zijn. Andy had niet echt een voorstelling. Nou, het is dus schitterend. We komen uiteindelijk bij de hoofdstad Mbabane uit. Daar rijden we gauw omheen, naar onze accommodatie van vannacht. Dat is de Damicha Lodge in Ezulwini.
We zijn een beetje vroeg, het is half 2 en inchecken kan officieel vanaf 2 uur. Maar dat geeft niet, we zijn alvast welkom. Bij de receptie hangen 3 foto’s. Andy vraagt wie dat zijn. De eerste is de koning, Mswati III. De tweede zijn moeder en de derde de prime minister. “En zijn vrouw?” vraagt Andy. Het meisje antwoord, bijna met een zucht: “Our king has many wifes…”. Die koning schijnt trouwens niet zo’n fijne te zijn. Hij is namelijk alleenheerser in het land en schijnt zich steeds meer als een dictator te gedragen. Hij regeert zonder grondwet en ontslaat en benoemt ministers zoals het hem blieft.
Anyhow. Zodra onze kamer klaar is, worden we daar naartoe gebracht. Het blijkt dat we een giga appartement hebben! Het heeft een hele ruime kamer met een keuken, bureau, zithoek en 2-persoonsbed. Er is een aparte slaapkamer met twee 1-persoonsbedden. Dan de badkamer natuurlijk, met een gigantische doucheruimte erin. En we hebben een eigen terras met tuintje. Geweldig! We bestellen er voor morgenvroeg nog wel even ontbijt bij, wel zo makkelijk. Dat kan voor 120 rand pp. Of 120 lilangeli, dat dezelfde waarde heeft.
Het is hier heel ander weer dan vanochtend in ZA. Hier schijnt de zon voluit en is het alweer 35 graden. Na de prachtige rit vanochtend hebben we eigenlijk niet veel zin om nog iets te doen. Dus relaxen we lekker, tot we honger krijgen. We hebben een papier gekregen met suggesties voor het diner. Het Duitse restaurant lijkt ons wel wat. Dus rijden we daar naartoe. Zó jammer dat het pas om half 7 open gaat, en het net 5 uur is geweest…
We besluiten eerst een stukje te toeren en komen al snel in het centrum van Mbabane terecht, de bestuurlijke hoofdstad. Zoals bij ons Den Haag. Er is ook nog een Koninklijke hoofdstad: Lobamba. Zoals bij ons Amsterdam. Het is hier best druk in de stad. Daarom draaien we weer om richting Ezulwini. We zijn nog steeds te vroeg, dus gaan we eerst terug naar ons onderkomen. Om kwart voor 7 gaan we dan toch naar het restaurant.
Volgens datzelfde papiertje is “eisbein” hier een aanrader. We hebben geen flauw idee wat dat is, maar bestellen het toch. Het blijkt een gigantische homp varkensvlees te zijn. En dan bedoel ik echt een gigantische homp! We hadden eigenlijk genoeg gehad aan 1 zo’n bein met zijn tweeën. En dan zit er ook nog aardappelpuree en sauerkraut bij. We krijgen het dan ook niet helemaal op. We wagen ons maar niet meer aan een toetje. Dus vragen we de rekening en betalen, inclusief fooi, 500 rand voor dit heerlijke gerecht. Zo, nu uitbuiken met een kop koffie en dan lekker slapen.
Weer: | Lekker, 29 graden |
Doel: | Toeren door Eswatini |
Gereisd: | Ezulwini – Nelspruit, 290 km |
Hotel: | Mamma Mia Guesthouse, €50,96 |
We hebben afgesproken om om half 9 te komen ontbijten. Dat ontbijt is erg uitgebreid. En dan hebben we ook nog de Engelse variant besteld… We doen ons best al het lekkers weg te werken. Dan pakken we verder in en checken uit. Om 9 uur zitten we in de auto. We zijn van plan langs het Swazi Cultural Village te gaan. We kunnen het alleen niet vinden. Nou, dan niet hoor.
Dan gaan we wel naar het volgende punt op de agenda: Mlilwane Wildlife Sanctuary. Dat is een kleinschalig wildpark, met mensvriendelijke dieren. Dat betekent dat je er doorheen mag wandelen, fietsen, paardrijden of met de auto toeren. De entree tot het park is 60 rand per persoon. We rijden er een stukje doorheen. We zien weer een aantal hertsoorten, gnoes, warthogs en 2 krokodillen.
