Weer: | Vliegtuigweer |
Doel: | Aankomen in Miami, Florida |
Gereisd: | Düsseldorf-Dublin-Miami |
Hotel: | Days Inn, €134,82 |
Als ik donderdag thuiskom van het werk, moet ik iets meer doen dan anders. Inpakken bijvoorbeeld. Dat is nog maar half klaar. Ja, ik loop een beetje achter op schema. Even de mouwen opstropen en doorwerken, dan kunnen we om 20.15 vertrekken. De rit naar Düsseldorf gaat prima en een uur en 3 kwartier later zijn we bij ons appartement. Ik heb instructies gekregen hoe we binnenkomen. Bij de voordeur hangt een ieniemienie kluisje. Met de code die ik heb gekregen kunnen we die openen. De sleutels hangen erin. Wat een leuk appartement! Het is handig en gezellig ingericht, met een keukenblokje en een aparte badkamer. Het is ook heerlijk rustig en de auto kan op eigen terrein voor de deur staan.
De volgende ochtend blijkt dat het parkeerterrein op 5 minuten rijden ligt. Ideaal! We zijn om half 9 bij dat parkeerterrein. Daar mag mijn Suzuki de komende 2,5 week logeren, tegen een vergoeding van €50,-. We melden ons, geven de autosleutels af en stappen in de shuttlebus die ons naar het vliegveld brengt. Daar zoeken we de balie van Air Lingus, om onze koffers in te checken. Die worden meteen doorgelabeld naar Miami. Door de beveiliging is ook niet heel spannend, business as usual.
We boarden een beetje later dan gepland en vertrekken dus ook iets later. Ach, we hebben genoeg tijd om over te stappen in Dublin. De vlucht is verder wel aardig. Het is een 3-3 toestel en we hebben onze rij voor onszelf. Tijdens deze vlucht krijgen we alleen een zakje pretzels en fris. Geeft niet, daarom hadden we zelf broodjes meegenomen.
In Dublin volgen we de transfer bordjes. Eerst moeten we weer door een beveiligingcheck. Dan door de Ierse paspoortcontrole. De beambte wil alleen weten waar we net vandaan komen (Düsseldorf) en snapt dat we in Miami de zon gaan opzoeken. Volgende hindernis is de US Clearance. Dat is de Amerikaanse immigratie, die bepaalt of je wel of niet het land in mag. Voordat je daar komt, heb je al een ESTA moeten regelen. Dat is het online visumverzoek. Kost $14,- per persoon. Met een goedgekeurde ESTA mag je afreizen naar de States. Het betekent niet dat je ook het land in mag. Dat bepaalt dus die Amerikaanse immigration officer.
Nou, die zit hier in Dublin. En dat is superhandig! Want het duurt meestal een eeuwigheid voor je door de Amerikaanse customs bent. Nu kan dat tijdens de overstap van 3 uur. Anders moet je dat bij aankomst in Amerika doen. Bij een rechtstreekse vlucht is dat dan na een lange vlucht. Nu zijn we nog aardig fris & fruitig. We volgen dus de bordjes naar de US Clearance en scharrelen daar braaf met de rij mee tot wij aan de beurt zijn. En dat duurt een uur of zo (told ya). De beambte wil weten wat we voor werk doen, of we in een hotel of op een cruiseboot verblijven (beide, maar dat wist hij vast allang), of we vaker in de US zijn geweest (yup) en of we vaker een cruise hebben gemaakt (yup). We krijgen een mooie stempel in onze paspoorten en mogen verder.
Nu kunnen we op zoek naar onze gate. Daar is het nog erg rustig. De vlucht vertrekt ook pas over een uurtje of 2. En ook deze is te laat. Maar boarden gaat vlot. We zitten op rij 37 van dit 2-4-2 toestel en hebben een rij van 2. Die wel een beetje krapjes is. Het toestel zit redelijk vol, maar niet afgeladen. Komt ook doordat er 5 mensen niet mee mogen. Die zijn niet door de US Clearance gekomen. En dat betekent dat hun bagage weer uit het vliegtuig moet. En dat betekent dat we vertraging hebben. We zullen dan ook een uur te laat aankomen in Miami.
Het is een lange vlucht, 9,5 uur maar liefst. Eigenlijk hadden we allebei in ons hoofd dat het een stuk korter zou zijn. Niet dus. We zullen ons al die tijd moeten zien te vermaken. We kijken een film, slapen wat, lezen wat, kletsen wat. En eten wat. Niet teveel, want eten & drinken is best karig. En niet bepaald lekker. Dit is misschien wel het slechtste eten dat we ooit aan boord van een vliegtuig hebben gehad. We krijgen een uur na vertrek een warme hap en tegen de tijd dat dat bij ons aankomt, is er alleen nog pasta met gehaktsaus. Een uur voor we landen krijgen we ontbijt. Nou ja, een wrap met kip en koffie. Vult ook niet echt. Er wordt tijdens de vlucht 1x frisdrank uitgedeeld en 2x koffie of thee. Verder moeten we het met een beetje water doen. Op een vlucht van bijna 10 uur. Nee, voor de inwendige mens is deze vlucht absoluut geen aanrader!
We komen dus een uur te laat in Miami aan. Daar moeten we even wachten op onze bagage. Dan gaan we een verdieping hoger, waar alle hotel shuttles stoppen. Volgens de site van Days Inn, ons hotel voor vannacht, zouden er bij de bagagebanden courtesy telefoons hangen. Ik kan ze niet vinden. Als ik ga vragen, wordt verteld dat we gewoon buiten kunnen wachten, er komt er vanzelf eentje langs. Dat klopt, maar dat duurt wel even. We zien allerlei shuttles voorbij komen, behalve die van ons. Maar uiteindelijk, na 3 kwartier wachten, komt ook ons busje eraan. Die zet ons netjes bij de Days Inn Miami Airport North af.
We checken in en zoeken onze kamer in het 3e bijgebouw. Prima, precies wat we hadden verwacht. Jammer alleen dat de wc niet doorspoelt. Hij vult geen water. Dus laten we Eduardo komen, die het gelukkig snel fikst. Dan gaan we op zoek naar eten. Want van dat spul dat we tijdens de vlucht kregen zitten we niet bepaald vol. Days Inn heeft een restaurant. Dat sluit om 10.30. Het is nu 10.45…. Bummer. Geen nood, verderop in de straat zit oa een McDonalds. Vinden wij prima, dus nemen we daar een burger & frietjes. Wat me er weer aan herinnert dat ik in Amerika geen avondeten wil van de Mac… Nou ja, voor nu is het wel zo makkelijk en het vult. We gaan maar snel douchen en naar bed. Inmiddels zijn we 23 uur op en kun je ons bijna opvegen.
Weer: | 24 graden en volop zon |
Doel: | Inschepen op de cruiseboot |
Gereisd: | Binnen Miami |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
Whoohoo, vandaag begint onze cruise! Dat betekent dat we in de cruisehaven moeten zien te komen. Daarom heb ik gisteren een plekje in de gratis shuttlebus geregeld. We kunnen met die van half 12 mee. Prima. Kunnen we rustig ergens ontbijten. Daar verheug ik me al sinds gisteren op, want volgens het receptiemeisje zit er verderop een IHOP. Dat staat voor International House Of Pancakes. Me love pancakes! Onderweg er naartoe komen we langs een benzinepomp. Daar gaan we meteen even geld pinnen. Is dat ook geregeld. We gaan voor een flink ontbijt, met eieren en natuurlijk pancakes. Yum. Inclusief fooi zijn we daar $31,50 voor kwijt.
We wandelen terug naar het hotel. Laatste dingen inpakken en dan uitchecken. We moeten om 11 uur uit de kamer. Dus doen we dat, zo zijn we. We wachten braaf buiten op onze shuttlebus. Dat is totaal niet vervelend, want het is heerlijk weer! De zon schijnt, het is een graadje of 24, het is januari; live is good. Er komt een shuttlebus voor de groep voor ons. De chauffeur is een hele leuke vent. Hij zegt dat als hij plek heeft, we mee kunnen. En er is plek. Andy krijgt zelfs de beste plek van het huis, namelijk naast de chauffeur. Ze hebben onderweg grote lol.
Om 12 uur zijn we bij onze cruiseboot, de Carnival Glory. Andy geeft de chauffeur een mooie fooi. En daarna de kerel die onze koffers naar de cruiseboot zal brengen. Oh ja, we zijn weer in Amerika, het land van de fooien…
We melden ons bij een aardige dame die onze aankomst registreert. Dan door de beveiligingscontrole. Als we dat gehad hebben, volgen we de borden en de aanwijsmensjes naar de ingang van de boot. Gaat allemaal vlotjes. De kamers zijn vanaf half 2 klaar. Dus gaan we eerst eens lekker op het bovendek hangen.
We stappen in de lift. Daar staat een jongen uit Moldavië. Dat weten we doordat al het personeel een naamplaatje draagt, waar ook op staat uit welk land ze komen. Deze dus uit Moldavië. Ik vertel hem dat we daar in april naartoe gaan. Zijn reactie: Why? Niemand heeft ooit gehoord van Moldavië. Tja, wij wel en we gaan toevallig in april. Naar de hoofdstad Chisinau en naar Transnistrië. Voor we verder kunnen praten, zijn we op dek 9 aangekomen. Daar gaan we genieten van het uitzicht op Miami. En van de zon. We zouden ook kunnen gaan eten. Of zwemmen. Of drinken. Maar daar hebben we allemaal geen zin in. Dus blijven we lekker een beetje hangen en kijken.
Tegen 2 uur gaan we eens naar onze kamer. Onze kaarten zitten in ons postvakje bij de deur. Dat zijn de kaarten waarmee we alles kunnen doen tijdens de cruise. De kamerdeur openen bijvoorbeeld. En voor alles dat we aan boord besteden, betalen. Voor drankjes, dingen die we kopen, etc. En hij is onze uit- en incheckkaart als we van en aan boord gaan. Handig hoor. We gaan eerst maar eens onze spullen installeren.
Rond een uur of 3 is de verplichte veiligheidsoefening. Als het alarmsignaal gaat, moeten we allemaal onze musterstations opzoeken. Dat is de verzamelplek op dek 4 bij de reddingsboten. Wij hebben station G. Daar mogen we ons opstellen in rijen van 4. Of 5. Onze pasjes worden gescand, zodat iedereen geteld kan worden en men weet of je aan de oefening hebt meegedaan.
Verder stelt het niet zoveel voor, het is vooral lang wachten. Oh, en er wordt uitgelegd wat de procedure is in case of an event. En er wordt voorgedaan hoe je je reddingsvest aan moet doen. Vroeger moest je dat zelf meedoen tijdens de oefening. Gelukkig hebben ze dat afgeschaft.
Als het is afgelopen, gaan we naar het bovendek. Want het is tijd om te gaan: om 4 uur varen we Miami uit. En dat is natuurlijk een mooi gezicht. Oh, we lagen trouwens in een rij met nog 3 cruiseboten. De Carnival Vista voor ons gaat als eerste. Wij volgen al snel. Naast de boot loopt de Mac Arthur Causeway, oftewel Highway 1A, die naar South Beach gaat. Daar begint zich langzaam de avondspits te vormen. Er wordt vanuit verschillende auto’s en van een hop-on bus die er rijdt naar ons gezwaaid.
Al varend hebben we een prachtig zicht op de skyline van Miami. En op de dure huizen met de dure bootjes ervoor. En op het strand van South Beach, waar druk gezond wordt. We passeren de vrij nieuwe eiland-wijk Fisher Island en laten zo de stad achter ons.
Tijd om de boot te gaan verkennen. De indeling is net als op andere cruiseboten. Op dek 3 is de Guest Service, kun je excursies boeken en is een koffiebar. Daar speelt meestal ook een bandje. Op 5 zijn de winkeltjes en het meeste vertier. Er is een comedy club, bar, bruin cafeetje, sportbar, dansclub en natuurlijk het casino. Waar je mag roken. Het stinkt er geweldig. Op 9 is in het midden het grote buffetrestaurant Lido. Aan beide kanten zijn de zwembaden en jaccuzzi’s.
Er is een rustig deel en een druk deel. Bij het drukke deel is de “Welcome on Board Party”, met luide muziek en dansende mensen. Oh ja, Carnival wordt ook wel de Party Cruise genoemd… Bij het drukke deel zijn 2 waterglijbanen. En er zijn kleine vreetstalletjes, met pizza, hamburgers & fries en met seafood. Het klinkt heerlijk: kreeft, crabcakes, clamchowder in een broodkom en nog veel meer. Wij nemen toch maar de hamburger & fries. De meeste dingen aan boord zijn inclusief, voor sommige moet je extra betalen. Zoals voor de seafood. En voor drankjes die niet in de machines zitten bij de restaurants. Daar zit niet zoveel in, alleen koffie, thee, limonade en ijsthee.
Als we onze burgers op hebben, scharrelen we nog even wat rond. Tot we onze ogen niet meer kunnen openhouden. Toch wel last van jetlag, denk ik. We gaan dus even een powernapje doen. Daarna terug naar de eetzaal. We hebben geen geweldige honger, maar nemen wat van het buffet. Dan gaan we naar de Comedy Club, voor de eerste voorstelling van de cruise. Er is een comedian genaamd Billy D. Washington. Andy vindt hem leuk, ik vind hem mwa.
