Weer: | Vliegtuigweer |
Doel: | Aankomen in Baku |
Gereisd: | Vliegen naar Azerbeidzjan |
Hotel: | Centric Boutique Hotel, €38,- |
Deze reis begint al een klein beetje op woensdag, als we de PCR-test laten doen. We zijn erop voorbereid dat we een stok in de neus gedouwd krijgen. Eerst moeten we in een bekertje spugen. Ik denk om de keel schoon te maken. Nog een beetje spuug, graag. Okay. Bedankt, dat was het. Huh? Geen stok? Nee, hoeft niet. Zeker? Zeker! Oh, okay… Om half 6 ’s ochtends de volgende dag hebben we al de negatieve uitslagen in de mailbox. Mooi, dan kunnen we die uitprinten en meenemen.
Donderdags na het werk en na het eten vertrekken we naar Schiphol. We hebben namelijk een ochtendvlucht en onze regel is dat we dan bij het vliegveld slapen. Dat scheelt een hoop potentiële filestress en te vroeg opstaan. We slapen in de Holiday Inn Express, waar we ook de auto kunnen laten staan. Bij het inchecken blijkt er een probleem. We hebben een Park–Stay–Go geboekt: parkeren, slapen, vertrekken. Dan verwacht je een shuttlebus naar het vliegveld, want waarom zou je anders hier je auto parkeren? Maar ze hebben geen shuttlebus.
We zullen met de taxi moeten. Dat is in Nederland belachelijk duur. Voor het trutstukje van 3 kilometer naar het vliegveld betaal je gauw 25 piek (of zoals morgen zal blijken: €27,50). En je moet ook weer terug. We zijn dus niet bepaald amused door dit nieuws. We overwegen even of we een ander hotel zullen zoeken. Dat vinden we teveel gedoe. Bovendien hebben we een koffiedate met Gerda en willen niet nog later bij haar aankomen. Dus checken we in, gooien onze spullen op de kamer en rijden naar Haarlem. Daar drinken we koffie en praten we bij met Gerda. Dan terug naar het hotel om te slapen.
De volgende ochtend staan we om 7 uur op, zodat we netjes gestreken en gewassen aan het ontbijt kunnen beginnen. Ontbijt is inclusief en het is in shifts, zodat niet iedereen tegelijk gaat. Handig. Bij het inchecken gisteren konden we een shift kiezen. Wij hebben die van 8 tot 8.30. We nemen meteen de bagage mee naar beneden, want we hebben om half 9 een taxi besteld. Die is er ook keurig op tijd en even later staan we op Schiphol.
Wat best een beetje gek is, aangezien het internationale reizen bijna 2 jaar heeft stilgelegen. Wij gingen met kerst 2019 voor het laatst met het vliegtuig op pad. Toen zouden we eigenlijk al naar Baku, nu gaan we echt. We sluiten aan in de rij om in te checken. We mogen onze paspoorten, vaccinatiebewijzen, negatieve PCR-tests en natuurlijk onze visa voor Azerbeidzjan laten zien. We krijgen in ruil de boardingpassen voor beide vluchten. De koffer wordt ook ingecheckt en dan kunnen we door de controle en naar de gate. Dat gaat allemaal best vlot.
Oh, zodra je richting gates gaat, moet je een mondkapje op. In het openbare incheckgedeelte hoefde dat nog niet. Onze vlucht naar Frankfurt zit aardig vol. Komt omdat dit een verzamelvlucht is, de meeste mensen vervolgen hun reis vanaf daar naar een andere bestemming. Net zoals wij. Onze vlucht vertrekt om 11.15 uur, we landen ongeveer een uurtje later in Frankfurt. Daar moeten we een aardige wandeling maken naar onze volgende vertrekgate. Onderweg komen we langs een hotdogstandje. Precies waar we zin in hebben.

Bye bye Schiphol
Dan door naar onze gate, waar het boarden al volop bezig is. We moeten eerst weer al onze papieren laten zien: vaccinatiebewijs, negatieve PCR-test en visum. Dan het vliegtuig in. Deze vlucht is denk ik voor driekwart vol en de stoel tussen ons in blijft gelukkig leeg. Dat is fijn. Al die krijskinderen met hun “zoetgevooisde” stemmetjes om ons heen zijn dat niet… We doen snel koptelefoons op/in en slaan ons door vier uur vliegen heen.
