Weer: | Heerlijk in Roemenië |
Doel: | Aankomen in Boekarest |
Gereisd: | Brussel – Boekarest |
Hotel: | Iles Sont D’Ailleurs, €80,- en Capitol Hotel, €67,62 |
Gisteravond na het werk zijn we naar Brussel Charleroi gereden. Onze B&B ligt tegenover het vliegveld. De aardige eigenaar en zijn dochtertje verwelkomen ons en we nemen onze intrek in een van de kamers. Prima voor het doel dat het heeft. We hebben afgesproken om kwart voor 9 naar het vliegveld te worden gebracht en staan de volgende ochtend om 8 uur op. Dat vinden we te vroeg (en teveel gehaast) om eerst te ontbijten, dus dat hebben we er niet bijbesteld. In plaats daarvan heb ik broodjes meegenomen, net zo makkelijk.
De eigenaar en zijn dochtertje brengen ons weg. Dankzij de recente aanslag op Zaventem Airport kom je niet zomaar bij het vliegveld. Eerst moeten we langs bewapende militairen die bij de toegangsweg staan. Volgens onze chauffeur is dat al een stuk minder streng dan een paar dagen eerder. Toen werden alle auto’s gestopt en bekeken. Nu kunnen we eigenlijk gewoon doorrijden. Verder mogen er geen niet-reizigers meer bij de terminal komen. Het hele bovendek langs de vertrekhal is afgesloten. We worden in de parkeergarage afgezet, de enige plek waar men nog passagiers kan droppen en halen. De terminal zelf mag je alleen met een boardingpas en na controle van het paspoort binnen. Mensen die komen afhalen moeten buiten wachten.
Wij hebben een boardingpas en een paspoort, dus wij mogen door. We sluiten aan bij de incheck-rij en geven onze koffer af. Dan door de controles verder zien te komen. Dat duurt even, want er staat een aardige rij. Maar we hebben genoeg tijd. We wachten even bij onze gate en wandelen dan bijna voorop naar het vliegtuig. Want we hebben met priority geboekt. We zitten op rij 3 (2 was al bezet voor de heenvlucht). Helaas komt er nog iemand naast. Niet al te smal, met een gebroken poot. Die zo te ruiken het “uw been mag niet nat worden” wel erg letterlijk heeft genomen… Voor ons zit een gezin met jankend kind en achter ons een groep overenthousiaste Brabanders. Onze vlucht kan niet meer stuk, whoohoo. Nou ja, 2,5 uur later zijn we in Boekarest, Roemenië. Daar is het een uur later, dus half 3.
Eerst moeten we door de douane. Helaas geen stempels in ons paspoort, alleen een strenge blik en een knikje dat we door mogen. Dan wandelen we naar de bagageband en vissen onze koffer eraf. Nu op zoek naar Interrent/Europcar, waar we een auto hebben gehuurd. Terwijl de jongen achter de balie de boel in orde maakt, informeer ik nog even naar de extra verzekering om ermee naar Bulgarije en Moldavië te mogen. Nee nee, dat mag niet. Wtf; daarvoor heb ik juist bij deze maatschappij geboekt. Dit was de enige club waarbij dat zou kunnen. Nee, dan had men dit minimaal een week van tevoren moeten aanvragen. Nou, ik heb er toch echt expliciet om gevraagd. Ik bel met Rentalcars.com, waar ik geboekt heb. De jongen aan de lijn geeft ook aan dat dit wel degelijk goed en tijdig was doorgegeven. Maar ja, ondertussen krijgen we geen papieren om ook naar Moldavië te kunnen. Bulgarije is niet zo’n punt namelijk.
De jongen aan de lijn is ondertussen een rondje aan het bellen. Niemand kan ons nu een auto meegeven die naar Moldavië mag. Hmm. Uiteindelijk houden we het toch maar op de auto bij Interrent, maar dan met papieren voor Bulgarije. Kunnen we eindelijk op pad. Rentalcars zegt nog dat als we op een andere manier naar Moldavië gaan, bijvoorbeeld per trein of taxi, die kosten verhaald mogen worden. We zien het wel. We willen nu graag naar Boekarest. We nemen die papieren in ontvangst en betalen de extra fee voor de groene kaart en verzekering voor Bulgarije.
Dan gaan we buiten op zoek naar de shuttlebus, die ons naar de werkelijke auto brengt. Dat is vlakbij en daar staat onze witte VW Golf al klaar. We laden onze spullen in en proberen ons hotel in de stad te vinden. Dat lukt redelijk. Nu nog een parkeerplek. Na een extra rondje rijden is er een prachtige plek voor de deur vrij. Mooi, die is van ons, want die had ik er ook bij geboekt voor 8 piek!
We checken in in het Capitol Hotel, bij een allervriendelijkste meneer. We krijgen de sleutel van onze kamer op de derde. Prima kamer, niks mis mee. Het uitzicht is ook goed, op het militair museum en zijn fontein. Als we zijn geïnstalleerd gaan we erop uit. De stad in. Dat is vlakbij. Boekarest is een mooie stad, vinden we. Veel mooie gebouwen, leuke straatjes met restaurants en terrasjes en een gezellige sfeer. We maken een aardige wandeling, die ons ook langs het paleis van Ceausescu leidt. Humongous! Het is het grootste gebouw in Europa. Na het Pentagon in Washington DC en het Potala in Tibet is het het grootste gebouw ter wereld. Het is maar liefst 270 bij 240 meter groot, 86 meter hoog en 92 diep, heeft 12 verdiepingen en 8 ondergrondse niveaus.
Het gebouw is gebouwd in opdracht van president Nicoale Ceausescu en lijkt goed te passen bij zijn hoogmoedswaanzin. De bouw van het paleis en de bijbehorende Boulevard van de Eenheid (Boulevard Unirii) begon in 1984. En daarvoor werden een complete woonwijk, een stadion, kunsthistorische kerken, kloosters en synagogen afgebroken. Ja die Ceausescu was me er eentje! Hij was van 1965 tot 1989 dictator van Roemenië. Hij regeerde met harde hand over het communistische land en liet zijn tegenstanders uit de weg ruimen. Hij onderdrukte opstandige inwoners van Roemenië met geweld en bespioneerde anderen. Zijn economische beleid, gericht op zware industrie en export, leverde de dictator zelf enorme rijkdom op. Terwijl de bevolking in armoede leefde en velen omkwamen van de honger, liet Ceausescu dat grootste parlementaire gebouw ter wereld neerzetten. Voor het leuke sommetje van ongeveer 3 miljard euro.
Deze manier van “werken” kon natuurlijk (en gelukkig) niet goed blijven gaan. Het volk begon in opstand te komen. Uiteindelijk keerde ook het leger zich tegen de dictator. Dat vonden Nicolae en zijn vrouw Elena een goed moment om te vluchten. Ze werden echter verraden en op 22 december 1989 opgepakt. Twee dagen later begon een showproces waarvan de uitkomst al bekend stond. Na slechts een uur was het proces ten einde. De Ceausescu’s werden veroordeeld voor genocide en het ondermijnen van de economie. Ze werden op de binnenplaats van de rechtbank tegen de muur gezet en door kogels geëxecuteerd.
