Weer: | Vliegtuigweer |
Doel: | Aankomen in Málaga |
Gereisd: | Eindhoven – Málaga |
Hotel: | Posadas de España Málaga, €62,- |
Voordat we mogen vertrekken, moeten we online een gezondheidsverklaring invullen voor de Spaanse overheid. Dat doen we en printen voor de zekerheid de ontvangen Spaanse QR-codes uit. En natuurlijk checken we vooraf in voor de vlucht. We krijgen meteen de boardingpassen, we hoeven straks alleen nog maar de koffers in te checken. Onze vlucht gaat pas om 4 uur en vanaf Eindhoven, ongeveer drie kwartier rijden. Alle tijd van de wereld, zou je denken. Ik heb het alleen een beetje druk op mijn werk. Ik had gisteren alleen maar afspraken en daardoor kon ik mijn werk niet afkrijgen voor de vakantie. Daarom ben ik vanochtend nog een tijdje aan het werk en moet ik, als ik eindelijk klaar ben, even een versnelling opschakelen. Douchen, naar het dorp voor wat laatste boodschappen (krentenbollen voor onderweg, heel belangrijk), de laatste spullen inpakken en om kwart over een zitten we dan in de auto.
De parkeerplaats in Eindhoven is geboekt en betaald, we kunnen zo het terrein oprijden. Dan een kleine wandeling naar de terminal. Er zijn iets van 10 balies om zelf je koffers in te checken. Beetje jammer dat de bagageband het niet doet. Daardoor moet iedereen langs een medewerker en zijn er in plaats van 10, slechts 3 balies. We zijn best snel aan de beurt en het inchecken gaat heel vlot. Geen paspoorten laten zien, alleen onze boardingpassen. Dan door de controlepoortjes (weer de boardingpassen scannen) en door de reguliere controle. Dat gaat ook rap. We kunnen naar onze gate en daar wachten we even tot onze Transavia-bolide voor komt rijden. We hebben met priority geboekt, zodat ook onze handbagage aan boord kan. De rij voor priority is aanzienlijk korter dan die voor de rest. We mogen al snel aan boord.
Eerst moeten we onze Spaanse QR-code laten zien, als bewijs dat we voldoen aan de corona inreis-eisen. Dan naar buiten, want Eindhoven heeft geen slurven, je moet altijd even een wandelingetje maken. We zitten op rij 8, de stoel naast mij blijft leeg. Genoeg ruimte. In het vliegtuig moet het mondkapje op. Eten en drinken is tegen betaling, maar wij hebben zelf meegenomen – die krentenbollen van vanochtend. De vlucht is prima, koptelefoon op, tablet aan met een boek, beetje dutten en na een kleine 3 uur zijn we in Málaga. We zoeken en vinden de bagageband en moeten even wachten voor ook onze koffers voorbij komen.
Dan op zoek naar de autoverhuurder. Het blijkt dat we daar met een shuttlebus naartoe moeten. Die bussen staan even verderop buiten, links van de terminal. Die van ons staat al klaar en we stappen in voor een klein ritje. Degene die ons ophaalde, is ook degene die ons helpt aan onze huurauto. Nou ja, helpt… Als hij klaar is met de administratie, biedt hij ons 3 opties aan. Bij elke optie moeten we een of andere verzekering bijkopen. Uhm, ik dacht het niet vriend, we hebben voldoende verzekeringen aangeschaft. De meneer wordt steeds onvriendelijker en beweert dat wij niets extra’s hebben geboekt. Nou, toch wel. Maar geen probleem, ik bel wel even met Auto Europe, waar we geboekt hebben.
Ik krijg een vriendelijke dame aan de lijn, leg het verhaal uit en ze vraagt of ze de verhuurder kan spreken. Die weigert. Hij heeft niets met Auto Europe te maken. Ik denk het wel, die betaalt hem immers onze huur. Na veel gedoe gebaart hij dat ik mijn telefoon moet geven. Hij zet de speaker aan, gelukkig, zodat we kunnen meeluisteren. De dame van Auto Europe blijkt perfect Spaans te spreken. Ik begrijp een klein beetje van wat er wordt gezegd, maar natuurlijk lang niet alles. Als ze klaar zijn, krijg ik de dame weer terug aan de lijn. Ze vertelt dat we nu een borg moeten betalen. Prima, dat is heel gebruikelijk. En als we schade krijgen, moeten we dat eerst aan Niza betalen en dan declareren bij Auto Europe. Ook dat is gebruikelijk.
Verder zegt ze dat we nu de auto van binnen en buiten moeten controleren en van elke kras, deuk of iets anders een foto maken. Ze kreeg namelijk sterk het gevoel dat de meneer ons wil oplichten. Dat idee had ik inderdaad ook. Oh en ze zegt dat als we iets krijgen, we een politierapport moeten laten maken. Dat zullen we doen. Nu dat geregeld is, betalen we de borg (2000,-) en krijgen de sleutel. We krijgen een VW T-Roc, volgens de meneer een upgrade. Volgens ons niet, die is hetzelfde als de geboekte Seat Ateca. Maar goed, we zullen er niet om strijden. We controleren de hele auto, vinden wat krassen en maken daar foto’s van. Dan vertrekken we, zo ver mogelijk weg van deze hele nare man!
Ons hotel is net buiten Málaga. Daar komen we rond 9 uur aan. We checken in, brengen onze spullen naar de kamer en gaan dan in het bijbehorende restaurant eten. In mijn beste Spaans bestel ik twee hamburgers met friet en mayo en drinken erbij. Ik ben nu al erg blij dat ik Spaans ben gaan leren! Na het eten rommelen we wat aan, voor we gaan slapen. Zo’n reisdag is toch altijd weer vermoeiend.
Weer: | Zonnig en 15 graden |
Doel: | Ronda en Sierra de Grazalema |
Gereisd: | Málaga – Gibraltar, 297 km |
Hotel: | Holiday Inn Express, €52,35 |
Vandaag gaan we lekker toeren, richting onze eerste echte bestemming. Maar eerst ontbijten. Dat is inclusief. Het is niet heel bijzonder, maar voldoet prima. In de ruimte moet je plastic handschoenen aan om iets te pakken. En uiteraard een mondkapje dragen in openbare ruimtes, zoals in heel Spanje.
Om 10 uur zitten we in de auto en gaan we naar Ronda. Dat ligt in de bergen, op 750 meter hoogte. Het is een van de vele typische witte dorpjes in Andalusië en wordt zelfs een van de mooiste genoemd. Door de stad loopt een rivier, de Guadalevin. Die heeft ooit voor een diepe kloof gezorgd, El Tajo de Ronda. Daar is de stad beroemd om.
Over de kloof liggen bruggen. Want ja, mensen hebben nou eenmaal de onbedwingbare behoefte rivieren en kloven over te steken. Dus bouwen we bruggen. Hier is de Puente Nuevo de bekendste. Het verbindt het oude met het nieuwe gedeelte. De brug is niet zo nieuw als de naam doet vermoeden: hij werd in de 18e eeuw gebouwd en in 1793 opgeleverd.
Deze brug is hét gezicht van Ronda, je zult hem op vele foto’s van de bijzondere stad zien pronken. De hele kloof is trouwens ongeveer 50 meter lang en gemiddeld 100 meter diep. Je kunt afdalen naar de vallei en de stad en brug vanaf daar goed bewonderen. Het is een goede plek om foto’s van Ronda te maken.
Wij weten dat als je naar beneden gaat, je meestal ook weer terug omhoog moet. Daarom houden we het bij van bovenaf bekijken. We parkeren in een parkeergarage en wandelen een beetje rond in het plaatsje. Het is er knus en gezellig.
Je hebt hier ook de oudste stenen stierenvechtersarena van Spanje, uit dezelfde tijd als de Puente Nuevo. Twee keer per jaar wordt er nog steeds een stierengevecht gehouden, de andere dagen van het jaar is het een museum. Wij vinden iets van stierenvechten, maar dat is een andere discussie. Spanje is trouwens niet het enige land waar stierengevechten worden gehouden. Van Frankrijk (ja echt waar) tot India en van Tanzania tot Japan worden ze gehouden.
Maar goed, we zijn hier niet om tegen stierenvechten te strijden. We gaan verder met de stad bewonderen. Dat kan prima bij hotel Miguel. Dat zit bij de brug en heeft een restaurant met terras, met uitzicht op de kloof. Daar drinken we een kopje koffie/ thee. Dan wandelen we terug naar de auto. Onderweg komen we langs een bakker met allemaal lekkere dingetjes. We nemen 2 puddingbroodjes met chocola, voor onderweg.
We betalen 3,80 voor het parkeren en rijden dan verder de bergen in. Eerst langs Setenil de las Bodegas. Dat is niet op maar ín de rots gebouwd. Daardoor heb je er rotswoningen, de “abrigos bajo las rocas” oftewel “schuilplaatsen onder de rotsen”. Setenil ligt namelijk in een dal, uitgeslepen door de rivier Trejo. De plaats is ontstaan uit een netwerk van grotten in de rotsen boven de rivier.
Uiteraard zijn de huizen keurig wit geschilderd. Sommigen hebben de rots als dak, op anderen groeit een olijfboomgaard. Het is in elk geval een mooi gezicht. Het is er ook een beetje druk en aangezien we nog verder moeten, bewonderen wij de rotswoningen vanaf een uitkijkpunt.
We kronkelen verder de bergen op en het wordt alsmaar mooier. We zijn in het Sierra de Grazalema Natural Park aangekomen en rijden langs een prachtig blauw meer met de spectaculaire naam Embalse de Zahara-el Gastor. Het ligt vlakbij het leuke witte dorpje Zahara de la Sierra. Daar begint de spectaculaire bergpas Puerto de las Palomas, de Duivenpas. Het is hier erg mooi
We rijden door het mooie plaatsje Grazalema en kronkelen dan de berg weer af. Zo komen we bij de kust uit. Daar slaan we rechtsaf, richting Gibraltar. De komende twee nachten slapen we om de hoek van Gibraltar, in Los Barrios. Aangekomen bij ons hotel checken we in en krijgen een prima kamer. Er is ook een eigen parkeerplaats, we kunnen voor het hotel gratis parkeren.
Als we zijn bijgekomen met een kop koffie, gaan we op zoek naar eten. Vlakbij ons hotel is een winkelcentrum. Daar zagen we op de heenweg ook wat restaurants zitten, dus wandelen we daar naartoe. We zien een Amerikaanse hamburgertent. De rest ziet er niet aantrekkelijk uit, hoofdzakelijk fastfood. Nou ja, dat zijn hamburgers natuurlijk ook, maar we gaan het toch nog een keer proberen.
Geheel on-Amerikaans duurt het zeker een half uur voor onze burgers er eindelijk zijn. Vergeleken met de hamburgers van gisteren smaken deze uitstekend. Het zijn echter niet de beste ooit, we hebben wel eens betere gehad. Kost wel 33 piek, inclusief drinken. We wagen ons maar niet aan een toetje, die halen we wel verderop bij de Burger King.
Die zit in de centrale hal en daar is het een tering-herrie. Wat een verschrikkelijk oord is dit! Het wikelcentrum is namelijk vooral een vermaakscentrum voor kinderen en jeugd. Het is er druk en lawaaierig. Voor morgen gaan we echt iets fatsoenlijks uitzoeken. Nu zijn we blij dat we de boel op hebben en weg kunnen. Terug naar ons hotel, waar we nog wat relaxen voor we gaan slapen.
Weer: | Prima, ca. 16 graden |
Doel: | Gibraltar |
Gereisd: | Lopend & kabelbaan |
Hotel: | Holiday Inn Express, €52,35 |
Vandaag gaan we naar Gibraltar. Gibraltar is een Brits overzees gebied en het is een schiereiland dat onderaan Spanje hangt. Het is slechts 6,8 km2 groot en bestaat hoofdzakelijk uit een rots. De Rots van Gibraltar. Ja, het wordt niet origineler dan dat. De verovering van Gibraltar op de Spanjaarden was een Engels-Nederlands onderonsje. Het werd daarna aan Engeland overgedragen en sindsdien valt het onder het Verenigd Koninkrijk.
Spanje vindt echter dat het aanhangsel prima bij hun land ingelijfd kan worden. Daar zijn de Gibraltarezen – ja, dat is een woord – het niet mee eens. In 2002 was er weer eens een referendum over en werd het idee opnieuw verworpen, met maar liefst 99% van de stemmen. Ze hebben hun eigen grondwet, regelen hun eigen zaken, maar rekenen op het VK voor defensie en buitenlandse zaken. Werkt allemaal prima. Hoewel…
Toen kwam er opeens een Brexit, effectief sinds 31-01-2020. Als Gibraltar ook mee zou doen met de Brexit, zou er een harde grens moeten komen met Spanje. Daar zouden vooral die 15.000 mensen, die dagelijks de grens oversteken voor woon-werkverkeer, last van hebben. Dat vond ook 96% van de bevolking, dat tegen de Brexit stemde. De oplossing: als enig onderdeel van de VK hoort Gibraltar bij het Schengengebied. Daardoor kunnen wij er ook zo naartoe.