Dan landen we in Tbilisi. Huh? Ja, we maken even een tussenstopje, om mensen eruit en erin te laten. Tbilisi is de hoofdstad van Georgië, by the way. Maar daar zie je niets van, want het is hier 2 uur later en al donker. We hangen een uurtje op de grond rond, voor we doorvliegen naar Baku. Daar landen we iets vroeger dan gepland, om 21 uur Baku-tijd. Als we uit het vliegtuig zijn, moeten we eerst door de douane. Die controleert weer vaccinatiebewijs en PCR-test. Visumgegevens hadden ze blijkbaar al van ons, want we krijgen een stempel in het paspoort en kunnen door.
Zo zijn we in Azerbeidzjan, land nummer 68. Check! We wandelen richting bagageband, waar we even moeten wachten op onze koffer. Dan naar buiten, waar al iemand staat te wachten met een bordje met mijn naam erop. Die is van de taxi die ik via Booking.com al had geregeld en betaald. Wel zo gemakkelijk. We stappen in een Toyota Prius en worden de ca. 25 kilometer naar het centrum van Baku gereden. Onderweg wijst de chauffeur een aantal monumenten van de stad aan, zoals het felverlichte Olympisch Stadium.
We komen bij ons hotel, bedanken de chauffeur en gaan inchecken. Er is een kleine wijziging: we hadden hier ook ontbijt bij geboekt. Maar vanwege corona mogen kleine hotels zoals deze geen ontbijt serveren. Iets met te kleine ruimtes of zo. Daarom krijgen we een korting, zodat we zelf ergens ontbijt kunnen regelen. Helemaal prima. Onze kamer is ook helemaal prima. Lekker ruim, met naast de bedden ook een zitje en een ruime badkamer.
Als we zijn geïnstalleerd met een kopje koffie, gaan we nog even op pad voor drinken. Niet ver van ons hotel is een 24-uurs supermarktje, zoals je die in heel veel landen ziet. Dan terug naar ons hotel, waar we al snel gaan slapen. Het is namelijk opeens 1 uur ’s nachts. Baku-tijd, maar toch.
Weer: | Heerlijk, 23 graden |
Doel: | Sightseeing Baku |
Gereisd: | Lopend door de stad |
Hotel: | Centric Boutique Hotel, €38,- |
It’s a beautiful day, met zon en een graadje of 23. Precies goed. Om 10 uur zijn we klaar om Baku te gaan verkennen. Of om eerst ergens te gaan ontbijten. Dat kan aan het einde van de straat, bij het leuke pleintje met de witte fontein. We betalen 23 manat voor koffie, eieren en brood. Dat is ongeveer 11 euro. Dan wandelen we richting Fountain Square, of in goed Azerbeidzjaans: Fevvareler Meydani. Dat staat vol met fonteinen en leuke kunst. Van die fonteinen is er niet eentje aan. Dat is jammer, maar het maakt het plein niet minder leuk.
Om het plein zijn allemaal restaurants en shops. Je vindt er zelfs een McDonalds. Van het plein gaan we richting Oude Stad, Icheri Sheher. Die staat op de UNESO Werelderfgoedlijst en je waant je er in een Duizend-en-een-Nacht omgeving, zoals je die ook in het Midden Oosten ziet. We lopen langs het Nizami Museum. In de prachtige gevel van dit literatuurmuseum staan zes standbeelden, van zes prominente schrijvers en dichters.
Rechts van het gebouw pronkt de oude poort Gosha Gala Gapisi. Het is de belangrijkste van de meerdere poorten in de stadsmuur, die de oude stad omringt. Daar gaat mijn kleine-meisjes-hart sneller van kloppen, want het ziet eruit als een kasteel. En daar heb ik een zwak voor, voor kastelen. Voor de poort staat een prachtige Aston Martin geparkeerd. Er staan wat mannen omheen en eentje biedt hem aan Andy aan. Voor een klein prijsje, zegt hij met een schaterlach.