Nou, langs dat paleis van die dictator lopen we nu verder. Via die Boulevard Unirii komen we weer terug bij het oude centrum. In een van de gezellige straatjes zoeken we een restaurant uit. Er staan allerlei kebab-gerechten op de kaart. Gelukkig met foto’s en Engelse vertaling, want anders werd het niet veel. We nemen Roemeens brood met allerlei humus-achtige dingen vooraf. Dan krijgt Andy lamsvlees on-a-stick en ik iets lekkers met rund en lam in een soort pannenkoek met kaas. Smaakt prima! En voor 63 lei zijn we helemaal klaar. Dat is net geen 14 euro. We lopen nog een stukje verder tot we ons hotel weer zien. Vlakbij is een minimarket waar we wat drinken inslaan. Dan een beetje douchen, beetje relaxen en wij zijn klaar om te gaan slapen.
Weer: | 23 graden en lekker zonnig |
Doel: | Toeren naar Bulgarije |
Gereisd: | Boekarest naar Varna, 283 km |
Hotel: | Albizia Beach Hotel, €42,73 |
Het is de koudste Pinksterdag sinds 1936. In Nederland! Moehahaha, hier is het heerlijk weer, 23 graden, de zomerkleding kan aan. Lekkah! Vandaag gaan we naar Bulgarije, het buurland. Ik heb keurig de weg om de stad uit te komen uitgestippeld. Jammer alleen dat er vandaag een marathon aan de gang is en onze straat daarom is afgezet. Tja, dan heb je niet zoveel aan zo’n beschrijving. We doen een gok, en nog een paar, en komen zowaar op de juiste weg terecht. Onderweg hebben we ook nog eens volgetankt, want we kregen de auto bijna leeg mee. Benzine kost hier 1,10 per liter, iets goedkoper dan bij ons. Mooi, dan kunnen we op weg naar Bulgarije.
Onderweg passeren we talloze Dacia’s en een stuk of wat paard & wagens. En een hippere variant: met een soort grasmaaier ervoor in plaats van een paard. Die Dacia’s zijn trouwens van Roemeense makelij, vandaar dat we daar erg veel van tegenkomen. En niet alleen de laatste modellen, die tegenwoordig onder supervisie van Renault vallen. Nee, ook de modellen die sinds 1968 als eersten van de band kwamen rollen. En die nog steeds rondrijden. Blijkbaar toch een sterk merk. Op de modernere variant staat achterop welk type het is: een 1.4 MPI. Andy leest dat als “lumpi”. Dus noemen we dit merk vanaf nu de Dacia Loempia.
Aan de kant van de weg kunnen we gevarieerd aardbeien, plantjes of verse stukken varken kopen. Reuze handig. Maar wij hebben niets nodig. We zijn op weg naar de grensovergang met Bulgarije, vlak voor Ruse. Dat gaat nog echt met een controle en zo en daarom staat er een rij. Het duurt een klein half uurtje om aan de andere kant van de grens te komen. Als we aan de beurt zijn, moet Andy zelf even uitstappen om de paspoorten en de papieren van de auto te laten zien. Dus dat doet hij, zo istie. Het is allemaal in orde en we mogen verder. Naar de eerste de beste pomp, want we hebben een vignet nodig om in Bulgarije te mogen rijden. Kosten: 15 Bulgaarse lev. Hebben we nog niet, van die levjes. Dan 40 Roemeense lei. Die hebben we wel. Hup maar weer.
We doen een flauwe poging om in Ruse a) de haven of b) het centrum te vinden. Dat geven we al snel op, want in Bulgarije hanteren ze het cyrillisch alfabet. Daar zijn wij niet zo sterk in en dat maakt het nog uitdagender om de weg te vinden. Als we een bordje naar Varna/Bapka zien, volgen we die maar liever. En zo doorkruisen we de helft van het land naar de kust.
Na een kilometertje of 200 te hebben doorgekacheld, komen we bij Varna. Dat is een grote stad aan de Bulgaarse Zwarte zee. Na 4 keer verkeerd rijden – onder andere langs de weg waar diverse dames open huis houden – komen we in Galata aan. Daar vinden we ons hotel aan zee, het Albizia Beach hotel.
We hebben een mooie kamer, met een balkon dat uitziet op zee. En dat is fijn, want zoals gezegd is het erg lekker weer. We verkennen het strand, maar niet te lang. Teveel zand en teveel zandvlooien. Of zoiets. We gaan maar liever even aan de slag voor het avondeten. Dat is namelijk nog een werkje. Want op deze locatie hebben we niet zo heel veel meer dan een hotel en een restaurant. Die niet bij elkaar horen. Dat is jammer, want bij het hotel kun je wel met credit card betalen, maar bij het restaurant niet. Wij hebben nog steeds geen Bulgaarse levjes. Wel euro’s. De baas van het hotel kan wel wisselen. Voor onze 35 euro’s (meer hebben we niet) krijgen we 66 LEV terug. Dat klopt aardig en het zou voldoende moeten zijn voor een warme hap aan de overkant.
Dus gaan we naar de overkant. Daar kunnen we heerlijk buiten op het terras gaan genieten van onze gerechten met kip en varken. Het personeel is erg aardig en onze serveer-meneer vertelt dat hij een half jaar in Eindhoven heeft vertoefd. Ah, dat schept een band! Na onze prima hoofdmaaltijden nemen we een lekker ijstoetje na. Yum. Voor 60 lev inclusief fooi zijn we klaar. Dat is omgerekend 30 euro. Duur, vergeleken met Roemenië, zoals zal blijken.
We gaan terug naar onze kamer, alwaar we langzaam beginnen in te kakken. Helaas is het nog veel te vroeg om te gaan slapen.
Weet je wat? Laten we op het dak gaan zitten. Jawel, dat kan. In een jacuzzi! Ze hebben namelijk op het dak van ons hotel een prachtig dakterras gemaakt. Met ligbedden, leuke zitjes en die jacuzzi. Er is zelfs een sauna, maar die moet eerst aangeslingerd worden. Wij houden niet van sauna, laat die maar zitten. De jacuzzi daarentegen is heerlijk. Zeg nou zelf, wat is er beter dan op een mooie zondagavond, terwijl de avond valt, vanuit je bubbelbad te kijken naar de zee en de maan die opkomt? Niks! Oh, toch wel: de wetenschap dat het in Nederland met nog geen 12 graden de koudste Pinksterdag sinds 1936 is en wij hier in badkleding ’s avonds om 9 uur buiten liggen te dobberen. Ha!
Als we helemaal verschrompeld zijn, gaan we weer naar onze kamer. Lekker douchen en oh ja, die knaloranje badspullen uitdoen: het hotel verstrekt oranje badjassen en bijpassende slippers & handdoeken. Oer-Hollands tafereeltje dus. We lummelen nog wat rond, voor we weer lekker gaan slapen.
Weer: | Heerlijk, 22 graden |
Doel: | Toeren langs de Zwarte Zee |
Gereisd: | Varna naar Mahmudia, 330 km |
Hotel: | La Felinare, €35,- |
Prima geslapen en deze ochtend een prima ontbijt. Het is ook al prachtig weer en het is zo vroeg op de ochtend al heerlijk warm. Niks te klagen.
Vandaag hebben we een lange rijdag voor de boeg. We gaan op tijd op pad. Eerst terug naar Roemenië en dat doen we lekker langs de kust naar boven. De grens over, terug naar Roemenië, gaat iets sneller dan gisteren Bulgarije in. De beambte bekijkt onze paspoorten en autopapieren, terwijl hij ondertussen een sigaret rookt. Wat een verschil met alle andere landen waar we geweest zijn. Wat zijn we er al aan gewend dat er nergens meer in het openbaar – laat staan op de werkplek – gerookt wordt. Anyhow, we mogen Roemenië weer in.
