Weer: | Reisweer |
Doel: | Aankomen in Lissabon |
Gereisd: | Brussel – Lissabon |
Hotel: | Fonte Luminosa, €84,00 |
We hebben een late vlucht, pas om negen uur vanavond. Dus hebben we alle tijd van de wereld, we hoeven pas om een uur of vier, half vijf richting Brussel te vertrekken. Wat we dan ook doen. Het blijkt dat ik een parkeerplaats heb gereserveerd op loopafstand van het vliegveld. Ook handig! We wandelen zo de terminal binnen. Daardoor zijn we een beetje te vroeg, de incheckbalie is nog net niet open. We zijn zelf al ingecheckt, maar onze koffer nog niet. Die geven we af en dan gaan we meteen maar door de controle.
Onze gate is nog niet aangekondigd. De vertraging van onze vlucht wel: we vertrekken 40 minuten later. Getver. Ze zeggen dat het een volle vlucht is, mensen worden verzocht hun handbagage in te checken. Wat haast niemand doet. Nee, wij ook niet, want we hebben allebei een rugzak met apparatuur. Dat laten we liever niet rondsmijten. Als we eenmaal aan boord zijn, blijkt het wel mee te vallen met die volle vlucht. De stoel naast ons blijft zelfs leeg en er zijn meer lege plaatsen in het vliegtuig.
Wat wel jammer is, is dat de stoelen niet achterover kunnen. Dat had toch lekkerder geslapen dan rechtop in de stoel. Het is een kleine drie uur vliegen en er is een uur tijdverschil met Portugal. We landen om 23 uur plaatselijke tijd. We staan ergens achteraan op het terrein en moeten met bussen naar de aankomsthal. Dan nog een flinke wandeling naar de bagageband, waar we even moeten wachten op onze koffer. Zo, nu kunnen we naar buiten, waar hopelijk onze chauffeur nog staat.
Nee dus. Tenminste, we kunnen niemand vinden met onze naam op een bordje. Ik start mijn telefoon op en bel de chauffeur. Die spreekt natuurlijk nauwelijks Engels. Ik denk dat hij eraan komt, maar weet het niet zeker. Dan word ik door een ander nummer gebeld. Van het kantoor van de chauffeur, begrijp ik. De chauffeur is al weg, want we hebben er langer dan 45 minuten over gedaan vanaf touchdown. Pardon? Ja, het vliegtuig was om 23.05 geland. Okay, dan hebben we er 50 minuten over gedaan.
Wat niet onze schuld is, want we zaten pas om 23.35 uur in de bus. Dat weet ik nog, want toevallig keek ik hoe laat het was toen we instapten. En ja, we zijn wel even naar de wc geweest, maar verder ligt het toch echt aan hoe het vliegveld is opgebouwd, dat we te laat waren. Nou, pech, de chauffeur is weg. En ons geld ook, want het was al betaald. We moeten het maar met Booking.com oplossen. Lekker dan. We gaan naar buiten en nemen een vliegveldtaxi naar ons hotel.
Die blijkt nog een heel stuk goedkoper te zijn ook. Bij Booking.com betaalde ik 18 euro voor dit ritje, nu slechts 8. Nu voel ik me helemaal genaaid. Enfin, we zijn bij ons hotel. De receptie is op de 6e, gelukkig is er een lift. Ik had al een nacht betaald; we betalen ook voor de 2e en krijgen de sleutel van onze kamer op de 7e verdieping. De kamer is prima, ruim genoeg voor de komende twee nachten. We rommelen nog wat aan en gaan dan eindelijk maar eens slapen, het is inmiddels half twee ’s nachts.
Weer: | Warm, 25 graden |
Doel: | Sightseeing Lissabon |
Gereisd: | Metro, tram en lopend |
Hotel: | Fonte Luminosa, €84,00 |
We lagen er gisteren laat in en zijn daardoor niet al te vroeg vanochtend. Ach, we hebben de hele dag. Als we gewassen en gestreken zijn, gaan we eerst naar de overkant, bij het park. Daar zijn eetstalletjes en we hebben nog niet ontbeten. We nemen allebei een tosti met koffie. Niet heel goedkoop, 12 piek totaal, maar best lekker.
Dan gaan we naar de metro, die meteen bij ons hotel zit. We kopen een dagkaart voor €6,60 per persoon. Of we kopen per ongeluk voor twee dagen… Oeps. Nou ja, gaan we morgen met de metro naar het vliegveld, net zo makkelijk. We moeten de groene lijn hebben naar Baixa. Daar gaan we naar buiten voor onze verdere kennismaking met Lissabon.
En dat is leuk! Zo te voet is het een hele andere stad en een hele andere beleving dan met een hop on bus, zoals we elf jaar geleden deden. We komen langs de Santa Justa lift. Die is al heel oud, gebouwd in 1900. Met de lift kun je naar het Carmoklooster, dat bovenop een berg ligt. Aangezien er een lange rij voor de lift staat, slaan we dat over.
We lopen verder, naar het Praça Dom Pedro IV plein. Dat is de officiële naam. De wereld kent het als Rossio. Er is hier ook een metrohalte met die naam. Op het plein staat een mooie fontein en eromheen imposante gebouwen. Zo is er het mooie operagebouw Teatro Nacional en de ruïne van het Carmoklooster torent boven het plein uit.
We wandelen rustig verder, naar de Arco da Rua Augusta. Dat is een mooi gebouw, met een indrukwekkende boog erin. Het verbindt winkelstraat Rua Augusta met het grootste plein van Lissabon: Praça do Comerció. Dit enorm grote plein grenst aan de zee. Of eigenlijk aan de inham waaraan Lissabon ligt.
Het is heerlijk weer, best een beetje warm en we hebben dorst gekregen. We nemen op een terrasje een lekker glas koud drinken. Dan gaan we bij de zee kijken en wandelen rustig langs de kust richting Cais do Sodré. Dat is een knooppunt van tram, bussen en metro. Wij nemen de tram, naar Altinho. Onze metrokaart is ook geldig in trams en bussen, vandaar.