We zien de straat een bocht maken, wat we herkennen van de F1-race die hier een keer per jaar door de stad gaat. We lopen langs de stadsmuur en langs het Ismailiyya Palace. Dat was nooit echt een paleis. Het werd gebouwd door een oliemagnaat, die het ter ere van zijn overleden zoon liet bouwen. Die zoon heette Ismayil. Vandaar het Ismailiyya Palace. Oorspronkelijk gebruikte de Baku Muslim Charity Society het gebouw.
Tegenwoordig doet het dienst als presidium van de Azerbeidzjaanse Academie van Wetenschappen. Ik moest even opzoeken wat een presidium is: het bestuur van een politieke of studentikoze organisatie. Anyhow. Van dit niet-paleis lopen we naar een wel-paleis: die van de Shirvanshah. Dat wordt het pareltje van de Azerbeidzjaanse architectuur genoemd. Wat er van over is tenminste, want het is deels vervallen tot een ruïne. Het is dan ook al erg oud, het stamt uit de 15e eeuw. Je kunt dit complex ook van binnen bekijken. Maar daar hebben we geen zin in.
We genieten wel van het uitzicht vanaf dit hoge punt in de oude stad. We zien de Flame Towers boven de oude stad uitsteken. Tijdens onze wandeling langs de oude stadsmuur hebben we regelmatig zicht op de bijzondere torens. De drie torens heten zo vanwege de vorm, die aan vuurvlammen doet denken. ’s Avonds worden ze verlicht en dan dansen er ook vuurvlammen overheen. Ze zijn het icoon van het nieuwe moderne Baku en je zult ze op de meeste plaatjes van Baku zien. Zoals de Eiffeltoren in Parijs en het Kremlin in Moskou.
Ze werden gebouwd met oliegeld. Want dat hier genoeg geld is, is wel duidelijk. Ik heb zelden zoveel plantsoenwerkers gezien, bijvoorbeeld. Er stond er zelfs eentje een standbeeld schoon te spuiten. Dat gebeurt in Nederland alleen als er teveel graffiti op gespoten is, volgens mij. Dat er zoveel geld zit, blijkt ook uit de goed onderhouden oude gebouwen en de prachtige nieuwe, moderne gebouwen. Waarvan er nog steeds wordt bijgebouwd.
Het blijkt ook uit de evenementen die ze organiseren, waarvan de kosten toch aardig in de papieren lopen. Zo organiseren ze dus elk jaar een Formule 1-race. In 2021 hebben ze een aantal voetbalwedstrijden van het EK gehost. In 2015 waren er de Olympische Spelen en in 2012 het Eurovisie Songfestival. Maar goed, de Flame Towers. Daarin vind je kantoren en woningen. Er is bewust voor de vorm van vlammen gekozen, want Azerbeidzjan noemt zich graag “The Land of Fire”.
Vanwege al het gas dat in de grond zit en dat her en der ontbrand. Zoals bij Yanar Dag, het eeuwig brandende bergje. We wandelen rustig verder, richting de Kaspische Zee. Wat geen zee is maar een meer. Het grootste meer ter wereld zelfs. Omdat het zo groot is en omdat het zout water bevat, wordt het een zee genoemd. Langs deze zee loopt een boulevard. En dat is mooi! Hier zie je goed die mix van oude en nieuwe gebouwen, waarbij de oude langzaam overgaan in de nieuwe.
Heel bijzonder is de Caspian Waterfront Mall, ook wel Deniz Mall genoemd. Het heeft de vorm van het wapen van Azerbeidzjan: een achtpuntige ster. Inspiratiebron was trouwens het Sydney Opera House. Maar het doet ook wel denken aan het ArtScience Museum in Singapore. Hoe dan ook, het is een mooi en indrukwekkend gebouw. Wat ook een bijzonder gebouw is: het Tapijtmuseum. Dat heeft heel origineel de vorm van een opgerold tapijt.
Maar voordat we daar zijn, komen we langs Mini-Venetië. Serieus. Al in 1960 werd hier een kleine replica van Venetië gebouwd. Inclusief bruggen en kanalen. Je kunt er in een kano rondvaren. Helaas geen gondola’s en zingende gondeliers. Of misschien ook maar goed. Vanaf de bruggen heb je weer geweldig zicht op de Flame Towers. We lopen voorbij de Deniz Mall en zien aan de zijkant allemaal terrasjes.