Na dit stopje zoeken we onze weg richting grens. Met een enorme omweg, dat dan weer wel. Maar eerst: de auto laten wassen. Want die ziet eruit, dankzij die regen in het Krugerpark en de stof die we al hadden verzameld. Een aantal jongens doen enorm hun best op onze auto. Na een tijdje blinkt hij weer behoorlijk. Het kost 30 rand. Vinden wij erg weinig, ze hebben echt goed werk geleverd.
We geven 200 rand, want we hebben niet kleiner. Laat maar zitten. De jongen die het aanneemt, is geloof ik behoorlijk verbaasd over die enorme fooi. Goed, we gaan verder. De route die ik heb bedacht, blijkt het eerste stuk under construction te zijn. We rijden daardoor in soort van file over de MR3. Gelukkig kunnen we afslaan naar de MR5. Die is nog niet heel interessant, hoewel we dit nog steeds een prachtig land vinden.
Uiteindelijk komen we op de weg naar Piggs Peak. We stoppen bij het Peak’s Craft Centre. Niet voor de crafts, wel voor een lekker broodje en fenomenaal uitzicht. In Piggs Peak moeten we afslaan naar de MR20 naar Bulumbu. Nou wist ik dat het niet de beste weg is. Maar volgens de diverse forums is hij prima te doen met een 2×4 auto, zolang het maar niet heeft geregend.
Nou, dat is niet helemaal waar: wat een ongelofelijke k**weg! Er zitten echt hele slechte stukken in, waarvan we blij zijn dat we daar zonder schade overheen komen. Nee, deze weg is echt niet te doen en dus absoluut geen aanrader. Qua weggenot dan, want qua omgeving is hij magnifiek! We rijden hoog de bergen in en hebben fantastische uitzichten.
Deze route naar Bulembu is 17 kilometer lang en dapper tellen we af naar 0. In Bulembu kunnen we verder, over nog zo’n enorme klotenweg. Vol gaten, kuilen en wasborden. Uiteindelijk komen we na nog eens 3 kilometer bij de grens aan. Dat wil zeggen: bij een gebouw bovenop een berg, met een slagboom ernaast.
En een wachthuisje, waar 2 mannen naast zitten op tuinstoeltjes. Als ze ons zien aankomen, rent er eentje snel het kantoortje binnen. Het is de grenspost van Eswatini. We parkeren en gaan het kantoortje binnen. We laten het betaalbewijs van de wegenbelasting zien, krijgen uitreisstempels in onze paspoorten en mogen door de slagboom.
We hebben trouwens mazzel, want de grenspost is tot 4 uur open. Het is nu 3 uur… Stel je voor dat we een uurtje later waren, dan hadden we misschien die hele k**weg terug gemoeten. Nou, ik denk dat we dan stiekem door de grens waren geglipt! Goed, we hobbelen nog een eindje door niemandsland. Dan komen we bij het kantoortje van Zuid-Afrika.
Hier schrijft een meneer ons kenteken op een briefje en met dat briefje mogen we het kantoortje binnen. De beambte daar controleert onze paspoorten, geeft ons een inreisstempel en een stempel op dat briefje dat we net kregen. Dat briefje moeten we weer afgeven aan de eerste meneer. Ik vraag of de weg waar we nu opgaan, net zo slecht is. Nee joh, deze is goed!
We mopperen wat over de vorige weg. Ik vertel dat Andy mij er bijna om vermoord had, zo slecht. Dat we daar roadtax voor betaald hebben… De meneer moet hartelijk lachen en is het met ons eens over die taks en de slechte weg. We nemen afscheid, rijden door de slagboom en komen inderdaad op een prima weg terecht.
Deze weg gaat naar Barberton en ook dit is een schitterende route. Hier hebben ze regelmatig een uitzichtpunt gemaakt, al dan niet met informatie over wat we zien en al dan niet met een wc-tje erbij. Keurig en een wereld van verschil met eerder vandaag. Deze weg is weliswaar steil en kronkelend, maar de route is ook hier ontzettend mooi.