We wachten een tijdje aan, wat blijkt, de verkeerde kant van de weg… Ook jammer. Als we daar achter komen, gaan we snel naar de overkant en springen voor de aankomende tram aan. Dat levert ons een scheldpartij van de trambestuurder op. Yeah yeah, toe nou maar. We stappen in en rijden elf haltes mee. Bij Altinho gaan we eruit en steken de straat over richting zee.
We hebben alweer enorme dorst en gelukkig zijn ook hier terrasjes. We hebben ook wel een beetje trek. Andy neemt een stuk appeltaart, ik de typisch Portugese pastel de nata. Dat blijkt een soort roombroodje te zijn, maar dan in een krokant bakje. Best lekker. We bewonderen de Golden Gate brug Ponte de 25 Abril. Die lijkt verdacht veel op de brug in San Francisco.
Is ook niet zo gek, want hij werd door hetzelfde bedrijf gemaakt. Never change a winning recipe, blijkbaar. Aan de overkant van deze brug staat een Jezusbeeld. Die lijkt weer verdacht veel op die in Rio de Janeiro. Erg origineel lijken ze hier niet te zijn. Het idee voor het Monumento Cristo Rei ontstond aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Portugal bad de hemel om het land niet mee te slepen in die oorlog. Als zoenoffer zou een kolossaal Christusbeeld worden neergezet. De smeekbeden werden verhoord, want Portugal behield een neutrale status. Het duurde echter nog een hele tijd voor het beloofde beeld er ook werkelijk kwam. Ze begonnen er in 1949 aan en pas tien jaar later was het af.
Niet ver van waar we nu zijn, staat nog een monument: Padrão dos Descobrimentos. Dit monument eert de ontdekkingsreizigers die in de 15e en 16e eeuw om de wereld reisden. Er zijn allerlei personen op afgebeeld, personen die iets met de geschiedenis van Portugal te maken hadden: kunstenaars, wetenschappers, reizigers, cartografen en leden van het koningshuis.
We bekijken het monument en gluren naar het andere monument nog een stukje verder: de Torre de Belém. Deze verdedigingstoren staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Je kunt de toren bezoeken. Wij hebben geen zin om nog zo’n eind door te lopen. Het is tenslotte best warm. Daarom steken we vanaf het Padrão over naar een ander monument op de Werelderfgoedlijst: het Mosteiro dos Jerónimos.
Of in goed Hollands: het hiëronymietenklooster. Het is een gigantisch complex en ook deze kun je van binnen bekijken. Dat is blijkbaar erg populair, want er staat een behoorlijke menigte voor de deur te wachten en mee te schuiven in de rij. Wij slaan over. We gaan maar eens op zoek naar de tram terug richting Cais do Sodré. Het is bijna vijf uur, we hebben er stiekem een aardige dag opzitten.
De tram zit behoorlijk vol, maar we kunnen zitten. We moeten 13 haltes mee. Bij Cais de Sodré is ook een metrostation, het eindpunt van onze groene lijn. We lopen naar het perron, waar het ook al zo druk is. De metro zit bomvol. Maar gelukkig kunnen we ook hier zitten en we hoeven niet over te stappen. We stappen uit bij onze halte, Alameda.
In ons hotel nemen we eerst een kop koffie en frissen ons op. Dan gaan we naar buiten voor het avondeten. Waar we vanochtend ontbeten, staan nog meer eetstalletjes en dat lijkt ons prima. We bestellen bij hetzelfde tentje als vanochtend gebakken chorizo, friet, een salade, drinken en twee bakeljauwballetjes. Om te proberen. Deze visballetjes zijn best lekker.
De chorizo niet zo, die is erg vet en zout. En ook niet heel goedkoop: alles bij elkaar 41 piek. Het is trouwens een gezellige drukte bij het park. Er speelt een bandje en er is best wat volk op de been. Als we ons eten op hebben, wandelen we nog even naar de Fonte Luminosa, aan het einde van het park. Dat is een indrukwekkende fontein.
Het is trouwens flink afgekoeld buiten. Ik had al voordat we weer naar buiten gingen, een spijkerbroek en trui aangedaan. Dat was geen slechte keuze en zelfs met dat aan is het fris. Er staat een stevig windje. We blijven dan ook niet te lang buiten. We kopen nog wat drinken voor vanavond en gaan dan relaxen op onze kamer, tot het bedtijd is.
Weer: | Warm, 25 graden |
Doel: | Lissabon en naar Madeira |
Gereisd: | Metro, tram, lopend, vliegtuig |
Hotel: | Coração da Madeira, €72,90 |
Vandaag reizen we door naar Madeira, maar pas om half zes. We hebben ruim de tijd om nog wat van Lissabon te zien. We hebben bijvoorbeeld nog geen typische Lissabon-trammetjes gezien, laat staan erin gereden. En uiteraard zijn er nog veel plekjes in de stad die we nog niet hebben bekeken. Genoeg om ons nog een ochtend te vermaken. Als we klaar zijn en onze spullen hebben ingepakt, vragen we of we de bagage zolang bij de receptie kunnen stallen. Dat kan gelukkig. Dan gaan we op pad. De vreettentjes aan de overkant zijn dicht. Geeft niks, dan gaan we eerst met de metro en zien vast wel iets als we weer boven de grond komen.
We nemen de groene lijn naar Restauradores. Daar is een mooi plein met een aantal mooie gebouwen. En restaurants, waar we bij eentje broodjes ei met koffie nemen. Een eindje verderop het plein is het trammetje Gloriá. Die is vrolijk beschilderd en voor €3,80 mag je mee naar boven. Of gratis, als je net als wij een OV-kaart hebt. Het is een populair ritje, dat al sinds 1880 bestaat. Gloriá heeft maar een wagonnetje en het ritje duurt slechts 1,5 minuut. Bovenaan kom je bij uitzichtpunt Miradouro de São Pedro de Alcântara. Een hele mond vol voor deze mooie plek, vanaf waar je uitstekend zicht hebt op de stad.