Het is maar een kwartiertje rijden vanaf ons hotel. We moeten we wel door de douane, om binnen te komen. Ik had gelezen dat er daardoor een lange rij auto’s voor de grens kan staan. Je kunt daarom beter net voor de grens parkeren en dan lopend erdoor. Hebben we ook geen gedoe dat we met onze huurauto naar een ander land willen. Dus parkeren we met voor de grens. We lopen eerst Spanje uit en dan Gibraltar binnen. Dat is inclusief paspoortcontrole, maar coronabewijzen worden niet gecontroleerd. Gaat gemakkelijk.
Die rij met auto’s blijkt achteraf ook wel mee te vallen. Ach, we zijn er nu ook. Tenminste, om echt in Gibraltar te komen, moet je het vliegveld oversteken. Letterlijk over de landingsbaan. Wel even kijken of er niet net een vliegtuig aankomt of vertrekt. Aan de andere kant van het vliegveld kun je een gratis shuttlebus nemen naar de kabelbaan, waarmee je de Rots van Gibraltar op kunt. Of je loopt een half uurtje, zodat je ook nog wat van de stad/ het land te zien krijgt.
Dat doen wij, lekker op ons gemakje. We gaan door de Grand Casemates Gates en komen zo op het gezellige Grand Casemates Square. Daar komt net een groepje Britse soldaten aangemarcheerd. Er is iets met een sleutel. Eentje roept tenminste iets over “the key, the key”. Ze doen een rondje, salueren een paar keer en dan is de show afgelopen, terwijl aan de andere kant een fanfareband begint te spelen. Zal wel iets met kerst en het weekend te maken hebben.
Wij lopen verder door Mainstreet, de hoofd- en winkelstraat van Gibraltar. Zo komen we uiteindelijk uit bij de kabelbaan. De kaartjes had ik thuis al gekocht. Ik ben voor the whole shebam gegaan: retourtje kabelbaan en toegang tot de Nature Reserve. Dat kost de lieve som van 30 pond pp, oftewel €72,- voor ons tweeën. Hopelijk is het dat waard. We kunnen al vlot instappen in een kabelkarretje en samen met nog vier anderen maken we de tocht naar boven.
Uiteraard is het uitzicht daar fenomenaal. Beetje zoals Hong Kong, maar met minder gebouwen. Als we het uitzicht hebben bewonderd, lopen we door de Nature Reserve. Daar vind je bijvoorbeeld de Skywalk. Dit glazen uitzichtplatform is in 2018 geopend door Luke Skywalker, begeleid door enkele Stormtroopers. Echt waar. Verder heb je hier apen. Veel apen. Andy houdt niet van apen. Nooit gedaan, zal ook wel nooit komen.
Ze doen op zich niets, maar je moet wel oppassen voor je spullen. Zo gaat eentje er vandoor met iemands mondkapje. Het zijn trouwens berberapen en die komen in Europa alleen in het wild voor op deze rots. Er leven hier een stuk of 200. De legende gaat dat zolang er apen op de rots leven, Gibraltar in handen blijft van de Britten. Zodra de apen weg zijn, gaat het over naar de Spanjaarden. De Britten doen er daarom alles aan om ervoor te zorgen dat de apen op de rots blijven…
Heb je zin in nog meer wandelen, kun je op zoek gaan naar de Suspension Bridge. Die had ik vanaf de grond wel gezien, maar is nu wat lastig te vinden. Tenzij je zin hebt om een eind naar beneden te wandelen, denk ik. Wij houden het hierbij, we klauteren de weg omhoog en terug naar de kabelbaan en nemen plaats voor het ritje terug. Was het het best hoge bedrag waard? Mèh. Achteraf zou ik de Nature Reserve laten zitten en alleen voor het uitzicht en de ervaring gaan.
We wandelen terug naar het centrum. We komen langs een Engels restaurantje. We hebben wel trek en nemen een omelet met sausage plus een pie met friet. Smaakt allebei niet. Nou ja, het vult, zullen we maar zeggen. We kuieren terug naar de auto. Weer die landingsbaan over en dan zijn we er. Ik betaal voor het parkeren – dat is dan een tientje. Al met al hebben we een leuke dag gehad in Gibraltar. We kunnen in elk geval zeggen dat we op die rots zijn geweest!
We rijden terug naar ons hotel. We komen langs een supermarkt en ik probeer drinken en dergelijke in te slaan. Ik kan alleen niet alles vinden dat ik nodig heb en bovendien staan er lange rijen met volle karren voor de kassa’s. Laat maar, daar ga ik niet bij aansluiten. We rijden een rondje over het industrieterrein en zien dan een grote Carrefour. Daar hebben ze zeker drinken en wat lekkere dingetjes. Het is er in elk geval een stuk rustiger.
Als we hebben ingekocht, gaan we eerst naar ons hotel, beetje bijkomen met een kop koffie. Om 7 uur kijken we de Nederlandse persconferentie, waarin een harde lockdown voor Nederland wordt aangekondigd. Tot 14 januari gaan alle niet-essentiële winkels, restaurants, sportscholen, musea, etc. dicht en krijgen de scholen een langere kerstvakantie. Voor ons verandert er niets. We kunnen hier in Spanje redelijk onze gang gaan, alleen mondkapjes op in openbare ruimtes.
Voor het terugvliegen zijn er vooralsnog ook geen extra regels, aangezien we uit een Schengenland zullen komen. Maar dat is pas over 2 weken en in de tussentijd kan er natuurlijk nog van alles veranderen. Wij maken ons eerst druk over het avondeten. We willen eigenlijk niet naar hetzelfde centrum als gisteren, maar kunnen niet echt goede alternatieven in de buurt vinden. Weet je wat, we rijden er naartoe, halen 2 pizza’s en eten die op onze kamer op. Sounds like a plan. De pizza’s zijn wel okay. Als ze op zijn, kijken we nog wat tv, gaan lekker douchen, relaxen en dan naar bed.
Weer: | Heerlijk, 20 graden |
Doel: | Tarifa, Vejer, Cádiz, Sevilla |
Gereisd: | Gibraltar – Sevilla, 275km |
Hotel: | Zentral Arena Suites, €65,- |
We beginnen met ontbijt in het hotel. Dat valt vandaag tegen. Er is veel op en het brood is niet lekker afgebakken. Nou ja, we doen het ermee. Om 10 uur zitten we in de auto, ready voor een reisdag. Maar wel een mooie! Als eerste rijden we naar het meest zuidelijke puntje van het Europese continent. Dat is in Tarifa. En dan op een klein eilandje, dat met een pier aan het vaste land vastzit.
Nou zou je denken dat je daar fijn even naartoe kunt wandelen. En dat klopt. Als je die ontiegelijke wind uit zou kunnen zetten. Man, je waait hier uit je onderbroek! Dat is nog niet zo erg, het zand waait erin. Je wordt gewoon gezandstraald als je je buiten begeeft. We doen een dappere poging, maar geven het al snel op. Dat is niet te doen. Neemt niet weg dat het hier wel erg mooi is. Ik hoop voor de mensen die hier wonen dat het ook wel eens níet waait. Maar ja, dan zal het wel meteen overspoeld worden door toeristen.
Goed, wij gaan verder. Naar Vejer de la Frontera. Dat is zo’n prachtig wit dorpje, bovenop een berg. Ik had opgezocht waar je het beste uitzicht over het dorp hebt en daar heb ik de navigatie op ingesteld. Helaas stond er niet bij dat je dan door steegjes moet rijden waar maar net een auto doorheen past. Ik hoor naast me het bekende “Janneke weet weer een weggetje hoor”. Gevolgd door “Ik geloof niet dat het de bedoeling is dat hier toeristen rijden”…
Hoewel soms spannend smal, is het wel ontzettend mooi! Kijk dit filmpje maar eens… We komen bij het genoemde uitzichtpunt, waar het beeld van La Cobijada staat, een dame in de oude Castiliaanse klederdracht. Inderdaad, het uitzicht is hier fantastisch! We kronkelen door de vreselijk smalle straatjes weer richting het centrale plein van het dorp, het Plaza de los Pescaitos. Zo komen we bij iets beter begaanbare wegen uit.
We rijden de berg verder naar beneden en vervolgen onze weg naar Cádiz. We komen onderweg trouwens ontelbaar veel windmolens tegen. Niet zo gek, met die wind hier. Cádiz zou een schattige kustplaats moeten zijn. En dat klopt. Er staat een prachtige kathedraal aan de al even prachtige kust. Gooi er wat gekleurde huizen tegenaan en je hebt een mooi Kodak-moment. We parkeren in een parkeergarage en wandelen richting het Castillo de San Sebastián.
Dat is een fort, ligt in zee en is net als het zuidelijkste puntje vanochtend, via een pier te bereiken. Ik wandel ernaartoe, Andy gelooft het wel en blijft op een bankje wachten. En gelijk heeft hij, want het bouwsel aan het einde van de pier is gesloten… Beetje jammer wel. We wandelen terug richting auto. We hebben eigenlijk wel trek in iets en ik moet enorm plassen. Gelukkig zien we een taverne, waar ze broodjes en koffie hebben. Prima.
Dan zoeken we de auto op en rijden naar onze eindbestemming voor vandaag: Sevilla. We passeren Jerez de la Frontera. Dat komt Andy bekend voor, maar hij weet niet meer waarvan. Ik had het van mijn lijstje geschrapt, dus denk dat het niet echt de moeite waard is. Maar ach, we zijn er nu toch en we hebben tijd. We geven de plaatsnaam in, in de verwachting dat we dan in het centrum uitkomen.
Dat klopt niet helemaal en we zien niets dat ons interessant lijkt. Oh, alleen een benzinepomp. Waar we best een beetje duur tanken: €1,50 per liter. Onderweg zagen we steeds €1,40 per liter. Nou ja, €1,50 is nog steeds een koopje, vergeleken met de €1,95 die je momenteel in Nederland betaalt. We geven het op in Jerez en rijden naar Sevilla. Wat je uitspreekt als Sebieja. Ik tenminste, Andy blijft stug Sevielja zeggen.
Ik heb een appartement geboekt bij het centrum. Daar kom je binnen met een code en een sleutel uit een sleutelkluisje. Van beide heb ik per e-mail de codes gekregen. Het appartement is mooi en ruim, met een eigen keuken en een balkonnetje. Zonder uitzicht, dat wel. Wat alleen jammer is, is dat ik twin beds heb geboekt en bevestigd gekregen, maar dat er een tweepersoonsbed staat. Ik bel het contactnummer. Helaas, dat kunnen ze vandaag niet meer veranderen, maar als ik morgenochtend bel, wordt het gefixed.
Wat verder ook een beetje jammer is, is dat tegenover het pand een verzameling zwervers huist. Dat doet wel afbreuk aan het geheel. Er is geen parkeergelegenheid, maar dat wisten we. Ik had al een parkeergarage vlakbij uitgezocht. Als we de bagage naar boven hebben gebracht, rijden we ernaartoe. We vinden een prima plekje, waar de auto best 2 nachten kan blijven staan. Zo, nu gaan we eerst een beetje bijkomen in ons appartement, met een kop koffie erbij.
Dan gaan we op pad voor het avondeten. We zitten pal aan het water, dat we oversteken naar de leuke wijk Triana. We kiezen er een terrasje uit om te gaan eten. We zijn nog niet zo gewend aan de Spaanse manier van eten en we doen ons best een goede maaltijd te bestellen. We nemen een vleesplank, waar allerlei soorten vleeswaar op liggen, aardappeltjes met pittige saus en een focaccia met brie en Spaanse ham.
En dat is bij elkaar lekker en een goed vullende maaltijd. Als we vol zitten, rekenen we de €40,- af en wandelen terug het water over. Daar zit een koffie/churrotentje, waar we nog een goede kop koffie na nemen. Dan vinden we het wel mooi geweest voor vandaag. We gaan het zand van vanochtend in Tarifa van ons afdouchen en dan hopelijk lekker slapen.
Weer: | Heerlijk, 18c of zo |
Doel: | Sevilla |
Gereisd: | Fietsen door Sevilla |
Hotel: | Zentral Arena Suites, €65,- |
We hebben eigenlijk best prima geslapen. Het tweepersoonsbed is groot genoeg om er samen comfortabel in te liggen. We doen dan ook geen moeite meer er twins van te laten maken. We knappen onszelf op en gaan dan op zoek naar ontbijt. Dat is niet zo moeilijk, de straat uit en links zit meteen al een restaurantje. We bestellen brood, ei en koffie en dat smaakt best aardig.
