In 2019 gingen we naar Afrika. We maakten een rondreis door Namibië, Botswana, Eswatini (voorheen: Swaziland) en de rechterkant van Zuid-Afrika. Dat was geweldig! Deze landen waren zoveel mooier en zoveel meer bijzonder dan we ooit hadden gedacht. Ik bedoel maar, hoe gaaf is het om je eerste olifant, giraffe en zebra in het echt en in het wild te zien? Pretty amazing, kan ik je verzekeren! Buiten prachtige dieren is ook de natuur er prachtig. Woestijnen, bergen, zee, rivierengebied, je vindt het er allemaal.
Geen slecht idee om er nog eens naartoe te gaan. Met nog een reden, want een van de dingen die we de eerste keer wilden bezoeken, waren de Victoria watervallen. Dat is niet gelukt, doordat onze vlucht gecancelled werd en we in Johannesburg strandden. Wat ook niet erg was, maar niet helemaal volgens plan. Goede reden om nog een keer te gaan en een ander deel te bekijken. Deze keer beginnen we in Kaapstad en reizen vanaf daar langs de hele onderkant van Zuid-Afrika, tot aan Johannesburg.
Middenin Zuid-Afrika ligt het bergstaatje Lesotho. Klein maar fijn. Het is een van de drie landen-in-een-land. San Marino en Vaticaanstad – allebei in Italië – zijn de andere twee. Het ligt op 1.000 meter hoogte en er gaat een spectaculaire weg naartoe: de Sani Pass. Die kun je niet zelf rijden, daar heb je een ervaren chauffeur in een 4×4 voor nodig. Nee, we gaan het ook niet proberen. Dat was de vorige keer in Eswatini ook niet helemaal goed bevallen… We slapen daarom aan de voet van Lesotho en maken er een dagexcursie naartoe.
Als we klaar zijn met toeren langs de onderkant, eindigen we dan in Johannesburg. Daar nemen we een retourtje naar Victoria Falls in Zimbabwe. Hier liggen de gelijknamige watervallen. Of eigenlijk liggen die op de grens van Zimbabwe en Zambia. In januari 2023 waren we bij de Iguazú Falls, op de grens van Argentinië en Brazilië. Daar leerden we dat het zeer de moeite waard is de watervallen van beide kanten te bewonderen. Dus dat doen we hier ook. We slapen 2 nachten in Zambia en 2 nachten in Zimbabwe.
Voor Zimbabwe hebben we een visum nodig. Die krijg je bij aankomst, er hoeft niets vooraf geregeld te worden. Sinds 2022 is Zambia visum-vrij, in elk geval voor Nederlanders. Voor Zuid-Afrika en Lesotho is ook geen visum nodig. Wat moeten we wel vooraf regelen? Contant geld. In Zimbabwe is de officiële munteenheid de Amerikaanse dollar. Tot juni 2015 had Zimbabwe de eigen Zimbabwaanse dollar. Na een hyperinflatie was dat helemaal niks meer waard en nu bestaat het niet meer. Ze zijn daarom overgestapt op de dollar.
Ook het Zambiaanse geld is niet veel waard, daar betaal je ook het beste met dollars. En wel allemaal cash, want credit cards worden maar weinig geaccepteerd, pinautomaten doen het vaak niet of zijn leeg. Better safe then sorry: we nemen een stapeltje dollars mee. Die halen we bij Pott Change op het Damrak. Dat is het voordeligste en door het te combineren met familiebezoek in regio Amsterdam, maken we er nauwelijks extra kilometers voor. We vragen en krijgen briefjes van 20 en kleiner, want groter wordt niet altijd geaccepteerd als je ermee wilt betalen.
Tot slot check ik nog even of er verplichte inentingen zijn. Nope, alleen de gebruikelijke adviezen, die wij nooit opvolgen. We hoeven ook geen maatregelen te nemen met betrekking tot gele koorts. In de landen die we gaan bezoeken, heerst geen gele koorts. Tegen malariamuggen neem ik een voorraadje Thaise muggenspray mee. Die is minder slecht dan DEET, werkt minstens zo goed en ruikt een stuk prettiger.
Na de Victoria watervallen vliegen we terug naar Johannesburg. Daar hebben we nog een volle dag, voor we terug naar huis vliegen. Hoewel we daar al eens zijn geweest, besluiten we nog een keer een excursie naar Soweto te doen. De eerste keer moesten we daar namelijk behoorlijk snel doorheen. Hopelijk kunnen we er nu meer van zien, in een rustiger tempo.
Gezien de ervaring de eerste keer hebben we best hoge verwachtingen van deze tweede keer zuidelijk Afrika. Of die verwachtingen zijn uitgekomen, staat in het reisverslag en zie je op de foto’s!