Als we zijn uitgekeken, nemen we het trammetje terug naar beneden. We zoeken ook de metro weer op en reizen twee haltes verder naar Santa Sebastiao. Daar kunnen we overstappen op de rode lijn, die we nemen tot station Oriente. Dat is een groot station, waar ook treinen en bussen aankomen. Het station zelf is een mooi en modern complex en werd speciaal gebouwd voor de Expo’98. In 1998 werd hier namelijk de Wereldtentoonstelling gehouden. De gebouwen en bouwwerken die voor de Expo werden gemaakt, waren al voordat de tentoonstelling begon, verkocht. Zo kregen ze ook een bestemming na de Expo en werd verval van deze nieuwe wijk voorkomen.
Dat zie je namelijk wel in andere steden, zoals we in Sevilla zagen, waar in 1992 een Expo was. Hier hebben ze er vooraf over nagedacht. Het voormalige Expo-terrein vormt nu het Parque das Nações, Park der Naties. Je vindt er bijvoorbeeld de destijds aangelegde tuinen, het Oceanário de Lisboa en de observatietoren Torre Vasco da Gama. Die toren is nu een hotel. Oh, de hoofdingang van de Expo werd omgebouwd tot winkelcentrum. Verder vind je er veel kunst, zoals het gigantische beeld van een kat, gemaakt uit oude kliko’s. De kabelbaan is er ook nog steeds en daarmee zoef je over de Taag, van het aquarium naar de Vasco de Gama toren.
Het is een erg leuke buurt, met een relaxte sfeer. We zien een klein restaurantje met terras. We hebben best dorst, want het is alweer een warme dag. En we hebben best trek in iets. Pastel de nata en een broodje tonijnsalade, lekker. Als we vol zitten en zijn uitgekeken, gaan we maar eens terug naar het hotel. Daar komen we rond half drie aan. Mooie tijd om naar het vliegveld te gaan. We halen onze bagage op en gaan dan met de rode metrolijn. Het is gelukkig rustig, we kunnen fatsoenlijk zitten met onze bagage. Na ongeveer een kwartier zijn we op het vliegveld. We lopen richting terminal.
Daar probeer ik onze twee metrokaarten weg te geven. Ze zijn namelijk nog tot morgen 12 uur geldig, we doen er vast iemand een plezier mee. De eerste mevrouw wimpelt me meteen af. Okay, dan geen gratis metrokaartje, wat jij wilt. De volgende jongen is er blij mee en het echtpaar daarna wil de andere wel hebben. Zo, mensen blij, wij blij. We zijn met de metro bij terminal 1 gekomen. Uiteraard moeten we bij terminal 2 zijn. Gelukkig gaan er gratis shuttlebussen tussen beide terminals, lekker makkelijk. Bij terminal 2 gaan we in de lange rij voor de Ryanair vluchten. Meestal heb je per vlucht een aantal balies, maar bij Ryanair hebben ze alle bestemmingen op een hoop gegooid, dus hier staan mensen voor allerlei vluchten door elkaar. Toch loopt het best vlot door.
Als we aan de beurt zijn, vraag ik of mijn bagage in Andy’s bagage mag. Dat zit namelijk zo: we hebben precies 23 kilo aan bagage in onze koffer. Op de Ryanairvlucht mag je slechts 20 kilo meenemen. Daarom had ik voor mezelf nog een tweede koffer bijgekocht. Ik was alleen vergeten te kijken wat er is toegestaan op onze eerste vlucht, de heenvlucht naar Lissabon met TAP. Ja, slechts één koffer. Om ook daar een koffer bij te kopen, kostte maar liefst 55 euro. Dat vond ik wat veel voor drie kilo overgewicht bij Ryanair. Vandaar dat ik met een creatief plan kwam: ik heb een dubbele tas meegenomen, die ik als “koffer” kan gebruiken voor de extra kilo’s. Maar eerst proberen of dat niet gewoon in de echte koffer kan.
Nee, onmogelijk, zegt de stugge jongeman aan de balie. Want? Want er moeten twee labels aan. Kan dat niet aan een koffer? Nee, onmogelijk. God, wat inflexibel zeg. Ik blijf nog wat sputteren, maar aangezien hij niet van plan is creatief te denken, zit er niets anders op dan het pakket uit de koffer te halen. Nou was die jongen echt heel onvriendelijk en onwelwillend, in de categorie “hoe haal ik het in mijn hoofd zoiets te vragen”. Het kan daardoor zijn dat het pakketje uit mijn handen glipt en iets te hard op de bagageband flikkert… Vindt hij ook niet goed. Dan moet ik opeens mijn handtekening op het bagagelabel zetten. Waarom?
Hij leest demonstratief voor wat er op het label staat: met mijn handtekening verklaar ik een ongeschikt ingepakt pakket heb afgegeven en dat Ryanair niet verantwoordelijk is voor enige schade daaraan. Ik heb namelijk het pakket (dat bestaat uit 2 stevige tassen) helemaal omwikkeld met ducttape, het sterkste materiaal ter wereld. Het is nu een vierkant blokje van tape. Als hij het even vriendelijk had gevraagd, had ik dat best even zelf willen lezen, maar het is goed joh, ik zet wel een krabbel. Het pakketje moeten we afgeven bij de “odd sized bagage”-balie.
Zo, we kunnen eindelijk naar de gates. Die van ons is nog niet aangekondigd. Als hij dat wel is, blijkt het boarden opeens snel te gaan. Niet dat dat helpt, want dan moet je alsnog bij de toegang tot het terrein blijven wachten tot je in het vliegtuig kan. Ook in dit vliegtuig kunnen de stoelen niet achterover. Best jammer. Het is iets van 2,5 uur vliegen, we landen om een uur of zeven op Madeira. We lopen naar de bagageband en wachten even. Zelfs het lullige pakketje is goed aangekomen, ha! We douwen hem weer in de koffer en gaan dan op zoek naar de verhuurbalie van Thrifty.
Daar zeggen ze dat onze boeking is gecanceld. Huh? Even zoeken… Oh ja, ik had een andere auto geboekt en heb de verkeerde bevestiging uitgeprint. Met de juiste reservering doen we een nieuwe poging. Ja, deze is niet bij Thrifty gehuurd, maar bij Guerin. Dat is een halte verder. Oeps… Bij de buurvrouw kunnen we zelf onze gegevens invullen op een terminal. Zoekt zij ondertussen een upgrade naar een Ford Focus voor ons. Ze vindt dat dat een betere auto is dan de geboekte, met meer power. Dat hebben we op dit eiland wel nodig, zegt ze. Oh okay. We krijgen de sleutels van de Ford en een plattegrondje naar waar we hem kunnen vinden.