Dan lopen we terug richting ons appartement, want vlakbij in de Mercado de Arenal zit een fietsverhuurder, Seebybike. Een hele aardige gozer verhuurt ons 2 fietsen, voor een tientje per stuk. Die moeten we dan voor 7 uur vanavond weer terugbrengen. Komt helemaal goed. We krijgen een plattegrond van de stad mee en tips van de leukste of mooiste bezienswaardigheden en we kunnen op pad.
We fietsen eerst naar de bestemming die het verste weg is. Dat is de Expo’92. Expo’s zijn universele wereldtentoonstellingen, die al sinds 1851 in verschillende landen worden gehouden. Sinds deze eeuw is dat om de 5 jaar, als het jaar eindigt op een 0 of 5. Die van 2020 wordt in Dubai gehouden. Maar dan in 2021, want die is vanwege de COVID-pandemie uitgesteld naar oktober 2021.
Expo’s zijn grote tentoonstellingen, op grote terreinen en vaak met grote gebouwen of constructies. Die blijven na afloop van zo’n Expo nog wel eens achter. Denk aan de Eiffeltoren in Parijs of het Atomium in Brussel. Hier in Sevilla is het expoterrein later gedeeltelijk in gebruik genomen als bedrijventerrein. Op het deel van de Spaanse paviljoens is een pretpark ontstaan, Isla Mágica.
Er waren een aantal bruggen gebouwd, waarvan de Puente del Alamillo een mooi overblijfsel is. Het lijkt verdacht veel op onze Rotterdamse Erasmusbrug, waarvoor dit ontwerp zomaar de inspiratie kan zijn geweest. Los van de bruggen zijn er nog meer overblijfselen van de expo te vinden. De meesten maken een vervallen indruk. En dat maakt het juist erg leuk!
We bewonderen de kenmerkende wereldbol en kijken op het verlaten terrein van het Paviljoen van de Toekomst, met de replica van de Ariana-raket. We fietsen verder, door de stad naar de Metropol Parasol. Dat is ook een Expo-waardig bouwwerk, maar veel later gerealiseerd. Het was bedoeld om het Plaza de la Encarnación, het plein dat het overspant, nieuw leven in te blazen.
Wat het is? Het is de grootste houten constructie ter wereld en het lijkt op een verzameling paddenstoelen. Hele grote paddenstoelen. Een beetje zoals het lied (“op een grote paddenstoel <…> zat kabouter…”) kun je ook op deze zitten. Want er is een terras bovenop gebouwd. En een wandelroute aangelegd. Helaas had ik dat stukje info gemist toen we er waren, waardoor wij op de begane grond zijn gebleven.
Daar zijn ook terrasjes, waar wij rustig een kopje koffie drinken en het bijzondere bouwwerk bekijken. Dan weer verder, door allemaal leuke smalle straatjes. Zo komen we bij het Plaza San Francisco en het Plaza Nueva uit. Daar parkeren we de fietsen weer en kijken er een beetje rond. Vanaf hier is het een klein stukje fietsen naar de kathedraal met de Giraldatoren.
Andy neemt plaats op een bankje, de fietsen naast hem, en ik loop een rondje om de kathedraal. Als ik aan de achterkant ben, belt Andy me. Huh? Zo lang ben ik toch nog niet weg? Nee, hij klinkt buiten adem. Is hij niet goed geworden misschien? Nee, mijn fiets is gejat! Nee he, het zal toch niet. Ik ga snel terug en zie Andy met nog maar 1 fiets op het bankje. Hij had heel even de andere kant op gekeken en meteen ging er iemand met mijn fiets vandoor.
Andy er snel achteraan op zijn fiets, maar hij kon hem niet tegenhouden. Hij had ook niets om te gooien helaas. Dus ja, dat is pech, fiets weg. We bellen de verhuurder. Die zegt ons naar het politiebureau te gaan om aangifte te doen en een rapport op te laten maken. Dan kunnen we de andere fiets tussen 5 en 7 terugbrengen. Want tussen 2 en 5 is het natuurlijk siëstatijd.
Nu hadden we op het Plaza Nueva een aantal politiemensen gezien. Daar gaan we naartoe en leggen ons probleem uit. Toevallig staat er een dame bij die goed Engels spreekt en ons helpt. Als duidelijk is wat er aan de hand is, worden we naar het politiebureau verwezen, om aangifte te doen. Een van de agenten toetst het adres in Google Maps op mijn telefoon en dan kunnen we op pad.
Ik doe een dappere poging om bij Andy achterop te zitten, maar die houding hou ik niet lang vol. Bagagedragers zijn veel korter en veel oncomfortabeler dan ze vroeger waren… Ik ga lopen, terwijl Andy langzaam meefietst. Het is zo’n 1,5 kilometer naar het bureau. Daar vertellen we ons probleem, moeten we even wachten en worden dan een kamertje in geleid.
We kunnen telefonisch aangifte doen bij een Engels sprekende agent. Die maakt dan het rapport en met dat nummer kunnen we ons melden bij de agent van dienst. Okay. Zo jammer dat de computer van de telefoonagent ermee uitscheidt. Of ik over een kwartier terug wil bellen. Tuurlijk joh. Kan er ook nog wel bij. We moeten vanaf het bureau bellen omdat het a) een speciaal telefoonnummer is en b) we dan de aangifte meteen meekrijgen.
Na een half uur doet de computer het weer en kan ik terugbellen. Het hele verhaal inclusief verslag van het gebeurde en beschrijving van de dader wordt vastgelegd. Dan krijg ik een nummer te horen. Dat geef ik door aan de agent ter plaatse en die tovert vervolgens het rapport uit een printer. Even controleren, paar aanpassinkjes en dan opnieuw printen, tekenen en stempelen. Zo, ik heb een officieel rapport van de diefstal. De agent is trouwens erg aardig, we maken wat grapjes tussendoor.
Naast het bureau is een café, waar we eerst eens gaan bijkomen met een kop koffie/ thee. Goed, plan de campagne. We hebben kaartjes voor het Koninklijk Paleis Real Alcazar, voor het tijdslot van 16 uur. Het is nu half 4. Aangezien we de fiets toch pas na vijven terug kunnen brengen en we niet onze hele dag door de diefstal willen laten verpesten, gaan we daar toch naartoe.
Naar het Alcazar is met de fiets 10 minuutjes, maar met de combi fietsen/ lopen en een bijzondere route van Google Maps doen we er een half uur over. Geen probleem, want er staat een redelijke rij voor de ingang. Dat loopt gelukkig wel vlot door. We laten onze kaartjes scannen, moeten zelf ook even door de veiligheidsscan en dan staan we binnen.
In het Real Alcazar. Dit koninklijk paleis is nog steeds in gebruik door de Koninklijke familie, ze verblijven er als ze in Sevilla zijn. Het is een prachtig gebouw in Moorse stijl, met een schitterend binnenplein. Het staat dan ook – samen met de kathedraal – op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Er geldt een maximaal aantal bezoekers per dag, ook als er geen pandemie is.
Het is daarom slim vooraf kaartjes te regelen. Vooral in het hoogseizoen natuurlijk. Op maandagen is de toegang gratis. Je hebt dan wel een kaartje nodig, want ook dan max. zoveel mensen. Het gratis kaartje kost 1 euro aan administratiekosten. Gratis voor een euro… Het is toevallig vandaag maandag en wij hadden zo’n kaartje. Ik geloof dat op andere dagen de ticketprijzen beginnen bij €13,50.
We wandelen door het paleis en door de tuinen. Het is inderdaad prachtig en best indrukwekkend. Als we het wel genoeg vinden, zoeken we de uitgang en Andy’s fiets. Oh, een ijstentje! Daar hebben we wel zin in. Dan gaan we terug richting hotel. Dat doen we langs het water, zodat we de Torre del Oro nog zien en een goed uitzicht hebben op Triana. Dat is die gezellige wijk waar we gisteravond aten.
Rond half 6 zijn we terug bij de fietsverhuurder. Daar overhandig ik wat er nog over is van mijn fiets: de sleutel van de ketting. De aardige gozer verontschuldigt zich voor zijn stad. Joh, daar kan hij toch niets aan doen. Wij vinden het erg vervelend dat dit is gebeurd! Uiteraard betalen we de kosten van de fiets. Met creditcard, zodat ik het hopelijk terug kan krijgen van Mastercard. En anders hebben we nog een reisverzekering. De kosten vallen trouwens mee: €120,-.
We nemen afscheid van de vriendelijke man en gaan naar ons appartement. Zo, eerst eens bijkomen met een kop koffie. Dan gaan we op pad voor het avondeten. We lopen de brug over naar Triana en kiezen er weer een terrasje uit. Het begint wat te regenen, maar gelukkig zitten we droog onder een parasol. We bestellen pork met ham en kalfsvlees, met friet. Smaakt niet echt lekker. Nou ja, het vult.
Voor de nasmaak nemen we wel een ijsje van de overkant, waar ze Italiaans ijs hebben. Dan lopen we snel terug naar ons appartement, want het blijft nu gestaag regenen. Gauw naar binnen, beetje opwarmen voor we gaan slapen.
Weer: | 15c, soms een drup regen |
Doel: | Córdoba en de Mesquita |
Gereisd: | Sevilla – Córdoba, 163km |
Hotel: | Carpe Diem, €70,- |
Vandaag is best een relaxte dag. Eerst brengen we onze bagage naar de auto, dan gaan we ontbijten bij de cafetaria op de hoek. Croissants met ham en kaas en koffie erbij. Nog even plassen in het appartement en dan de sleutel inleveren in de sleutelbox in de hal. Dan halen we de auto op en betalen €37,- voor de 2 nachten. Lijkt duur, maar dat is vrij normaal in Spanje.
Gisteren zijn we door het gedoe met de fiets niet naar het Plaza de Espana geweest. Dat is jammer, want het is het bekendste en meest bezochte plein van de stad. Daarom doen we vandaag een laffe poging er te komen. We parkeren in de dichtstbijzijnde parkeergarage, maar besluiten dan dat het verder lopen is dan waar we zin in hebben. Ach, laat ook maar – vandaar de laffe poging.
We gaan naar onze bestemming voor vandaag: Córdoba. Dat is niet zo ver, kleine 150 kilometer. We pakken de snelweg en komen er 1,5 uur later aan. We landen middenin een optocht van auto’s met vlaggen, waardoor we niet meteen kunnen afslaan waar dat moet. Later blijkt dat het een demonstratie van/voor boeren was. Maar dan zonder tractors, in elk geval dat wij hebben kunnen zien.
Anyhow, we komen uiteindelijk bij ons hotel. Dat ligt middenin de stad. We laden onze bagage uit en een meisje van het hotel helpt Andy de parkeergarage te vinden. Zoals Andy later vertelt, was het een uitdaging er te parkeren. Je moet een heel steil pad af en dan op een bijzondere manier achteruit inparkeren. Gelukkig kan Andy heel goed rijden, dit was voor hem een eitje.
Als hij weer terug is, checken we in – Andy had de paspoorten bij zich, we moesten even wachten. We hebben de junior suite geboekt, blijkt. Die is erg ruim. Als we zijn geïnstalleerd, ga ik snel op zoek naar een supermarkt. We hebben de voorraad drinken namelijk in de auto laten liggen en nu hebben we niets om koffie mee te maken. Google Maps snapt niet zo goed hoe ik moet lopen en net als ik het wil opgeven, zie ik een ijssalon dat ook drinken verkoopt. En flesjes water. Gelukkig, mission accomplished.
Zo, nu kunnen we eerst een kopje koffie nemen, voor we Córdoba gaan verkennen. De belangrijkste bezienswaardigheid hier is de Mezquita. Dat is een kathedraal / moskee. Het heeft als allebei dienst gedaan. Daardoor heeft het een bijzonder interieur. Je hebt er de typische zuilen van een moskee en de relikwieën van een kathedraal. Ik heb er toegangskaartjes voor, voor 16 uur. Die kaartjes kostten 11 euro per stuk.
We wandelen op ons gemak naar het gebouw, door allemaal leuke smalle straatjes. Bij veel huizen is een soort binnentuintje en aangezien sommigen de poort open hebben, kunnen we naar binnen gluren. Op een aantal dagen per jaar zijn die patio’s opengesteld voor publiek. Er is dan een heus patiofestival. Als je rond die tijd in de buurt bent, zou ik daar zeker naartoe gaan. Je kunt via de officiële website een wandelroute uitkiezen. Vandaag zijn ze niet open, we gluren stiekem hier en daar naar binnen.