Net voorbij Mangalia heb je aan de kust een aantal kleine badplaatsjes die genoemd zijn naar sterrenstelsels: Venus, Neptunes, Saturn, etc. We weten niet zo goed wat er aan de hand is: of het is nog niet open, of het is voor eeuwig gesloten. De boel maakt een verlaten en vervallen indruk. Vreemd. Het nodigt in elk geval niet uit tot gezellig langs een boulevard slenteren of zo. We toeren rustig verder.
Plan was om in Constanta even rond te kijken. Benen strekken, iets eten, dat soort dingen. Want Constanta zou een aardige plaats zijn. Nou, wij zien het anders niet. We rijden een rondje om het centrum en vinden er niet veel aan. Het is eerder een mierenhoop met auto’s die maar wat doen, in een poging zo snel mogelijk vooruit te komen.
Wij geven het maar op en proberen de stad te verlaten. Dat kost even wat moeite. Dan zien we aan een meertje een restaurant liggen, denken we. Het blijk een bar te zijn, waar je alleen een muffin kunt krijgen als eetbaar spul. Als ik ben wezen plassen, blijkt dat er nog steeds niemand is geweest om onze bestelling op te nemen. Nou, laat maar dan. Andy gaat ook nog even plassen en dan gaan we er vandoor. Als ze ons geld niet willen, houden we het lekker zelf.
Aan de rand van de stad zien we een grote mall. Inderdaad, heel Amerikaans. In de supermarkt kopen we een belegd broodje en even verderop bij Starbucks nemen we er een lekkere frappuccino bij. Zo, kunnen we er weer even tegen!
We toeren verder naar het noorden. Bij Tulcea moeten we rechtsaf, zodat we naar de Donaudelta kunnen. Dat is een groot natuurgebied dat vooral uit water bestaat. Donau-water. Van die schöne blauen Donau. Dat is een lied. Bedacht door Johann Strauss.
Hier vertakt de Donau zich en stroomt vrolijk door tot in de Zwarte Zee. Dan heeft hij er 2.888 kilometer door Europa opzitten: van het Zwarte Woud in Duitsland naar hier in Roemenië. Best een end.
Ons onderkomen voor vannacht bevindt zich in een gehucht aan die Donau. Moeten we het wel vinden. Ons plaatsje heet Mahmudia en het pension La Felinare. Nadat we 3 keer dezelfde straat op en neer zijn gereden, gaan we toch maar verder op de gravelweg waar we steeds op uit komen. En zowaar, we zien opeens een bordje naar ons pension. Dat blijkt iets verhoogd aan die gravelweg te liggen. Het is een erg mooi complex en ziet er prachtig verzorgd uit. Daar is duidelijk veel TLC aan besteed. De eigenaar is vriendelijk, maar wel een beetje stug. We noemen hem daarom Brutus. Er komen niet zo heel veel woorden uit Brutus. Nou ja, we komen niet om te socializen.
We maken ons een beetje zorgen over het avondeten. We zagen in het dorp wel iets dat de naam restaurant droeg, maar of het echt een restaurant is en open voor toeristen? Geen nood: Brutus maakt dinner voor ons! Cooked to order. Of we van vis houden. Ja hoor, gooi maar op de grill. En dat wordt gedaan: we krijgen vers gevangen, gegrilde vis uit de Donau. Tenminste, op Andy’s vraag “Is this fish from the Donau?” is het antwoord “Yes.” En op Andy’s volgende vraag “Did you catch it yourself?” is het antwoord “No. I buy. More easy.” Die quote houden we erin!
Bij de vis krijgen we ik denk polenta. Andy vindt het niet te vreten, hij voert stiekem een deel aan de hond. Ik ben ook niet direct fan, maar het vult wel prima.
Waar we ook niet zo fan van zijn, is die klotehond van de buren, die maar blijft blaffen. Pokkebeest. Na het eten gaan we een film kijken op onze kamer. Naar buiten gaan is namelijk geen optie, want het hoost. Of nee, het hoost en dan nog een beetje harder. Mijn god, wat een plensbui! We blijven knus binnen. Beetje jammer alleen dat de douche enorm stinkt en ik de deur open heb laten staan. Nu komt die lucht de kamer in. Ik doe hem gauw weer dicht. Na de film is het opeens al half 11, het wordt tijd om te gaan slapen. En dat doen we.
Weer: | 18 graden en zonnig |
Doel: | Toeren door oostelijk Roemenië |
Gereisd: | Mahmudia naar Vaslui, 270 km |
Hotel: | Hotel Racova, €34,68 |
We hebben niet zo lekker geslapen. Het bed is keihard, de honden van de buren rete-irritant met hun geblaf en met de airco op 20 was het toch nogal koud. We zijn op tijd wakker en zitten rond half 9 al aan het ontbijt. Brutus vraagt niet of alles naar wens was, dus vertellen we hem niet wat we ervan vonden. Hij brengt ons koffie en ontbijt, dat bestaat uit brood, kaas, ham, tomaat, komkommer, een worstje en een pannenkoek met nutella. Best lekker, hoewel we nog wel een tweede kopje koffie hadden gelust. We worden er een klein beetje zenuwachtig van dat Brutus in dezelfde ruimte blijft zitten als waar wij zitten te ontbijten.
We gaan maar gauw verder inpakken, weerstaan de vreselijke lucht in de badkamer en rekenen snel af. Totaal is het 190 lei en dat is inclusief het avondeten van gisteren. Dat is natuurlijk niet duur; ik geef 200 lei en heb dan 44 piek betaald. We laden alles in de auto en rijden nog even naar de Donau, kijken hoe die verder richting de Zwarte Zee gaat.
Dan gaan we op pad. Eerst terug naar Tulcea. Dan komt de mooie route naar Galati. Het is hier heerlijk rustig, glooiende omgeving met vooral landbouw en kuddes.
Kuddes schapen, koeien, geiten, you name it. Kuddes worden hier gehoed. Door een schaapherder, koeherder of geitherder. You name it. Die beesten lopen hier namelijk vrij rond. En dan wil je ze wel een beetje bij elkaar houden. Zodat je ’s avonds schaapjes kunt tellen. Of koeien. Of geiten. You name it. Wij kennen dat niet meer, want onze schapen zitten opgesloten tussen hekken of muren. Maar niet in Roemenië. Daar huppelen ze vrolijk los rond. Niet te los, daar zorgt de herder met zijn honden voor. Verder is het de taak van de herder om a) uit te proberen waar het veld het lekkerste ligt en b) de kunst van het leunen op een stok uit te oefenen. We zullen deze week menig kudde tegenkomen, al dan niet met de neiging om de straat over te steken. En dan moet je even wachten.
Goed. Aan het einde van deze mooie route van Tulcea naar Galati loopt nog steeds de Donau. Daar moeten we overheen, als we in Galati willen komen. En dat willen we, want anders blijven we opgesloten in de Donau Delta. Dan moeten we met een pondje over. Eerst koop ik voor 21,50 een kaartje bij de kiosk. Dat is 21,50 leitjes: in euro’s kost het €4,75. Dan mogen we even in de rij wachten. De ferry laadt vanaf de zijkant en we moeten achteruit inparkeren, zodat we recht staan ten opzichte van de boot. En zo kunnen er in het midden nog wat vrachtwagens staan. We zijn vlot aan de overkant en wachten tot we eraf kunnen.