De Focus is een prima auto. Lekker ruim ook, niet het kleine keuteltje dat ik in mijn hoofd had. Goed, we kunnen op weg naar ons appartement in Curral das Freiras. Dat ligt in het binnenland, in een vallei tussen reusachtige bergen. Het is een half uurtje rijden vanaf Funchal, de hoofdstad van Madeira. Je moet wel over een bochtige bergweg, met hier en daar een haarspeldbocht en onderweg twee tunnels.
Bij het appartement aangekomen bel ik de eigenaresse en krijg instructies hoe we binnenkomen en waar te parkeren. Er hangt een klein sleutelkluisje en met de code vinden we daarin de sleutel van het complex en ons appartement. Dat blijkt een mooi, ruim en nieuw appartement te zijn. Het heeft een keuken, eetgedeelte, zitgedeelte, twee slaapkamers en een badkamer. Niks mis mee. De auto kunnen we of voor de deur openbaar parkeren, of boven op het complex, achter een poort. We doen het laatste, dan staat de auto op eigen terrein.
Goed, nu lusten we wel wat te eten. Beetje jammer dat er niets meer open is. Gelukkig is er dan bamisoep. Ik neem altijd wat pakjes mee, voor noodgevallen. Het kraanwater hier kun je drinken en smaakt net als thuis – prima dus om soep mee te maken. We rommelen nog wat aan, tot we om elf uur ons bed in duiken.
Weer: | Zon en regen, 15-22c |
Doel: | Madeira verkennen |
Gereisd: | Het eiland rond |
Hotel: | Coração da Madeira, €72,90 |
Voor het ontbijt gaan we naar de achterburen. Die hebben iets met kastanjes, want veel gerechten en drankjes hebben wel iets van kastanje erin. Sterker nog, deze plaats is bekend om de kastanjes en de vele kastanjebomen. De dorpelingen maken van alles met of van kastanjes, van kunstwerk tot cake en van kastanjesoep tot kastanjebier.
Curral das Freiras betekent trouwens “Nonnenvallei”. In de 16e eeuw werd hoofdstad Funchal aangevallen door Franse zeerovers, die Madeira wilden veroveren. De kloosterlingen vluchtten via een verborgen wandelpad de bergen in en hielden zich schuil in de vallei. De Nonnenvallei. Dat wandelpad kun je nog steeds volgen, als je wilt.
Wij willen ontbijt. Brood met ham en kaas graag. En koffie. En een portie geroosterde kastanjes, vooruit. Best lekker, hoewel een beetje droog. De portie is te groot om nu op te eten, we krijgen de rest mee in een zakje. Dan gaan we op pad, het eiland verkennen. En dat is prachtig! Ik had niet gedacht dat het zo ruig zou zijn, met zulke hoge bergen.
Ik vind wel dat er een beetje weinig bloemen zijn, voor een eiland dat het Bloemeneiland wordt genoemd. Ik zou het zelf niet zo omschrijven. Geeft niks, het is er zonder overvloed aan bloemen ook prachtig! Bepaalde delen doen ons erg aan Hawaii en specifiek Maui denken. We rijden het hele eiland rond, te beginnen met de oostkust.
Bij Ponta de São Lourenço staat een straf windje, maar is het uitzicht geweldig. We staan aan de ruige rotskust. Er zijn hier diverse uitzichtpunten en er is een wandelroute uitgezet: de PR8. Op het hele eiland is een keur aan wandelroutes gemaakt, die variëren in moeilijkheidsgraad, zwaarte en natuurlijk lengte.
Madeira is namelijk (ook) het eiland voor wandelaars, veel toeristen komen hier om de diverse routes te lopen. Alle routes hebben een code, die begint met de letters PR en dan een getal, en ze zijn goed aangegeven. Wij volgen de wandeling naar een van de twee foodtrucks hier op de parkeerplaats; we hebben wel zin in een ijsje.
We rijden terug en dan langs de bovenkant van het eiland naar het westen. Je hebt trouwens een aantal hoofdwegen, de VR-wegen. Die bestaan vooral uit tunnels. De ER-wegen hebben een stuk minder tunnels en een stuk meer kronkelende wegen door de bergen. Het is schitterend om hier rond te rijden.
Het ene moment rijden we langs de kust, het andere hoog over de bergen. Het weer is trouwens erg wisselvallig vandaag. De temperatuur schommelt tussen 15 en 22 graden, afhankelijk of je door een wolk, in de zon of door een buitje rijdt. Denk dat het er ook vanaf hangt aan welke kant van de bergen je je bevindt en of een regenwolk tussen de bergen blijft hangen.
Het mag de pret niet drukken in elk geval. We parkeren in het plaatsje Santana. Daar hebben ze namelijk erg schattige, typisch Madeirese huisjes, de Palheiros. Dat zijn kleine, driehoekige huisjes met een dak van stro. Ze hebben witte muren, rode deuren en blauwe of groene kozijnen. Dit zijn de laatste overgebleven huisjes van deze soort. Vroeger stond het eiland er vol mee.
Het is er een beetje druk, maar gelukkig begint het te regenen. Anders was het er waarschijnlijk nog drukker met mensen, die vooral zichzelf op de foto willen laten zetten. We gaan gauw terug naar de auto, voor we helemaal nat worden. De volgende stop is in Sao Vicente, een leuk plaatsje aan de kust. We gaan er wat drinken en een hapje eten. Kunnen we meteen even naar het toilet. We nemen een calzone, die we samen delen.
Dan toeren we weer rustig verder langs de noordkust, richting Porto Moniz. Daar zijn bijzondere rotsformaties in zee. Mooi hoor. Porto Moniz ligt in de westpunt van het eiland. Het wordt tijd om terug te rijden, naar het zuiden. Het is namelijk al half vijf en het is vanaf hier nog een uurtje rijden tot thuis. In ons dorp gaan we eerst naar de supermarkt, eten inslaan voor het ontbijt morgen.