We zijn iets te vroeg bij de moskee, we wachten even. Dan mogen we naar binnen. We bewonderen de bijzondere pilaren en gekleurde bogen. Erg mooi. Langs de wanden zijn allemaal displays met iconen en Jezusbeelden. We wandelen rustig rond, het is een groot gebouw. Als we genoeg foto’s hebben genomen, zoeken we de uitgang en wandelen op ons gemakje richting het water. Langs de stad loopt de rivier Guadalquivir. Die is best lang en gaat ook door Sevilla.
Uiteraard, zeg je rivier, zeg je bruggen. We komen bij een mooie uit, de Puente Romano. Inderdaad, een Romeinse brug, met aan de ene kant de Puerte del Puente en aan de andere kant de Torre de Calahorra, twee stoere poorten. Langs het water wandelen we naar het Alcazar van Córdoba. Om daar in te kunnen moet je ook weer kaartjes hebben. Dat vinden we een beetje overdreven, we houden het bij maximaal 1 gebouw per dag.
We wandelen rustig terug richting ons hotel. Weer door die leuke smalle straatjes. Onderweg komen we een cafetaria tegen, waar ze ijs verkopen. Dat lusten we wel, hoewel erg duur: 9 piek voor 2 bakjes met 2 bolletjes. Terug in onze kamer gaan we eerst een beetje bijkomen van de wandeling. Dan gaan we op pad voor het avondeten. Op het pleintje vlakbij ons hotel is een tafeltje vrij. De gezellige ober helpt ons aan een bordje chorizo, een bordje kroketten en een bordje gebakken aardappeltjes. Vooral de chorizo is erg lekker.
We laten ons verleiden om koffie en cake na te nemen. De cake is van hier en heeft wel iets van boterstaaf. Als we vol zitten, rekenen we af en wandelen nog even door de winkelstraat. Aan het einde is een groot plein met allemaal kraampjes en heel veel kerstverlichting. Het is er best wel druk. Hier draagt trouwens bijna iedereen op straat ook een mondkapje, vooral op plekken waar het wat drukker is. Als we zijn uitgekeken, gaan we terug naar ons hotel. We drinken nog een kopje thee, relaxen wat en gaan dan weer lekker douchen en slapen.
Weer: | 15c en half bewolkt |
Doel: | Consuegra en Toledo |
Gereisd: | Córdoba – Toledo, 345 km |
Hotel: | Sercotel Alfonso VI, €64,- |
Als we wakker worden, regent het een beetje. Geen weer om buiten te ontbijten. Dat doen we daarom in een kleine cafetaria, net om de hoek in de winkelstraat. Daar is het gezellig druk. Hans & Gerda uit Zeeland zijn er ook, aan hun outfits te zien zijn ze met de camper… We bestellen brood met ei, de heerlijke Spaanse ham en koffie erbij. Smaakt prima. Dan gaan we inpakken en de auto halen. We moeten trouwens nog wel even betalen voor de parkeergarage: €17,- per nacht. Ik zie nu de uitdaging die Andy gisteren had om erin te komen: dat is inderdaad steil en krap!
Officieel moeten we de halve stad doorrijden om weer bij ons hotel te komen. Onofficieel rijdt Andy dat kleine stukje tegen het verkeer in… Sst! We gooien onze koffers in de auto en gaan dan op pad, met het verkeer mee Córdoba uit. Onze volgende bestemming is Toledo, naar ze zeggen een van de mooiste en oudste steden van Spanje. Het historische centrum staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. We zijn benieuwd.
Op weg ernaartoe heb ik een stop gepland in Consuegra. Daar zijn de molens van Don Quichot te vinden. Ja, ik moest ook even opzoeken hoe het verhaal van Don Quichot ook alweer gaat. Het is namelijk een boek, geschreven door Cervantes in de 17e eeuw. Het vertelt de komische reisavonturen van de oude edelman Don Quichot, die denkt dat hij een dolende ridder is. Het moraal van het verhaal is dat hij een idealist is, een dwaze held die zich met zijn goede bedoelingen maar onpraktische daden min of meer belachelijk maakt.
Hij krijgt tijdens zijn trektocht gezelschap van zijn buurman en dienaar Sancho Panza. Dat is een kleine boer, analfabeet maar zeker niet dom. Hij weet drommels goed dat zijn meester niet goed snik is. Vanwege het vele lekkere eten en drinken onderweg blijft hij hem echter wel trouw. Bekend is de strijd van Don Quichot tegen de windmolens. Hij denkt dat het reuzen zijn. Van die windmolens staan er diverse in het land, in Consuegra maar liefst 11 bij elkaar. De ideale plek als Don Quichot-locatie.
Het is nog wel een uurtje of 2, 3 rijden en de route is niet bijster interessant. Tot nu toe heeft het landschap van Spanje ons nog niet omver geblazen van schoonheid. Soms een mooi gedeelte, maar vaker niet dan wel. Het is heuvelachtig en we zouden net zo goed door Amerika kunnen rijden. Anyhow. We komen aan bij Consuegra en zien de witte molens al op de berg boven de stad uitsteken. We zoeken de weg ernaartoe. Je kunt er helemaal met de auto komen. Het weer is perfect voor de molens: blauwe lucht en witte wolken. Een strakblauwe lucht zal ook best mooi zijn, maar deze doet het ook prima. Er staan hier 11 molens en er is een kasteel, altijd leuk. Al met al is het er behoorlijk fotogeniek en ik vermaak me dan ook prima met mijn camera.
Als we zijn uitgekeken, gaan we de berg weer naar beneden en verder op pad naar Toledo. Ons hotel daar is in het historische gedeelte. Bovenop de berg, zoals blijkt. We parkeren in het straatje ervoor, zodat we kunnen inchecken en de bagage naar onze kamer kunnen brengen. Klein stukje verder zijn 2 parkeergarages, waar je met hotelkorting voor 15 euro per dag kunt parkeren. Het is nog vroeg, uurtje of 4, en we gaan alvast een beetje de stad bekijken. We wandelen de straat af naar beneden, waar een mooi uitzicht is op het Alcazar. Want ook hier mag een fort niet ontbreken natuurlijk. In dit fort is tegenwoordig de bibliotheek en het legermuseum gevestigd. We hebben niet echt de behoefte het van binnen te bekijken.
Liever genieten we van het uitzicht hier onderaan het Alcazar. Om de berg waar Toledo op is gebouwd, loopt de Taag. Deze rivier is maar liefst 1.000 kilometer lang – 1.008 om precies te zijn – en stroomt door Spanje en Portugal. Bij Lissabon gaat hij de Atlantische Oceaan in. We lopen de straat weer omhoog – het nadeel als je naar beneden bent gegaan. Dan de andere kant op, naar het Zocodover Plein. Dat is kleiner dan de plaatjes deden vermoeden. Achter het plein is het winkelgedeelte. En gaan de straatjes al snel weer steil naar beneden. Okay, dat is niet echt handig, al dat dalen en vooral klimmen is teveel van het goede. Voor nu blijven we een beetje rond het plein hangen.
Ik zie een winkeltje waar ze tassen van kurk verkopen. Die zag ik al eerder en aangezien ik toch aan een nieuwe tas toe ben, schaf ik er eentje aan. Een schattig tasje voor nog geen 20 piek. Ze verkopen er ook stapels met mondkapjes en blijkbaar is er een nieuwe soort, die beter beschermt dan eerdere. We nemen een pak mee. Deze zitten wel prettig, voor zover mondkapjes prettig zitten. Andy heeft zin in ijs en in diezelfde winkel hebben ze ook churros. Dat zijn gefrituurde deegstengels. Hoewel die ook al hun intrede in Nederland hebben gemaakt, hebben we het nog nooit op. Ik neem churros met chocola, Andy neemt ijs. Churros smaken een beetje naar oliebol, maar dan anders. Ik ben niet per se meteen groot fan. Nou ja, weten we dat ook weer.
We gaan terug naar ons hotel, voor een kop koffie en een kleine siësta. Dan gaan we op zoek naar een restaurant. Dat valt nog niet mee. Volgens Google Maps stikt het er de moord van, maar wij vinden er niet zoveel. Net als we er bijna chagrijnig van worden, zien we een pizzatentje. Mooi, daar hebben we best zin in. We kunnen lekker buiten zitten. Bij de terraskachel is dat prima te doen. De pizza’s smaken goed, niks mis mee. Als we klaar zijn, nemen we om de hoek een bakje ijs als toetje. Dat eten we op het Zocodoverplein op, kunnen we nog een beetje mensen kijken.
Het wordt nu toch wel een beetje fris. We hebben geen jassen aan, dus gaan we terug naar het hotel. Lekker douchen, of dat was het plan. We hebben een of ander futuristisch doucheding. Jammer dat er maar uit 1 onderdeel water komt en dat is de zij-douchekop. Die moet je in je hand houden, wil je er water van voelen of je haren wassen. Boven ons is trouwens een kudde olifanten neergestreken, want we horen aan een stuk gebonk en lawaai. Dat plus de douche maakt dat Andy een andere kamer gaat regelen. En krijgt. Snel pakken we alles in en verhuizen een verdieping omhoog. Niemand naast of boven ons, ideaal. Nu kunnen we tenminste nog een beetje bijkomen en hopelijk lekker slapen.
Weer: | Ochtend zon, middag regen |
Doel: | Toledo en omstreken |
Gereisd: | Rondom Toledo, 220 km |
Hotel: | Sercotel Alfonso VI, €64,- |
Niet lekker geslapen. We hadden de balkondeur opengelaten, omdat het best warm was in de kamer. Want ook hier is de centrale airco uitgeschakeld omdat het winter is. Basterds. Om een uur of 4 kwam er een groep feestgangers of zo langs, met een hoop gegil en geschreeuw. Ik werd er in elk geval wakker van. Gauw de balkondeur dicht, maar toen werd het al snel weer warm. Dus niet lekker geslapen.
We hebben bij dit hotel geen ontbijt geregeld. Gisteren zagen we in de stad heerlijke broodjes Spaanse ham, dat lijkt ons een beter idee voor ontbijt. Ik ga 2 bocadillos met ham en kaas halen. Die eten we op het balkonnetje op, want het kruimelt nogal. Maar het is wel erg lekker! Goed, we maken een plan voor vandaag. Gisteren zagen we dat rondwandelen, wat eigenlijk het plan was, geen goed idee is. Teveel steile straatjes.
Nu gaat er een toeristentreintje. Die rijdt elk half uur in 3 kwartier een rondje door de stad. En zit bomvol, zoals we gisteren zagen. Hoewel iedereen een mondkapje draagt, vinden we dat geen goed plan. Er zou ook een hop on bus moeten gaan, maar die hebben we nog helemaal niet zien rijden. Nou zijn we ook niet per se fan, want vaak rijden die dingen idioot hard en als je ergens uitstapt, duurt het vaak weer een eeuwigheid voor de volgende komt. Bovendien is het niet echt warm vandaag, geen weer om bovenop een bus te zitten.
Weet je wat? We doen het rondje zelf wel met onze eigen auto! Kan natuurlijk net zo goed. Moeten we eerst de auto ophalen. Bij de receptie van ons hotel vragen en krijgen we een kortingskaartje voor de parkeergarage. Daarmee kunnen we voor 15 euro onze auto ophalen. Ik stippel een route uit en het genieten kan beginnen. We rijden door en om de stad en uiteindelijk naar het uitkijkpunt Mirrador del Valle. Daar stoppen ook het treintje en de hop on bus… Het uitzicht is er magnifiek! Toledo is inderdaad een schitterende stad.
Als vestingstad wordt het eerst beschermd door de Taag en dan door de stadsmuur. Beiden gaan helemaal om de stad. In de stadsmuur zitten grote, indrukwekkende poorten en dan krijg je de steile straatjes omhoog. Behalve het gigantische Alcazar is er ook een grote kathedraal, die je vanaf dit punt goed kunt zien. Zo zijn we de hele ochtend zoet met alle mooie plekjes bekijken. Dan hebben we de middag nog over.
We hebben wel eens gehoord dat er in Spanje veel spookstadjes zijn. Dat lijkt ons wel leuk om te bekijken. Ik heb er een gevonden die redelijk in de buurt ligt. Er is ook nog een koninklijk paleis niet te ver weg. Die twee kunnen we mooi combineren met een rondritje. We rijden eerst naar het paleis. Dat heet voluit Palacio Real de Aranjuez en ook dit paleis wordt nog steeds door de koning van Spanje gebruikt. Het paleis wordt omringd door grote tuinen, waar je prima kunt wandelen. Er is ook een beeldentuin met water. Alles samen is het indrukwekkend groot. Mooi hoor.