In Galati zoeken we de weg naar het noorden, de 26 richting Iasi. Dat is een landelijke weg en zo zien we wat van real life in Roemenië. En dat is… Anders. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan, maar ook weer niet. Het ene moment komt je een paard & wagen tegemoet, het andere moment word je ingehaald door een dikke BMW. Oudere dames zijn zoals Andy ze zich had voorgesteld: hoofddoek op, jurk over broek aan, gerimpelde kop met nauwelijks tanden. Maar dan zien we ook weer moderne jongelui met mobiele telefoons. Naast auto en paard & wagen lopen de mensen. Gewoon op straat, want een stoep is er niet overal. Of ze fietsen. Maar veel mensen lopen. De weg door de dorpjes is van asfalt, maar de zijwegen in de plaatsjes van gravel of zand.
We rijden door diverse dorpjes. Het lijken armoedige dorpjes, maar misschien zijn ze gewoon nog niet zo ontwikkeld en is het eerder ouderwets dan arm. We weten het niet. Ze zijn in elk geval wel charmant en we vinden vooral de daken van rode, verweerde dakpannen prachtig.
In Oancea is de grensovergang naar Moldavië. Daar gaan we even kijken. Enerzijds uit nieuwsgierigheid, anderzijds omdat ik hoop dat er toiletten zijn.
Ik moet namelijk best wel plassen. De nieuwsgierigheid wordt bevredigd, de wens om ergens te plassen helaas niet. Nou, dan hou ik het nog wel even op. Dat even wordt best een tijdje. Als we eindelijk in een van de gehuchten een soort van restaurant/café zien, blijkt de wc niet meer te zijn dan een gat in de grond. Tja, als ik een ervaren zonder-pot-plassert was, was ik wel naast de auto gaan zitten. Maar dat kan ik nou eenmaal niet. Tenminste, niet zonder natte voeten te halen, ben ik bang… Misschien moet ik thuis toch maar eens gaan oefenen. Of een plastuitje kopen. Mijn toiletwensen zijn onderweg namelijk niet altijd even handig.
Anyhow, ik houd het maar weer even op, tot we in Murgeni eindelijk een fatsoenlijke benzinepomp tegenkomen. Die ook een fatsoenlijke wc heeft. Pfoe, dat lucht op! Oh ja, die grens naar Moldavië. Ja, daar viel verder niet veel te zien. Dus.
Na Murgeni slaan we af naar de 24, naar Vaslui, waar we vannacht slapen. Vaslui is best een grote plaats. Het is even zoeken naar ons hotel. Al snel blijkt dat we daar met mijn Google-maps route van papier niet gaan komen, dus slingeren we de Google-miep op de telefoon maar aan.
Die helpt ons vlot naar het Racova hotel, dat aan het centrale plein van Vaslui ligt. We kunnen achter het hotel privé parkeren, dus dat is prettig. Onze kamer is prima, niets bijzonders. We gaan eerst eens bijkomen van de reis, voordat we op zoek gaan naar avondeten. Dat is sowieso een goed idee, want het regent even erg hard. Gelukkig blijkt het een voorbijgaande bui te zijn.
Voor het avondeten hebben we goede hoop, want we zitten midden in Vaslui aan het centrale plein. We lopen de stad in, op zoek naar poedoe (eten). Hmm, ondanks dat het een grote stad is, zien we alleen maar een pizza restaurant. Pizza it is!
We bestellen er allebei eentje, blijkbaar met saus erbij. De pizza is in de aanbieding: 2 halen 1 betalen. Prima. En zo smaakt het ook. We nemen er nog 2 frisdrankjes bij en moeten dan 31 lei afrekenen. Dat is nog geen 7 piek… Daar krijg je bij ons krap 1 pizza voor!
We lopen nog een rondje door de stad, maar daar is niet zoveel aan. Dus gaan we op een bankje zitten, beetje mensen kijken. We zijn erg benieuwd met wie die jongen aan de overkant nou een afspraak heeft. Hij wacht al een tijd en heeft ook al een paar keer gebeld. We hebben goede hoop getuige te gaan zijn van een beginnende romance. Hmm, dat is dan een bromance, want hij blijkt te hebben afgesproken met 2 maten, die gewoon een beetje laat zijn.
Na deze teleurstelling gaan we maar terug naar onze kamer. We kijken een film op de laptop en duiken er dan weer in. Op het geluid van de hoosbui buiten kunnen we heerlijk slapen. Ze hebben hier geweldige buien!
Weer: | Tussen 3 en 18c, soms een bui |
Doel: | Bicaz kloof en de Karpaten |
Gereisd: | Vaslui naar Miercurea-Ciuc, 267 km |
Hotel: | Flamingo Hotel, €45,86 |
Vandaag gaan we richting de Karpaten. Dat is een gebergte, dat zich uitstrekt over Tsjechië, Slowakije, Polen, Oekraïne en Roemenië. En waar het in Roemenië eindigt, beginnen dan weer de Transsylvanische Alpen. Maar daar komen we morgen. Vandaag naar de Karpaten. Moeten we wel eerst Vaslui zien te verlaten. We betalen voor onze overnachting, want dat is wel zo netjes. Dan proberen we onze auto te vinden. Een struise dame helpt ons via allerlei binnenweggetjes naar de parkeerplek achter het hotel, onderwijl onze koffer meeslepend. Nou, dank u wel hoor.
Nu komt de volgende uitdaging: aan de voorkant van ons hotel zien te komen. En dat is lastig, als het allemaal eenrichting is en niet perse dezelfde kant op. Op een gegeven moment rijden we eindelijk langs ons hotel. De verkeerde kant op… Crap. We draaien weer om en dan kan de route opgepakt worden.
We zijn op weg naar de 15D naar Roman. Dat is een mooie route over het Roemeense platteland. Het doet nu iets geciviliseerder aan dan gisteren in het oosten. Hier lijkt men het iets beter te hebben, levensstandaard-wise.
Er wordt flink aan landbouw gedaan en die glooiende velden zijn een mooi gezicht. We komen regelmatig door dorpjes en rijden regelmatig over een kauwgomweg. Oh, die hele slechte wegen in Roemenië, waar voor gewaarschuwd wordt, vinden we wel meevallen. In België zijn de wegen ook niet altijd al te best. Wel moeten we regelmatig om de paard & wagens heen. Of uitwijken voor de vele voetgangers en fietsers. En even wachten op de kudde vee dat achter de herder aan oversteekt.
Vanaf Piatra Neamt begint het landschap interessanter te worden. We zien de eerste glimpen van bergen. Daar houden wij van, van bergen. Na Bicaz wordt het nog mooier en vanaf Bicaz-Chei naar Lacu Rosu is het echt adembenemend. We komen door de Bicaz-kloof. Dat is volgens ons de mooiste canyon die we ooit hebben gezien. Zo mooi dat we hem 3x rijden: heen, terug en weer heen. Wauw! In de kloof staan Roemeense handwerkers hun waar te verkopen, vooral kleding en kleden. We hebben niets nodig, sorry.
Na de kloof komen de haarspeldbochten die ons omhoog leiden. Dat is best een beetje spannend in ons Golfje, want die trekt het allemaal niet zo makkelijk. Maar we komen toch boven. En rijden zoals gezegd weer naar beneden, om het hele natuurspektakel nogmaals te bewonderen. En nogmaals, want we moeten wel die berg weer op om verder te kunnen. Ik zeg het nogmaals: wauw, wat is dit mooi! Immense rotsen torenen boven ons uit, terwijl wij door een nauwe bergspleet rijden. Okay, er loopt een 2-baansweg doorheen, maar toch, het gaat om het idee.