We hebben wel zin in koffie en iets lekkers, dus zoeken we een tafeltje op het terras van Coffeemania. We bestellen drinken en cheesecake. Zo jammer dat die bevroren blijkt te zijn… Hij gaat terug naar de keuken en na enige tijd wachten, worden we verzocht iets anders uit te kiezen. Weet je, laat maar. We wilden alleen even iets drinken en een taartje. Dit duurt te lang. We betalen voor het drinken en lopen verder.
Naast de mall staat een reuzenrad, de Baku Eye. Dat reuzenrad heeft een Nederlands tintje, want het werd gebouwd door ons eigen Dutch Wheels. Voorbij het reuzenrad is Flag Square, vlakbij de Azerbeidzjaanse marinebasis. In 2010 werd hier de vlaggenmast geplaatst. Met zijn 162 meter was het destijds de langste mast ter wereld was. Dat duurde niet lang, toen kwam er een langere in Tajikistan. De mast is echter alweer enige jaren geleden verwijderd en het schiereiland waarop het stond, is gesloten voor publiek.
Geen idee waarom, maar we hoeven er in elk geval niet helemaal naartoe te lopen. Dus nu hebben we Fountain Square zonder fonteinen en Flag Square zonder vlaggen. Rare jongens, die Azerbeidzjanen. We wandelen maar weer eens terug richting hotel, over de boulevard. Prima wandeling door een prima stad. Want we vinden Baku leuk. Echt leuk. En netjes. We zagen al vele plantsoenwerkers. Er ligt ook nauwelijks troep en je komt geen uitpuilende prullenbakken tegen.
Er zijn prachtige en goed verzorgde parken, er staan onnoemelijk veel bankjes door de stad en je kunt overal wel ergens zitten en rondkijken. Wij zijn al fan geworden van deze stad! We komen bij de Maiden Tower of Maagdentoren. Die kun je beklimmen en dan heb je een geweldig uitzicht over de oude stad, de boulevard en de Flame Towers. Zeggen ze; wij zijn niet de hoogte in gegaan. Er hoort trouwens een mooie legende bij de toren:
Een machtige, rijke en maagdelijke prinses werd verliefd op een arme sloeber van een jongeman. Dat vond Pa natuurlijk helemaal niks en ze mocht niet met hem trouwen. Daar was de jongedame het niet mee eens. Daarom sloot haar vader haar op in de toren, om af te koelen en tot bezinning te komen. Ze kon zich er echter niet bij neerleggen, zonder haar droomprins had het leven geen zin meer. Dus wierp ze zich van de toren in de golven van de zee. Oh ja, want de toren stond vroeger in het water, totdat de Kaspische Zee zich terugtrok en het bouwwerk op het droge kwam te staan. Maar goed, zo komt de toren aan haar naam.
Net voorbij de Maagdentoren is alweer het pleintje waar we vanochtend ontbeten. Nou ja, aan de overkant, er loopt een drukke weg tussendoor. Om op het pleintje te komen, kun je via een voetgangerstunnel onder de weg door. Het is inmiddels 4 uur, we gaan terug naar ons hotel voor een kopje koffie en om bij te komen van de hele dag wandelen door de stad. Als we weer fris en fruitig zijn, gaan we op pad voor het avondeten. We doen niet te moeilijk, aan het einde van de straat is een restaurant met een terras buiten.
We hebben geluk, er is nog een tafeltje voor twee vrij. Andy neemt een ribeye steak, ik zalm en daar betalen we een Europese prijs voor: 122 manat, ongeveer 60 euro. Na het eten wandelen we weer naar de boulevard, tot aan de mall. Baku is blijkbaar dol op het verlichten van gebouwen. En op lichtshows. Van de Flame Towers wisten we dat die ’s avonds verlicht zijn. Niet alleen met vlammen, ook de Azerbeidzjaanse vlag komt voorbij. Ook het reuzenrad en een van de gebouwen op Flag Square draaien een lichtshowtje af. Verder zijn er veel andere gebouwen mooi verlicht.