Dan rijden we verder naar El Alamin, wat het spookstadje moet zijn. Het werd in 1957 aangelegd door graaf Ruiseñada, zodat hij er zijn werknemers kon huisvesten. Het dorp telt maar een paar straten, met 40 huisjes voor kleine gezinnen en 2 voor grotere families. De bewoners mochten er gratis wonen en betaalden alleen een kleine bijdrage voor elektra. In 1996 verlieten de laatsten van de ooit 150 inwoners het dorp en sindsdien ligt het er verlaten bij. De route ernaartoe is niet bijster interessant Bovendien begint het te regenen en daar houdt het ook niet meer mee op. Als we er aankomen, zien we allesbehalve een verlaten stad. Dit is een levendig dorp, niks geen spookstad. Misschien is het hier in de buurt? Omdat het regent hebben we niet veel zin te gaan zoeken.
We rijden weer terug. Ook weer over een niet heel interessante route. Rond half 5 zijn we terug in Toledo. We parkeren in dezelfde parkeergarage en gaan dan eerst eens bijkomen met koffie en een siësta. Voor het avondeten kijken we of er om de hoek inderdaad een restaurant zit, want dat zou wel zo makkelijk zijn. Nee, daar zit niks. Dat is jammer. Dan proberen we het restaurantje van gisteren weer te vinden. Dat lukt. Het is gesloten. Ook jammer. We lopen terug naar het Zocodoverplein.
Onderweg koop ik voor 4 piek een parapluutje, want die regen begint nu wel vervelend te worden. Op het plein kijken we op Google Maps waar we nog meer restaurant kunnen vinden. Ah, de andere kant op. En inderdaad, om de hoek zien we een restaurant. Er hangt alleen een groep jongelui omheen en daar hebben we geen zin in. Maar aan de overkant is er ook een, doe die maar. We gaan voor de verandering binnen zitten, buiten zit het vol.
We bestellen carcamusas, het traditionele gerecht dat de specialiteit is van Toledo. Het bestaat uit gestoofd varkensvlees met chorizo, tomaat en erwtjes. Ook bestellen we Iberische ribbetjes met friet. Dat laatste is niet echt lekker. Het drijft in het vet en daardoor de friet ook. De carcamusas is wel lekker, maar eerder iets dat ik thuis zou kunnen maken dan om nog eens in een restaurant te bestellen. We wagen ons maar niet aan een toetje, we kopen straks wel ergens een lekker bakje ijs. We rekenen af en wandelen richting ijssalon. Gelukkig kunnen we er binnen zitten, zodat we het droog op kunnen eten. Dan terug naar ons hotel, beetje tv kijken, relaxen en lekker slapen.
Weer: | Grijs en grauw |
Doel: | Ávila, Segovia en Madrid |
Gereisd: | Toledo – Madrid, 365 km |
Hotel: | Rafael Hoteles Piramides, €64,50 |
Het is ook vandaag helaas geen denderend weer. Het is grijs en grauw en het regent regelmatig. Gelukkig is het weer een reisdag, al teveel last zullen we daar niet van hebben. Onze volgende bestemming is de hoofdstad van Spanje, Madrid. Dat ligt hier vlakbij, 65 kilometer verderop. Tenzij je mij een route laat uitstippelen, dan is de route opeens 365 kilometer lang…
Eerst rijden we naar Ávila, want dat moet een mooi dorpje zijn. Er is een uitzichtpunt vanaf waar je een goed zicht hebt op de ommuurde plaats. Inderdaad, ziet er gezellig uit. Vanaf daar rijden we de bergen tegemoet. Op een aantal ligt sneeuw.
We rijden door naar Segovia. Dit is een nog mooiere stad dan Ávila. Het eerste dat we zien is een grote toegangspoort, gevolgd door een mooi kasteel. Uiteraard is er ook een Alcazar en een prachtige kathedraal. We rijden door het stadje en komen zo bij het indrukwekkende viaduct uit. Die is echt mega oud, hij werd in de 1e (eerste) eeuw gebouw.
Dan kiezen we een route door de bergen en dat is erg gaaf. We rijden alleen al snel de wolken in. Dat klinkt leuk, maar helaas zijn wolken niet zo schattig en knuffelig als ze er van een afstand uitzien. Als je erin rijdt, is het gewoon natte mist. Ach, dat heeft ook zijn charmes.
Volgende bestemming is een uitzichtpunt, vanaf waar we goed zicht hebben op El Escorial. Dat is een paleis, dat voluit Real Monasterio de San Lorenzo de El Escorial heet. Het ligt in het plaatsje San Lorenzo de El Escorial. Vandaar de naam. De route naar het uitzichtpunt gaat erg steil omhoog. Andy vraagt een keer of ik zeker weet dat dit goed is. Uhm, ik denk het wel…
We rijden verder, tot we niet verder kunnen. Letterlijk, want de rest van de route is afgesloten. Flauw hoor. Er zit niets anders op, we rijden weer naar beneden. Zo komen we op begane grond en langs het paleis. Maar ja, dan heb je er geen goed zicht op, want dan ben je er veel te dichtbij. Bovendien regent het nu aardig door, we hebben weinig zin naar buiten te gaan.
We geven de route naar onze eindbestemming in. In Madrid zit ons hotel aan de rand van de stad. Het heeft een eigen parkeergarage en zit tegenover een metrostation. Vandaar deze keuze. Er is genoeg plek in de garage en gelukkig is die ook ruim genoeg. We kunnen inpandig naar de receptie lopen, waar we inchecken en dan eerst onze kamer gaan bekijken. Die is prima, lekker ruim. Alleen een beetje warm, want uiteraard is ook hier weer de centrale airco uitgeschakeld. Zo jammer.
Goed, als we zijn geïnstalleerd en bijgekomen, gaan we op pad voor het avondeten. Om de hoek zou een restaurant moeten zitten, dat ook nog een goede waardering heeft. Die zit er, maar is gesloten. Misschien omdat het kerstavond is, misschien voorgoed. Wie zal het zeggen. Dan wandelen we eerst wel naar het water en de Toledo-brug, kijken wat we tegenkomen. De brug is best mooi, met aan beide kanten een keurig aangelegde tuin en uitzicht op de moderne voetgangersbrug Arganzuela.
We wandelen weer terug richting hotel, waar we een kebabzaakje hadden gezien. Vinden wij prima voor het avondeten. En zo smaakt het ook. Als we klaar zijn, halen we bij het winkeltje verderop nog een ijsje als toetje en dan terug naar het hotel. In de omgeving is namelijk weinig te beleven en het weer is nog steeds niet je van het. We kijken wat tv, gaan douchen en dan slapen.
Weer: | Regen, regen, regen |
Doel: | Madrid |
Gereisd: | Met de metro |
Hotel: | Rafael Hoteles Piramides, €64,50 |
Het regent. De hele dag. En dat is jammer. Gelukkig smelten we niet zo gauw. We hadden al bedacht om Madrid per metro te gaan verkennen. Met dit weer is dat ook de beste optie. We stappen vanuit ons hotel zo metrostation Piramides binnen. Daar kunnen we een dagkaart kopen, waarmee we onbeperkt kunnen reizen. En dat voor slechts €8,40 per persoon. Moeten we alleen de juiste machine zien te vinden. Met de machines die er staan, lukt het ons niet.
Gelukkig is er een meisje dat goed Engels spreekt en zij helpt ons. Het aanwezige personeel spreekt namelijk alleen Spaans en ik snap geen reet van wat ze zeggen. Ah, we moeten een verdieping lager zijn. Dit is het treinstation, we moeten naar het metrostation. Kijk, daar staan machines waarmee het lukt twee kaartjes te kopen. We gaan met de groene lijn naar halte Opera, voor de eerste bezienswaardigheden.
Als we zijn uitgestapt, kijken we of we iets zien waar we kunnen ontbijten. We hebben namelijk nog niets op. We zien alleen een Starbucks. Vooruit maar. We nemen elk 2 broodjes en koffie en zijn daar maar liefst 20 piek voor kwijt. En dat het nou superlekker is… Goed, maar gauw op pad. Eerste doel is het koninklijk paleis. Dat is erg groot en erg mooi. Het is het werkpaleis van de Spaanse koning. Net als onze koning Paleis Noordeinde in Den Haag heeft als kantoor.
Deze is alleen een tandje groter. Met zijn 135 km2 oppervlakte is het zelfs het grootste koninklijke paleis ter wereld. Op gewone dagen kun je het paleis bezoeken. Alleen tijdens officiële ceremonies mag je er niet in. Tenzij je bent uitgenodigd voor die ceremonie, natuurlijk. Tegenover het paleis staat de imposante kathedraal. Die is open en we nemen een kijkje binnen. Niet de mooiste kathedraal die we ooit van binnen hebben gezien helaas. Ik verbaas me nog even over de mevrouw die zo nodig een selfie moet maken. In de kathedraal. Serieus.
Goed, als we zijn uitgekeken, wandelen we de Calle Mayor af. Zo komen we langs Mercado San Miguel. In het mooie pand is een markt gevestigd, hetzelfde idee als in de Markthal in Rotterdam. En net als in Rotterdam is het hier idioot druk binnen. Gauw weer naar buiten. Daar staat iemand parapluutjes te verkopen. Het wordt inderdaad tijd dat Andy zijn eigen parapluutje krijgt en hij onderhandelt er eentje voor slechts 2 euro. Zo, nu kunnen we allebei enigszins droog rondlopen.
We wandelen verder, naar het Plaza Mayor. Op het gezellige plein is uiteraard een kerstmarkt en staat een grote kerstboom. Weer verder komen we bij metrohalte Sol. Dat is een beetje het hart van de metrolijnen, hier kun je op verschillende lijnen stappen. Wij nemen de gele lijn naar Plaza de Espana. Ook hier is een kerstmarkt en een groot standbeeld. Verder is hier eigenlijk niet zoveel te doen. Ja, je kunt vanaf hier naar de Tempel van Debod wandelen. Maar het regent en dan vinden we het net iets te ver lopen.
We gaan naar het volgende doel. Eerst weer terug naar Sol, dan overstappen op de rode lijn naar halte Banco de Espana. Als we in onze metro stappen op Sol, zien we dat iemand zijn portemonnee is verloren. Dat is ook sneu. Er zit wat papiergeld in, een identiteitskaart, visakaart en nog een paar pasjes. We bedenken wat we moeten doen. We stappen uit bij onze bestemmingshalte, Banco de Espana, en kijken of we metropersoneel zien. Helaas.
We googelen de eigenaar van de portemonnee. We vinden de jongen op Facebook en sturen hem via Messenger een bericht. Niet meteen reactie. Dan gaan we eerst wel even doen wat we hier kwamen doen, namelijk naar het Plaza de Cibeles. Daar staat een prachtig gebouw te pronken bij een grote rotonde: het Palacio de Cibeles. Dat was vroeger het hoofdpostkantoor, nu is het het stadhuis, waar de burgemeester van Madrid werkt. Vanaf de rotonde loop je de beroemde Gran Vía in. Dat is de grootste en bekendste winkelstraat van de stad.
De jongen van de portemonnee heeft nog niet gereageerd. Volgens Facebook werkt hij in een restaurant hier in de stad. Daar was hij vast naar onderweg. Weet je wat, we zijn toch al zo’n beetje door ons dagprogramma heen, we kijken of we het restaurant kunnen vinden. Dat lukt, maar ze kennen er de jongen niet. Dat is ook raar. Tja, dan weten we het ook niet. We wachten eerst wel af of hij alsnog op Messenger reageert. Gaan wij ondertussen terug naar ons hotel.
Oh ja, want als laatste doel had ik een wandelingetje door Park Retiro bedacht. In dat mooie park zijn een aantal bezienswaardigheden. Maar met dit weer hebben we daar weinig zin in. Verder hebben we eigenlijk geen punten meer op het lijstje staan. Eigenlijk valt Madrid een beetje tegen. Sevilla was bijvoorbeeld veel leuker. En naar Barcelona zou ik ook zo terug gaan. Madrid raad ik niet meteen aan als bestemming. Nou ja, als je toch in de buurt bent, zou ik het ook niet overslaan, maar ik zou er niet apart voor op pad gaan.
Weet je wat, we gaan terug naar ons hotel. Kijken we een film of zo. Vanavond hebben we namelijk nog een uitje: een rondje met de speciale kerstbus. Daarover straks meer. We nemen de metro weer terug naar Sol en stappen over op de groene lijn naar onze halte Piramides. Voor het avondeten besluiten we weer niet te moeilijk te doen. Als dat restaurant om de hoek nog niet open is, halen we gewoon weer een kebabje aan de overkant. Het restaurant is dicht, het wordt weer kebab. En ijsjes na.
Voor vanavond hebben we dat uitje gepland. Madrid is in deze tijd van het jaar namelijk mooi versierd en verlicht. Daarom rijden er speciale avondbussen rond, zodat je die verlichting bij donker kunt bekijken: de Navilus. Daar heb ik kaartjes voor gekocht. Die waren €6,- per persoon en kun je alleen online kopen. Je reserveert voor dag, tijd en zitplaats. De bus is een open dubbeldeksbus, maar volgens het weerbericht zou het vanavond droog moeten zijn. Voor de zekerheid heb ik sjaals, mutsen en handschoenen meegenomen.