Als we voor de tweede keer bovenaan in Lacu Rosu aankomen, draaien we het terrein op van het plaatselijke hotel annex restaurant. Ik moet namelijk weer eens ongelofelijk nodig plassen. Ik ren snel de wc binnen. Zo, nu kunnen we zaken doen. We lusten wel koffie en iets te eten. Dat kan. We nemen allebei een uitsmijter met kaas en brood en samen met de koffie moeten we daar maar liefst 20 lei voor neertellen. Inderdaad, dat is 4 euro 40. Inderdaad, dat is voor niks, daar heb je in Nederland bijna nergens meer 2 koppen koffie voor, laat staan 2 uitsmijters erbij.
Oh, we hebben trouwens inmiddels geleerd dat je hier krijgt wat je bestelt. Bestel je ei met ham en kaas, dan krijg je ei met ham en kaas. Punt. Oh, je had er brood bij gewild? Moet je apart bestellen. Oh, met boter? Apart bestellen. Geldt ook voor avondeten. Bestel je vlees, krijg je vlees. Aardappels of frietjes moet je er apart bij bestellen, net als groentes. Niet dat dat een probleem is, maar je moet het maar even weten. ’t Is ook niet dat je er een godsvermogen voor betaalt. Maar de eerste keer keken we best verbaasd toen we niets meer en niets minder kregen dan het bestelde ei met ham en kaas. En wij vergeten steevast de boter te bestellen. Gelukkig staat er wel altijd olijfolie op tafel.
Ik dwaal af. Als we uitge-ohd en -ahd zijn in de Bicaz kloof, rijden we verder. Naar Gheorgheni, waar we linksaf moeten over de 12 naar Miercurea-Ciuc. Ook dat is een mooie route. We komen door diverse dorpjes en die zien er totaal anders uit dan aan de oostkant. Kleuriger, ander soort daken en een heus trottoir voor al die wandelaars. Want die zijn er nog steeds veel, net als de fietsers en… inderdaad, paard & wagen. De jongelui zijn modern gekleed en lopen veelal te bellen met mobiel. De ouwe wijven zien er nog steeds uit als heksen (Andy moet opeens heel erg denken aan een al lang overleden tante van hem, we zeggen niet welke).
In Miercurea-Ciuc zit ons hotel voor vandaag. Dat is het hotel dat ik van de week heb ingevoegd, omdat Moldavië is komen te vervallen. We checken in. Dat nog niet meevalt, want niemand spreekt er meer dan 3 woorden Engels. En niet een daarvan is geschikt om met gasten te converseren. Anyhow. Het hotel heeft een zwembad. Laten wij nou toevallig badkleding bij ons hebben! Voor 20 lei per persoon kunnen we er gebruik van maken. Dat is dan weer niet zo goedkoop, 4,40 per persoon. Daar heb je ook 2 koppen koffie en 2 uitsmijters voor… Inderdaad, wij zijn al snel verwend.
Maar goed, het lijkt ons wel even lekker. We trekken onze badkleding aan, waarna het meisje van het hotel ons de weg wijst. Op mijn vraag om handdoeken haalt ze vragend haar schouders op. Oh ja, spreekt geen Engels. Ik doe net of ik me afdroog, zij begrijpt me meteen en komt even later met 2 extra handdoeken aanzetten. Mooi. Gaan wij lekker baantjes trekken. Dat is namelijk erg lekker na een dagje toeren door de bergen en over kauwgomwegen! Als we er genoeg van hebben, gaan we douchen en ons opleuken, zodat we de stad in kunnen. Miercurea blijkt namelijk erg leuk, voor Roemeense begrippen. Veel leuker dan bijvoorbeeld Vaslui, waar we gisteravond waren.
We gaan eerst op zoek naar de plaatselijke Kaufland. Dat is een grote supermarktketen van Duitse komaf. We hebben namelijk drinken nodig, dus dat gaan we inslaan. Voor de deur staat een grill. Daar komen erg lekkere luchtjes vandaan. Als we klaar zijn met onze boodschappen, gaan we eens kijken wat er te halen valt. We zien 3 foto’s van 3 gerechten en we denken dat we met aanwijzen en vingers ophouden best een eind zullen komen. Helaas hoort er blijkbaar een verhaal bij, waar we geen bal van snappen.
Gelukkig loopt er net een echtpaar langs dat uitstekend Engels spreekt en zo lief is om voor ons te vertalen. Ah, er is nog maar een portie eten te krijgen, de rest is op. Dat lijkt ons wat weinig, maar volgens het stel is dat best genoeg. Oh okay. Voor 5 lei (1 euro 10) wachten we af wat we krijgen. Dat blijken vier smakelijke gehaktworstjes met een broodje te zijn. Lekker hoor, maar het vult nog niet. We noemen het een voorgerecht en gaan op zoek naar een heus restaurant. Die weet ik eentje. Niet direct te vinden, maar wel ongeveer.
We rijden nog een extra rondje en zien dan opeens de vervaagde bordjes naar Vardomb, hotel & restaurant. Volgens Tripadvisor is dat de beste van de vier restaurants in Miercurea. Andy bestelt iets met varkensschnitzel, ik iets met bonen en een soort ham. Smaakt prima en kost natuurlijk weer geen knoop: 46,90 lei. We geven 55 lei en zijn dan €12,- armer. ’t Is toch wat.
We rijden terug richting dorp en slaan nog even linksaf naar het centrum. Ook dat ziet er leuk uit. Ze hebben hier mooie gebouwen, een leuk stadsplein en zo te zien nog een aardige winkelstraat. Niks mis mee.
We rijden terug naar ons hotel, halen bij de benzinepomp vier deuren verder een Magnum ijsje als toetje en gaan dan naar de kamer. Die erg warm is. Dit is het enige hotel deze vakantie zonder airco. Normaal geen punt, maar de kachel heeft blijkbaar de hele dag aan gestaan en de buizen zijn nog steeds erg warm. Het raam open laten is niet echt een optie. De kachel van de buurman stinkt namelijk nogal en die klotenhonden buiten houden hun bek geen tel dicht. We gaan naar beneden, met de laptop onder de arm. Want daar heb ik op Google Translate onze klacht getiept en Google heeft het netjes naar het Roemeens vertaald. Tenminste, dat hopen we. De Google-vertalingen zijn natuurlijk wel enigszins beroemd en berucht…
Maar het lijkt erop dat men ons probleem begrijpt. Als wij het goed hebben begrepen, wordt de centrale verwarming afgesloten. Kunnen die buizen afkoelen en niet meer warm worden. Zetten wij nog even het raam open, want de wind lijkt te zijn gedraaid. Hopelijk waait buurmans kachelstank de andere kant op. Goed, als we klaar zijn met van alles & nog wat, gaan we lekker slapen.
Weer: | 18c en lekker zonnig |
Doel: | Sighisoara, Dracula en Brasov |
Gereisd: | Miercurea-Ciuc naar Fagaras, 307 km |
Hotel: | Hotel Bulevard, €33,42 |
Hmm, niet zo lekker geslapen. Het was nogal warm in de kamer en het bed was nogal hard. Zoals eigenlijk in de meeste hotels tot nu toe. Tja, in het land van Dracula houden ze er blijkbaar van om op planken te slapen. Wij helaas niet zo.
Als we het restaurant inlopen voor het ontbijt, zijn we verbaasd geen buffet aan te treffen. Oh, geen nood, het hotelmeisje komt vragen wat we willen eten. Een omelet met ham klinkt wel goed, doe maar. We krijgen er koffie, brood en diverse soorten beleg bij. Dat smaakt prima. Behalve dan dat de Roemenen geen verstand hebben van brood bakken. Want dat is hier niet te vreten. Veel te droog. Maar misschien vinden ze dat juist lekker, droog brood. En zeggen ze, als ze bij ons brood krijgen: “Smak smak smak, getverdemme, veel te vers dat brood”. Je weet het niet.