Tegen vijven komen we op onze plaats van bestemming aan: Guesthouse Mamma Mia in Nelspruit. We hebben weer een keurige kamer, die grenst aan een mooie binnentuin. We krijgen tips voor het avondeten en hoewel we eigenlijk geen zin meer hebben om te rijden, springen we toch maar in de auto voor een maaltijd bij Jock Pub & Grill.
We doen lekker simpel: hamburger met friet voor Andy en ik neem een pizza. Smaakt prima, kost 300 rand incl. fooi. Ziezo, nu alvast de bagage op orde maken voor de terugreis morgen, inchecken op onze vluchten en weer lekker slapen.
Weer: | Lekker, 28 graden |
Doel: | Pretoria en naar huis |
Gereisd: | Nelspruit – Johannesburg, 378 km |
Hotel: | Vliegtuig |
Natuurlijk beginnen we onze laatste dag in Afrika met ontbijt. Dat is ook nu weer inclusief. Vergeleken met de andere gelegenheden is het een beetje summier, maar eieren en vlees is altijd prima. We nemen afscheid van Susie en vertrekken richting Johannesburg. Over de snelweg. Dat is de eerste 150 kilometer eigenlijk best mooi. We rijden door heuvelachtig Zuid-Afrika, over een prima weg. Niets mis mee.
Aangezien we genoeg tijd hebben, maken we een uitstapje naar Pretoria. Dat is de bestuurlijke hoofdstad van Zuid-Afrika. Want net als in Eswatini hebben ze hier meerdere hoofdsteden. Dit is de bestuurlijke, Kaapstad de wetgevende en Bloemfontein de gerechtelijke hoofdstad.
Pretoria ligt ongeveer 50 kilometer boven Johannesburg. Leuk feitje over Pretoria: Elon Musk, de bedenker van de Tesla, is hier geboren. Pretoria wordt ook wel Jacaranda City genoemd, naar de schitterend paarse Jacaranda bomen. Daar hebben ze duizenden van, van die bomen. Ze bloeien elk jaar in oktober – lucky us – en ze kleuren dan Pretoria prachtig paars. Het schijnt dat toeristen er zelfs speciaal voor naar de stad komen. En dat terwijl het geen inheemse bomen zijn. Ene meneer Celliers nam de eerste 2 mee uit Brazilië, in 1888. Anno 2019 zijn ze niet meer te tellen, zoveel zijn er. Dat is ook een punt van discussie in het land. Ze zijn bang dat deze niet-inheemse boom de inheemse bomen en planten verdringt.
Hoe dan ook, studenten vertrouwen op de magische krachten van de Jacaranda-bloemen. De boom bloeit namelijk aan het begin van de examenperiode voor universiteitsstudenten. Als je als student een bloem op je hoofd krijgt, zal je voor al je examens slagen. Handig hoor.
De stad oogt in deze maand dan wel prachtig met die paarse bomen, de geschiedenis van de stad is dat niet. Die is doorspekt van racisme en onderdrukking. Het is de enige grote Zuid-Afrikaanse stad waar blanke Afrikaners nu nog steeds de meerderheid vormen.
De andere bijnaam is ook wel “Hoofdstad van de Apartheid”. Vanuit deze stad werd namelijk het keiharde overheidsbeleid bepaald, met de apartheidswetten als uitkomst. Eén van de overblijfselen uit die periode zijn de Union Buildings. En daar gaan we nu naartoe.
De Union Buildings is eigenlijk 1 gebouw, maar dan wel erg groot. Het is 275 lang en gebouwd in een halve cirkel. Het heeft 2 zijvleugels, die de Afrikaners (de Nederlanders) en de Anglo-Afrikaners (de Engelsen) vertegenwoordigen. Voor de deur ligt een prachtige tuin, met daarin een gigantisch standbeeld van Nelson Mandela. Er is ook een amfitheater, waar 9.000 mensen kunnen zitten.