We hadden bedacht om in de Deniz Mall te gaan kijken. Daar moet je een vaccinatiebewijs laten zien, voor je naar binnen mag. En omdat het even duurt om alle bewijzen te checken, word je gedoseerd naar binnen gelaten. Dat is allemaal prima, maar we hebben weinig trek in die gillende kinderen die bij de ingang spelen. Laat maar, we gaan weer naar buiten en lopen op ons gemakje terug naar ons hotel.
Weer: | Heerlijk, 23 graden |
Doel: | Sightseeing Baku |
Gereisd: | Lopend door de stad |
Hotel: | Centric Boutique Hotel, €38,- |
Vandaag gaan we verder met Baku verkennen. Maar eerst weer ontbijt. We kiezen het tentje naast die van gisteren, op het pleintje met de fontein. Vandaag croissantjes met roerei en pannenkoeken met banaan. Lekker hoor. Gisteren verbleven we in de oude stad en aan de westkant van de boulevard. Vandaag wandelen we op ons gemak de andere kant op. We komen bij een pier waar we nog een beter uitzicht hebben op de stad, op de Flame Towers en op de Deniz Mall.
Aan het einde van de boulevard is een groot plein, met er tegenover het Government House. Daar huizen verschillende Azerbeidzjaanse ministeries. Aan dit gebouw zie je het Sovjetverleden van Azerbeidzjan terug, want het is wel een ontwerp in de typische Sovjetstijl. Vroeger stond er dan ook een beeld van Lenin voor de deur. Nu ligt er een pitstraat voor de deur, namelijk die van de Formule 1. Sinds 2016 staat Baku op de racekalender en is het een van de weinige stratencircuits. Aangezien ze de pitstraat hebben laten staan, vermoed ik dat het ook nog wel een tijdje op de kalender zal blijven. We maken uiteraard een foto van de pitbox van Max Verstappen.
We hebben voor dit weekend nog een bezienswaardigheid op het programma staan: het Heydar Aliyev Cultural Center. Dat is vernoemd naar de eerste president van Azerbeidzjan na de val van de Sovjetunie, Heydar Aliyev. Ook het internationale vliegveld draagt zijn naam, by the way. Het gebouw waar we nu naartoe willen, ligt een eindje verderop. Te ver om te lopen, dus houden we een taxi aan. Een echte Londense. Maar dan rood. En elektrisch. En met een meter. Voor 8 manat worden we bij het gebouw afgezet. Gelukkig kunnen we met plastic betalen. We doen al het hele weekend zonder contant geld en dat lukt tot nu toe uitstekend.
We gaan het gigantische cultureel centrum bewonderen. Dit prachtige gebouw is ontworpen door Zaha Hadid, een Iraaks-Britse architect. Zij laat een erfenis aan bijzondere ontwerpen na in de wereld. Dit gigantische gebouw is grotendeels een museum, als eerbetoon aan die president. Dat zal allemaal wel, wij zijn vooral geïnteresseerd in de buitenkant. Want die is echt fenomenaal. We bewonderen het dan ook van alle kanten. Elke kant is anders, maar samen vormt het wel een prachtig geheel.
Om het pand is een park in verdiepingen aangelegd, met keurig gras en mooie strakke waterpartijen. Onderaan de berg hebben ze een Baku-sign neergezet, met de letters I_heart_Baku. Fotomomentje. De taxichauffeur is rond blijven hangen, in de hoop dat hij ons nog ergens naartoe kan brengen. Of rondleiden, een tourtje kan geven, kan allemaal. Wij houden het bij een ritje naar het pleintje bij ons hotel. Dat kost 12 manat. Helaas begeeft zijn internetverbinding het, waardoor het niet lukt om met plastic te betalen. Zelfs niet nadat iemand – ik denk een bekende – komt helpen. Andy biedt 5 euro aan, het enig cash geld dat we bij ons hebben. Dat is goed.
Mooi, dan kunnen we nu verder. Naar Fountain Square, kijken of ze inmiddels de fonteinen hebben aangegooid. Onderweg komen we langs een tentje waar ze heerlijk gebak hebben. En drinken natuurlijk. Daar hebben we wel zin in. Dan verder naar het plein. Het is er gezellig druk. De fonteinen zijn echter nog steeds niet aan. Nou, dan niet hoor. We lopen nog even naar de poort waar gisteren de mooie Aston Martin stond. Dan de straat naar beneden, om te kijken of daar inderdaad de bekende bocht van het F1-circuit is. En dat is zo.