We hebben immers een keuken in het appartement en het ontbijt in het restaurant vanochtend was nou niet heel geweldig, maar wel best prijzig. Ik vind 22,50 voor twee stukken brood, twee koffie en een portie kastanjes namelijk best duur. Terug in het appartement nemen we eerst een kop koffie. Voor het eten doen we makkelijk en eten we weer bij de achterburen.
We hebben geen zin meer in autorijden en dit is het enige restaurant op loopafstand dat open is. Ik neem een kastanjesoep, want kastanjes zijn immers de specialiteit hier. Smaakt prima, het heeft wel iets van een bonensoep. Als hoofdgerecht neemt Andy een vleesspies met friet, ik spaghetti en een salade. Veel teveel natuurlijk en niet echt een culinair hoogstandje. Ach, het was ook niet superslecht. Na het eten relaxen we en gaan dan lekker slapen.
Weer: | Zon en beetje regen, 10-23c |
Doel: | Wandelen en sightseeïng |
Gereisd: | Over het eiland |
Hotel: | Coração da Madeira, €72,90 |
Voor vandaag wordt ook wisselvallig weer voorspeld, zon en soms een drup regen. Daarom gaan we ook vandaag toeren. Dan zitten we grotendeels droog, mocht het buiten nat worden. Maar eerst zelfgemaakt ontbijt. Gisteren hebben we eitjes, bacon, kaas en broodjes gehaald. Daarvan maak ik lekkere broodjes, niets mis mee.
Als we vol zitten, gaan we op weg naar de eerste stop van vandaag. Dat is een wandeling langs een levada. Een levada is een irrigatiekanaaltje, dat water van het natte noorden naar het droge zuiden moet brengen. Ze zijn al heel oud en komen vooral hier op Madeira voor.
Erlangs lopen paden. Vroeger waren die voor transport langs en onderhoud aan de levada’s. Tegenwoordig zijn het vooral de wandelroutes voor toeristen, zoals ik gisteren al even beschreef. Wij zijn niet te flauw en doen ook een wandeling. We nemen natuurlijk wel een makkelijke, van 1,5 kilometer en over vlak terrein: de PR11.
We wandelen een prachtige route door het bos en langs zo’n levada. Het is trouwens droog, dus dat is ook een meevaller. Na 1,5 kilometer komen we bij het eindpunt: Balcões. Daar is een uitkijkplatform, met fenomenaal uitzicht op de bergen onder ons en de zee in de verte.
Prachtig. Als we zijn uitgekeken, wandelen we hetzelfde stuk terug. Bij het begin van de route, waar de auto staat geparkeerd, is een restaurant. We hebben best zin in koffie met gebak. En we moeten plassen. Dat kost 50 cent, maar aangezien de deur niet op slot kan en het niet een hele frisse wc is, besluiten we dat het gratis is voor gasten van het restaurant.
Goed, we gaan verder met toeren over Madeira, naar het volgende uitzichtpunt: Crane Viewpoint. Die is aan de noordkant, in de buurt van Faial. En daar is het schitterend. We kijken naar een hele ruige kust en spectaculaire rotsen. Ze hebben hier een glazen uitkijkplateau gemaakt om over zee uit te kijken. Maar gewoon vanaf een rots kun je ook prima genieten.
Het is hier droog, zonnig en eigenlijk wel heerlijk weer. Genieten! Zonder dat we er erg in hadden, is de klok hard door blijven tikken Het is opeens al drie uur geweest. We gaan daarom weer richting zuidkant. Daar heb ik nog twee bijzondere plekjes op de agenda staan.
Met die bochtige bergwegen hier duurt het ook wel even voor je aan de andere kant bent, dus sowieso tijd om die kant weer op te gaan. Het eerste stopje is in het gezellige plaatsje Cãmara de Lobos. We parkeren bij de haven. Meteen komt een zwerver ons aan een kaartje helpen. Kost een euro voor een uur.
En een euro servicekosten voor de zwerver. Het is een vrolijke kerel, dus vooruit maar. We wandelen rustig naar de haven, waar vrolijk gekleurde bootjes liggen. We slenteren wat door het plaatsje en nemen onderweg een bekertje B&J ijs.
Dan rijden we naar de laatste stop voor vandaag: de Cabo Girao Skywalk. Weer een glazen platform met mooi uitzicht. Voor deze moet je 2 euro entree pp betalen. Wat een beetje zonde is van het geld, want een klein stukje terug kun je langs de weg parkeren, gratis, met exact hetzelfde uitzicht. Maar ja, achteraf…
… blijkt dat we op de hoogste klif van Europa en de een na hoogste in de wereld staan. Dat is best een prestatie. De klif is 580 meter hoog en het uitzicht is wel erg goed. Als je op het glazen platform staat, zie je de Atlantische oceaan onder je tegen de kliffen opspatten. Tenminste, als je op dat glas durft te gaan staan en naar onderen durft te kijken.
Sommigen van ons hebben een beetje last van hoogtevrees… Goed, tijd om naar ons appartement te gaan. Rond half zes zijn we terug. We nemen even een kop koffie en wandelen dan naar restaurant La Perla, naast de supermarkt bovenaan de straat. Andy neemt spareribs met friet, ik het typisch Madeirese picado met friet.
Picado is een soort frietje stoofvlees, maar dan anders. We nemen er nog een salade bij en als toetje een pastel de nata. Zitten wij voor 33 piek (incl. fooi) goed vol. En het smaakte best prima. Na het eten doen we wat we altijd doen: koffie, relaxen, lekker slapen.
Weer: | Heerlijk, 25c en zon |
Doel: | Hoofdstad Funchal |
Gereisd: | Kabelbaan en tobbogan |
Hotel: | Coração da Madeira, €72,90 |
Voor vandaag hebben ze uitstekend weer beloofd. Prima dag om Funchal, de hoofdstad van Madeira, te gaan bekijken. We beginnen natuurlijk met een zelfgemaakt ontbijt van brood, ei, kaas en bacon. Dan rijden we naar de oude stad en parkeren in een parkeergarage in de buurt van het fort, dat oficieel “Fortaleza São Tiago” heet. Daar lopen we naartoe en bewonderen het opvallende gele gebouw.