We zijn op tijd op pad en rijden via de 13A naar Sighisoara. Dat is een leuk plaatsje, zeggen ze. We rijden eerst een rondje door het centrum en parkeren dan de auto, om het plaatsje ook nog eens te voet te bekijken. En dan bezorgt Andy me een lachstuip. Want aan de overkant van waar we hebben geparkeerd, staat een prachtige kerk. Die wil ik natuurlijk wel even op de foto zetten. Om dichterbij te komen moeten we de drukke hoofdweg oversteken en dan even door een hek kruipen.
Ik sta al lang en breed die kerk te fotograferen als ik achter me een hoop gevloek hoor. Andy probeert met rugzak om door dat hek te kruipen. En dat gaat niet: hij zit vast. Als een kat in een iets te klein kattenluik… Als ik hem bevrijd heb, gaan we Sighisoara bekijken. Dat is inderdaad een erg leuk plaatsje. Het heeft mooie gebouwen en een gezellig centrum. En in dat gezellige centrum gaan we eens een kopje koffie drinken, lekker op een terrasje in de zon. Live is good!
Als we uitgekeken zijn, rijden we terug en verder, naar Brasov. Ook dat staat hoog aangeschreven. Brasov is een aardig grote stad en het is er behoorlijk druk. We hebben niet zo’n zin om ons daarin te mengen. Wij houden het bij een rondje door het plaatsje rijden.
Dan rijden we naar Bran. Daar staat het kasteel van Dracula. Nou ja, soort van.
Schrijver Bram Stoker, van het boek over Dracula, beschreef in zijn verhalen een fictief Transsylvanisch kasteel. En hij beschreef deze omgeving. Door die beschrijvingen moest men sterk denken aan dit kasteel in Bran. Dus hebben ze het tot het kasteel van Dracula gebombardeerd. Bran heeft er in elk geval dankbaar gebruik van gemaakt, want dit sprookjesachtige kasteel is nu een van de grootste toeristische attracties van Roemenië. Het stikt er van de souvenirkraampjes en als je wilt parkeren, mag dat tegen betaling.
Dit deel van Roemenië is sowieso compleet anders dan het oosten, tegen de Moldavische grens. Daar is het veel armoediger dan hier. Hier zien de dorpjes er veel verzorgder uit. In de buurt van Miercurea, waar we vanochtend vertrokken, heb je bijvoorbeeld dorpjes met hele typische houten poorten. Die zijn prachtig versierd met houtsnijwerk, al dan niet ingekleurd. Erg mooi. En de huizen lijken wel Hans & Grietje huizen. Kleurig, allemaal met stolpdaken en mooie oude dakpannen.
Natuurlijk zie je ook hier veel mensen op straat lopen, fietsen of met paard & wagen reizen, maar ze zien er minder arm uit. We genieten in elk geval volop. Ook van de omgeving, want we zitten nu echt in de bergen van Roemenië: de Transsylvanische Alpen. En dat is mooi. In Bran parkeren we om wat beter naar het kasteel te kunnen gluren. We voelen niet de behoefte het van binnen te bekijken. We kopen wel een T-shirt van het kasteel en zoeken dan onze auto weer op.
We moeten weer een klein stukje terug, voor we kunnen afslaan naar de 73A. Dat is min of meer een binnenweg en niet overal al te best. Maar wel mooi! We krijgen al het eerste zicht op de besneeuwde bergen van die Transsylvanische Alpen. Very nice.
Onze eindbestemming van vandaag is Fagaras. Dat is ook een ingelaste stop, vanwege het wegvallen van Moldavië.
Aan de derde rotonde in dit plaatsje ligt ons hotel, Bulevard geheten. We hebben een mooie ruime kamer met balkon. Op de derde verdieping. Er is geen lift. Onze koffer weegt 20 kilo. Zucht… Dat hadden ze ook wel mogen zeggen!
Het hotel heeft een eigen restaurant, dus wij doen niet moeilijk. We gaan voor de traditionele schotel voor 2, met verschillende soorten vlees en nog wat dingetjes. En een enorme berg friet erbij (oeps, iets teveel besteld). We vinden het helaas niet zo lekker…
Alles smaakt hetzelfde en die smaak is: gerookt. Het is ook aardig vet en sommige dingetjes zijn ronduit smerig. Tenminste, dat vinden wij. Maar dat is natuurlijk een kwestie van smaak. We zijn in elk geval blij als we ons er dapper doorheen geslagen hebben en kunnen afrekenen. Wat natuurlijk weer 3x niks kost: 70 lei, oftewel €15,50.
We lopen nog een rondje door het dorp. Daar is namelijk een bijzondere kerk. Het is erg protserig met al die gouden accenten.
En er is een mooi oud fort, met een watertje er omheen. En er is een supermarkt waar ze ijsjes verkopen. Ha lekker, toetje! We wandelen nog een stukje door en als het echt donker begint te worden, gaan we terug naar onze kamer. Daar relaxen we nog wat, voor we een einde maken aan deze mooie dag.
Weer: | Min nog iets en plus 20 |
Doel: | Transfagarasan Highway |
Gereisd: | Fagaras naar Sibiu, iets van 500 km |
Hotel: | Casa Cardinale, €38,61 |
Zoals gewoonlijk beginnen we de dag met een ontbijt. Vandaag weer een buffet, we pakken waar we zin in hebben. En dan is het weer inpakken en wegwezen. We hoeven maar een klein stukje, van Fagaras naar Sibiu. En dat doen we met een gigantische omweg… Vandaag staat namelijk de Transfagarasan Highway op de planning. Volgens Top Gear is dat de mooiste autoroute ter wereld. Dat willen we dan natuurlijk wel eens zien!
Helaas zijn we iets te vroeg in het jaar, want hij is nog niet helemaal open. Dat betekent dat we er wel van 2 kanten in kunnen rijden, maar hem niet helemaal door kunnen rijden. We beginnen met er van “bovenaf” inrijden. Dat is ongeveer halverwege de weg van Fagaras naar Sibiu. Terwijl we daar naartoe rijden, zien we de hoge en wit betopte bergen al aan onze linkerkant liggen. Al gauw rijden we daar op af. We rijden de berg op tot we niet verder kunnen. Dat komt omdat er grote rotsblokken op de weg zijn gelegd, net voor een tunnel en net na een kabelbaan.
Kabelbaan? Ja, kabelbaan. Bovenop de berg is namelijk een meer, het Balea meer. En een ijshotel. En een skipiste. En een restaurant. En een kerkje. Aangezien de weg er naartoe is afgesloten, is de enige mogelijkheid om daar te komen met een kabelbaan. Dus gaan we met de kabelbaan. Dat is prachtig! Al snel zien we dat je inderdaad niet veel verder kunt met de auto, want de weg is op een gegeven moment niet meer te zien in de sneeuw.
Als we aan het einde zijn gekomen, stappen we natuurlijk uit en betalen de verschuldigde 30 lei (€6,65) per persoon. We kijken even boven rond. Niet te lang, want er ligt een enorm pak sneeuw en daar zijn wij niet bepaald op gekleed. Ik heb bijvoorbeeld een rokje aan… We vinden daarom die andere mensen in hun skipakken enigszins overdreven. Watjes. Als we uitgekeken zijn (we komen immers niet ver op onze zomerschoenen), nemen we de kabelbaan weer terug. Kost weer 30 lei per persoon.