We wandelen verder en komen zo weer bij ons hotel uit. Tijd voor koffie en even bijkomen, voordat we weer op pad gaan voor het avondeten. Vandaag doen we minder luxe. Net om de hoek zit een burger & friet tent. Helemaal goed en de prijs is nog beter: 32 manat, €16,50. We wandelen door naar Fountain Square. We zullen toch potdorie die fonteinen een keer in werking zien! En inderdaad, nu hebben ze ze dan eindelijk aangezet. Het is gezellig druk op het plein, vooral met selfie-queens. Blijkbaar is iets moois alleen mooi als je er zelf met je lelijke bakkes voor staat…
Als we zijn uitgekeken op het plein, wandelen we naar de boulevard. We komen langs een groepje jongens die muziek aan het maken zijn. Twee spelen er gitaar, de rest zingt een blijkbaar bekend Azerbeidzjaans lied. Ze hebben lol en wij genieten van de vrolijkheid. We wandelen op ons gemakje de boulevard af, tot aan het Museum Center. Dat is eveneens een Sovjetgebouw, met een indrukwekkende vijver-met-fontein voor de deur. Vanmiddag stond die uit, nu spuit het water enthousiast de lucht in.
Langs de Neftchilar Prospekti lopen we terug naar ons hotel. Daar rommelen we aan tot een uur of een. We hebben namelijk een idioot vroege terugvlucht, om 04.20 uur. We worden daarom om half 2 opgehaald door dezelfde taxichauffeur als van de heenweg. Die brengt ons in een half uur naar het vliegveld. Bij aankomst komt er meteen iemand aan met een bagagekar. Kom, dan laad hij onze bagage op. Nou, dat hoeft niet, we kunnen die ene koffer best zelf meenemen. Er zitten tenslotte wieltjes onder.
Nee, hij helpt ons. Dat hoeft niet. Jawel. Nee, echt niet. Vliegen we met Lufthansa? Ja. Ah, kom maar dan, en hij begint onze koffer op die kar te hijsen. Dan zijn we het echt zat. Nee, we willen geen hulp, blijf van onze koffer af! Nu wordt onze taxichauffeur boos op de man en terwijl hij hem nog even rustig uitkaffert, nemen wij afscheid en lopen naar de terminal. Daar staat een rij voor de deur, met streng uitziende mannen ervoor. Om onduidelijke reden moeten we wachten voor we naar binnen mogen. We worden gedoseerd doorgelaten.
We moeten al bij de ingang onze paspoorten laten zien, die gescand worden. Dan gaat onze bagage door de scan en kunnen we doorlopen naar de incheckbalie. We laten onze paspoorten en vaccinatiebewijzen zien. En de gezondheidsverklaring? Huh? Voor welk land? Voor Nederland. Daar hebben we nog niet van gehoord. Ik heb toch echt voor vertrek nog even gecontroleerd hoe we terug naar huis kunnen reizen. Volgens de incheckmevrouw hadden we een online verklaring moeten invullen. Okay, dan doen we dat toch.
Ze geeft ons een weblink. Die leidt niet naar de verwachte pagina. We lopen terug en ondertussen heeft haar collega twee health certificates uitgeprint. Als we die even invullen, is het okay. Is goed, doen we. Dan krijgen we onze boardingpassen en kunnen we verder. Eerst door de douane, dan door de controle en naar onze gate. Het vliegveld is trouwens ook mooi. Je mag alleen geen foto’s maken van gebouwen of wegen die door militairen of politie wordt bewaakt.
Dat bleek ook wel bij aankomst, toen Andy in de aankomsthal stond te filmen. De langslopende agent gaf meteen aan dat dat niet mag. Hoewel we nu geen politie zien, wagen we het er toch maar niet op. We wachten braaf tot we kunnen boarden. Dit vliegtuig zit niet vol, we houden onze rij van drie voor onszelf. Terwijl we wachten op vertrek, komt iemand ons de zojuist ingevulde health certificates brengen. Okay, dank je wel, die stop ik dan wel in mijn tas. En daar hebben ze ook tot thuiskomst in gezeten.