Voor het beste zicht erop loop je het beste even over de pier aan de overkant. Het fort stamt uit de 17e eeuw en werd in de eeuw daarop verder uitgebreid. Na zijn trouwe diensten als verdedigingswerk voor Funchal, kreeg het in 1992 de functie van museum. Het kunstmuseum dat zich erin vestigde, verhuisde afgelopen jaar naar een andere plek. Nu is het fort in afwachting van een opknapbeurt en zal daarna als monument toegankelijk worden voor het publiek.
Tot die tijd kun je het van buiten bewonderen. Vlakbij het fort is de ingang van de kabelbaan, de Teleférico do Funchal. Dat is een van de zeven kabelbanen die je op het eiland kunt vinden. Deze brengt je naar Monte, bovenop de berg. Het is een klim van 560 meter en daar doe je zo’n 20 minuten over. In Monte zijn twee botanische tuinen. De eerste is de Monte Palace Tropical Garden en die vind je meteen aan het einde van de kabelbaan.
Voor de tweede tuin moet je nog een stukje kabelbaan nemen. Wij zijn niet zo van de aangelegde tuinen, die slaan we over. Toch gaan we met de kabelbaan naar boven. We kopen twee enkeltjes voor €12,50 per stuk. We sluiten aan in de rij en wachten even tot we aan de beurt zijn. Dat gaat best vlot. Samen met een Engels stel nemen we plaats in een wagonnetje. Als dat tenminste zo heet…?
Anyhow, we zijn ons nog aan het installeren, als we op onze kop krijgen van iemand van het personeel. We zouden de deur hebben gesloten, waardoor het derde stel er niet in kon. Eh, vriend, je staat door een open deur tegen ons te mopperen, die bovendien automatisch sluit, dus hoezo hebben we de deur gesloten? Bovendien is het zijn werk om te zorgen dat iedereen instapt, niet dat van ons. Geen idee waar deze totaal onterechte beschuldiging vandaan komt.
Afijn, we gaan op weg naar boven. Onderweg kletsen we gezellig met het Engelse stel. Ze komen uit Manchester en zijn hier vooral om te wandelen. Het ritje zelf is trouwens ook leuk, hoewel we door al het geklets een beetje vergeten om van het uitzicht te genieten. Bovenaan nemen we afscheid. Het Engelse stel gaat de botanische tuinen bekijken. Wij gaan wat anders doen, namelijk op een alternatieve manier de berg weer naar beneden.
Dat doen we met een toboggan: een rieten mand waar maximaal 3 volwassenen in kunnen zitten. In die mand glijd je de steile weg naar beneden af. Twee bestuurders, die Carreiros worden genoemd, zorgen dat je niet uit de bocht vliegt. Het doet een beetje aan de bootjes in Venetië denken. Maar dan zonder water. De bestuurders zijn in het wit gekleed, met rieten hoedjes op. Hun schoenen hebben zolen van oude autobanden, zodat ze goede grip hebben.
Dat is maar goed ook, want grote stukken asfalt zijn al helemaal glad gesleten door de bakjes. Ze bestaan dan ook al erg lang op Madeira. De lokale wijnboeren waren het namelijk een beetje zat om steeds hun oogst vanuit de bergen met paard en wagens te moeten vervoeren. Die waren nogal zwaar beladen en de weg nogal steil, wat het een lastig en langzaam proces maakte. Niemand weet meer wie op het idee van de rieten sleemanden kwam, maar rond 1850 was daar opeens de toboggan.
Dat betekent trouwens letterlijk “rodelbaan”. Tegenwoordig is het een populaire attractie. Voor twee personen betaal je €30,-. We moeten even wachten op een beschikbare mand. Er gaan er telkens een stuk of zes achter elkaar. Dan moeten de Carreiros en hun manden eerst weer naar boven worden gebracht, om met de volgende lading toeristen naar beneden te sjezen. Het ritje gaat over een lengte van twee kilometer en duurt een minuut of tien. En het is erg leuk!
Onderweg maakt iemand stiekem een foto van je en die kun je bij aankomst voor een tientje kopen. In een mapje met nog wat andere plaatjes. Heel leuk, maar nee. Goed, we lopen verder, het laatste stuk naar beneden. We dachten tenminste dat dat een eitje is. Het is maar 1,5 kilometer en het gaat tenslotte omlaag. Een heel eind omlaag. Best steil omlaag. Dat is erg vermoeiend in de benen, kan ik je verzekeren.
Als we halverwege een taxi zien, laten we ons voor zes euro naar het Praca do Município brengen, een mooi plein in de stad. Dat heeft, net als veel andere pleinen in Portugal, de bijzondere zwart-witte tegeltjes en er staan een paar mooie gebouwen om het plein. En een paar terrasjes. Op een ervan nemen we eerst een koud glas drinken. Met een pastel de nata. Als we weer een beetje bij zijn gekomen, wandelen we rustig door de stad, terug richting auto.
We komen langs de Farmers Market, of Mercado dos Lavradores. In deze overdekte markt verkopen dames in klederdracht allerlei bloemen en verderop kun je fruit en groente kopen. De vismarkt is net afgelopen, daar zijn ze aan het schoonmaken. Maar je ruikt dat hier de vismarkt was… We lopen verder, door de Rua de Santa Maria. Dat is een leuk straatje met allerlei mooi beschilderde deuren. Daar zie je alleen weinig van, want er zijn allemaal terrasjes voor opgebouwd.
We komen weer bij het fort uit en lopen het laatste stuk omhoog naar de parkeergarage. Voor vier euro mogen we de auto eruit rijden. Dat is niet duur, voor de hele dag parkeren. We verlaten de stad en rijden naar het hotel dat we vanuit ons appartement kunnen zien: Eira do Serrado Hotel & Spa. Het ligt aan de overkant van ons appartement, maar dan helemaal bovenop de rots. We zijn nieuwsgierig geworden naar het uitzicht vanaf daar. En misschien kun je er wel lekker eten.
We nemen de kronkelweg naar boven. Bovenaan blijkt het best een toeristenval te zijn, met allemaal souvenirwinkeltjes. Er scharrelen heel wat mensen rond. Iets teveel, naar onze zin. We kijken niet meer of je hier kunt eten, we vinden het hier veel te druk. We kijken alleen even of we vanaf hier ons appartement kunnen zien: check! Dan rijden we de berg weer af naar ons eigen dorpje. We nemen in ons appartement eerst een kop koffie en om zes uur wandelen we naar hetzelfde restaurant als waar we gisteren aten.