Na deze show is er de “Welcome a Board”-show in het grote theater. We zoeken een plekje. Om een of andere reden wordt het wachten opgeleukt door handdoekdieren, te zien op de 2 grote schermen naast het podium. Die zijn heel erg niet-leuk. Dan komen de cruiseartiesten het podium op. Om vage reden vinden ze dat we een dansje moeten leren. Mwa, dacht het niet. Dan komt Cruise director Chris. Die begint eerst met een spel waaruit hij 2 stelletjes uit het publiek betrekt. Best leuk. En dan is het de beurt aan de cruiseartiesten. Die geven een voorstelling met zang & dans. As usual laat de zang te wensen over. Maar ach, het is best vermakelijk.
Als de show voorbij is, wandelen we weer een beetje rond. We luisteren in de pianobar wat er gespeeld wordt. We gaan een keer buiten kijken – best fris! Oh ja, de boot is trouwens aardig aan het schommelen. Het is een beetje een bumpy ride. Na de frisse neus luisteren we nog even naar het bandje op dek 3. En dan vinden we het wel mooi geweest. Het is inmiddels half 12 en we gaan maar eens slapen.
Weer: | Bewolkt, frisjes en 16 graden |
Doel: | Relaxen op zee |
Gereisd: | Onderweg naar de Caribbean |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
Vandaag hebben we een zeedag. Dat betekent dat we lekker kunnen rondlummelen en niets hoeven. We beginnen met uitslapen. Dan ontbijten in het buffet restaurant. Ziezo, nu kunnen we buiten gaan kijken. Wat we niet zien: zon. Het is bewolkt en er staat best een straf windje. Vandaar dat de boot nog steeds gezellig schommelt. Ik gok dat het een graad of 16 is. Geen zonnedekdag. Wat we wel zien: Cuba! Daar varen we omheen, op weg naar Grand Cayman. Best apart. Dus halen we even de camera’s, zodat we dat vast kunnen leggen.
Daarna wandelen we een keer door heel dek 9, kijken wat er allemaal aan buffetten is. Veel, wel. Niet dat we honger hebben, we hebben immers net ontbeten. We brengen de middag door met hier een beetje zitten, daar een beetje kijken. ’s Middags breekt de zon door en is het best lekker op het buitendek. Nog geen bikiniweer, hoewel sommigen daar anders over denken. We vermaken ons een tijdje op een ligbed. Als we dorst krijgen, gaan we naar de bar op dek 3 voor een drankje. En daarna hangen we weer een tijdje op een buitendek rond. Zo komen we de dag lekker relaxed door.
Voor het avondeten schuifelen we langs het buffet op het Lido-dek. We vermaken ons een tijdje in het casino, door platonisch te gokken bij de roulettetafel. Dan gaan we naar het theater voor de avondshow. Die staat in het teken van Motown en is best leuk. Jammer alleen dat die ene zanger zo slecht is. En dat uitgerekend die veel lead songs heeft.
Na de show komen we bij de casinobar terecht. Daar begeleidt een jongedame genaamd Rachel zichzelf op gitaar. Ze heeft een erg lekkere stem. Dus onder het genot van een drankje blijven we zitten luisteren.
We scharrelen nog een beetje rond en gaan dan op tijd slapen. Morgen moeten we er namelijk vroeg uit. We komen dan aan op Grand Cayman. Aankomst is rond half 8 en we vertrekken alweer om 2 uur ’s middags. Niet zoveel tijd op het eiland dus. Als we optimaal van onze tijd gebruik willen maken, zullen we vroeg op pad moeten.
Weer: | Bewolkt, spatje regen, 25c |
Doel: | Grand Cayman verkennen |
Gereisd: | Met een huurauto het eiland rond |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
Yes, we zijn op ons eerste Caribische eiland: Grand Cayman! Het is alleen geen Caribisch weer. Het is bewolkt en we zullen af en toe een spatje regen krijgen. Ben je ook eens op een tropisch eiland, mopperdemopper Het is wel warm, gemiddeld 25 graden. Gelukkig hebben we geen strand & shop dag geboekt, zoals veel cruisegasten. Nee, wij hebben een auto gehuurd, zodat we zelf het eiland kunnen gaan verkennen. Maar eerst: ontbijten. Dat doen we lekker makkelijk in het Lido buffetrestaurant.
Daarna moeten we een sticker halen op dek 5, zodat we van boord kunnen. De cruiseboot ligt namelijk voor anker voor de kust. Dat betekent dat we met bootjes naar de kant worden gebracht. Die bootjes heten tenders. En om met zo’n tender mee te mogen, heb je een sticker nodig. Zo voorkomen ze dat iedereen tegelijk van boord wil. Wij staan om 9 uur aan de overkant aan wal. We zijn op Grand Cayman! Dat trouwens nog steeds van Engeland is. We kunnen dus niet een nieuw land afvinken.
Nu moeten we bij het vliegveld zien te komen, om onze huurauto op te halen. Er staan allemaal taxibusjes op het terrein en er is een meneer die de boel regelt. Als we even wachten komt er een taxi die ons voor 20 dollar naar het vliegveld brengt. Mooi. We worden netjes bij Alamo afgezet en een alleraardigste meneer helpt ons aan onze huurwagen. We hebben blijkbaar een Visitors Permit nodig, een vergunning om op het eiland te mogen rijden. Oh, okay. Die kost 20 dollar. Oh, okay. De auto was al betaald en totaal zijn we nu met de taxi erbij 90 dollar kwijt. Daar komt straks nog voor een tientje benzine bij en dan zijn we voor 100 dollar klaar. Da’s voordeliger dan 2 excursies met de cruiseboot.
We krijgen een Renault Koleos mee. Foeilelijk, maar it does the job. Zo, nu kunnen we op ons gemak Grand Cayman gaan bekijken. We gaan naar de oost- en noordkant van het eiland. Dat is het rustige deel, want alle toeristen gaan naar de westkant. De meesten zullen niet verder komen dan Seven Mile Beach, op het strand en in de winkels die zich daar bevinden. Dat boeit ons niet. Bovendien is het niet echt strandweer. Nee, wij bekijken liever de mooie kust, prachtige huizen, een vuurtoren en een historisch gebouw.
De vuurtoren is niet echt. Het is stiekem een restaurant. Hij lijkt me ook een beetje klein, voor een vuurtoren. Geeft niets, het is een leuk gebouw en het uitzicht over zee is geweldig.
Het historische gebouw is wel echt. Een rijke Engelsman, William Eden, heeft het in de 18e eeuw laten bouwen. Hij noemde het “Pedro St. James”. Geen idee waarom. Het was in die tijd een uniek pand. Want terwijl het gepeupel in kleine hutjes woonde, zat hij met zijn luie reet en Jamaicaanse slaven in dit 3-verdieping paleisje. Nu is het het oudste gebouw op het eiland en is het een historische site. Je mag er tegen betaling binnenkijken. Het schijnt dat de 7e lijnse achterkleinzoon van die meneer Eden er rondleidingen geeft.
Aan het einde van onze route is nog een mooi strand, waar je met wat mazzel zeesterren kunt zien. En wij hebben mazzel, want er drijf er eentje voor onze neus.
Het wordt alweer tijd om terug te gaan. Deze route is namelijk doodlopend. Dus rijden we hetzelfde stuk terug. We stoppen nog even bij de sculpturentuin van Davinoff. Dat is een Amerikaan uit Wisconsin, die hier zijn vakantie-optrekje heeft. Blijkbaar is dat niet altijd even opwindend. Om tijd te verdrijven, begon hij beelden van beton te maken. Eerst nog bescheiden, daarna ging hij los. In zijn voortuin staan grote sculpturen, de meesten op ware grootte. Nou, en zo is het parkje ontstaan. Daarna passeren we weer de blowholes: daar komt water met kracht omhoog spuiten. Mooi gezicht. Vroeger waren er meer, maar orkaan Ivan heeft er in 2004 een aantal weggeblazen.
Ziezo, we zijn weer bijna bij hoofdstad Georgetown. Niet dat dat een megastad is. Maar Grand Cayman is ook geen mega eiland. Het is 35 kilometer lang en 15 breed en er wonen ruim 50.000 mensen. Dat lijkt weinig, maar zijn er toch 267 per vierkante kilometer. Daarom kun je niet zomaar op Grand Cayman komen wonen. Aangezien het bij de Britse Overzeese Gebieden hoort, kunnen eilanders gemakkelijk in Engeland gaan wonen. Andersom kunnen Britten niet zomaar naar het eiland emigreren. Dan zou het te druk worden. Helemaal met ook nog eens al die toeristen die er jaarlijks komen, al dan niet per cruiseboot. Toerisme bepaalt immers 50% van het inkomen hier.
Anyhow. We gaan nog even tanken, want we moeten de auto weer met een volle tank inleveren. We stoppen nog even bij een bank, kijken of ons geld nog veilig is. Grand Cayman staat immers bekend als belastingparadijs. Helaas, we zijn nog steeds geen miljonair…
We rijden terug naar Alamo en leveren de auto weer in. We worden als service teruggebracht naar de cruiseboot. In dezelfde auto als die we net gehuurd hebben. De jongen die ons wegbrengt is erg aardig. Hij is eigenlijk chef-kok, maar dat is geen stabiel inkomen. Dit wel, dus voorlopig werkt hij voor Alamo. We nemen afscheid en sluiten dan aan in de rij die voor de tenderboten staat. Aangezien er 250 mensen op kunnen, gaat het gelukkig redelijk vlot om aan boord te komen.
We checken in met onze cruisecards. Even de tassen afgooien op onze kamer en dan lekker eten. We lusten wel weer wat. Na het eten kijken we op het bovendek hoe we wegvaren van Grand Cayman. Bye bye!
De rest van de dag vermaken we ons weer met het boordleven. Voor het avondeten hebben we wel zin in pizza. Om vage reden krijgen we elk een halve, dus dat vult niet helemaal. Ach, dan schuiven we er nog wat uit het buffetrestaurant achteraan. Een softijsje en koffie na en wij kunnen er wel weer even tegen.
Bij de casinobar speelt weer iemand op gitaar. Een jongeman deze keer en ook deze heeft een erg lekkere stem. Dus nemen we met een drankje plaats in 1 van de zitjes en blijven eens lekker luisteren. En dan vinden we dat het alweer bedtijd is. We waren immers vroeg op en morgen willen we ook niet te laat opstaan. Dan gaan we het eiland Roatán verkennen!
Weer: | Oh nee, regen! Een beetje dan |
Doel: | Roatán, Honduras verkennen |
Gereisd: | Excursie per auto en kano |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
We komen pas om 10 uur aan bij Roatán, een eilandje voor de kust van Honduras. En dan willen we ook meteen van boord, voor onze excursie op dit eiland. Dus staan we om 8 uur op en zitten om 9 uur aan het ontbijt. Het ziet er buiten maar sombertjes uit… Oh nee, het regent! Getverdemme. Nou ja, het is niet anders. Het weer heb je helaas niet in de hand. Laten we hopen dat het een voorbijgaande bui is.
Om 10 uur gaan we naar de andere kant van het schip. Daar moeten we even wachten. Ongeveer een kwartier later mogen we een dek naar beneden, richting uitgang. We checken uit met onze cruisecard en stappen de kade op. We zijn in Honduras: land #49. Check!
Roatán was vroeger van de Engelsen, net als Grand Cayman. Daardoor spreken de eilandbewoners Engels. Toen het aan Honduras werd gegeven, kwamen er meer Spaanse invloeden. Dus leerden de bewoners ook Spaans. Nu zijn de meeste mensen hier tweetalig.
Het is het grootste van de 8 Bay Islands. Nou ja, groot; het is slechts 55 kilometer lang en op het breedst 8 kilometer. Er wonen 75.000 – 80.000 mensen. Het hoofdinkomen komt van de toerisme, met de visserij op de 2e plaats. Maar als je Googled op dit eiland, zou je denken dat criminaliteit ook een goede bron van inkomsten biedt. Ook in onze cruisegids staat dat je moet oppassen als je je buiten de cruiseboot begeeft. Niet teveel geld mee, niet buiten toeristengebied begeven, dat soort dingen. Er zou een cruiseschip passagier overvallen zijn en er zouden berovingen plaatsvinden.
We hebben het hier later met onze gids over. Die vindt het flauwekul, volgens hem is het crime cijfer hier nul. Die 2 incidenten waren incidenten, gepleegd door buitenlanders. De overval was een buitenlandse junkie, de berovingen bleken te worden gepleegd bij een resort, door de zoon van de Amerikaanse eigenaar. De sociale controle is hier juist heel hoog. Alle eilanders zitten in een app-groep en horen zo direct de laatste nieuwtjes. Wij krijgen bij het rondrijden over het eiland ook niet het idee dat het er gevaarlijk is.
Oh ja, want we gaan een excursie doen. Die heb ik zelf geboekt bij Island Marketing Ltd, voor $45,- per persoon. Onze excursie begint buiten de gates van Mahogeny Bay. Dat is de haven waar we zijn aangelegd. Om buiten de gates te komen moeten we eerst door een hal met duty free winkeltjes. Dan 5 minuutjes lopen, een stukje omhoog naar die gate en dan best steil naar beneden. Beneden staan allemaal tourmensjes met bordjes hun gasten op te wachten. We zien een bordje met van die van ons. We melden ons en samen met een jong stelletje volgen we onze gids.