En dan genieten we opnieuw van het uitzicht naar beneden. Prachtig hoor! Terug bij de auto rijden we dezelfde weg terug. Want er is geen andere keus. Terug bij de 1 slaan we linksaf richting Sibiu. Net voor de weg zich splitst, zijn ze met de brug bezig. Daarom staat er een aardige rij auto’s te wachten. Wij moeten toch linksaf, dus nemen we de binnendoor-weg door het dorp. Dat dorp heet Talmaciu. Zo komen we ook op de weg naar Ramnicu Valcea.
Het volgende plan is om de Transfagarasan van onderaf te rijden, zodat we hem uiteindelijk toch bijna helemaal hebben gedaan. Om niet helemaal om te hoeven rijden, weet ik een shortcut. Net voorbij Tutulesti slaan we af. Het eerste stuk tot Pripoare gaat prima. Dan wordt de weg een stuk slechter… En verdwijnt het asfalt… En komen de kuilen tevoorschijn… Hmm, dit is wel erg spannend! We rijden nog wel langs wat huisachtige bouwsels, maar al gauw zien we geen enkele auto meer.
Ons Golfje heeft het zwaar te verduren en we houden een paar keer ons hart vast, als we de onderkant behoorlijk hard de grond horen raken. Voorzichtig kijken we naar achteren. Gelukkig, geen oliespoor… De weg verandert langzaam steeds meer in een geitenpad. En dachten we eerst nog dat het nooit heel erg ver meer binnendoor kan zijn, als we uiteindelijk alleen nog maar bos zien, beginnen we daar aan te twijfelen. We draaien toch maar om. En hobbelen die ellendige weg weer terug.
Terug op de hoofdweg halen we opgelucht adem. Dat was best een avontuur! Gelukkig heeft de auto het uitgehouden. En wij ook. Dit ommetje heeft ons alleen wel een uur heen en een uur weer terug gekost. We bedenken wat we gaan doen: doorrijden en alsnog de Transfagarasan op, of opgeven en naar ons hotel in Sibiu. We kiezen het eerste. We zijn hier immers nu toch. De weg naar Sibiu is prima te doen. Die durven we wel in het donker terug te rijden, als het moet. Want het is inmiddels half 4 en we zijn er nog niet.
Eerst moeten we naar Ramnicu Valcea. Dan afslaan naar Curtea de Arges. En dan pas begint de Highway. Het eerste stuk gaat nog door wat dorpjes. Al met al schiet het niet echt op, vooral niet omdat ze aan de E81 ook nog met de weg bezig zijn. Maar we komen dan toch aan en kunnen meteen beginnen met genieten. Het eerste stuk is namelijk meteen al erg mooi. Het vervolg gaat door bossen omhoog. Dat gaat prima, totdat het keihard begint te plenzen. Ach, dat geeft wel een leuke extra dimensie. We besluiten alleen wel om niet eeuwig door te blijven rijden.
Eerst rijden we nog dwars door de grote kudde schapen die ons tegemoet komt. Lachen! Dan nog een stukje verder, tot zo’n 20 kilometer voor het einde van de weg. Tenminste, 20 kilometer tot waar we kunnen rijden, voordat de weg is afgezet. We verwachten niet dat we hele spectaculaire dingen zullen missen als we nu niet verder rijden. Dat spectaculaire hebben we tenslotte vanochtend al vanuit de kabelbaan gezien. We draaien om en komen diezelfde kudde schapen weer tegen. Ze worden netjes voor ons aan de kant gedreven, zodat we er langs kunnen rijden.
Als we bijna onderaan de berg zijn, is het weer droog en kunnen we mooi nog wat foto’s maken. Bijvoorbeeld van het échte kasteel van Dracula. Want het Poenari Kasteel dat hier te vinden is, is het enige kasteel waarvan is aangetoond dat Vlad III, de èchte Dracula, er gewoond heeft.
Dan rijden we terug, weer helemaal naar Sibiu. Om een uur of 8 stoppen we bij een wegrestaurant om wat te gaan eten. We bestellen een kipschotel en die smaakt prima. Voor 70 lei (en 10 lei fooi, €17,75) zitten we behoorlijk vol.
Weer verder over de E81 komen we in een gigantische file terecht. We zijn zeker een uur stapvoets aan het rijden. We verwachten dan ook een flinke wegafzetting. Maar nee, het is enkel vanwege een spoorovergang en een slecht stuk weg, waar men blijkbaar niet zo goed overheen durft. Lekker dan, staan we daarvoor zo lang in de file. We komen dan ook in het donker en mega laat in Sibiu aan. En dan hebben we iets van 500 kilometer gereden. De afstand van Fagaras, waar we vanochtend begonnen, naar Sibiu, waar we vannacht slapen, is 75 kilometer…
Pas om half 11 checken we in, in Pensiunea Cardinale. Dat is een prima pension met schitterende kamers. Tenminste, als je van kitsch houdt, want de kamer is met goudtinten afgewerkt… Nou ja, we worden vriendelijk begroet en de kamer is lekker ruim en schoon. Verder niets op aan te merken. We kunnen alleen de afstandsbediening van de airco niet vinden. Ach, laat maar, we gaan gauw lekker slapen.
Weer: | 26 graden! |
Doel: | Sibiu en terug naar Boekarest |
Gereisd: | Sibiu naar Boekarest, 317 km |
Hotel: | Denisa Hotel, €41,84 |
Hmm, het was toch wel erg warm vannacht, we hebben niet heel lekker geslapen. Nou ja, dan maar gauw ontbijten. We kunnen kiezen uit een aantal varianten van ontbijt en wij kiezen die waar ei in voorkomt. Smaakt prima.
Voordat we vandaag terug naar Boekarest rijden, gaan we eerst Sibiu nog even bekijken. Dat schijnt een mooie stad te zijn. We parkeren onze auto (voor 1 lei per uur, 22 cent) en wandelen naar het oude centrum. Dat is inderdaad erg mooi. De huizen hier hebben bovenraampjes die verdacht veel op ogen lijken.
Op het stadsplein is een bijeenkomst van Mercedessen, jong en oud. Geen idee waarom. Ze staan op het plein opgesteld en blijkbaar is dat mooi. Of bijzonder. Wij weten het niet zo goed. We wandelen in elk geval een stukje verder, naar de Piata Mica, waar allemaal leuke terrasjes zijn. Daar nemen we eens lekker een kop koffie.
Het is heerlijk weer, een graadje of 26 al reeds. Bijna te warm zelfs. Maar we klagen niet hoor. Voordat we verder gaan, moet ik even plassen. Er is een centraal toilet, waar ik tegen betaling van wat ik zelf maar wil betalen, een rol toiletpapier mee krijg. Heel fijn, dank u wel.
Als we de koffie op hebben, wandelen we terug naar onze auto. We moeten nog 317 kilometer rijden, het wordt tijd dat we gaan. De kortste route is via Pitesti en dat is diezelfde kloteweg die we gisteren 2x reden en waar we steeds in de file stonden. Daar trappen we niet nog een keer in.
Wij rijden lekker via Brasov. Dat gaat ook niet altijd even snel, maar we komen in elk geval niet stil te staan. En we mogen regelmatig nog genieten van de prachtige omgeving, want het is ook een mooie route. In de bergen is het alleen een stuk frisser en komen we ook nog even in een aardige bui terecht.
Onderweg stoppen we een keer om te plassen en om een omelet te eten. Net als dat op is, begint het te hozen… Enigszins nat geworden rijden we weer verder. We tuffen lekker door tot aan Boekarest en rijden een paar keer verkeerd tot we dan toch de straat naar ons hotel vinden.