Het is een erg mooi en indrukwekkend complex, met een fantastisch uitzicht over Pretoria. Het gebouw speelt ook een belangrijke rol in de geschiedenis van Zuid-Afrika. Het heet Union Buildings naar de totstandkoming van de Unie van Zuid-Afrika, in 1913. In 1956 vond hier de Vrouwenmars plaats, een protest tegen het verplicht dragen van een identiteitsbewijs door vrouwen. Dat was een van de grootste volksdemonstraties in Zuid-Afrika. Dit was ook de plek waar de eerste democratisch gekozen en eerste gekleurde president van het land – Nelson Mandela – werd geïnaugureerd. Vandaag de dag zetelt het parlement hier. Daarom mag je het gebouw zelf niet bezoeken. Je mag er wel door de tuin wandelen. Dus dat doen we.
Daarna rijden we van de Union Buildings richting Church Square. Dit is het centrum van de stad. Rondom dit plein vind je diverse historische gebouwen, zoals de oude raadszaal en het Paleis van Justitie, waar Mandela tot levenslang werd veroordeeld. Wij zullen dit helaas niet zien, want het is hier enorm druk. Te druk, naar onze zin. We rijden al een tijdje stapvoets door de stad. En dan moeten we ook nog een parkeerplek zien te vinden. Wij slaan daarom het bezoekje aan Church Square over. In plaats daarvan rijden we door naar het Voortrekker Monument. Dat gebouw staat symbool voor de blanke Afrikaner boeren en herdenkt de Slag om de Bloedrivier.
Tussen 1830 en 1850 trokken de Boeren naar het binnenland van Zuid-Afrika, om zo aan het Britse gezag te ontsnappen. Deze Grote Trek is een cruciaal onderdeel van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. Deze boeren werden de Voortrekkers genoemd, vandaar ook de naam van dit monument. We vinden de grote kolos op een heuvel. Helaas moet je meteen bij de oprit al een entree fee betalen, om het te mogen bezoeken. Het is namelijk naast monument ook een museum. Wij hebben geen zin om een museum te bezoeken, we willen alleen het bijzondere gebouw even bekijken. Dus draaien we om en rijden verder, naar het vliegveld.
Rond 4 uur zijn we bij Budget, waar we de auto inleveren. Dan zoeken we onze incheckbalie. Die is al open, we kunnen de bagage afgeven. En dan blijkt er een dingetje te zijn, waar ik al bang voor was. Het is namelijk zo dat we de terugvlucht bij Iberia hebben geboekt. Die vliegt alleen niet meer vanaf Joburg. Daarom zijn we overgeboekt naar een vlucht met British Airways. Het is alleen bij BA niet bekend dat we voor incheckbagage hebben betaald. Het is toch echt zo, getuige ook de factuur die ik bij me heb. Maar ja, die factuur is van Iberia en die hebben het niet aan BA doorgegeven. Aangezien Iberia ook geen balie meer heeft hier in Joburg, zit er niets anders op dan €108,- te betalen voor de 2 koffers en thuis proberen dit te reclameren.
Als dat is geregeld en de bagage is ingecheckt, gaan we maar meteen door de douane voor onze uitreisstempel. Dan naar onze gate. Daar moeten we nogmaals door een paspoortcontrole, voor we mogen boarden. Dat boarden gaat verrassend vlot, als je bedenkt dat we met de gigantische Airbus 380 vliegen en daar iets van 500 mensen in kunnen. Het vliegtuig zit ook nagenoeg vol. Wij zitten op een rij van 4 en gelukkig blijft 1 van de 4 stoelen leeg. Hebben we toch iets van ruimte. Tja, en dan moeten we ons door 11 uur vliegen worstelen. Dus slapen we wat, kijken een film, lezen een beetje en eten ons vliegtuigeten op. De volgende ochtend landen we op Londen Heathrow. Normaal een hel van een vliegveld. Gelukkig hebben we 3 uur overstaptijd.
Eerst moeten we door de douane, we komen immers in Europa aan. Dan kijken vanaf waar we verder mogen. Oh, onze gate is nog niet bekend. Geen probleem, we blijven gewoon rustig wachten. Dit vliegveld is erg groot en met alle winkeltjes hoef je je er niet meteen te vervelen. Als onze gate is aangekondigd, lopen we er naartoe en wachten even tot het boarden begint. Het laatste uurtje naar Brussel gaat vlot, we landen er rond half 11. Als we de bagage hebben, bellen we de parking of ze ons op komen halen. Dan kunnen we onze auto zoeken, terugrijden naar huis en nagenieten van deze fantastische vakantie!