Het jonge stelletje gaat snorkelen. De baai waar ze dat zouden doen is echter door het slechte weer geen aanrader. Dus worden ze naar een andere plek gebracht, dat op onze route ligt. En daarom rijden ze met ons mee. Wij zouden eerst bij een leguanenfarm kijken. Leguanen houden echter niet van dit weer. Oh, het is trouwens wel droog nu. Maar bewolkt. In elk geval vinden die leguanen er niks aan en komen ze met dit weer niet naar buiten. Dus valt er weinig te zien. Daarom krijgen we als alternatief de optie om naar een dierenopvang te gaan. Kunnen we aapjes en sluts zien. Sluts? Ik beken dat ik niet weet wat een “slut” is. Tenminste, in mijn wereld is dat een niet zo net meisje en die hoef ik niet perse te zien… Ah, dat is het Engelse woord voor luiaard en je schrijft het als “sloth”. Kost een tientje per persoon extra. Prima hoor. Het jonge stelletje heeft geen zin, maar wij gaan wel even kijken.
In het centrum worden dieren opgevangen die ooit als huisdier zijn gehouden. Tja, en zoals zo vaak met wilde dieren, blijkt dat ze groot worden. En dan zijn ze vaak opeens niet meer zo leuk. Hier wonen een wasbeer, iets dat op een wasbeer lijkt, kapucijnaapjes, slingerapen, prachtige papegaaien en luiaards. Die laatste zien er superlief uit. Blijkbaar houden ze van knuffelen en als je wilt, kun je er eentje vasthouden. Je kan ook in de kooi bij de aapjes of de kleine papegaaien. Mwa, wij slaan over. Die aapjes zijn boefjes. Eentje jat het elastiekje uit iemands haar. De jongen in onze groep wordt helemaal onder gepist. Ook fijn. En als ik even niet oplet en een stap te ver achteruit zet, zit er meteen eentje aan mijn rugzak. Door de kooi heen. Gelukkig kan hij nergens bij en ook Elvis, die achterop hangt, is veilig.
Na deze stop stappen we weer in de auto. Tot opluchting van het stelletje, want dat heeft al die tijd zitten wachten. Ze zijn trouwens erg aardig. Zij is Italiaanse, hij een Amerikaanse militair. Zo hebben ze elkaar in Italië leren kennen, daar was hij 6 jaar gelegerd. Nu wonen ze in Florida.
We toeren over het prachtige eiland naar een resort. Daar zetten we het stelletje af.
Wij rijden verder, naar Jonesville. Daar stappen we in een klein bootje, een soort kano met een motor. Dat bootje vaart langs de leuke gekleurde huisjes op palen, die rond de baai staan. We gaan een stukje richting open zee en slaan dan af een mangroven tunnel in. Wauw, mooi hoor! Het is erg smal, er past net een kano tussendoor. We varen door 2 van zulke tunnels en komen zo bij een binnenmeertje uit. Daar varen we door- en omheen, om dan weer terug door de mangroven tunnels te varen. Zo zijn we mooi een uurtje zoet.
Terug op vaste grond nemen we afscheid van de kapitein en gaan weer met onze gids mee. Die rijdt ons door het plaatsje Oakridge, wat er gezellig uit ziet. Vaak wordt er gedanst op straat. Vandaag niet, want: geen gezellig weer. We stoppen nog even bij het bijzondere piratenschip Isery. Bijzonder lelijk. Het ligt aan een weg en het had een groot partycentrum moeten worden. Degene die het heeft laten bouwen (een Israëliër, volgens de gids) bleek echter ook in de geldwitwasserij te zitten en is opgepakt. Na een maandje of zo open te zijn geweest, is het sindsdien gesloten.
Na dit stopje gaan we naar het resort waar we het stelletje hebben achtergelaten. Hier kunnen we nog even relaxen en een hapje eten. Dat willen we wel, dus bestellen we een Island Sandwich met drinken. Als we die op hebben, is het serieus gaan regenen. Tijd om terug naar de boot te gaan. We worden netjes bij de toeristenval in de cruisehaven afgezet. Ach, dan kopen we maar een souvenirtje. Want Andy heeft besloten dat we in elk land een souvenirtje moeten kopen. Liefst een beetje kitscherig. Oh okay.
We wandelen terug naar de boot en checken weer in. Eerst maar eens koffie en een beetje bijkomen van de prachtige dag. Dan gaan we kijken hoe we wegvaren van Roatán. Eten doen we weer lekker makkelijk op het Lido-dek. Hoewel we tot nu toe niet een hele grote fan zijn van het eten van het buffet. ’s Ochtends niet en ’s avonds niet. Er is vaak iets op of niet te vinden. Ik bedoel, wie zoekt nou de boter bij het fruit? En niet alles ziet er smakelijk uit. Zoals de zweetkaas, yuk. Het drinken is ook niet je-van-het. Regelmatig zijn er geen kopjes, of er is een machine leeg en de keuze is er ook niet reuze.
We zouden natuurlijk ook in het gewone restaurant kunnen gaan eten. We hebben een tafel om 8.15. Dat vinden we meestal te laat. Of we hebben gewoon geen zin in een net restaurant. Maar misschien doen we dat op onze laatste zeedag. We zien wel. Nu gaan we een beetje rondbanjeren op het schip. We belanden uiteindelijk in de bar op het 3e dek. Daar speelt die guitar guy weer en we zitten er eigenlijk best lekker. Drankje erbij, beetje mensen kijken en muziek luisteren. Helemaal prima. We maken het niet te laat, want morgen moeten we vroeg op.
Weer: | Heerlijk! Zon en 24 graden |
Doel: | Maya tempels in Belize |
Gereisd: | Auto & speedboot |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
Gelukkig, het is eindelijk lekker weer geworden. Nog niet helemaal wat je verwacht in de Caribbean. Maar: de zon schijnt en het is lekker warm. Niet te warm en het is half bewolkt. Dat is uitstekend weer voor een excursie. Oh ja, want we zijn aangekomen bij Belize. Land nummer 50: check! We liggen voor de kust bij Belize City, de oude hoofdstad van het land. De huidige hoofdstad is Belmopan, mocht u zich dat afvragen.
Belize City
Belize is bekend vanwege 2 dingen: Maya tempels en de Great Blue Hole, het 1 na grootste koraalrif ter wereld. Dat had ik graag willen zien, dat blauwe gat. Van bovenaf dan, want het beste zicht heb je vanuit de lucht. Het is alleen nogal kostbaar. De voordeligste optie die ik kon vinden was in een 3-passagiersvliegtuigje. Kost iets van 200 dollar per persoon. Maar dan moet er wel een 3e persoon mee, anders moet je die kosten ook betalen. Drie is best een lastig getal, als je met zijn 2-en bent. Daarom hebben we gekozen voor de andere grote bezienswaardigheid: de Maya tempels.
Belize was het episch centrum van de oude Maya wereld. Ooit bood het plek aan meer dan 2 miljoen Maya’s. Veel bewoners van Belize stammen dan ook van ze af. De Maya’s waren erg ijverig in het bouwen van tempels, piramides en andere bouwsels. Daar is gelukkig het een en ander van bewaard, als archeologische sites. Die kun je bezoeken. En dat gaan wij doen. Ik heb een tour geboekt bij Lamanai Belize Tours. Deze tour boden ze via Carnival ook aan. Maar nu is het een stuk voordeliger. Nu betalen we 150 dollar voor ons beiden. En belangrijker: we hoeven niet met een hele kudde op pad.
We maken eerst per auto een rit van een uur door Belize, naar de New River bij Orange Walk Town. Dan een boottocht van een uur naar de archeologische Maya-site Lamanai. Daar bevinden zich prachtig bewaarde Maya tempels. We kunnen de tempels bewonderen en krijgen er een lunch. Dan weer een uurtje terugvaren en een uurtje terugrijden. De hele excursie duurt ongeveer 6 uur. De cruiseboot legt rond kwart over 8 aan bij Belize. We moeten om kwart over 4 weer aan boord zijn. Hebben we dus 2 uur speling. Moet lukken.
Eerst maar ontbijten. Dan bij de Avery-bar op dek 5 een sticker halen voor de tenderboot. Want we liggen weer voor de kust te dobberen. We krijgen nummer 6. We maken ons verder klaar en wachten tot ons nummer wordt afgeroepen. Dan gaan we naar dek 0, om aan boord van de tender te kunnen stappen. Als die vol is, gaan we naar het vasteland. We liggen nogal een eindje uit de kust, want het is met de tender nog een kwartier varen.
Eenmaal aan de overkant zoeken we de uitgang van Terminal 1. Daarbuiten staat iemand met een bordje met mijn naam erop. Het is onze chauffeur & gids Ian. We volgen hem naar een stoere Van. Maar eerst even foto’s maken bij het Belize-bord. We moeten nog 2 mensen ophalen bij een hotel en dan is onze groep compleet. Lekker klein groepje dus. Het stel dat we ophalen is op wereldreis. Ze zijn al 6 maanden onderweg, dit is hun laatste maand. Het is een leuk stel en ze vertellen waar ze tot nu toe geweest zijn. Zo vermaken we ons wel tijdens de rit van een uur naar Orange Walk Town.
Daar stappen we uit de Van en ontmoeten eigenaar Elio. Die mogen we het geld van de tour overhandigen. Nog even plassen en dan kunnen we aan boord van ons speedbootje. Voordat het gas open gaat, stoppen we bij een boom waar vleermuisjes in hangen. Ze zijn wat lastig te zien, want ze hebben schutkleuren. Gelukkig tikt Ian, die ook onze boot bestuurd, de boom even aan. Dat schrikt de beestjes op en ze scheren over onze hoofden weg. Okay, dat was wel even schrikken.
Ian laat ons ook een speciale cactus zien, die als een slang om boomtakken slingert. Dan gaat het gas erop en scheuren we door de mooie omgeving naar Lamanai. Dat is zoals gezegd een uur varen. We stappen aan land en wachten even op Ian, die ons naar 3 Maya tempels zal leiden. Gelukkig is het betrekkelijk rustig, er is vandaag maar 1 cruiseschip in town. Dus kunnen we de tempels bewonderen zonder dat er telkens volksstammen mensen op of omheen staan.
Ik vind het erg indrukwekkend. Vooral als je bedenkt dat dit zó lang geleden is gebouwd, toen er nog geen elektriciteit was. Of kranen, om zware rotsblokken te verplaatsen.
Je mag de tempels beklimmen als je wilt. Ik probeer de grootste. Dat is echter nogal een klim. Het laatste stuk gaat behoorlijk steil, via rotsblokken met een grote onderlinge afstand. Ik geloof het zo ook wel. Denk niet dat nog een verdieping iets toevoegt aan deze ervaring.
Terwijl we de tempel bewonderen, horen we een hels kabaal. Brulapen, die in de bomen hangen. Die staan in de top 10 van meest luidruchtige beesten op aarde. En dat geloof ik meteen. Ze maken onwijs veel herrie. Gelukkig zijn ze niet zo groot als hun kabaal doet vermoeden.
Als we zijn uitgekeken bij de tempels, wandelen we door het bos terug richting aanlegsteiger. Daar krijgen we een lekkere lunch voorgeschoteld. Kip, salades, rijst en bonen. Smaakt prima! Als dat op is, moeten we terug in de boot. Wij moeten immers een cruiseboot zien te halen. De tijd is voorbij gevlogen, het is al half 2. Dus gaan we gauw aan boord en we scheuren weer weg. Ergens onderweg stoppen we nog even, want er ligt een krokodil te zonnen. Dat moeten we natuurlijk even zien. Dan gauw door.
Indrukwekkende leguaan
Een uurtje later zijn we weer bij de auto. Een andere auto, weliswaar. We stappen in en worden teruggereden naar Belize City. In de stad nemen we afscheid van het stelletje wereldreizigers. Ian brengt ons terug naar de terminal. Mooi, we zijn precies op tijd! We bedanken Ian voor de perfecte dag en snellen naar de haven. Oh, eerst nog even een souvenir kopen natuurlijk. Dat wordt een beeldje van Maya-steen. Dan in de rij voor de tenders. Dat loopt best vlot door. Een kwartier later zijn we weer aan boord.
We gooien onze spullen af in de kamer en gaan kijken hoe we van Belize wegvaren. Voor het avondeten gaan we toch maar weer naar het Lido restaurant. Want we hebben best trek en geen zin om tot 8 uur te wachten. Na het eten doen we hetzelfde als eerdere avonden. Beetje rondlummelen, muziek luisteren, in het casino gluren en een drankje drinken.
Weer: | Heerlijk! Zonnig en 26 graden |
Doel: | Cozumel verkennen |
Gereisd: | Per jeep het eiland rond |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
Vandaag zijn we in Cozumel. Dat is een eilandje voor de kust van Mexico. Vanuit Playa del Carmen is het een populair dagtripje. Er gaat dan ook een ferry vanaf het vasteland. Die doet er ongeveer een uurtje over. Maar wij leggen bij het eiland zelf aan. Blijkbaar aan een andere pier dan eigenlijk de bedoeling was. Iets met slecht weer en niet kunnen aanleggen. Ook worden er een aantal excursies gecanceld. Met name excursies waarbij gedoken en gezeild wordt. We vrezen dus het ergste qua weer.