Vandaag neemt Andy een Portugese steak (dat is met een gebakken ei erop) en ik een lekkerbekje met banaan. Alweer geen culinaire hoogstandjes. Ach, het is niet vies en het vult. Als toetje nemen we allebei een Magnum ijsje en dan zijn we voor 35 euro weer klaar. Gaan we nu nog even bijkomen van een tweede prachtige dag op Madeira.
Weer: | Warm en zonnig, 23c |
Doel: | Madeira en naar huis |
Gereisd: | Toeren en vliegen |
Hotel: | Huize Eysbroek, Kaatsheuvel |
Vandaag is alweer onze laatste dag op Madeira. We vliegen om vier uur eerst naar Lissabon en dan door naar Brussel. We hebben nog wat tijd voor sightseeing. Dat is mooi, want er staat nog een plek op mijn lijstje waar we nog niet zijn geweest: de Cascata dos Anjos. Buiten het leuke plaatsje Ponta do Sol klettert deze waterval op de oude ER101-weg. Het is een beetje lastig te vinden, want deze weg is niet echt meer in gebruik.
Er loopt een nieuwe weg met tunnel naast. Bij onze eerste poging kunnen we het niet vinden. We zien wel een oude tunnel en er komt wat water van bovenaf. Nou, als dat alles is…. We gaan daarom maar toeren langs de kust en proberen zoveel mogelijk de tunnelwege te vermijden. En zo komen we per ongeluk toch nog bij de waterval op de ER10 uit. Wil je er ook naartoe? Zo kom je er: rij vanuit Ribeira Brava naar het westen, richting Madalena do Mar via VE3.
Neem op de rotonde de afslag naar Ponta do Sol. Let op: ga niet de tunnel in. Neem in plaats daarvan de weg rechts van de tunnel. Je ziet er vanzelf auto’s geparkeerd staan en selfie-queens die onder de waterval op de foto willen. De weg is smal en niet goed onderhouden, maar je kunt er nog steeds met je auto doorrijden. Handig als je je huurauto schoon moet inleveren… We komen weer uit op de hoofdweg en zetten koers naar het vliegveld.
Eerst de auto inleveren en dan naar de terminal om in te checken. We moeten eventjes wachten tot de incheckbalies opengaan. Op de een of andere manier heb ik voor de terugvlucht Businessclass weten te boeken, voor een prijs die lager lag dan voor Economy. Ja geen idee hoe, maar zeker fijn voor een keer! We mogen namelijk bij de Premium-balie inchecken. Daar krijgen we elk een voucher ter waarde van een tientje, om te besteden in een bepaald restaurant. Komt omdat ze op dit vliegveld geen lounge hebben. Ook mogen we door de fast track van de controle, dus niet in de rij bij de rest.
We zien het restaurant waar we de voucher kunnen besteden. We nemen maar meteen een lekker broodje en drinken. Het is tenslotte al lunchtijd geweest. We wachten even tot onze gate wordt aangekondigd en gaan dan in de korte rij voor Businessclass staan. Om er even later achter te komen dat onze vlucht vertraagd is. We moeten wachten op nieuwe informatie. En wachten. En wachten. Er is op dit vliegveld een groot buitendek annex rokersarea. Het is een groot balkon, dat uitkijkt op de landings- en vertrekbaan. Dat is dezelfde baan. Nu zien we pas goed hoe kort dit vliegveld is. Ze hebben er al eens een stuk aangebouwd, boven zee. Daar reden we gisteren onderdoor.
Hee, daar komt ons vliegtuig van TAP Portugal aan. Of niet? Nee, zegt Andy, deze stijgt op. Oh ja. Later blijkt dat dit toch ons vliegtuig was. Die had drie pogingen te hebben gedaan om te landen. Dat lukte telkens niet, door de harde wind. Na de derde keer moest het doorvliegen naar het volgende eiland, Porto Santo. Daarna is het teruggekeerd en bij de vierde poging lukte het dan eindelijk om te landen. Later komen we erachter dat dit vliegveld het 4e gevaarlijkste vliegveld ter wereld is… Ondertussen hebben we flinke vertraging en we maken ons enigszins zorgen over onze volgende vlucht. We hadden twee uur om over te stappen in Lissabon. We vertrekken 1,5 uur te laat, waardoor dat wel erg krap wordt. Nou ja, we zien het wel.
Als we dan eindelijk kunnen boarden, kunnen we op rij twee plaatsnemen. Dat is een rij van drie, waarvan standaard de middelste stoel vrij blijft. En dat is omdat ze geen echte businessclass stoelen hebben. Deze stoelen zijn wel iets luxer dan de rest, want deze kunnen tenminste achterover. Na deze zes rijen met stoelen hangen gordijnen, om ons te scheiden van het plebs de rest. We krijgen een maaltijd aangeboden, met echt serviesgoed en bestek. En het is een lekkere maaltijd, voor vliegtuigeten dan. De crew is ook nog eens superaardig en behandelt ons echt als speciale gasten. We voelen ons best verwend en een beetje decadent. Mag ook wel eens toch, na de iets van 240 vluchten die we inmiddels hebben gemaakt…
Goed, we landen dus veel te laat in Lissabon. Onze steward komt vertellen dat onze volgende vlucht vanaf gate 18 vertrekt en… dat zij – deze zelfde crew – ook op die vlucht zitten! We hoeven ons dus geen zorgen te maken dat we die missen, want als zij het halen, halen wij het ook. Wat betekent dat ook de volgende vlucht vertraging heeft, vanwege het ontbreken van de crew… Dat horen we tenminste als we staan te wachten voor de bussen naar ons vliegtuig. En dat is nadat we zijn geland, uitgestapt en naar terminal 18 gesneld, waar ze al aan het boarden zijn. Als we dan in het vliegtuig aankomen, worden we verwelkomd door – inderdaad – dezelfde crew.