De bus vertrekt vanaf Plaza de Cólon, dat is ongeveer een half uur en 2 lijnen met de metro. We vertrekken op tijd, zodat we het zeker niet missen. We vinden de plaats waar de bussen vertrekken. Het is best goed geregeld. Wij hebben kaartjes voor 21.20 uur, dat is bus #21. En we hebben stoelen 15+16. Er rijden steeds 3 bussen tegelijk. Als onze bus komt, moeten we even onze namen noemen en dan mogen we aan boord.
We zoeken onze stoelen bovenin. Het is inderdaad eindelijk eens droog en gelukkig niet echt koud. We zitten prima. De route is niet bijster interessant. De bus rijdt een mooi verlichte straat door, slaat een keer af, rijdt een andere mooi verlichte straat door en keert dan weer om, om hetzelfde stuk terug te rijden. Daar doet hij 40 minuten over, hij heeft 10 minuten gesmokkeld. Nou ja, hoewel een klein beetje tegenvallend, toch leuk om te doen.
Oh ja, onderweg kwamen we langs een bioscoop en daar stond me toch een rij voor! Niet normaal. Terwijl in Nederland de bioscopen weer gesloten zijn. Of eigenlijk is vanaf 17 uur alles gesloten in Nederland. Hier gelden trouwens vanaf morgen strengere regels: je moet binnen én buiten een mondkapje op en voor restaurants, hotels, etc. moet je je QR-code laten scannen. Dus. We nemen de metro weer terug naar ons hotel. Gauw even douchen en dan lekker slapen!
Weer: | 10c in Madrid, 20 in Valencia |
Doel: | Justo Gallego, Chinchón, Cuenca |
Gereisd: | Madrid – Valencia, 397 km |
Hotel: | NH Hotel, €69,- |
On the second day of Christmas…. halen we een ontbijt bij de bakkerij onderaan de straat. Stokbroodjes met Spaanse ham en croissantjes ham-kaas. Dat nemen we mee voor onderweg. We checken uit en laten de gevonden portemonnee bij de receptie achter. Als die jongen een keer reageert op Messenger, vertellen we dat hij hem daar kan ophalen.
Vandaag is een reisdag en onderweg heb ik een paar stopjes gepland. Het eerste is bij Catedral de Justo Gallego. Dat is eerder een kunstwerk dan een kathedraal. Justo Gallego was een monnik, die tuberculose kreeg. Daardoor moest hij vertrekken uit het klooster, want door de strenge manier van leven daar, verslechterde zijn gezondheid.
Hij bad en bad voor genezing en beloofde dat als hij zou herstellen, hij een kathedraal zou bouwen. Nou, hij herstelde en voerde zijn belofte uit. Don Justo begon met de bouw van de kathedraal in 1961, op een stuk grond dat hij van zijn ouders had geërfd. Zestig jaar maar liefst werkte hij eraan, tot zijn dood een maand geleden, op 28 november 2021. Hij werd 95 jaar.
De kathedraal is echter nog niet klaar. En administratief nog niet in orde. Aan beide wordt nu gewerkt, zodat dit bijzondere gebouw er hopelijk nog lang na Don Justo’s dood kan blijven staan. De kathedraal is open en ik neem een kijkje binnen. Daar moet inderdaad nog wel het een en ander gebeuren. Een waterdicht dak is wellicht een leuk idee, aangezien het nog steeds een beetje regent. Ook binnen in de kathedraal…
Zo, we gaan verder, naar Chinchón. Daar hebben ze namelijk een erg mooi stadsplein. En anijslikeur. Maar we komen voor het stadsplein. Ik had weer het beste uitzichtpunt opgezocht, deze keer zonder onmogelijke straatjes. Inderdaad, je hebt hier fantastisch zicht op het leuke plein en de omgeving. Omdat het nog steeds regent, gaan we snel weer verder.
Naar het laatste stopje, in Cuenca. Dat is net als Ronda op en om een rots gebouwd. En ook hier is dat spectaculair mooi. Sommige huizen steken een beetje over, waardoor het ook wel de hangende stad wordt genoemd. Onderaan de rots is een gezellig oud centrum; de binnenstad staat op de Werelderfgoedlijst. We rijden de berg op, voor het beste uitzicht vanaf de San Pablo brug.
Dat is een stalen loopbrug, die het mooie Hotel Parador verbindt met de stad aan de andere kant van de kloof. In dit voormalige klooster kun je behalve slapen ook een kop koffie drinken. Of plassen, wat mij wel een goed idee lijkt. Goed, door naar onze eindbestemming voor vandaag: Valencia. Dat is nog een stukje rijden, we komen er rond half 5 aan.
Ons hotel heeft een parkeergarage, dat is handig. Het ligt aan de rand van het mooie centrum en vlakbij winkelcentrum El Corte de Ingles. Dat is de grootste warenhuisketen van Europa en op drie na grootste van de wereld. En het is Spaans. Ik weet niet of het nog zo is, maar in 2016 was het na de Spaanse overheid de grootste werkgever van Spanje. Dus.
Aan de buitenrand van het winkelcentrum zitten allerlei vreettentjes. Vooral fastfood. Maar ook een Aziatisch restaurant. Klinkt best goed. En is ook lekker, vooral de crispy duck. Omdat we geen idee van porties hadden, hebben we natuurlijk veel teveel besteld. En toch past er nog wel een ijstoetje bij. Als we echt helemaal vol zitten, wandelen we terug naar ons hotel.
Daar kijken we traditioneel de All You Need Is Love kerstspecial. Maar dan 2 dagen later. Zo, nu iedereen weer herenigd is voor kerst, kunnen we rustig slapen.
Weer: | Heerlijk, 23c! |
Doel: | Valencia |
Gereisd: | Met de fiets |
Hotel: | NH Hotel, €69,- |
We gaan het nog een keer proberen: per fiets een stad bekijken. Want ook voor Valencia had ik fietsen bedacht. Aan de andere kant van het Turi Park zit Valencia Bikes, waar we ze kunnen huren. Maar eerst ontbijt. We hadden gisteravond een ontbijtrestaurantje gezien in het winkelcentrum, daar gaan we naartoe. Ik neem een broodje Spaanse ham, Andy bestelt iets uit het buffet van de aardige mensen. Koffie erbij, prima.
Dan wandelen we door het park naar de fietsverhuurder. We besluiten elektrische fietsen te nemen. Die kunnen we de hele dag gebruiken voor 28 euro per stuk. Kost wat, maar dan heb je ook wat. Altijd wind mee, namelijk. Ik heb een route door de stad bedacht, langs verschillende bezienswaardigheden. De truc is dan de weg te vinden. Helaas kan ik nooit zover vooruit onthouden en je mag hier niet met je mobiel of iets anders in je hand fietsen.
Je mag ook niet tegen het verkeer in fietsen, door rood of op de stoep. Raar hoor. Ik snap nu trouwens wel waarom in Sevilla die automobilist zo boos keek, toen ik hem tegemoet fietste in een eenrichtingsstraat. Ik keek boos terug, want hé, als je een klein stukkie opschuift, kan ik er gewoon langs! Is dus niet de bedoeling, tegen het verkeer in fietsen… Alsnog sorry aan die meneer. We zullen ons aan moeten passen aan de Spaanse fietsregels. Zullen de Spanjaarden opkijken, als ze eens bij ons komen fietsen…
Al met al zien we behoorlijk wat van deze prachtige stad. Want Valencia is zeker leuk! We stoppen bij de stoere poort Torres de Serrano en hangen een tijdje rond op Plaza de la Virgen, bij de kathedraal. We fietsen naar de Mercado central. Dat is weer zo’n markthal voor etenswaar. Deze zit in een prachtig pand en is erg groot. Ernaast is de oude zijdebeurs, La Lonja de la Seda. Helaas vergeten we er naar binnen te gaan. Daardoor zien we niet die bijzondere handelszaal met de zuilen. Oh well.
Rondom de Mercado wordt druk aan de weg gewerkt, waardoor we nu foto’s met bouwhekken hebben. Ook leu.. nee, niet echt. Als we geen zin meer hebben om steeds de weg te zoeken, fietsen we naar het strand. Oh ja, want het is heerlijk weer! Na de afgelopen vier dagen met regen vinden wij dat we best volle bak zon en 24 graden verdiend hebben. Lekker hoor. Valencia ligt trouwens, net als Barcelona, aan zee. Dat is nog wel een stief kwartierke fietsen. Geen punt met een elektrische fiets.
De weg ernaartoe is bijna een rechte weg en het strand is makkelijk te vinden. Aan het strand is het gezellig druk. Er zijn allemaal restaurantjes langs de boulevard. Wij lusten wel een lekker bakje ijs. Eten we dat op een bankje op, kunnen we nog een beetje mensen kijken. Bijvoorbeeld naar dat Hollandse stel, dat ook op de fiets is. Van een van de fietsen is de ketting eraf gelopen. Hij gaat het wel even fixen, doet ondertussen aan mansplaining, zij krijgt het wél voor elkaar en ik denk dat ze toen maar terug zijn gegaan naar hun hotel, want het werd er niet gezelliger op bij ze…
Het stikt hier trouwens de moord van de Hollanders. Vooral op fietsen. Dat kunnen we nou eenmaal goed. Als de ijsjes op zijn en wij zijn uitgekeken, fietsen we weer terug naar de stad. We komen langs het indrukwekkende Estacion del Norte en de stierenvechtarena Plaza de Toros. Dan is het bijna 5 uur en vinden we het wel mooi geweest. We gaan de fietsen terugbrengen, dat moet voor 6 uur. We leveren ze in – deze keer allebei – en wandelen naar ons hotel. Zo, eerst even bijkomen met koffie en een siësta.
Dan kijken waar we gaan eten. Valencia staat bekend om de paella. Dus zoek ik het dichtstbijzijnde restaurant waar ze paella hebben. Dat is 600 meter verderop. We wandelen er naartoe en nemen buiten op het terras plaats. We krijgen de kaart, maar zien er geen paella op. Als ook nog eens naast ons een hond onophoudelijk begint te blaffen, besluiten we dat we hier toch maar niet willen eten. We lopen weer terug.
Helaas zat er onderweg geen enkel ander restaurant, of tenminste iets dat open was. Daarom lopen we door naar Asian Té, waar we gisteren ook aten. Want dat was tenslotte lekker. Vooral de crispy duck en we nemen allebei een portie. Met een bord rijst erbij. Lekker hoor. IJs na en wij zijn tevreden.
Weer: | Heerlijk, 24 graden |
Doel: | Polder, Bocairent, bergen, Calpe |
Gereisd: | Valencia – Murcia, 304 km |
Hotel: | Hotel Zenit, €60,- |
Vandaag verlaten we Valencia alweer. We checken uit en mopperen over de niet aanwezige airco. Dat hadden we gisteren ook al gedaan. Ze hebben de airco centraal uitgezet, want: winter. Wij hebben hem echter graag aan, want: 25 graden buiten, dus warme kamer en vooral ’s nachts. Raam open is geen optie, want dan hoor je alle herrie van straat. Helaas kregen we dit niet gewonnen. Maar: we krijgen een uitrijkaart voor de parkeergarage zonder daarvoor te betalen. Fijn, scheelt toch weer 35 piek!
Voor we de stad uitrijden, gaan we eerst nog naar een bijzondere plek: het Ciudad de las Artes y Science. Dat betekent “stad van de kunsten en de wetenschap”. Het is een verzameling bijzondere gebouwen, ontworpen door Santiago Calatrava. Inderdaad, die ook de nieuwe brug in Sevilla ontwierp, voor de Expo’92. Bruggen zijn wel een beetje zijn ding, hij heeft er best een aantal in de wereld neergelegd. Nou ja, ontworpen. Neerleggen doet meestal iemand anders.
Anyhow, hier heeft hij een groep van zes gebouwen ontworpen: een bioscoop, wetenschappelijk museum, het grootste aquarium van Europa, operagebouw, tuin annex openluchtdiscotheek en een tentoonstellingsgebouw. Er zouden ook nog drie wolkenkrabbers komen, maar toen was het geld op. Iets met een vastgoedcrisis. Het kost even moeite een parkeerplek te vinden, maar gelukkig lukt dat toch. We gooien 90 cent in de automaat en gaan dan de bouwwerken bekijken. Mooi hoor, ik hou daar wel van!