Maar wat denk je? Het is prachtig! Zonnig en heerlijk warm. Precies waarvoor we kwamen.
Cozumel ligt middenin een koraalrif. Dus kun je er uitstekend duiken en snorkelen. Not our cup of tea, dus wij hebben een privé tour met een Jeep geboekt. We hebben het voor 5 uurtjes geboekt en dat kost ons $150,-. We hebben om half 11 afgesproken. Hebben we mooi tijd om rustig wakker te worden en te ontbijten.
Dan gaan we de wal op. Eerst moeten we voorbij het winkelcentrum zien te komen. Dan een stukje naar links en daar zien we iemand van Cozumel Tours staan. We volgen onze gids, waarvan ik geen idee heb hoe hij heet. Hij brengt ons naar de Jeep. Onderweg nemen we de plannen door. Nee, geen tequila tour en geen beach hanging. We willen graag zoveel mogelijk van het eiland zien. We kiezen een Jeep uit. Andy moet rijden, de gids gaat achterin. Er is namelijk iets raars hier, dat met taxiwetgeving te maken heeft. Deze gidsen mogen ons niet rijden. Ze mogen wel meerijden of, als we met meer mensen zouden zijn, voor ons uit rijden. Geen probleem, spring maar achterin.
We rijden eerst naar de andere kant van het eiland. Halverwege, dus midden op het eiland, is een archeologische site, San Gervasio genaamd. Die had ik eigenlijk op mijn lijstje staan. Hier vindt je Maya ruïnes. Een deel van wat er nog van over is, is open voor publiek. Moet je wel eerst entree betalen, $9,50 per persoon. Ach, laat maar, we hebben gisteren in Belize immers al prachtige Maya tempels gezien. Dus rijden we naar de oostkust. Daar zijn verschillende prachtige plekjes, waar we dan ook stoppen.
Eerst bij de plek waar we een schitterend uitzicht hebben op het blauwe water en het witte strand. Hier leggen de zeeschildpadden tussen juni en augustus hun eieren. Als er eieren liggen, wordt dit deel beschermd. Zo kunnen er zoveel mogelijk baby schildpadjes uit hun ei kruipen en de wijde wereld intrekken. Er zijn markeringen die aangeven waar de eieren liggen.
De oostkust van het eiland heeft een ruige kust. We komen langs een magnifieke baai en bij een plek waar blowholes zijn. Een heel stuk indrukwekkender dan die op Grand Cayman! Deze maken ook nog eens een imposant geluid.
Een stukje verderop is een toeristisch centrumpje, met souvenirwinkeltjes en een restaurantje. We kopen er onze Mexicaanse souvenir: een grappig dik Mexicaans mannetje met een sombrero op.
We komen langs Punta Sur, het nationale park waar ook de vuurtoren staat. De toegang tot het park is 14 dollar per persoon. Vinden we best veel, krenten dat we er zijn. Dus die slaan we over.
Uitzicht tijdens de lunch
Dan rijden we naar een restaurantje aan het water, waar we een lekkere fajita-lunch krijgen. Die is inclusief bij de tour. Alleen het drinken moeten we betalen. Dat is handig, want zo kunnen we een fooi geven. We eten de lekkere kip fajita’s en genieten van het geweldige uitzicht over zee. Tja, en dan is het alweer tijd om terug te gaan. We hebben de 5 uur die ik had geboekt niet helemaal vol gemaakt. Komt omdat we niet naar San Gervasio en naar de vuurtoren zijn geweest. Nou ja, we hebben wel een heerlijke dag gehad en erg genoten van dit schitterende eiland.
We kuieren op ons gemak terug naar de boot. Daar gaan we met een kop koffie en wat lekkers van het buffet op dek 10 liggen. Jammer dat er wolken voor de zon schuiven en de wind hier best straf is. Daardoor is het frisser dan het vandaag aan land was. Nou ja, dan gaan we wel douchen en een beetje relaxen, tot we zin hebben om te eten. We kijken eventjes in het steak restaurant. Daar kies je iets van de kaart, tegen extra betaling. Het is alleen niet duidelijk hoeveel extra en aangezien ik niet zo’n steak fan ben, gaan we weer voor makkelijk in het buffet restaurant.
Dan hangen we lekker een beetje op de boot rond. We gaan weer eens naar de avondshow in het theater. Die staat in het teken van rock. Mijn god, wat is die donkere jongen toch slecht. Hij zingt ontzettend vals. Waarom ze hem telkens lead laten zingen is ons een raadsel. Aan het einde van de show worden ze nog even voorgesteld. De donkere jongen is de laatste en ik roep hard boe. Iets té hard…. Ja, ik kan het ook niet helpen dat de rest opeens stil was en mijn boe overal bovenuit klonk. Oeps! We gaan lekker naar Rachel en daarna Daniel luisteren. Die spelen bij de casinobar. Zo vermaken we ons prima.
Weer: | Beetje bewolkt en winderig |
Doel: | Dagje relaxen op zee |
Gereisd: | Onderweg terug naar Miami |
Hotel: | Cruiseboot natuurlijk |
Vandaag is de 2e en laatste zeedag. We zijn weer op de terugweg naar Miami. Morgen zit het er alweer op. De cruise dan; wij hebben nog een volle week vakantie te gaan. Maar ongelofelijk, hoe deze week voorbij is gevlogen! We beginnen maar eens met uitslapen. We hoeven immers nergens naartoe. Om half 9 zijn we toch alweer wakker. Rustig wassen en aankleden en dan op zoek naar ontbijt.
Er is vandaag tot 1 uur brunch in het restaurant. We gluren even naar binnen. Neh, te druk en teveel beslissingen die je moet maken om te bestellen. We schuifelen wel weer langs het buffet. Laten we een omeletje maken. Ook lekker. Daarna gaan we op zoek naar een winkeltje waar ze anti-jeuk verkopen. Ik ben namelijk behoorlijk gestoken en heb jeuk. Gelukkig verkopen ze daar een zalfje voor.
Er is vandaag van alles te doen aan boord. Van trivia tot bingo, van uitverkoop tot kunstverkoop. En natuurlijk is er van alles te eten. Zo is er een chocolade feest. Allerlei taarten en koekjes en natuurlijk een chocolade fontein. Lekker hoor. We doen verder niet veel bijzonders. Beetje rondhangen. Muziek luisteren. Platonisch gokken aan de roulette tafel. Een lekkere tosti eten. Drankje drinken. Dat soort dingen. Een typische luie vakantiedag aan boord van een cruiseschip.
Dranken station
’s Avonds gaan we daar rustig mee verder. Maar dan hebben we er ook nog muziek bij, van Daniel en Rachel, beiden op gitaar. We gaan niet al te laat terug naar onze cabin, want er moet alvast ingepakt worden. Morgenochtend worden we immers van boord gestuurd. Dus stoppen we zoveel mogelijk in de koffer en gaan dan toch nog te laat slapen.
Weer: | Bewolkt, 20-23 graden |
Doel: | Uitschepen & Key West |
Gereisd: | Miami naar Key West, 264 km |
Hotel: | La Pensione Inn, €193,13 |
Om 7 uur worden we wakker in Miami. En om 8 uur hebben we ons laatste ontbijt aan boord. Om half 9 zijn we helemaal gepakt en kunnen we uitschepen. We hebben de rekening van ons verblijf aan boord ontvangen in ons postvakje. We moeten via onze credit card $240 betalen. Dat is inclusief $180,- fooi (12,95 per persoon per dag), dat automatisch wordt ingehouden en onder het personeel wordt verdeeld. En er is 50 dollar on board credit vanaf gehaald. Dat hadden we bij het boeken als tegoed gekregen. Dus eigenlijk hebben we aan drankjes en een anti-jeukzalfje 110 dollar uitgegeven. Keurig, toch?!
We gaan met ons hebben & houwen naar dek 3, waar we kunnen uitschepen. Er staat een klein rijtje, maar dat loopt vlot door. Dan staan we weer in de terminal. Beneden is de bagage carrousel voor mensen die niet zelf de koffers van boord hebben gesjouwd. En die daarvoor gisteravond al voor 9 uur hun koffers buiten moesten neerzetten. Dat vonden wij maar onhandig. Wij hebben dus zelf onze koffers meegenomen.
Het blijkt dat we hier door de douane moeten. We zijn immers naar andere landen geweest. We sluiten aan in de rij voor niet-Amerikanen. En dat schiet voor geen meter op. We hebben slechts 2 beambten tot onze beschikking. De wel-Amerikanen hebben er meer en daar is men niet zo streng als bij ons. Dus terwijl onze rij groeit en wij wortel schieten, kunnen de Amerikanen rustig naar de vrije wereld. We zijn bijna een uur aan het scharrelen voor het onze beurt is. Ondertussen kletsen we met de Oostenrijkse moeder achter ons en het Deense stel voor ons.
De controle hier lijkt een beetje op die op een vliegveld. We moeten vingerafdrukken zetten en een foto laten maken en de paspoorten worden afgestempeld. Geen moeilijke vragen, anders dan wat we verder vandaag gaan doen. Nou, wij gaan naar Key West. Ha! En daarvoor hebben we een auto nodig. Dus zoeken we de stopplaats voor de shuttlebussen. We moeten heel even wachten en dan komt de shuttle voor Alamo aanrijden. Hij moet bij nog 2 terminals stoppen en dan zitten we vol. Op weg naar het vliegveld. Daar is een mooie ruime hal waar alle verhuurders hun balies hebben.
Er zijn bij Alamo maar liefst 11 balies open en we zijn dan ook vlot aan de beurt. Kijk, zo kan het dus ook. We krijgen de papieren voor een standaard auto mee. Die mogen we zelf uitkiezen op de 1e verdieping, rij 3. Na wat wikken kiezen we de Kia Soul. Die is grappig en verrassend ruim. En het is een Kia, wat we zelf thuis ook rijden. Maar dan een Optima. Die hier ontzettend populair is. Anyhow, de Kia Soul. We laden onze spullen in en gaan op weg naar de uitgang. Daar laten we nog even de papieren zien, zodat ze weten dat we de juiste auto hebben meegenomen.
Dan zoeken we de 953 naar het zuiden. Die vinden we al snel. Jammer alleen dat hij even verderop is afgesloten en we om moeten rijden. We volgen de meute en vinden gelukkig even later weer de juiste weg. We volgen de 953 tot we naar de 1 zuid kunnen. Dat is om tolwegen te vermijden. Helaas betekent dat wel dat we veel stoplichten hebben. En dat schiet niet echt lekker op. Onderweg komen we langs een Subway. Mooi, want we lusten wel een broodje. En koekjes. Dan verder, de 1 naar het zuiden volgend. Want dat is de weg die naar Key West gaat. En langs nog ik weet niet hoeveel andere Keys.
De weg is grotendeels 2-baans. En daar zit altijd wel een slaper tussen die niet opschiet. Nou ja, we hebben geen haast. Hoewel deze rit toch zeker een uurtje of 4 in beslag neemt. De weg over de Keys is erg mooi. Hij wordt niet voor niets genoemd in het rijtje mooiste autoroutes ter wereld. Er is onderweg van alles te zien en te doen. We stoppen dus hier en daar. Bijvoorbeeld bij de Seven Mile Bridge. Deze brug heeft al een aantal filmrollen op haar naam staan, zoals Licence to Kill en 2 Fast 2 Furious. We wandelen er een stukje overheen. Onderaan de oude brug zit een indrukwekkende leguaan. Dus.
Rond half 4 komen we in Key West aan. Ons hotel voor vannacht ligt aan de 1, op het stuk dat Truman Avenue heet. Het is een prachtig oud pand. We kunnen onze auto op het eigen terrein kwijt, gratis, dus dat is prettig. We krijgen een kamer op de 1e verdieping en hebben daardoor een leuk en ruim balkon. Mag ook wel, want dit is volgens mij de duurste overnachting ooit voor ons: omgerekend betalen we bijna €195,-. Precies. Zelfs die super-de-luxe kamer in 2014 in Kona, Hawaii, was niet zó duur. Maar die kamer was het nog wel waard.
Voor deze kamer zou je ergens misschien 60 dollar betalen. Tja, Key West is qua overnachtingen nou eenmaal idioot duur. Dit was namelijk de beste deal die ik kon vinden, in hartje Key West. Maar goed, we hebben een balkon. Met schommelstoelen. Daar gaan we met een kop koffie eens even internetten. We hebben immers de afgelopen week zonder moeten doen, op een kwartiertje op Roatán na.
Als we een beetje zijn bijgekomen, gaan we op pad. Key West verkennen. Het is buiten wat frisser geworden, de lucht is dichtgetrokken. We hebben geen hoop op een mooie zonsondergang. We doen dan ook geen moeite die te gaan zien. We wandelen op ons gemak door Duval Street, de beroemde straat van Key West waar het allemaal gebeurt. Hier vind je allerlei winkeltjes, restaurants en kroegjes. Het is gezellig druk en er zit bijna overal wel een bandje te spelen. We lopen langs het water richting Mallory Square. Daar zijn de straatartiesten en kraamverkopers te vinden. Dan door de koopjeshal weer naar voren, naar Front Street.