Anyhow, de vlucht is prima, hoewel we maar 1x iets te eten en drinken krijgen op de rit van 5 uur. Komt waarschijnlijk doordat het een nachtvlucht is. Deze keer geen tussenstop in Georgië, we kunnen meteen door naar Frankfurt. Daar kopen we eerst voor belachelijk veel geld twee broodjes, voor we instappen voor het laatste stuk naar Amsterdam. In Frankfurt en in Amsterdam maakt niemand zich druk om onze gezondheid, we hoeven nergens onze vaccinatiebewijzen te laten zien. Misschien omdat dat al geregistreerd is bij Lufthansa en gecontroleerd in Baku? Ik hoop het, want dat vind ik een geruststellende gedachte.
We wachten op onze koffer en lopen dan naar de taxistandplaats. Voor iets meer dan 25 piek worden we naar de Holiday Inn Express gebracht. De taxichauffeur vraagt nog even of we zeker weten dat we met de taxi willen. Elk vliegveldhotel heeft immers een shuttleservice. Zou je denken, ja. Niet die van ons. Toch gek, dat als we langs de hotelshuttlebus-plaats rijden, daar ons hotel staat aangekondigd… Ik ga daar ook nog zeker een klacht over indienen! Nu gaan we gauw naar huis en eerst eens lekker slapen.
Wat een leuke stad! Ja, ik weet dat we dat vaker zeggen, maar dat maakt het niet minder waar. Als je een klein beetje gedoe (visum aanvragen) en een stukje vliegen (uurtje of zes met overstap) niet erg vindt, is Baku een uitstekende bestemming voor een stedentrip. Het is een beetje Dubai, een beetje Las Vegas (maar zonder het gokken) en een beetje New Orleans. Dat het oud-Sovjet en hoofdzakelijk islamitisch is, daar merk je weinig van. Het is gewoon een prettige, keurige en mooie stad.
Bovendien is het een compacte stad, je kunt bijna alles te voet doen. Voor de bestemmingen iets verder weg, zoals het prachtige Heydar Aliyev Cultural Center, neem je voor een paar euro een taxi. Je kunt ook met het openbaar vervoer: Baku is de enige stad in Azerbeidzjan waar een metronetwerk is. NetwerkJE, want er zijn slechts 2 lijnen en metrostations liggen niet perse op handige locaties. Wij hebben ons er daarom niet aan gewaagd.
Misschien vindt u alleen Baku bezoeken voor een weekendje wat veel gedoe. Geen probleem, je kunt het ook prima combineren. Er zijn in het land zelf niet zoveel bezienswaardigheden, maar je zou een tripje naar Yanar Dag kunnen maken. Dat is het eeuwig brandende bergje. Ons leek het de moeite niet waard, maar wil je het toch met eigen ogen zien, ga dan rond zonsondergang. Zie je het zowel bij dag als bij nacht, wat voor vuur altijd handiger is.
Je kunt ook de twee bezienswaardige steden Lahic en Sheki bezoeken. Ben je alweer een dag of 2, 3 onder de pannen. Hou je van rotstekeningen en/of modderpoelen, dan is Gobustan een goed idee. Voor bergen, bossen en een mooi meer moet je naar Lake Göygöl. Of combineer het met een evenement als de jaarlijkse F1-race, ook leuk. Wij hebben in elk geval erg genoten van ons weekendje en raden een stedentrip naar deze bijzondere stad dan ook zeker aan!
Oh ja, we moesten dus in Amsterdam taxi’s nemen om naar en van het vliegveld te komen vanaf ons hotel. Daar heb ik nog wel een klacht over ingediend. Wat denk je? We krijgen de gemaakte taxikosten terug! Kijk, dat is nog eens netjes afgehandeld.
Facts & Figures 2021 | ![]() |
Continent | Europa èn Azië |
Hoofdstad | Baku |
Grootte tov Nederland | 2 x groter (86.600 km2) |
Aantal inwoners | 10,2 miljoen / 117,9 per km2 |
Beste reistijd | Voor- en najaar |
Visum nodig? | Ja, voor vertrek online regelen |
Tijdsverschil met Nederland | Zomer 2 uur later, winter 3 uur |
Munteenheid | Manat (AZN): 1 manat = €0,51 |
Taal | Azerbeidzjaans |