Als we zijn uitgekeken, gaan we op pad. Eerst langs het Parc Natural de l’Albufeira. Dat is best aardig. Maar als we bij El Palmar afslaan naar Sollana, wordt het een spectaculaire route! We rijden door een soort polderlandschap, over hele smalle weggetjes en tussen de landerijen door. Of misschien heet het waterijen, want de velden staan zo’n beetje helemaal onder water. Dat gaat net niet de weg over. Of je over water rijdt. Erg apart en een geweldige route!
Als we weer in de bewoonde wereld komen in Sollana, zien we een restaurantje. We hebben nog niet ontbeten. We parkeren en vragen of ze bocadillo’s of een desayuno voor ons hebben, broodjes of ontbijt. Dat hebben ze. De aardige man leest op wat hij allemaal heeft en ik doe mijn best dat te begrijpen. We worden het eens over een bocadillo met bacon, gebakken ei en tomaat. Koffie erbij, dikke prima. Voor 12 piek kunnen wij er wel eventjes tegen.
Dan verder, de bergen in en naar het leuke plaatsje Bocairent. Zoals zoveel plaatsjes hier in Spanje ligt ook deze op een rots. We maken een klein wandelingetje naar een uitzichtpunt. Als we het uitzicht hebben bewonderd, gaan we verder, naar El Castell de Guadalest. Dat gaat over een magnifieke route door de bergen. Er zitten helaas wel wat slaapmutsen voor ons, die voor elke bocht op de rem gaan. Dat zijn er nogal veel. Bochten en slaapmutsen. Eentje laat uiteindelijk ons en de auto achter ons voorbij.
Andy geeft gas en al snel blijkt dat de auto achter ons best zin heeft in een potje racen.Dus scheuren we gezellig door de bergen. Het lijkt erop dat de auto achter ons sneller kan, die laten we voor. Hij scheurt lekker verder, wij erachteraan. Als we weer in bewoonde wereld komen, stopt de auto aan de kant, wij ernaast. In het Spaans zegt hij het een en ander, we hebben geen idee wat. Ik geloof dat hij ons uitnodigde mee te gaan iets drinken. Dat hoeft niet. We groeten elkaar en gaan beiden onze eigen weg.
Wij zijn dus op weg naar El Castell, waar een mooi blauw meer zou moeten zijn. We missen helaas het uitzichtpunt en er blijkt geen tweede te komen. Wel komen we in het plaatsje zelf en daar kun je een glimp van dat meer opvangen. Niet meer zo spectaculair, wel leuk. El Castell is ook leuk, maar wel een beetje toeristisch. Het is er tenminste best druk. We komen langzaamaan ook in meer toeristisch gebied, de Costa Blanca. Benidorm is nog maar 22 kilometer, Alicante 65.
Wij laten het dorp aan ons voorbijgaan en rijden weer verder door de bergen, richting kust. We koersen op Calpe af. Voor de kust van Calpe ligt een rots. Een grote rots. Lijkt wel een beetje op de Rots van Gibraltar. Nou ja, same same but different. De rots luistert naar de naam Peñón de Ifach. Calpe is ook een grote toeristische plaats, vol hoogbouw en met vele hotels. En B&B’s. Toevallig kennen wij twee mensen die hier zijn gaan wonen en een B&B zijn begonnen.
We willen daarom wel even een blik werpen. Deze plaats voldoet wel aan het beeld dat wij hebben van de typische Spaanse badplaatsen, met de grote hotels en vooral veel drukte. We zien dan ook veel Nederlandse en Belgische kentekenplaten. Dat is aan ons niet zo besteed. Maar goed, we rijden naar die rots, we zijn er nu immers toch. We moeten eigenlijk plassen. Er zit een restaurantje vlakbij waar we geparkeerd hebben en we nemen koffie/thee bij ons toiletbezoek.
We gaan weer verder en dat is een klein stukje terug, om uit te komen in Murcia. Daar slapen we vanavond. De route is best aardig, met links de zee en rechts de bergen. Na Calpe komen we langs eerder genoemd Benidorm en Alicante. Typische Spaanse badplaatsen, die laten we links liggen. Murcia is ook best een grote stad en ons hotel is in hartje centrum. Er is om de hoek een parkeergarage. Aangezien we niet voor de deur van het hotel kunnen stoppen, gaan we eerst parkeren en lopen met onze bagage naar het hotel. We checken in en krijgen een prima kamer.
Met…. een airco die nog werkt ook! Het zou eens tijd worden. Want ook vandaag is het een heerlijke zonnige dag, graadje of 24. We gaan eerst even bijkomen, as usual, met een kop koffie. Dan op pad voor het avondeten. Dat is simpel, want tegenover ons is een gezellig pleintje, Plaza de las Flores, met allemaal restaurants met terrassen. We gaan bij Secreto zitten en bestellen allerlei gerechten: heerlijke hamkroketjes, moussaka, cannelloni met eend, gebakken aardappeltjes en steak met friet. Als toetje een soort chocoladecake. Kost wat – 60 piek, duurste tot nu toe – maar dan heb je ook wat. Aangezien we best een beetje moe zijn, gaan we op tijd douchen en slapen.
Weer: | Lekker hoor, 24c |
Doel: | Licor43, Cartagena, Bolnuevo en bergen |
Gereisd: | Murcia – Aguadulce, 293 km |
Hotel: | Aparthotel, €58,50 |
Vanochtend halen we eerst belegde broodjes bij het bakkertje aan de overkant en nog wat drinken en koekjes bij de supermarkt. Dan uitchecken en de auto halen. We krijgen via het hotel korting op de parkeerkosten: we betalen 12 euro aan het hotel en krijgen een kortingskaart mee. Bij de garage moeten we dan eerst de inrijkaart en dan de kortingskaart in de machine stoppen, zodat we een betaalde uitrijkaart krijgen. Goed geregeld.
Dan rijden we naar ons hotel en hebben mazzel: er is een plekje voor de deur om te parkeren. We halen de bagage, die we zolang in de hal hadden gestald, en gaan dan op pad. We doen eerst een flauwe poging de stad per auto te bekijken. Ja, dat is niet zo’n goed idee, we komen zo niet op bezienswaardige plekken. We gaan maar verder. Naar Cartagena. Daar hebben ze de Licor 43 uitgevonden. Dat is een drankje met 43 ingrediënten, vandaar de naam.
Het geheime recept zou al in de 18e eeuw zijn ontstaan. In 1956 is de Spaanse familie Zamora het in grote getalen gaan produceren en heeft er een merk van gemaakt. Eerst wereldberoemd in Spanje, dankzij de opkomst van het toerisme, zo in de jaren ’70, kreeg de likeur ook bekendheid over de grens. De fabriek die het maakt staat in Cartagena en je kunt er een tour doen geloof ik. Wij houden helemaal niet van likeur, maar gaan toch even kijken.
Misschien hebben ze een leuke geschenkset om voor Linda mee te nemen. Nee, die hebben ze niet. We houden het bij rondkijken, foto’s maken, even plassen en door. Naar het centrum van Cartagena. Ja, we zijn er nou toch. Het is een leuke havenstad. In het centrum is een oud Romeins theater. Dat we natuurlijk zo niet zien, dan moeten we echt parkeren en erop uit. En daar hebben we niet zo’n zin in. We rijden een rondje door de stad en dan weer verder.
Naar Bateria de Castillitos. Dat is een militair fort of zoiets en ligt op een berg. In de bergen. Daar kom je via een heel smal en soms slecht kronkelweggetje. Zo’n typisch Janneke-weggetje… Oeps. Het is wel fantastisch mooi hier! De bergen doen ons aan Hawaii denken en de baai onder ons aan Noorwegen. Prachtig hoor. De route is zo’n 10 kilometer lang en erg spectaculair. Bij het eindpunt is het behoorlijk druk. Ik ben niet de enige die dit als uitje had gevonden, blijkt.
We genieten van het fantastische weer en het uitzicht. Het fort zelf zou niet misstaan in een Disney-park. Goed, we beginnen aan de terugreis, die over diezelfde slechte, smalle kronkelweg gaat. Want het is een one-way route. Helaas draaien er net voor ons nog 2 auto’s om, waarvan de voorste niet zo goed durft te rijden op deze smalle, hobbelige route. Ze is helaas ook niet van plan om, zodra dat kan, even aan de kant te gaan en de auto’s achter haar voor te laten. Muts.
Weer op begane grond en op normale wegen rijden we naar Bolnuevo. Achter de volgende kudde slaapmutsen aan. Het lijkt wel of iedereen in de suf-modus is gegaan. Enfin, in Bolnuevo komen we bij een grote parkeerplaats, waar een prachtige rotsformatie tegenaan staat. Zomaar in het wild, zonder kilometers te lopen. Aan de overkant is een heerlijk strand, waar een handvol mensen lekker geniet van deze prachtige zomerdag-in-de-winter. Het is 29 december en 24 graden. Wij klagen niet!
De Gredas de Bolnuevo was ons laatste stopje op weg naar ons hotel in Aguadulce. Het is inmiddels 2 uur geweest en omdat we al de hele ochtend over bergpaadjes en toeristische wegen hebben gereden, besluiten we om de snelste route te nemen. Die gaat eerst een stuk over een tolweg, kilometertje of 35-40 lang. Daar moeten we €7,55 voor betalen. Dan wordt het een gewone snelweg en kachelen we rustig door naar onze eindbestemming.
Aguadulce ligt aan zee en we hebben een appartement met uitzicht erop. Vanaf ons balkon en met dit weer is dat heerlijk bijkomen met een kop koffie! We hadden trouwens mazzel, we konden om de hoek parkeren. Dat is gratis. Anders was er de optie van de parkeergarage van het hotel, voor 9 euro per nacht. Ons appartement is erg groot. Eerst is er een gang, die uitkomt op de badkamer. Dan kom je in de woonkamer, met rechts het slaapgedeelte en links een zithoek en eethoek. Er is ook een klein keukentje.
En dan dat balkon, met uitzicht op zee. Wij zitten op de 4e verdieping, daar zijn de balkons groot genoeg voor een ruime zit. Een verdieping lager hebben ze een groter balkon en ook ligbedden. Dit voldoet voor ons prima, voor 1 nachtje. Voor het avondeten wandelen we richting zee, want daar zouden wat restaurants moeten zitten. Daarvan is er niet een open. We lopen weer terug naar boven en daar zien we een restaurant dat wel open is. Voor drinken. De keuken gaat pas om half 9 open. Het is nu half 8.
We weten dat Spanjaarden laat eten, maar tot nu toe vonden we altijd wel een restaurant dat eerder open was. Vandaag lijkt dat lastig. We lopen nog even verder en zien dat de plaatselijke Chinees wel open is. Vooruit, dan eten we wel weer Chinees. Dat is qua smaak vergelijkbaar met de Nederlandse versie en smaakt prima, hoewel we niet de lekkerste gerechten blijken te hebben gekozen. Tja, thuis hebben we natuurlijk ons vaste menu (nummertje 148, beetje pittig). Nou ja, 25 piek armer hebben wij in elk geval gegeten. Terug in het hotel rommelen we nog wat aan voor we lekker gaan slapen.
Weer: | Perfect, 25 graden |
Doel: | Sierra Nevada en Granada |
Gereisd: | Aguadulce – Granada, 206 km |
Hotel: | Hotel Reina Cristina, €47,50 |
Ons appartementenhotel heeft inpandig een restaurant, waar je prima kunt ontbijten. We nemen een lekker croissantje ham-kaas en een geroosterd brood met Iberische ham. Lekker hoor. Koffie erbij en we kunnen er wel even tegen. We checken uit en vertrekken naar de Sierra Nevada. En dat is prachtig! We hebben een schitterende tocht door de bergen, waarvan er een paar een besneeuwde bovenkant hebben.
Tegen die bergen liggen schattige witte dorpjes geplakt. Trevelez is bijvoorbeeld erg fotogeniek. Hier drogen ze de Spaanse hammen. Ook Pampaneira is heel charmant, maar ook erg druk. Het plaatsje staat duidelijk in meerdere reisgidsen vermeld. Wij toeren lekker door en genieten volop. Zo zijn we stiekem al een uurtje of 4 onderweg, voor we bij de autoweg naar Granada komen. Dat is onze eindbestemming van vandaag.
Ik had bedacht om in Granada eerst naar een uitzichtpunt te gaan, met uitzicht op het Alhambra. De weg ernaartoe gaat door hele smalle straatjes vol toeristen… Hmm, geen goed idee, vooral niet als je net al een intense tocht door de bergen hebt gemaakt. Op het punt waar je het beste zicht op het Alhambra hebt, kun je bovendien niet stoppen, als je met de auto bent. We geven het op en toetsen de route naar ons hotel in.