Inmiddels is het helemaal donker en het wordt op straat steeds drukker. We gaan daarom de tip die we eerder kregen, opvolgen. Dat was een tip voor het eten. In een sieradenwinkel waar we even binnen neusden werd ons gevraagd waar we willen eten. Uhm, dunno. Bij ons in de straat schijnt een goed steak- en seafood restaurant te zitten. Vinden wij een prima plek om te gaan eten. Het heet Duffy’s en het ziet er gezellig uit binnen. En niet zo druk als de restaurants in Duval Street. Andy bestelt een T-bone steak, ik een Seafood Sampler.
Ik krijg shrimp, lobster en…. Dolphin. Staat tenminste op de kaart. Tja, dolfijnen zijn volgens mij ook geen beschermde diersoort, dus het zou zomaar kunnen. Het smaakt best lekker. Beetje een kruising tussen kreeft en garnaal. Samen met de salade en brood vooraf, wat je meestal standaard krijgt in Amerikaanse restaurants, en de baked potato is het een prima maal. Als toetje delen we een Key Lime Pie. Want je bent niet op Key West geweest als je de specialiteit van het eiland niet hebt gehad. En hij is lekker hoor.
We rekenen af (83 dollar inclusief fooi) en wandelen dan terug naar ons hotel. Het is inmiddels 9 uur geweest en wij vinden het wel mooi voor vandaag. Morgen een nieuwe dag op de Keys!
Weer: | Heerlijk warm, 25 graden |
Doel: | Key’s & Everglades |
Gereisd: | Key West naar Miami, 340 km |
Hotel: | Rodeway Inn, €73,86 |
De dag begint een beetje bewolkt, maar al snel klaart het op en komt de zon erbij. Het zal vandaag gemiddeld 25 graden zijn. Lekkah! We beginnen met een ontbijt in ons hotel. Dat is niet echt bijzonder, maar ach, het vult. Daarna gaan we Key West bij daglicht verkennen. We nemen de auto mee, omdat we om 11 uur uit de kamer moeten zijn. Zo hebben we genoeg tijd en kunnen we daarna meteen op pad.
We gaan eerst naar de Southern Most Point. Op het meest zuidelijke puntje van Amerika staat een soort boei, om aan te geven dat dat het meest zuidelijke puntje van Amerika is. Voor de boei staat een rij van mensen die met de boei op de foto willen. Wij denken niet dat de boei mooier wordt als er mensen bij staan. Wij denken ook dat de mens in zijn algemeenheid enorm ijdel is, getuige alle selfies die er tegenwoordig worden gemaakt. En wij denken dat in veel gevallen die ijdelheid onterecht is. Dus.
Ik wacht even tot de boei een zeldzaam momentje mensloos is en maak snel een foto. Hebbes.
Daarna rijden we naar de vuurtoren. Die is mooi, hoog en wit. En beklimbaar. Daar hebben we geen behoefte toe. Van buiten is hij al mooi genoeg. Bovendien zijn er teveel mensen die wel naar boven willen. En het is veel te lekker weer om in zo’n nauwe toren te klimmen.
Tegenover de vuurtoren staat het oude huis van Ernest Hemmingway. Om in en om het huis te mogen moet je entree betalen, 14 dollar maar liefst. En ook daar hebben we geen behoefte toe. We gluren over de muur naar het huis en de tuin. Geen kat te bekennen. Oh ja, want Hemmingway had er een flink aantal. Ik weet niet precies hoeveel, maar er wonen nu iets van 50 katten in het huis. Vandaar dat ik had verwacht er wel een aantal te zullen zien. Niet dus.
We gaan weer verder. We gluren even bij Fort Zachery Taylor. Dat ligt er mooi bij. We kijken ook nog even op Mallory Square. Daar is het ook overdag gezellig. We wandelen een stukje en gaan dan weer naar de auto.
We hebben nog 1 bestemming hier in Key West, en dat is de begraafplaats. Huh? Ja, ik heb gelezen dat er een aantal grappige grafstenen zijn. Dat zullen we dan wel eens zien!
Het ligt heel toepasselijk aan de Passover Lane. Je mag met de auto de begraafplaats op en dat is maar goed, want het is een behoorlijk grote begraafplaats. Ik heb van 1 graf het “adres” en dat vinden we gelukkig: in 7th ave, net voor het Joodse deel. Daar is het familiegraf van de familie Roberts. Op 1 van de plakkaten staat: “Told ya I was sick”.
Ziezo, nu hebben we alles gezien in Key West dat we wilden zien. Tijd om terug naar Miami te gaan, het is inmiddels half 1.
Oh, wat we ons helemaal niet hadden gerealiseerd: ook Key West is flink geraakt door orkaan Irma. Diezelfde bitch die over Puerto Rico en Sint Maarten raasde.
De familie in California, waar we volgende week naartoe gaan, vraagt dan ook naar de situatie in Key West. Uhm, okay…? Why? Nou vanwege Irma natuurlijk. Gut, helemaal niet bij stilgestaan. En ook niets van gemerkt trouwens. Ja, we zien wel veel hopen langs de weg over de Keys. Hopen afval, bedenken we nu. Maar in Key West zelf hebben we er niets van gezien en niets over gehoord. Tja, live goes on.
En wij dus ook, naar Miami. We toeren weer lekker over de Overseas Highway naar het noorden. En dat is erg leuk, kan ik u verzekeren. We stoppen nog hier en daar voor een foto en om van het lekkere weer te genieten.
Om 4 uur zijn we in Homestead. Als we linksaf slaan, kunnen we nog even de Everglades in…. Ja, leuk, we zijn er nu immers toch. We zullen niet de hele weg naar Flamingo uitrijden, want dat is 50 mijl enkele reis. Het wordt natuurlijk zo donker en we hebben weinig zin om in het donker te rijden. Maar een eindje die kant op gaat makkelijk.
We komen langs het toegangshokje. De entree tot de Everglades is 25 dollar. Maar niet vandaag. Dat komt door de Shutdown. Die is sinds gisteren van kracht. Dat betekent dat de overheid niet alles kan betalen, zoals salarissen. Ook de nationale parken vallen onder de overheid. Dat betekent dat veel personeel niet werkt, zolang de shutdown van kracht is.
Er zit niemand om het hokje te bemannen. Er hangt alleen een papiertje met uitleg over de shutdown. En dus kunnen we geen entree betalen. Dat betekent dat we zo door mogen rijden. Oh, okay.
We waren van plan om naar de Pa-Hay-Okee Lookout Tower te rijden. Daar even kijken en dan weer terug. Best jammer dat die afslag afgesloten is. Dus draaien we nu maar om.
Want het ziet er naar uit dat de rest van de route van hetzelfde is als dat we al gereden hebben. En dat is wel mooi, maar niet bijster opwindend. Terug maar weer. Net voor de uitgang slaan we nog even af naar het Royal Palm Vistor Center. Daar waren we 12 jaar geleden ook. Er ligt wederom een krokodil bij het water. Andy denkt dattie nep is. Ik weet het niet, hij ziet er verdomd echt uit. Ik zal thuis de foto’s nog eens checken of hij er 12 jaar geleden ook zo bij lag…
We maken een wandelingetje over de loopbrug. En dat is mooi, want zo zie je het echte moerasleven. Veel vogels, veel waterlelies en veel lage begroeiing. Nice.
Dan rijden we echt naar Miami, het begint nu donker te worden. We nemen de 1 naar Coral Gables. Daar zit ons hotel voor vannacht. We hebben alleen wat moeite het te vinden. Maar na 3 rondjes staan we opeens voor een parkeergarage met de naam van het hotel.
Dus rijden we er maar naar binnen. We parkeren en gaan op zoek naar de lobby. Voor het parkeren betalen we 8 dollar, voor de kamer $88,50. Het is een prima kamer, hoewel hij wel wat schoner zou kunnen.
Vlakbij ons hotel zit een winkelcentrum. Daar gaan we op zoek naar iets te eten. We vinden een Johnny Rockets, een ouderwets ogende diner. We bestellen de Philly tots; rundvlees met aardappelkroketjes, kaas, ui en paprika. Smaakt prima. We betalen 30 dollar, inclusief fooi, en wandelen terug naar onze kamer. Daar rommelen we nog wat met bagage en zo, voor onze vlucht morgenavond. En dan is het opeens 12 uur: bedtijd!
Weer: | Perfect, zon en 25 graden |
Doel: | South Beach & Key Biscayne |
Gereisd: | Rond Miami en vlucht naar Sacramento |
Hotel: | Travelodge, €66,- |
Vanavond vliegen we naar Sacramento. Maar pas om 6 uur, dus we hebben nog bijna de hele dag voor leuke dingen! Dus pakken we alles in, checken uit en gaan op weg. We kijken uit naar een plek om te ontbijten. Dat hadden we in het hotel kunnen doen. Daar was het ontbijt tot 9 uur. Dat vonden we te vroeg; geen zin om te haasten. Dus gaan we op ons gemak richting Miami’s South Beach. Daar is het beroemde Art Deco District.
We zien onderweg niets waar we willen eten. Voor we er erg in hebben, zitten we al op de weg naar South Beach. Ach, dan kijken we daar wel. Met succes, want we zien een deli die broodjes verkoopt. En we zien een parkeerplek. Mooi. We nemen allebei een broodje brie en koffie. Smaakt heerlijk. Dan gaan we op het strand gluren. Zo voelt het ook, dat we staan te gluren met onze camera’s. Dat doen we dus maar niet te lang.
We overwegen wat we zullen doen. We kunnen een Citibike pakken, bij de stalling vlakbij onze auto. Dat is wel zo handig, want dan kun je goed de mooie Art Deco gebouwen aan Ocean Drive bekijken. Het is alleen al erg warm, 27 graden al. Als we dan ook nog gaan fietsen, zijn we straks helemaal bezweet. Niet zo lekker om zo een vliegtuig in te stappen. Dus nemen we toch maar de auto.
Aangezien dat stapvoets gaat, besluit ik om te lopen, terwijl Andy met de meute mee voortsukkelt. Zo’n beetje aan het einde van de straat is Andy omgedraaid en stap ik weer in. Rijden we er nog een keertje langs.
Het is nog vroeg als we hier zijn uitgekeken. Genoeg tijd om ook nog even naar Key Biscayne te gaan. Dat is de eerste Key, die niet aan de weg naar Key West ligt.
De weg eroverheen loopt uiteindelijk dood. We komen eerst door het bewoonde gedeelte. Daar zien we een T-Mobile winkel. Mooi, want we zijn van plan een simkaart te kopen. Dat is alleen duurder dan we hadden verwacht en kost meer dan we er voor willen uitgeven. Het is immers maar voor een week. We worden verwezen naar de AT&T winkel, misschien dat die goedkopere heeft. Nee, wel duurdere. Laat maar dan.
We rijden naar het einde van het eiland. Daar is het Bill Baggs State Park. Om daar naartoe te mogen, moeten we entree betalen. Acht dollar voor een auto met max 4 inzittenden. Oh okay.
Het park bestaat uit een groot strand, een mooie witte vuurtoren en een mooi bos eromheen. We nemen eerst een kijkje op het strand. Daar zien we al de vuurtoren in de verte. Dus gaan we daarna naar de vuurtoren. Andy heeft geen zin om er naartoe te gaan, dus ga ik zelf even kijken.
Ik laat me door de park ranger overhalen om erin te klimmen. Volgens de ranger is het uitzicht namelijk geweldig en kun je er mooie foto’s maken. Vooruit, dan klim ik die 109 treden wel op. Ik heb mazzel, wan er komt net een groepje mensen naar beneden en dan heb ik de toren voor mezelf. De ranger heeft niets teveel gezegd, het uitzicht is magnifiek! Aan de overkant zie ik de skyline van Miami. Mooi hoor.
Weer terug bij Andy besluiten we om een drankje te nemen bij het Lighthouse Café. Het duurt alleen nogal lang voor we geholpen worden. Blijkbaar moeten er eerst tafels worden schoongemaakt. Als we dan eindelijk een kaart krijgen, gebeurt dat met zo’n chagrijnige smoel dat we geen zin meer hebben. We gaan. We geven nog wel de tip dat lachen gratis is. Helpt niet…
We rijden weer terug het eiland af.
Het is nog steeds vroeg. We kunnen nog wel even naar de Dolphin Mall gaan. Die zit vlakbij het vliegveld en is gigantisch groot. Ik gluur even naar binnen bij Ross Dress for Less. Erg druk en ik vind niet wat ik zoek. Ik haal alleen bij Starbucks 2 lekkere Frappuccino’s. Er zit ook een Subway in het complex. Daar gaan we broodjes halen, want we krijgen geen maaltijd op onze vlucht straks.
Speaking of which: nu wordt het wel eens tijd om naar het vliegveld te gaan. Eerst natuurlijk de auto inleveren. Dat gaat vlot en dan kunnen we naar de terminal. Daarvoor nemen we eerst de trein die ons naar de vertrekterminals brengt. Daar kunnen we op zoek naar onze gate, gate H. Daar eten we onze Subway-broodjes op en wachten op het boarden. Het vliegtuig is helemaal vol, dus hebben we een buurman op onze rij van 3. Het is een hele aardige vent.