Ons eerste echte avontuur op het Afrikaanse continent. Wat was het geweldig! Ik had nooit gedacht nog eens zoveel olifanten te zien. En ik had nooit gedacht dat de woestijn zo mooi, fascinerend en afwisselend is. Ja, het was wel alles wat ik me ervan had voorgesteld, en beter.
We hebben ook wel wat pech gehad deze vakantie. Met mijn verstuikte (of is het nou verzwikte?) enkel. Met de geannuleerde vlucht naar de Victoria watervallen. Dat ik geen toestemming had gevraagd voor Eswatini was ook niet handig. Maar dat kon achteraf toch geregeld worden.
We zijn met name in Botswana wel een klein pootje uitgedraaid, door de taxichauffeur en de Mokoro-punter. Maar ach, die mensen hebben het harder nodig dan wij. Botswana was ook behoorlijk prijzig met eten en accommodatie. Maar ja, we zaten ook erg afgelegen, met weinig keuzes.
Het enige dat ik jammer vond, is dat we niet echt contact hadden met de bevolking. We voelden ons hier vooral toerist. We hadden hoofdzakelijk te maken met de blanke bevolking en dan gericht op toeristische gelegenheden. We hebben geen goede gesprekken gevoerd over bijvoorbeeld het leven hier in Afrika.
Maar verder was het vooral genieten. Van de natuur, de hele diverse landschappen en van al die wilde dieren. Behalve Botswana zijn het ideale landen om zelf lekker rond te toeren. Het is echt niet nodig om in een kudde groep te reizen. Misschien is het juist wel gevaarlijker, omdat je dan wel heel overduidelijk als groep toeristen reist. Zoals die bus met Nederlandse toeristen die in 2017 werd overvallen.
Je kunt ervoor kiezen om al kamperend rond te trekken. We hebben veel wagens met daktenten gezien. Wij zijn blij dat we dat niet hebben gedaan. Ten eerste omdat we absoluut niet van kamperen houden. Ten tweede omdat we een eigen douche en een kamer met airco wel erg fijn vinden. En ten derde omdat we er de toegevoegde waarde niet van zien. We geloven niet dat je dan meer of andere dingen ziet dan als je in hotels slaapt.
Het is ook niet nodig om continue in safarikleding te lopen. In de parken schrikt het de dieren echt niet af, want je zit immers in een voertuig. Wij hebben alleen neutraal gekleurde kleding aangedaan toen we in een kano door de Okavango Delta gingen. Dat was ook de enige dag dat we hoofdbedekking droegen.
Het land dat ons erg heeft verrast, was Namibië. Het landschap is er heel gevarieerd. Je hebt er de prachtige woestijn en de roodgekleurde Namib Desert. De koele Atlantische kust met de scheepswrakken, zeehonden en Duitse invloeden. En dan het schitterende Etosha National Park, waar we al veel wild zagen.
Van Botswana hebben we natuurlijk maar een klein stukje gezien. Maar wat was dat een magnifiek deel: de Okavango Delta. Dat is een van de twee belangrijkste bezienswaardigheden van dit land. In het noorden heb je nog de regio met het Chobe National Park.
De dag met de kano – mokoro – was geweldig. Heerlijk om zo lekker rustig door het natuurgebied te trekken. En natuurlijk heel bijzonder wat voor dieren we allemaal hebben gezien. De rondvlucht was ook fenomenaal. Daar zagen we pas goed hoeveel olifanten er zijn en hoe groot en mooi het gebied is.
Zuid-Afrika nodigt uit om er meer van te gaan zien. We waren nu natuurlijk alleen maar in de noordoosthoek. En dat was al schitterend. De Panoramaroute is een must do. De Drakensbergen zijn fantastisch, met de canyons, watervallen en andere bijzondere natuurverschijnselen.
Natuurlijk wil je naar het Krugerpark. Vergelijkbaar met Etosha, maar weer heel anders. Wij vonden 2 dagen wild spotten precies goed. Het is namelijk behoorlijk vermoeiend, omdat je continue alert bent op wat er om je heen te zien is. Voor ons was dit, met de overnachting in het park, ideaal.