Dat ligt vlakbij de Kathedraal van Granada en de Plaza de Bib-Rambla. We kunnen even om de hoek parkeren, om in te checken en onze bagage naar de kamer te brengen. Dan brengt de meneer van het bijbehorende restaurant ons naar de parkeergarage van het hotel. Die zit 3 straten verderop en het is weer zo’n typische Spaanse: steil naar beneden, om 1 of 2 zeer smalle, scherpe hoeken en dan inparkeren. Gelukkig kan Andy dat goed. Aan de diverse hoeken te zien, zijn er zat die er meer moeite mee hebben gehad.
We lopen terug naar het hotel en gaan dan eerst weer even bijkomen met een kop koffie. Dan wandelen we naar het Plaza de Bib-Rambla. Dat is om de hoek van de kathedraal. Het is bij beide gezellig druk. We zitten een tijdje op een bankje op het plein en gaan dan nog even mensen kijken vanaf de trap bij de kathedraal. Was het vandaag overdag erg warm, het voelde als minstens 26 graden, nu de zon onder gaat, koelt het toch wel snel af.
We hadden geen jassen aangedaan, we gaan maar terug naar ons hotel. En besluiten in het bijbehorende restaurant te gaan eten, wel zo makkelijk. We nemen plaats, bestellen drinken en horen dat de keuken pas om een uur of 8 open gaat. Shit, het is nog geen half 8. Nou ja, we hebben al drinken besteld. Daar krijgen we een lekker bolletje salade bij, van het huis. We hebben nu in elk geval wel uitgebreid de tijd om de menukaart te bestuderen en te vertalen.
Aangezien het onze laatste avond is, besluiten we nog een keer zo’n heerlijke schaal hammetjes te nemen. En hamkroketten. En gebakken brie. En aardappeltjes. Dat is alles bij elkaar een behoorlijke maaltijd. Vooral omdat we er ook nog brood bij krijgen en bij de volgende ronde drinken, chips met zure haring – verrassend lekker. We zitten behoorlijk vol, er is geen plek meer voor een toetje.
We vragen de rekening. Volgens de aardige ober – dezelfde die mee was gelopen naar de parkeergarage – heeft hij ons 2 kroketjes cadeau gedaan. Nou, dank je wel. Fooi geven lukt niet met creditcardbetaling en we hebben geen cash. Het blijft 41,10. We zijn best een beetje moe en gaan naar onze kamer. Koffie, douchen en lekker slapen.
Weer: | Heerlijk, 23 graden |
Doel: | Alhambra en naar huis |
Gereisd: | Granada – Málaga – huis |
Hotel: | Huize Eysbroek |
And now the end is near… Van deze vakantie en van dit jaar. Vanavond vliegen we terug naar huis, net op tijd om elkaar thuis een gelukkig nieuw jaar te wensen. Maar voor het zover is, hebben we nog een hele dag te gaan. Een dag waarop Andy zich niet zo lekker voelt. Hij heeft buikpijn en al een aantal bezoekjes aan de wc gebracht. Aan het eten van gisteren kan het niet hebben gelegen, we hebben allebei exact hetzelfde gegeten en gedronken. Nou hadden we voor vandaag niet heel veel op het programma staan. Behalve dan vanavond terug naar huis vliegen vanuit Málaga.
Oh, en een bezoek aan het Alhambra, de reden dat we nu hier zijn. Granada is namelijk de laatste van de 3 koningssteden. Hier heb je het wereldberoemde en eeuwenoude fort annex paleis, het Alhambra. Het grote complex ligt op een heuvel, altijd een goede plek voor een fort. Binnen de muren zijn er grote mooie tuinen, een kerk, allerlei torens en de Arabische Nasrid paleizen. Om erin te mogen, moet je vooraf kaartjes bestellen. Er geldt namelijk een maximaal aantal bezoekers per dag. Niet alleen vanwege corona, er gold altijd al een maximum, om het complex te beschermen.
Wij hebben kaartjes, voor het fort en de tuinen. Voor de Nesrid paleizen moet je een apart ticket kopen en daar geldt ook nog eens een tijdslot voor. Daar hadden we geen zin in, zo’n tijdslot, die slaan we over. U moet zelf maar even Googelen of ze de moeite waard zijn. Goed, Andy voelt zich niet zo tof. We besluiten dat we er wel naartoe gaan, maar dat Andy in de auto blijft. Achteraf ook maar goed, want de wandeling naar en door het Alhambra en de tuinen is best een flinke. Het is zeker mooi en zeer de moeite waard. Ook het uitzicht vanaf hier op de stad is geweldig.
Als ik ben uitgekeken, zoek ik Andy weer op. We betalen voor het parkeerkaartje – ik geloof dat dat 3 piek per uur kost. Dan gaan we op pad, richting Málaga. Met een stukje door de bergen. Om tolwegen te vermijden en omdat dat gewoon veel leuker is. Het is best een rustige route en het is prachtig! Het weer is ook alweer heerlijk en we balen wel een klein beetje dat we weer naar huis moeten. Gelukkig is de kou van vorige week in Nederland verdwenen. Toen waren er gevoelstemperaturen van -15. Nu belooft het juist een extreem warm oud & nieuw te worden, met een graad of 13.
We tanken nog een keer de auto vol en gaan dan echt naar Málaga. Naar het strand. Want we zijn er nu toch. We kijken eens rustig rond aan de boulevard, voordat we de autoverhuurder op gaan zoeken. Daar zien we wel een beetje tegenop, vanwege de bullebak toen we de auto ophaalden. Deze keer gelukkig een aardige man, die de auto controleert. Niks geks, geen nieuwe krassen of deuken. De man belooft dat de betaalde borg vandaag wordt teruggeboekt en binnen 2-3 dagen terug is gestort. Dat klopte trouwens. De shuttlebus brengt ons en een Deens echtpaar naar het vliegveld.
Daar zijn we natuurlijk te vroeg. We moeten even wachten voor we kunnen inchecken. We verbazen ons over de mensen die al ruim een uur voor het open gaat, voor de incheckbalie staan te trappelen. Daardoor voelen andere mensen zich ook verplicht in de rij te gaan staan. Zo ook het gezin dat naast ons zat. Oh, ze hebben nog geen stoelen. Tja, wij hebben een klein beetje extra betaald voor gereserveerde stoelen en handbagage in de cabine. Geen gestress en wij kunnen lekker blijven zitten tot de balies open gaan. Dan sluiten wij aan bij de inmiddels lange rij.
Inchecken gaat echter vlot, we zijn zo aan de beurt. We hebben braaf digitaal de gezondheidsverklaring voor Nederland ingevuld. Niet dat iemand daar om vraagt, maar toch. We gaan door de controle, wachten tot we kunnen boarden en dan kunnen we via de priority-route aan boord van het vliegtuig. Dat niet heel goed is schoongemaakt. Beetje jammer, in corona-tijd. De vlucht gaat verder zonder noemenswaardigheden, we slaan ons weer door drie uur “vliegplezier”. In Eindhoven wachten we even op de bagage en wandelen dan naar de auto.
Halverwege bedenken we dat we nog steeds ons mondkapje op hebben. Ja, dat waren we nu zo gewend natuurlijk. Hier hoeft dat niet. Ik vertel het ook even aan de mensen die ons passeren, blijkbaar heeft het hele vliegtuig dat ding nog steeds op. We gooien de bagage en onszelf in de auto en kunnen op kentekenherkenning zo de parkeerplaats verlaten. Dan rijden we snel naar huis. We zijn net voor middernacht thuis, net op tijd om elkaar een gelukkig nieuwjaar te wensen. Hopelijk kan er in het komende jaar weer meer – normaal? – gereisd worden!
Dat was een prima vakantie! En dat in deze gekke tijd met Corona. In Spanje waren er geen hele strenge maatregelen. Je moet je wel van tevoren registreren en je moet je QR-code als bewijs van inenting, genezing of negatieve PCR-test laten zien. En je moet zo’n beetje overal een mondkapje op. Ook buiten. Wat opvalt: zo’n beetje iedereen doet dat ook. Ga je ergens binnen eten, moet je je QR-code laten zien. Maar aangezien het er in december ook nog prima weer is, kun je nog prima buiten eten. En daar is de QR-code niet nodig. Verder is alles gewoon open. Prima te doen dus.
We hebben een mooie rondreis gemaakt, zo’n 3.000 kilometer gereden. Vonden we in het begin het landschap nog niet zo, dat werd in de bergen meer dan goed gemaakt. Daar heb je de schattige dorpjes, waarvan de meesten spierwit. Dat gold ook voor sommige bergtoppen. Dat ze wit waren; bergtoppen zijn niet snel schattig. Op die bergen ook veel olijfboomgaarden, wat een mooi gezicht is. Heel bijzonder was de rit dwars door de polder, onder Valencia. Het leek of we over het water reden.
We maakten een uitstapje naar Gibraltar, wat officieel bij het Verenigd Koninkrijk hoort. Leuk en bijzonder om op die rots te staan. En als je van apen houdt, kun je je er vermaken met de enige kolonie berberapen in Europa. Het ieniemienielandje heeft eigenlijk wel alles: strand, zee, berg (eentje maar, dus enkelvoud), stad, haven, musea, oude gebouwen, nieuwe gebouwen en wildlife – die berberapen. Maar om nou te zeggen dat het er erg mooi of leuk is… Ben je in de buurt, zou ik er zeker naartoe gaan, maar ik zou er geen Stedentrip van maken.
Dat zou ik wel doen naar Valencia, zo’n Stedentrip. Prachtige stad, waar je je prima een weekend kunt vermaken. Of langer: kun je ook nog wat uitstapjes in de buurt maken. Naar die polder bijvoorbeeld. Of lekker een dagje strand hangen, want het ligt aan zee en heeft prima stranden. Wij huurden fietsen, wat een prima keuze is om de stad te verkennen. Bij Valencia Bikes kun je ook georganiseerde fietstours doen, als je dat fijner vindt.
Wat ook een prima bestemming is: de Koningssteden, Sevilla, Córdoba en Granada. Hier heb je drie hele bijzondere complexen: het Alcazar in Sevilla, de Mesquita in Córdoba en het Alhambra in Granada. Alle drie een bezoek meer dan waard. Wel van tevoren even kaartjes reserveren. Van deze drie vonden wij Sevilla als stad het leukste. Ondanks de gestolen fiets… Córdoba is niet zo groot en prima te doen als dagtrip vanuit Sevilla.
We zijn op flink wat bijzondere plekken geweest. Ronda, Cuenca en Bocairent, de plaatsjes op de rotsen. Het meest zuidelijke puntje in Tarifa, de mooie boulevard in Cádiz en het prachtige witte dorpje Vejer. Heel apart waren de windmolens van Don Quichot. Oh en Toledo, wat een schitterende stad! De gekke kathedraal van Don Justo en het mooie stadsplein in Chinchón. En de spannende rit naar Bateria de Castillitos. En niet te vergeten al die blinkend witte dorpjes!
Vergeet ik toch bijna Madrid. Dat komt waarschijnlijk doordat de hoofdstad van Spanje ons niet zo kon bekoren. Nee, dat kwam niet door het slechte weer. We hadden er voornamelijk regen, maar dan nog kan een stad mooi of gezellig zijn. Geef mij maar Valencia, Sevilla of Barcelona. Maar ben je toch in de buurt… Madrid is heel gemakkelijk en veilig te bereizen met de metro en zo kom je gemakkelijk bij alle bezienswaardigheden. Want die zijn er toch wel genoeg, zoals het indrukwekkende paleis en de mooie kathedraal. Ach, misschien toch een leuke stad voor een stedentrip.
Ja, Spanje is inderdaad een uitstekend vakantieland. Aan de Costa’s zul je ons niet zo snel vinden, dat is ons wat te groot, massaal en te toeristisch. Maar als je daar even vandaan rijdt, kom je in een prachtige omgeving, met een goede afwisseling tussen natuur, steden en bijzondere plekken. Misschien gaan we nog wel eens terug…
Oh ja, over de gestolen fiets: gehuurde goederen zijn niet verzekerd via Mastercard of je reisverzekering. Die kunnen alleen via de eigenaar verzekerd worden. De verhuurder bood daarvoor een verzekering aan, tegen 50% van de huurprijs. Die hadden wij er niet bij genomen. Ik weet niet meer of dat bewust of onbewust was. Dus ja, pech: €120,- weg.
Facts & Figures 2021 | ![]() |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Madrid |
Grootte tov Nederland | 12,2 x groter (505.992 km2) |
Aantal inwoners | 50 miljoen / 98,8 per km2 |
Beste reistijd | Het hele jaar |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | Geen |
Munteenheid | Euro |
Taal | Spaans |
Facts & Figures 2021 | ![]() |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Gibraltar |
Grootte tov Nederland | 6.109 x kleiner (6,8 km2) |
Aantal inwoners | 29,5 duizend /4.930 per km2 |
Beste reistijd | Mei en juni |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | Geen |
Munteenheid | Pond (GIP): 1 pond = €1,20 |
Taal | Engels |