De vlucht duurt ruim 6 uur. De entertainment aan boord is normaal tegen betaling, maar er is iets waardoor het nu gratis is. Ach, wij hoeven niet. Verder is het allemaal maar karig. De plekken zijn nogal krap, we krijgen 1x drinken naar keuze met een zakje pretzels en 1 keer water of sju. Die binnenlandse vluchten zijn niet geweldig, ook al duren ze ruim 6 uur. Wat een verschil met de korte vluchtjes die we laatste hadden met Swiss en Lufthansa!
Nou ja, we komen in elk geval aan op de plaats van bestemming en dat is San Francisco. Daar hebben we krap een uur om over te stappen op onze vlucht naar Sacramento. Gelukkig vertrekt die 2 gates vanaf waar we zijn geland, dus dat is prima te doen. Ze zijn zelfs nog niet begonnen met boarden. Ook deze vlucht zit helemaal vol, maar het gaat allemaal erg vlot. We kunnen ietsje eerder weg. En het is geen uur, maar 3 kwartier vliegen, blijkt. Dat is mooi, want nu komen we net voor 12 uur aan. Het huurstation sluit om half 1…
We gaan snel naar de bagageband. Waar natuurlijk nog geen bagage is. Maar die komt gelukkig best vlot. Dan naar buiten en in de shuttlebus. Wan het blijkt dat de verhuurders een stukje van het vliegveld vandaan zitten. Oh okay. We komen er om 12.15 aan, net op tijd. We mogen een auto uitzoeken in Zone 1. We twijfelen even of we de Kia Optima nemen. Neh, die hebben we thuis natuurlijk al. Het wordt de Toyota Camry. Daar past met gemak onze bagage in.
Dan rijden we naar ons hotel, verderop in Rancho Cordova. Die heeft een nachtraam, waar we kunnen inchecken. Gelukkig maar. De kamer is prima. Het heeft de 2 dingen waar we nu behoefte aan hebben: een douche en een bed! Uiteindelijk is het 2 uur dat we in bed liggen. Dat is 5 uur ’s ochtends Miami-tijd…
Weer: | Lekker weertje, 18 graden |
Doel: | Family time |
Gereisd: | Rond Folsom |
Hotel: | Travelodge, €66,- |
Aangezien we erg laat in bed lagen, slapen we vandaag uit. Tot 9 uur, dan zijn we wakker. Voor het ontbijt zoeken we een Denny’s of zo. IHOP it is… Die zit een blok verderop. Zo, met dat ontbijt kunnen we voorlopig wel even vooruit.
We rijden naar de outlet mall in Folsom en struinen er wat rond. We vinden niets van onze gading, dus zijn we ook weer vlot uitgewinkeld.
Daarna rijden we naar de Blakeslee Way in Folsom, waar tante Hely woont. Zij en dochter Corrie zijn net terug van boodschappen doen. Goed getimed dus. Corrie woont sinds september bij tante Hely, om voor haar te zorgen. Tante is namelijk gevallen en heeft haar heup gebroken. Dat is weer opgelapt. Maar ze is de jongste niet meer, volgende week wordt ze 86. Ze heeft iemand nodig die voor haar zorgt. Dus is Corrie haar caretaker. Respect hoor, want dat is geen makkelijke taak! Vooral niet als je weet dat Corrie’s partner Julie nog in San Clemente woont, met de honden.
We drinken gezellig koffie met de dames en kletsen bij. Rond half 4 gaan we even terug naar ons hotel, zodat tante Hely en wijzelf kunnen rusten. We zijn namelijk best een beetje moe, na de lange dag van gisteren. Om 5 uur rijden we weer terug naar tante Hely. We gaan met de dames uit eten. Magda zou eerst ook meegaan, maar die voelt zich niet lekker dus gaat ze niet mee. Corrie gidst ons naar BJ’s. Dat is een bierbrouwer, restaurant en sportbar. Het is er gezellig druk, met een heel gevarieerd publiek. Het eten smaakt er ook prima. We vermaken ons in elk geval goed. Na het eten drinken we nog even koffie bij tante Hely thuis. En dan is het alweer tijd om afscheid te nemen. Dag tante en Corrie!
Weer: | Later regen, 14 graden |
Doel: | Golden Gate, Sausalito, Santa Cruz |
Gereisd: | Sacramento naar Monterey, 344 km |
Hotel: | Days Inn, €63,75 |
On the road again! Vandaag begint de laatste etappe van deze vakantie. We gaan een roadtripje maken naar Los Angeles. Daar doen we 2 dagen over, zodat we onderweg genoeg tijd hebben om iets te bekijken. Eerst maar eens opstaan en inpakken. Voor het ontbijt doen we makkelijk. Aan de overkant zit een Carl’s Jr. Die hebben vast wel iets ontbijterigs. En ja hoor; gooi een ei op een hamburger en je kunt het breakfast noemen. Hash browns en koffie erbij en klaar. Lekker makkelijk, niet te duur (13 dollar) en we zitten al om half 10 in de auto.
We gaan richting San Francisco, in een nu nog mistige wereld. Maar dat komt goed. We willen wel weer eens over de Golden Gate Bridge rijden. Dus slaan we bij Vallejo af en komen zo langs Sausalito. Daar zijn we wel eerder geweest, maar nog niet vanaf deze kant binnen gereden. Gelukkig nu wel, want het is super vanaf hier! We zien de skyline van SanFran en de prachtige oude huizen tegen de bergwand van Sausalito. Het gevangeniseiland Alcatraz ligt in de verte.
We rijden verder en zien als snel De Brug. We slaan voor de brug rechtsaf en komen zo bij een uitkijkpunt waar we ook nog niet eerder waren. Het zicht op de brug is hier geweldig. En… de mist is weggetrokken! Dus ligt de brug er mooi rood bij. Dat is best bijzonder, want hij is vaker in mist gehuld dan dat hij zo mooi zichtbaar als nu. Nadat we de brug van bovenaf hebben bewonderd, rijden we er natuurlijk overheen.
Vanaf deze kant moet je daar jammer genoeg tol voor betalen, $ 6,75 per auto. Dat gaat automatisch, de tolhokjes van vroeger zijn verdwenen. Oh, en jammer genoeg: vanaf de andere kant, dus de stad uit, hoeft er geen tol betaald te worden.
We rijden dus over die rooie en komen zo aan de rand van San Francisco.
Daar slaan we links af en zoeken de weg naar de westkant. Dat is de Legion of Honor Drive en daar slaan we af. Hier vind je een memorial, waar een museum in is gevestigd. Op het binnenplein staat een versie van de Denker van Rodin. Verder is het enorm druk binnen. Er is iets met veel vrouwen en een expositie of zo. Ons te druk. Dus gaan we snel weer. Maar eerst nog even het uitzicht vanaf hier op de Golden Gate bewonderen.
Dan zoeken we onze weg naar de Highway 1. Dat is de prachtige kustweg die helemaal naar Los Angeles gaat. Of naar Oregon in het noorden, dat kan ook. Hoewel we de 1 al vaak hebben gereden, hebben we dit stuk net onder San Francisco nog nooit gedaan. Gelukkig maar, want zo zien we weer prachtige nieuwe dingen.
De lucht is inmiddels aan het dichttrekken. Maar: het is droog, 14 graden en die dreigende lucht heeft wel iets, boven de ruige kust aan de 1.
We tuffen lekker door tot Davenport. Daar zien we een eettentje. We lusten wel weer iets, dus bestellen we er een veel te dure sandwich.
Een klein stukje verder is de Shark Fin Cove. Dat is een mooie rots in het water, dat inderdaad op en haaienvin lijkt. Ervoor is een schattig strandje, ernaast een mooie rots met een gat erin. Prachtig.
We rijden weer lekker verder op de 1, naar Santa Cruz. Hier gaan we de boardwalk bewonderen. Beetje jammer dat het begint te regenen. En blijft regenen. We blijven dus niet te lang buiten.
Van Santa Cruz rijden we binnendoor naar Capitola. Dat is het volgende kustplaatsje en daar hebben ze om onduidelijke redenen een rijtje gekleurde huisjes aan het water staan. Het ziet er gezellig uit, zelfs in de regen.
De Boardwalk
Zie zo, na dit stopje zoeken we de 1 weer op en rijden door naar Monterey. Dat is onze eindbestemming vandaag. Het is nog ongeveer een half uurtje rijden. Als we er aankomen, is het serieus gaan regenen. Het ziet er ook niet naar uit dat het binnenkort droog wordt. Er komt dus niets van Monterey zelf bekijken. Ach, dan proberen we het morgen, hopelijk is het dan weer droog.
We checken in. En krijgen een upgrade naar een kamer met ocean view. Nou, bedankt. Je moet alleen je fantasie gebruiken om de oceaan te zien. Maar dat kan ook aan de regen liggen.
De kamer is in elk geval erg mooi en behoorlijk groot. Wij gaan eerst even bijkomen en dan ergens eten. Gezien het weer doen we niet te moeilijk. Vijf minuten verderop zit een Jack in the Box. Daar hebben ze hamburgers en gekrulde frietjes. Prima. Door de regen gaan we weer snel terug naar ons hotel. Douchen, relaxen en dan lekker slapen.
Weer: | Ochtend zon, middag regen, 17c |
Doel: | Monterey en naar LA |
Gereisd: | Monterey naar Buena Park, 565 km |
Hotel: | Travelodge, €61,80 |
We beginnen de dag met een uitgebreid ontbijt bij Denny’s. Lekker hoor. Dan gaan we Monterey eens beter bekijken. Hier werd vroeger hevig op sardientjes gevist. Die werden dan meteen ingeblikt. De straat waar dat gebeurde noemden ze daarom Cannery Row. En dat is nu een gezellige toeristische straat. Dus daar gaan we eens even een kijkje nemen.
Gelukkig hebben ze de gebouwen aan de Cannery Row mooi opgeknapt. Leuk ook zijn die soort bruggen over de straat.
Daarna rijden we naar Fisherman’s Warf. Daar kun je verse vis kopen. Of in een boot stappen. Of gewoon een beetje rondkijken, zoals wij.
Na dit stopje zoeken we de 101 op. We wilden eigenlijk de 17 miles drive rijden, maar het is inmiddels alweer 11 uur en we hebben nog een behoorlijk eind te gaan vandaag. Het begint ook net weer te regenen. Dan kun je maar beter in de auto zitten. Bovendien hebben we die route al eens gereden, in 2002.
Normaal zouden we Highway 1 langs de kust nemen. Maar door modderstromen in 2016 is een stuk van die weg weggeslagen. Ze zijn nog steeds aan het repareren. Dat betekent dat je niet het hele stuk kunt rijden. En daarom nemen wij de 101. Dat is ook een hele mooie route, tussen de bergen door.
In de buurt van Santa Barbara rijden we rechtdoor naar de 154. Die gaat langs een mooi meer, Lake Chucuma. Daar is ook een dam. En prachtige bergen om de boel te omlijsten. Mooie plek om eens rustig rond te kijken.
Want: het is droog! Jawel, nu we dichter bij Los Angeles komen, is het weer een stuk beter. Na dit verzetje rijden we verder, naar Santa Barbara en terug op de 101. Het is inmiddels 4 uur. Dat betekent dat we kunnen aanschuiven in de file. En dat zal zo tot aan ons hotel doorgaan.
Het verkeer rond LA is echt een ramp. Uiteindelijk komen we pas om 8 uur bij ons hotel aan. Hebben we dus 4 uur gedaan over 190 kilometer. Zucht. We checken in en gaan op zoek naar iets te eten. We verrekken inmiddels van de honger.
Alleen de Denny’s is 24 uur open, de rest sluit al eerder. Denny’s it is. We bestellen allebei een skillet. En dat smaak prima. Een lekker toetje na en wij kunnen er wel weer even tegen. Aan de overkant zit een Subway en daar halen we broodjes voor morgen.
Als ontbijt en lunch. Want morgen gaan we naar de NAMM. We weten nog van de vorige keer dat het eten daar erg duur en niet zo lekker is. Daar trappen we dus niet nog een keer in. Ziezo, nu is het bijna middernacht. We gaan maar eens naar bed.
Weer: | Geen idee… |
Doel: | NAMM! |
Gereisd: | Naar de NAMM |
Hotel: | Travelodge, €61,80 |
Het blijkt dat onze kamer direct naast de ontbijtkamer is… Ik ga dus maar even bij de receptie vragen of ze enig idee hebben hoeveel herrie dat geeft. Veel, kan ik u verzekeren. Vooral van schuivende stoelen. Hier blijven we natuurlijk niet nog 3 nachten slapen. Het hotel zit aardig vol, maar we kunnen een andere kamer aan de andere kant op de galerij krijgen. Die is alleen nog niet schoongemaakt. Geen punt, we doen gewoon onze bagage in de auto en dan zien we vanavond wel weer. We krijgen gelukkig wel vast de sleutel.
Zie zo, nu kunnen we aan onze dag beginnen. Vandaag gaan we naar de NAMM! De National Association of Music Merchants is een muziekbeurs, 1 van de 2 grootsten ter wereld. Hij is elk jaar in januari, 4 dagen lang. Het is niet open voor publiek, alleen voor leden van de NAMM en voor hun gasten. Of deelnemers aan de beurs, natuurlijk. Onze vriend Glenn is lid en wij zijn dit jaar zijn gasten. Net als in 2011 en 2014 trouwens.