Dat is het Denisa Hotel vlakbij het vliegveld, op wat een industrieterrein lijkt te zijn. We checken in, laden heel de auto uit en doen alvast wat inpakwerk voor morgen. We hebben geen zin meer om in de auto te stappen, we gaan voor gemak: voor ons hotel zit een restaurant.
We zijn de enige gasten in het niet zo gezellige restaurant. Het ruikt er een beetje naar zwembad. En de tv staat aan, dus proberen we het Roemeense nieuws te volgen. Lukt niet. De eigenaar/serveerder lukt het wel. Die wacht blijkbaar ook op ons eten en dat doet hij door voor de tv te blijven staan. Schuin achter ons. Oh, okay.
We hebben allebei naar blijkt een kip/varken-stokje besteld, met paprika, ui en champignons ertussen. Hoe heet het ook alweer… Geen idee. We krijgen er aardappelpuree en iets in de vorm van frietjes erbij. Al met al smaakt het… Tja, nergens naar, eigenlijk. Het is niet zo lekker. We moeten er wel 77 lei voor betalen (en voor het flesje Heineken en Sprite dat we erbij namen).
Nou ja, het vult, zullen we maar zeggen. We wagen ons in elk geval niet meer aan een toetje. Terug in onze kamer gaan we verder met inpakken, kijken nog een film op de laptop en gaan dan lekker slapen. Morgen moeten we namelijk iets vroeger op dan anders.
Weer: | Lekker in Boekarest, in NL niet best |
Doel: | Weer thuis aankomen |
Gereisd: | Boekarest-Brussel-huis |
Hotel: | Ons eigen bed |
Vandaag vliegen we terug naar huis. Of naar Brussel en dan rijden we naar huis. We vliegen om 11 uur, we moeten onze koffer uiterlijk om 10.15 hebben ingecheckt. Dus staan we op tijd op, ontbijten om half 8 en zitten om half 9 in de auto. Het ontbijt hadden we gisteren toch maar erbij besteld. En daar hebben we vandaag spijt van. Het is namelijk niet zo lekker. Nou ja, het zij zo.
We gaan de auto terugbrengen. Er is niemand aanwezig bij het terugbrengpunt, want het is zondag en dan beginnen ze pas om 10 uur. Het is kwart voor 9. Wel is er een bakje waar we de sleutels in kunnen gooien. Dat doen we dan maar. Omdat er nog niemand is, rijdt er ook geen shuttlebus of zoiets. Geen nood: we kunnen de ingang van de terminal al zien. We lopen wel even naar de overkant.
We zijn iets te vroeg om de koffer in te kunnen checken, dus wachten we buiten in het zonnetje. Zo vroeg is het al heerlijk warm. Als we van onze koffer af zijn, gaan we door de beveiliging naar onze gate. Daar staat een strenge dame die ons naar het wacht-deel voor priority passagiers stuurt. Ik wil nog even iets te drinken kopen. Moet ik weer langs die strenge dame. En ze wil dat ik mijn boardingpas achterlaat, geen idee waarom.
Om in ons vliegtuig te komen, moeten we met een shuttle bus. Waarmee het voordeel van priority boarding teniet wordt gedaan, mopperdemopper. Nou ja, we zitten lekker vooraan op rij 2. We kunnen gelukkig onze bagage makkelijk kwijt en hebben een prima vlucht terug naar Brussel Charleroi. Daar komen we om een uur of 2 aan. We wachten even op onze koffer. Dan zoeken we onze jassen op, want het is hier koud en nat. Heel wat anders dan de ruim 20 graden vanochtend!
We lopen naar de parkeergarage aan de overkant en bellen de meneer van onze B&B. Die komt er vlot aan om ons op te halen. We krijgen de autosleutel terug, nemen afscheid en rijden naar Nederland.
Ergens halverwege Brussel en grens is een wegrestaurant over de weg heen. Ha, laten we daar een late lunch nemen! Het enige appetijtelijke dat we er zien is een cheeseburger met friet. Drinken erbij en we mogen 28 lei neertellen. Oh nee, 28 euro… Yep, we zijn weer thuis, mopperdemopper. Wat een verschil met Roemenië!
In de stromende regen rijden we verder naar huis, waar we nog even gaan nagenieten van deze bijzondere vakantie.
Wat een bijzondere vakantie! In positieve zin; blijkbaar klinkt dat negatief. Maar ik heb er geen ander woord voor. Het was namelijk echt erg bijzonder.
Bijzonder om te zien hoe het leven in Roemenië en Bulgarije is. Vooral de grote contrasten: het ene moment komt je een dikke Audi tegemoet, het volgende moet je uitwijken voor paard & wagen. Er wordt veel gelopen, bij gebrek aan ander vervoer. En dan midden op straat, want er is bijna nooit een stoep. De vrouwen dragen een hoofddoek en een schortjurk over een broek. Maar ook met knalblauwe Clogs eronder.
Het platteland is Nederland 50 of 100 jaar geleden. Geen grote machines, maar zeis & sikkel om het land te bewerken. Het zijn ook veelal de vrouwen die op het land aan het werk zijn. De mannen hoeden. Schapen. Of koeien. Of geiten. Want ook dat viel op: al die kuddes dieren die begeleidt worden door 1 of 2 herders en hun honden. We hebben voor menig overstekende kudde stilgestaan.
De dorpen zijn charmant. Ik weet nog steeds niet of het nu armoedig of gewoon ouderwets is. Maar erg bijzonder om te zien. De mooie daken, de bijzondere houtsnijwerk-poorten. De hoofdwegen zijn van asfalt, zijstraten van gravel of zand. De kwaliteit van de wegen vonden wij erg meevallen, we hadden erger verwacht. Maar: pas op met ’s avonds rijden, voor het geval er een puthole is of een paard & wagen opeens voor je opduikt.
Roemenië is natuurlijk ook het land van de Roma’s, de zigeuners. We hebben wel sporadisch een tentenkamp gezien. En verder regelmatig vrolijk gekleurde dames met zwart haar.
Wat echt bijzonder was, was de natuur. We hebben best al wat canyons gezien in ons reisleven. Maar niet een zo adembenemend als de Bicaz Kloof. Zo mooi dat we er zelfs 3x doorheen zijn gereden.
Ook de Transfalgarasan Highway was geweldig, hoewel we hem door het dikke pak sneeuw bovenop niet helemaal konden rijden. Het kabelbaanritje er naartoe maakte dat meer dan goed.
Tot slot Boekarest: erg leuke stad! Mooie gebouwen, leuke straatjes met restaurants en straatartiesten, leuke sfeer. Daar kun je best op een stedentrip naartoe!
Het was wel erg jammer dat we niet naar Moldavië konden. Nou ja, dan wagen we daar nog wel eens een weekend aan. Voorlopig kunnen we weer 2 nieuwe landen bijschrijven op onze “Been there”-lijst. De teller staat nu op 36!
Facts & Figures 2015 | ![]() |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Sofia |
Grootte tov Nederland | 2,67 x groter (110.900 km2) |
Aantal inwoners | 7,1 miljoen / 64 per km2 |
Beste reistijd | Mei-juni en september |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | 1 uur later |
Munteenheid | Bulgaarse lev (BGN): 1 lev = €0,50 |
Taal | Bulgaars |
Facts & Figures 2015 | ![]() |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Boekarest |
Grootte tov Nederland | 5,7 x groter (238.391 km2) |
Aantal inwoners | 21,5 miljoen / 90,3 per km2 |
Beste reistijd | Mei-juni en september |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | 1 uur later |
Munteenheid | Roemeense leu (RON): 1 leu = €0,22 |
Taal | Roemeens |