Wat ook een echte aanrader is, is om Johannesburg te gaan bekijken. Het is een hele fascinerende stad. Wij waren enorm onder de indruk van alles dat we zagen en hoorden over de apartheid en wat daar allemaal mee samenhing, zoals Constitution Hill, “Number Four” en het Hector Pieterson Memorial.
We hadden helaas wel pech met onze tour, want die ging niet helemaal zoals het hoort. Daardoor hebben we niet alles goed kunnen zien en beleven. Zoals Soweto, waar we maar heel weinig tijd hadden. Dit is overigens door de tourmaatschappij goedgemaakt door ons te compenseren.
Verder zijn we nog even in Pretoria geweest, de bestuurlijke hoofdstad. Een prettige, mooie stad, ondanks het grimmige verleden. Als je de kans hebt, is een dag Pretoria bezoeken zeker een aanrader. Vooral in oktober, als de Jacaranda’s bloeien.
Waar we zelf rondreisden – dat was overal behalve in Botswana – reisden we met een 2×4 auto. En dat ging prima. Je kunt prima uit de voeten zonder 4×4. We kozen wel bewust een hogere auto, zodat we goed zicht hadden. Vooral handig als je wild gaat spotten. En als je over die slechte wegen in Namibië reist. Zit je niet meteen met de bodem aan de grond.
Dan is er nog de veiligheid . Natuurlijk word je gewaarschuwd als je deze kant op gaat. Pas op, kijk uit, gevaarlijk. Wij hebben dat helemaal niet zo ervaren. Wel zijn er overal voorzorgsmaatregelen. De meeste accommodaties zijn afgesloten met gates en in Johannesburg ga je er ’s avonds niet alleen op uit.
We zorgden ervoor dat we telkens een volle tank hadden en hadden ook altijd drinken bij ons. Vooral in Namibië zijn de afstanden groot, dus dan is het fijn om niet op de laatste druppels te hoeven rijden. We konden trouwens bijna overal met creditcard betalen. We hadden zelfs teveel contant geld naar ons idee, omdat plastic op heel veel plaatsen geaccepteerd wordt.
Met deze vakantie kunnen we weer 4 nieuwe landen bijschrijven op onze “Been there”-lijst. De teller staat nu op 67. Wij gaan zeker nog eens terug naar Afrika. We willen nog meer zien van Zuid-Afrika en dan zijn er nog heel veel andere landen om te ontdekken… Wordt vast vervolgd!
Facts & Figures 2019 | |
Continent | Afrika |
Hoofdstad | Windhoek |
Grootte tov Nederland | 19,8 x groter (824.267 km2) |
Aantal inwoners | 2,5 miljoen / 3 per km2 |
Beste reistijd | Lente en herfst |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | Zomer geen, winter 1 uur later |
Munteenheid | Namibische dollar (NAD): 10 dollar = €0,61 |
Taal | Engels, Afrikaans & Duits |
Facts & Figures 2019 | |
Continent | Afrika |
Hoofdstad | Gabarone |
Grootte tov Nederland | 14 x groter (582.000 km2) |
Aantal inwoners | 2,2 miljoen / 3,8 per km2 |
Beste reistijd | Mei t/m september |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | Zomer geen, winter 1 uur later |
Munteenheid | Pula (BWP): 10 pula = €0,83 |
Taal | Engels & Tswana |
Facts & Figures 2019 | |
Continent | Afrika |
Hoofdstad | Pretoria, Kaapstad en Bloemfontein |
Grootte tov Nederland | 29,4 x groter (1.221.037 km2) |
Aantal inwoners | 55 miljoen / 44,9 per km2 |
Beste reistijd | Lente en herfst |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | Zomer geen, winter 1 uur later |
Munteenheid | Rand (ZAR): 10 rand = €0,62 |
Taal | Afrikaans, Engels & many more |
Facts & Figures 2019 | |
Continent | Afrika |
Hoofdstad | Mbabane en Lobamba |
Grootte tov Nederland | 2,4 x kleiner (17.363 km2) |
Aantal inwoners | 1,4 miljoen / 84,5 per km2 |
Beste reistijd | Juni t/m september |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | Zomer geen, winter 1 uur later |
Munteenheid | Lilangeni (SZL): 1 lilangeni = €0,62 |
Taal | Engels & Siswati |