Op deze gigantische beurs vind je alles op muziekgebied. Met name instrumenten. Die moeten natuurlijk geshowd worden. Daarom worden er heel veel demo’s gegeven. Ook mag je als potentiële klant zelf instrumenten proberen. En dan zit er wel eens iemand tussen die heel goed is. En er zijn vaak beroemde muzikanten te vinden. Om demo’s te geven of handtekeningen uit te delen.
We gaan tegen tienen op pad en zijn een kwartiertje later bij het Anaheim Convention Center, waar de beurs wordt gehouden.
Dat was een eitje. Een parkeerplek vinden is een ander ding. Het ACC ligt tegenover Disneyland. Daarom is het er onwijs druk, met NAMM bezoekers en Disney bezoekers. De NAMM-mensjes mogen ook nog eens niet overal parkeren, blijkt. Na 3 rondjes rijden overwegen we de private parking te nemen, a 40 dollar. Maar dan zien we opeens een bordje “Parking for NAMM”. Het is in de parkeergarage van de Anaheim Gardenwalk en het kost slechts 16 dollar voor de hele dag. Beter!
Zo, nu kunnen we de meute volgen, richting ingang. Het is geweldig druk. We moeten eerst onze e-tickets omwisselen voor pasjes. Daarvoor moeten we in een lange rij. Maar die loopt best vlot door. Toch is het al 11.15 als we het pand in kunnen. We gaan meteen op zoek naar booth # 424, van DR Strings. Daar zou namelijk een demo zijn door Victor Wooten, beroemd bassist. Na even zoeken vinden we de booth. Het is er alleen onwijs druk, in een te smal gangetje voor al die mensen. Laat maar dus.
We gaan naar de stand van Dingwall. Daar spreekt Andy met een medewerker, die hem meteen herkent van zijn gitaar. Andy heeft in 2016 een basgitaar laten maken door Dingwall en die was best speciaal. Volgens die medewerker was het 1 van de meest bijzondere die ze tot nu toe hebben gemaakt. Dat vindt Andy natuurlijk leuk om te horen. We wandelen naar de uitgang, om te kijken of Glenn en onze vrienden PeeWee en Cil er al zijn. Glenn kunnen we nog niet bereiken, maar PeeWee en Cil hebben net ingecheckt in hun hotel en hun passen opgehaald. We zien ze al snel.
Na de begroetingen gaan we eerst naar een restaurant vlakbij. Zij hebben nog niet gegeten, wij hebben dorst. Zie zo, dan kunnen we er allemaal tegen. We gaan de beurs verder verkennen. Eerst in de “kelder”, want daar zijn vaak de bijzondere instrumenten en leuke kleine muzieksessies te vinden. En inderdaad, nu ook weer. Dan gaan we nog even terug naar Dingwall, kijken of de grote baas Sheldon Dingwall tijd heeft. En inderdaad. Andy spreekt hem aan en ook hij weet precies wie Andy is, welke bas hij heeft gekocht en waar (bij de bass shop in Engeland), en dat het voor zijn verjaardag was. Andy heeft hem ooit beloofd op een biertje te trakteren, als Sheldon ooit in Amsterdam is. Ook dat weet hij nog en zal hij Andy er aan houden.
Ik bedenk me dat het Zweedse EBS hier ook altijd staat en dat bassist Henrik Linder daar vaak demo’s voor doet. Henrik is 1 van de beste bassisten ter wereld op dit moment. Hij speelt in de band Dirty Loops, ook uit Zweden. We gaan dus op zoek naar de booth van EBS. En daar zit Henrik in een hoek aan een tafel. We zwaaien en steken onze duimen op. Hij komt meteen naar ons toe om ons een hand te geven en even te praten. En om met ons op de foto te gaan. Wat een sympathieke gozer!
Na deze meet & greet wandelen we weer verder. We blijven hier en daar staan om naar demo’s te luisteren. Dan ziet Andy opeens Federico Malaman staan. Alweer een hele goede bassist, uit Italië. Ook die gaat braaf met zijn fans op de foto. Er staat ook een oudere man bij, die we niet kennen. Volgens Malaman is dat de echte bassist. Dus thuis toch maar even gegoogled. Blijkt het Brian Bromberg te zijn, inderdaad een bas-grootheid… Oeps!
We komen weer langs EBS en daar speelt Henrik net samen met een andere bassist, Rubem Farias. We worden getrakteerd op een geweldig mini concert. Deze dag kan nu al helemaal niet meer stuk!
We hebben zin in koffie. Bij de ingang zit een Java Café en daar bestellen we de drankjes. Inmiddels hebben we ook een teken van leven gekregen van Glenn. Terwijl wij aan de koffie zitten, voegt hij zich bij ons. Met zijn vijven gaan we verder.
We gaan naar de bovenverdieping, want daar zijn ook nog allemaal stands met vooral gitaren. We luisteren even naar een demo bij Marshall. Goed hoor. Dan horen we een hoop kabaal. Buiten op het pleintje zit een hele menigte te drummen. Iedereen die wil, kan meedoen. Er is een soort van dirigent die zorgt dat het allemaal een beetje lekker klinkt. Superleuk.
Op de beurs is ook een oud bandlid van Glenn, Kevin van den Elzen. die in Amerika aan het conservatorium is afgestudeerd en er daarom sinds 2,5 jaar woont. Peewee en Cil kennen hem ook en we gaan even naar hem toe bij de drumsectie. Daar vindt ook net een drumjamsessie plaats.
En dan is het bijna 6 uur, het einde van deze beursdag. De lichten worden lager gedraaid, als teken dat we naar huis moeten. Oh, okay. Buiten nemen we afscheid van PeeWee & Cil en van Glenn. Zij blijven hier nog even, wij moeten nog boodschappen doen. We volgen de menigte naar de uitgang. Dat valt niet mee, want dat is langs het Yamaha-podium buiten. Daar begint net een voiliste te spelen en het staat er vol met mensen. Maar uiteindelijk weten we er toch door te komen. Nu onze parkeergarage terug zien te vinden. Dat lukt gelukkig ook.
We betalen de verschuldigde 16 dollar en zoeken de weg naar de Lakewood Mall. Dat is vast niet de dichtstbijzijnde mall, maar deze kennen we tenminste en ik weet dat ze er de winkel hebben die ik zoek. Gelukkig valt het verkeer mee en we zijn er in 20 minuutjes. We zoeken de winkel van Lids. Zondag gaan we namelijk op kraamvisite en we hebben bedacht een kleine baseball pet te kopen voor kleine Kevin. Bij Lids kun je daar een tekst op laten zetten. Wij laten er “A Touch of Dutch” op borduren. De pet is nog wel te groot, maar ach, die Touch of Dutch blijft hij altijd houden.
We moeten even wachten tot de pet klaar is. Dus gaan we hier maar iets eten. We kiezen voor een Philly Cheese Steak met frietjes. Dan halen we de pet op en rijden terug naar ons hotel. We zeulen al onze bagage naar onze nieuwe kamer. Daar genieten we nog even na van de geweldige dag.
Weer: | Heerlijk, 23 graden |
Doel: | San Diego |
Gereisd: | Op en neer naar San Diego, 160 km |
Hotel: | Travelodge, €61,80 |
Vandaag is de laatste dag dat we een uitgebreid ontbijt kunnen eten bij Denny’s. Dus daar beginnen we de dag eens mee. Beetje jammer dat het er zo druk is, er zitten wel heel veel mensen te wachten. Laat maar, we gaan vast op pad. We zullen er onderweg nog wel eentje tegenkomen. Op pad is naar San Diego. Daar zijn we 4 jaar geleden met de nichtjes geweest. Toen zagen we het Balboa Park en Coronado Island. Nu willen we ook graag Old Town en het Gaslamp Quarter zien.
We nemen de 5 naar het zuiden en kunnen het eerste stuk prima doorrijden. Dus dat doen we. Tot we een Denny’s zien. Bij deze is ook erg druk, we moeten 10 minuten wachten op een tafeltje. Maar ja, inmiddels is het half 12 en we hebben nu toch serieus honger. Ons ontbijt smaakt weer prima en voor 35 dollar kunnen we er wel weer even tegen. We gaan verder. Hoe dichter we bij San Diego komen, hoe dichter de rij met auto’s wordt. Het is nota bene zaterdag! Het verkeer in zuid California is echt een drama.
Nou ja, we komen toch op de plaats van bestemming en dat is Old Town. Dat wordt beschouwd als de geboorteplaats van California. Hier stichtten de Spanjaarden de eerste missiepost. Dat zou een keten van 21 missieposten worden, als hoekstenen van de kolonisatie van California. Tegenwoordig is Old Town een historisch staatspark. Je kunt er de gebouwen en het leven uit de 19e eeuw aanschouwen.
Vandaag is er een openluchttentoonstelling. Mensen in kleding uit The Old Days demonstreren van alles en nog wat. En dan zijn er natuurlijk de prachtige huizen en tuinen, met de indrukwekkende woestijnplanten. Leuk hoor.
Als we zijn uitgekeken, gaan we naar Embarcadero Park. Dat is een mooi park aan de rand van de stad. Je hebt er een prachtig uitzicht over de baai, op de hoge gebouwen van Downtown en op de Coronado Brug. Het is wel even een leuk stopje, hoewel niet spectaculair.
Wat wel spectaculair is, is die brug naar Coronado Island. Die is zo’n 3,5 kilometer lang en op het hoogste punt hangt hij 60 meter boven het water. En dat ziet er impossant uit. Ze won dan ook ooit de “Most Beautiful Bridge Award”. Behalve mooi is het ook een zelfmoordbrug. Hij staat zelfs in de top 10 van populaire zelfmoordplekken: er zijn al zeker 400 mensen vanaf gesprongen. Of je op die reputatie nou trots moet zijn… We rijden er nog maar eens overheen.
En ach, als we er toch zijn: laten we nog een keer bij het Coronado Hotel aka The Del kijken. Dat is een prachtig complex aan het strand. We hebben mazzel en vinden een parkeerplekje aan het strand, om de hoek van het hotel. Op het strand is het een gezellige rukte. Het is dan ook heerlijk weer. Iemand heeft een mooi strandkasteel gemaakt, geen idee waarom. We maken een foto van het mooie hotel, kijken nog even op het strand en rijden dan het eilandje verder over.
En weer terug, want anders zit je zo in Mexico. Soort van. Nu rijden we naar Downtown, waar het Gaslamp Quarter is. Het is het feestgedeelte van de stad. Hier vinden bijvoorbeeld evenementen als Mardi Gras en St. Patrick’s Day plaats. Hoewel de naam anders doet vermoeden, werd en wordt het niet hoofdzakelijk verlicht door gaslampen. Vooral de 5th Street is leuk, dus daar rijden we een keer door op een neer.
We overwegen even of we nog een keer naar Balboa Park gaan. Toch maar niet. Het is alweer 4 uur geweest en je hebt voor dit park een paar uur nodig. Dan is het donker en wordt het wel heel laat voor we weer in LA zijn. We beginnen dus maar aan de terugweg. Via de kust langs La Jolla. Dat is een erg mooie kust. Maar ook erg druk, zo tegen zonsondergang. Bij de La Jolla Cove proberen we zonder succes een parkeerplekje te vinden. Dan maar weer verder over de kustweg. Die schiet niet erg op, maar de stukken langs de zee zijn wel erg mooi.
Als de zon onder is, rijden we richting snelweg. Daar rijdt het file, dus draaien we snel weer om. We rijden nog wel even door over de kustweg. Beetje jammer alleen dat er net voor onze neus een groot ongeluk is gebeurd… Alles staat vast. Daar hadden we misschien wel direct mee te maken gehad, als we niet eerst even naar de snelweg waren gereden. Het is echt net voor onze neus. We kijken even of er beweging in komt. Als dat niet zo is, draaien we net als de meeste auto’s om en gaan alsnog naar de snelweg.
We zien weer een uitgebreide verzameling rode achterlichten. Hee, aan de overkant is een mall. Laten we daar maar iets gaan eten. Het is immers al 6 uur geweest en we lusten wel wat. En misschien is daarna de file opgelost. We zien als eerste een Ruby’s. We staan al binnen als ik me realiseer dat dit een familierestaurant is, gericht op kinderen. Daar hebben we al eens per ongeluk gegeten en dat was niet goed bevallen. Nee, daar gaan we echt niet eten.
We wandelen door de mall en zien dan een Panda Express. Daar hebben we nog nooit gegeten. Ze serveren er de Chinese keuken. Je kunt een “plate” bestellen, met 2 hoofdgerechten en een bijgerecht. De bijgerechten zijn rijst, nasi of mie. En er zijn allerlei hoofdgerechten. Wij kiezen iets met rundvlees en iets met garnaal. Het is erg lekker! Voor 25 dollar met het drinken erbij zitten wij goed vol.
Zie zo, nu gaan we aanschuiven in de file. Die duurt gelukkig niet zo lang en we kunnen al snel doorrijden. Tot aan LA, want daar staat het natuurlijk weer vast. Er is een ongeluk gebeurd. Nou ja, zo sukkelen we rustig door en om 8 uur zijn we bij ons hotel. Daar gaan we eens bijkomen.
Weer: | Warm, 30c maar liefst |
Doel: | Familie marathon |
Gereisd: | Rondom LA |
Hotel: | Travelodge, €61,80 |
De komende 24 uur hebben we een familie marathon. Als het goed is ontmoeten we 12 familieleden, op 4 verschillende locaties. We beginnen met kraambezoek. Nichtje Tanya is net voor kerst bevallen van zoontje Kevin. Daarvoor hadden we vrijdag die basebalpet gekocht. We hebben om een uur of 10 afgesproken. Ze woont 20 minuutjes van ons hotel, in Downey. Dus vertrekken we om half 10. Het verkeer valt mee en we zijn er om 10 uur.
We ontmoeten Tanya’s man Dan en natuurlijk de nieuwe wereldbewoner. Dan’s moeder is overgekomen uit Chicago, om te vieren dat Kevin 1 maand is. Dan is namelijk Vietnamees en in Vietnam is dat de gewoonte. Tanya’s moeder Yvette (Andy’s nicht) en stiefbroer Gary komen even later ook en dan is het feest compleet. We kletsen gezellig en bewonderen Kevin, die vooral slapend het geheel meemaakt.
Om 12 uur moeten wij gaan, want we worden om 1 uur in Glendale verwacht. Dat is aan de andere kant van Los Angeles. Gezien het verkeer hier is het gauw een uur rijden. Maar niet vandaag, dus zijn we een beetje vroeg. Daarom gaan we even naar de Balboa Middle School. Nadat zijn moeder was overleden, heeft Andy als kleine jongen van 8 een jaartje hier in Glendale gewoond. Bij Oom Ron, de broer van zijn moeder. En toen moest hij natuurlijk ook naar school. Deze school. Hij kan het zich nog allemaal goed herinneren.
Na de school rijden we ook nog even langs het oude huis van Oom Ron, waar ze toen woonden.
Dan gauw naar Eric’s huis. Die woont in de bergen van Glendale, samen met manlief Dana. Dana is nu in Ierland voor zijn werk, dus die zullen we helaas niet ontmoeten. Oom Ron is er al en terwijl wij uitstappen komen Susan en Brett net aanrijden. Ziezo, het stel is compleet.
We missen alleen tante Nettie, die zich niet zo goed voelde. Eric heeft een fantastisch huis met vooral een fenomenaal uitzicht. Als je bij het zwembad zit, zie je de highrise van downtown LA aan de linkerkant. Aan de andere kant kijk je uit over Glendale en Burbank. Eric heeft Chinees laten komen en we zitten gezellig te kletsen en te eten. De tijd vliegt voorbij, want voor we het weten is het 5 uur.
Wij moeten nodig verder, want we zijn voor het diner uitgenodigd door neef Rick en zijn vrouw Laurie. Die halen ons bij ons hotel op, dus moeten we weer terug naar Buena Park. We nemen afscheid van iedereen en gaan op weg. Gelukkig valt het verkeer nog steeds mee en we zijn binnen een uur terug in ons hotel. Daar frissen we ons even op. Om half 7 begroeten we Rick en Laurie. Ze nemen ons mee naar een restaurant in de buurt, Claim Jumper. Het is erg gezellig en het eten is er lekker.
Ook nu vliegt de tijd weer en om 9 uur worden we weer bij ons hotel afgeleverd. We nemen afscheid van Rick en Laurie. Als ze zijn weggereden, bedenken we dat we helemaal zijn vergeten een foto van ons vieren te maken. Shoot. Nou ja, volgende keer dan maar. Wij gaan alvast inpakken; morgen is alweer onze laatste dag.
Weer: | Heet! 32 graden |
Doel: | Tante Zus, Downtown en naar huis |
Gereisd: | LA – Dublin – Düsseldorf – huis |
Hotel: | Vliegtuig & eigen bedje |
Vanochtend gaan we ontbijten met het laatste familielid uit de 24-uur marathon. Tante Zus is de moeder van Rick en zij en Andy’s moeder waren nichtjes. Ze woont in Chino Hills, niet zo ver van Buena Park. Nou ja, toch nog 3 kwartier rijden. Eerst uitchecken. De Chinese dame gaat onze kamer inspecteren. Oh okay. Dat is nieuw. Ze komt terug met de mededeling dat er een gat in het gordijn zit. Klopt, er zat al een scheurtje in toen we de kamer kregen. Dat hebben wij gedaan. Nou, nee hoor. Jawel. Nee.
Het welles-nietes spelletje gaat verder met de manager. Die wil ons 300 dollar laten betalen voor het beschadigen van het gordijn. Dacht het niet. Bewijs maar dat wij dat hebben gedaan. Alleen een foto van het scheurtje zegt niet zoveel. Aangezien we niet van plan zijn te betalen, belt hij de politie. Prima. Scheurtjes in gordijnen van hotels staat vast bovenaan hun prioriteitenlijst. Heel gek, maar ze komen niet. En nu? Nu gaat hij ons aanklagen. Helemaal goed. Succes, aangezien we in Europa wonen. We eisen onze rekening en een kopie van de getekende versie, voor het geval meneer er iets bij wil freubelen. En dan gaan we. Nog steeds kokend van woede. Bah, wat zijn Chinese mensen toch naar!
Nou ja, laten we het maar snel vergeten. We rijden naar tante Zus, die ons op een heerlijke zelfgemaakte brunch trakteert. Zoals altijd is het fijn tante te zien. Ze is ook erg makkelijk, want ze kletst aan een stuk door. Rond half 2 nemen we afscheid. We vliegen immers vanavond terug naar huis. Onderweg naar het vliegveld willen we graag nog even naar Downtown, want daar zijn we nog nooit echt geweest. Vorige keer reden we er eventjes doorheen, verder niet.
Nu stoppen we er, zodat ik foto’s kan maken van de bijzondere Walt Disney Concert Hall. Dat is een prachtig gebouw, ontworpen door Frank Gehry. Die heeft meer bijzondere gebouwen ontworpen, zoals het Guggenheim in Balboa en het dansende huis in Praag. Tegenover dit bijzondere pand is het Museum Of Contemporary Art, MOCA. Dat ziet er van buiten gezellig uit. Op het binnenplein staat een mooi kunstwerk.
En daar laten we het even bij. We gaan op weg naar het vliegveld. Daar nemen we liever ruim de tijd voor, want je weet het maar nooit met het verkeer hier. We moeten inderdaad even file rijden door de stad. Om half 5 komen we bij Hertz aan, waar we de auto inleveren. Dan met de shuttle naar het vliegveld. We melden met welke maatschappij we vliegen. Zo jammer dat de chauffeur die voorbij rijdt. Dus krijgen we een privé tourtje…
Bij de juiste terminal zoeken we de balie van Air Lingus. We geven onze koffers af en gaan op zoek naar onze gate. Eerst door de controle natuurlijk. Ons vliegtuig vertrekt iets eerder dan gepland en hij is halfvol. Dus kunnen we lekker verhuizen naar een rij van 4 stoelen. Slapen met de benen gestrekt, whoohoo! De vlucht duurt 9,5 uur. Wat ik raar vind, want dat is net zolang als naar Miami. We krijgen 1 keer warm eten en net voor de landing een ontbijt-burrito.
Net zoals op de heenreis is het warme eten niet bepaald smakelijk. Dit is echt het slechtste vliegtuigvoer dat we ooit gehad hebben. Oh, de burrito smaakt wel redelijk trouwens, let’s be fare. Verder is het een prima vlucht. Heerlijk rustig en het gaat best snel voorbij.
Om half 2 Ierse tijd landen we in Dublin. Daar moeten we even onze paspoorten laten zien en dan kunnen we naar de gate. We hebben een lange overstap van 3,5 uur. Dus hangen we een beetje rond. We nemen een keer koffie, gaan een keer naar de wc en verder is het wachten op de 2e vlucht.
Ook die vlucht is maar half vol, dus we gaan lekker op een rij zitten zonder mensen voor, achter of naast ons. Het is weer 2 uurtjes vliegen en dan zijn we terug in Düsseldorf. Hier moeten we weer door de douane. Er is maar liefst 1 beambte en de rij groeit gestaag. Zo jammer dat er naast ons 8 zelfscan poortjes zijn en dat die niet open zijn… Dat bedenken ze zelf ook en gooien alsnog die poortjes open. Dan loopt het opeens wel vlot door.
Zodra we onze koffers hebben bellen we de parkeerplaats of ze ons komen ophalen. Dat willen ze wel. We lopen naar de ontmoetingsplek en even later komt ons busje eraan. We zijn weer vlot bij het kantoor, waar mijn Suzuki al staat te wachten. We halen binnen de sleutel en dan kunnen we naar huis. Bijkomen en vooral: wennen aan de kou! Brr, het is winter in Nederland…
De voortekenen voor deze vakantie waren niet echt gunstig te noemen. Of misschien zijn we juist voor allerlei rampen behoed… Ik denk het laatste, want we hadden een heerlijke vakantie! Sowieso is 30 graden en zon heel wat lekkerder dan rond het vriespunt en zon.
Deze vakantie bestond uit 3 delen. Deel 1 was de cruise naar de Caribbean. Dat was super, hoewel we de eerste helft geen denderend weer hadden. Wel lekker warm, maar ook bewolkt en soms een drup regen. We vonden Grand Cayman leuk. Maar om nou te zeggen dat u er ook naartoe moet? Nee, er zijn mooiere plekken op aarde. Honduras bijvoorbeeld. Tenminste, het eiland Roatán. Vooral de tocht door de mangroven tunnels was super.
Belize was erg mooi. Daar zou ik best nog eens naartoe willen. Hoewel, zo groot is het nou ook weer niet. Met het bezoek aan de Maya tempels in Lamanai hebben we eigenlijk al een groot deel van het land gezien. En 1 van de 2 grote bezienswaardigheden. Misschien moeten we nog eens over The Great Blue Hole vliegen. Dan hebben we het belangrijkste wel gezien, denk ik.
Het eiland Cozumel voor de kust van Mexico was prachtig. Hoewel het bekend staat als resort eiland, merkten we weinig van massatoerisme. Vooral aan de oostkant kwamen we niet bijzonder veel andere toeristen tegen. De witte stranden, ruige kust en de kleuren van de zee waren magnifiek.
De cruise zelf viel een beetje tegen. We wisten dat Carnival bekend staat als party cruiseline. Dat vonden we deze keer wel meevallen, op onze cruise in 2010 werd er meer gefeest naar ons idee. Misschien ook omdat er nu opvallend veel gezinnen met kinderen aan boord waren. Verder was het allemaal net niet. Net niet schoon genoeg, het eten net niet lekker genoeg, net niet voorraad genoeg. Nee, wij hoeven niet meer met Carnival te reizen.
Deel 2 van onze vakantie was het weekend in Florida. Op en neer naar Key West was gaaf, over die prachtige weg over het water. We hebben eindelijk Miami South Beach gezien. Leuk hoor en want een mooie Art Deco gebouwen.
Voor deel 3 vlogen we naar California. We hebben er een hoop familieleden gezien, wat altijd weer fijn is. Ons roadtripje langs San Francisco naar Monterey en door naar LA was heerlijk. We hebben weer veel mooie dingen gezien. Het weer was hier wat minder dan in Southern California. Maar dat wisten we; het is rond SanFran altijd kouder, met kans op regen.
Het dagje San Diego was erg leuk. Jammer alleen van al die files. Hoogtepunt was wel de NAMM. Leuke ontmoetingen met muziekhelden en natuurlijk lekker veel live muziek.
Ja, het was weer fantastisch. Amerika is en blijft een heerlijk vakantieland!
Wat heeft dit voor onze “Been there”-lijst gedaan? In deze staten van Amerika en in Mexico zijn we al eerder geweest. Grand Cayman valt onder Engeland. Hier valt niets voor af te vinken. Wel voor Belize en Honduras: landen #49 en #50: check!
Facts & Figures | |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Washington DC |
Grootte tov Nederland | 236,54 x groter (9.826.675 km2) |
Aantal inwoners | 324 miljoen / 33 per km2 |
Beste reistijd | Hele jaar, ligt eraan waar je naartoe gaat |
Visum nodig? | Ja, voor vertrek regelen |
Visum kosten | $14,- per visum |
Tijdsverschil met Nederland | Verschilt per deel, tussen 3 en 12 uur vroeger |
Munteenheid | Amerikaanse dollar (USD): 1 dollar = €0,89 |
Taal | Engels (Amerikaans) |
Facts & Figures | |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Belmopan |
Grootte tov Nederland | 1,8 x kleiner (22.966 km2) |
Aantal inwoners | 360.000 / 15,7 per km2 |
Beste reistijd | Februari t/m april |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | 7 uur vroeger |
Munteenheid | Beliziaanse dollar (BZD): 1 dollar = €0,40 |
Taal | Engels |
Facts & Figures | |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Distrito Central |
Grootte tov Nederland | 2,7 x groter (112.492 km2) |
Aantal inwoners | 9 miljoen / 80,4 per km2 |
Beste reistijd | Februari t/m mei |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | 7 uur vroeger |
Munteenheid | Lempira (HNL): 1 lempira = €0,03 |
Taal | Spaans (Roatán: Engels) |
Facts & Figures | |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Mexico-Stad |
Grootte tov Nederland | 47,29 x groter (1.964.375 km2) |
Aantal inwoners | 124,5 miljoen / 63,4 per km2 |
Beste reistijd | Oktober t/m mei |
Visum nodig? | Nee |
Tijdsverschil met Nederland | 6 uur vroeger |
Munteenheid | Peso (MXN): 1 peso = €0,04 |
Taal | Spaans |