We zitten ook hier businessclass en krijgen na opstijgen een menukaart uitgereikt. We mogen kiezen wat we voor hoofdmaaltijd willen, pasta or beef. Het is weer een prima maaltijd. Oh, wat wel een beetje jammer is: met onze businessclass tickets hadden we gebruik kunnen maken van de lounge van TAP op Lissabon Airport. Daar was helaas geen tijd voor door de vertraagde vlucht. Jammer, want dat hadden we best eens willen meemaken. Nou ja, we vliegen naar Brussel, waar we net na middernacht aankomen. Als we onze bagage hebben, lopen we naar de overkant en gaan op zoek naar de auto. Dan naar huis en lekker slapen. Nagenieten doen we morgen wel!
Dat is ons alles meegevallen, Lissabon! Door wat we er de vorige keer van hadden gezien, hadden we er geen hoge verwachtingen van. Okay, dat was ook wel een pechdag en we deden alleen een hop-on tour. We hebben er toen maar weinig van gezien. Wat we ervan zagen, nodigde niet meteen uit om nog een keer te gaan, vonden we. Maar goed, anderen waren wel enthousiast. Aangezien we nu de gelegenheid hadden nog een keer te gaan, besloten we Lissabon een herkansing te geven. En dat heeft het goed opgepakt, want het is eigenlijk wel een hele leuke stad.
Het is er ook makkelijk rondreizen. Je kunt met de rode lijn van de metro zo van het vliegveld naar het centrum reizen. We vonden zelf onze locatie, op de kruising van twee metrolijnen, ook wel erg handig. Met de metrokaart kun je bovendien gebruik maken van bussen en trams. Zelfs het toeristentrammetje Gloriá kun je met je OV-kaart betalen. Die kaart is heel goed betaalbaar: een 24-uurskaart kost €6,60 per persoon.
Het oude centrum van Lissabon is best compact. Veel bezienswaardigheden kun je binnen loopafstand bezoeken. Voor de bezienswaardigheden in Belém kun je dan tram of bus pakken. Als je gaat, sla dan zeker de leuke en moderne wijk Parque das Nações niet over. Deze wijk is ontstaan na de Expo’98. Het ligt op drie metrohaltes van het vliegveld. We zagen er dan ook veel mensen met handbagage lopen; tijd doden voor je vlucht. Ja, Lissabon is een prima idee voor een Stedentrip!
Onze eindbestemming voor deze vakantie was Madeira. Het Bloemeneiland. Daarvoor gingen we speciaal in het voorjaar, want dan staat alles in bloei. Door deze titel had ik dan ook verwacht dat het hele eiland een en al bloem zou zijn. Dat viel wel mee. Als je me zou vragen er een naam aan te geven, zou ik niet 1-2-3 op “Bloemeneiland” komen. Niet dat dat jammer was, integendeel. We vonden Madeira prachtig! De bergen waren veel hoger en ruiger dan we hadden verwacht. Alles was prachtig groen met, vooruit, hier en daar bloeiende bomen en struiken.
Madeira heeft een redelijk gelijkmatig klimaat het hele jaar. Het is er eigenlijk altijd lente. Dus regent het er ook nog wel eens. Want hoe krijg je anders zo’n groen en begroeid eiland? En er is nog wel eens laaghangende bewolking. Zien wolken er van een afstand schattig en fluffy uit, als je erdoorheen moet, is het maar mistig en nat. Het is op Madeira nooit echt koud, graadje of 15 in de winter. En nooit overdreven warm, graadje of 25 in de zomer. Het kan wel uitmaken of je aan de nattere noordkant of de drogere zuidkant zit.
Hoewel Madeira is ingesteld op toeristen, zie je er gelukkig geen massatoerisme. Geen immense hotels, volgeduwd met vakantiegangers. Je struikelt er ook niet over de resorts. Het is dan ook geen echte zon- en strandbestemming, dat zal een heel eind schelen. De meeste toeristen komen hier om te wandelen en om te genieten van de natuur. Dat kan er prima. Er zijn veel wandelroutes uitgezet, die goed zijn aangeduid en – voor zover ik weet – goed bereikbaar zijn. Je hebt niet per se een auto nodig, je kunt met de bus je uitvalsbasis bereiken, als je wilt.
Ook voor de niet-wandelaar heeft Madeira genoeg te bieden. Dan heb je wel een auto nodig, zodat je over de prachtige bergweggetjes kunt rijden en kunt genieten van de vergezichten. Er zijn genoeg bijzondere plekken op het eiland om naartoe te gaan. En zo kom je ook in de verstopte dorpjes, zoals de Nonnenvallei waar wij sliepen. Voor hoofdstad Funchal is een auto niet per se nodig, dat is met de bus goed bereikbaar vanaf het vliegveld, is ons verteld. Funchal is zeker een bezoek waard. Klein maar fijn. Er is genoeg te zien en doen om je een dag te vermaken.
Natuurlijk moet je met de kabelbaan omhoog en met de toboggan naar beneden. Nou ja, moet niet, maar is wel erg leuk, hoewel niet goedkoop. Ook kun je hier terecht om te eten, bijvoorbeeld in de gezellige Rua de Santa Maria. Ik hoop tenminste dat het eten daar goed is. Wij waren heel enthousiast over de keuken van Madeira. Nu moet ik erbij zeggen dat we niet ons dorp uit zijn geweest voor het avondeten. Dan moesten we eerst weer een half uur die berg af en daar hadden we weinig zin in, na een dag toeren. In ons dorp was de keuze niet reuze en de smaak niet heel bijzonder.
Wat trouwens nog opviel: zo’n beetje iedereen sprak Engels. Van onze vorige vakantie in Portugal herinner ik me dat dat vaker niet dan wel was. Zowel in Lissabon als op Madeira konden we ons prima verstaanbaar maken. Ja, al met al hadden we een heerlijke week in Lissabon en op Madeira. Voor herhaling vatbaar? Och, we hebben het nu gezien, dus voor ons hoeft dat niet per se. De wereld is nog zo groot, we moeten er nog zoveel van zien…
Facts & Figures 2023 | |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Lissabon |
Grootte tov Nederland | 2,2 x groter (92.212 km2) |
Aantal inwoners | 10,3 miljoen / 111,7 per km2 |
Beste reistijd | Voorjaar en najaar |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | 1 uur vroeger |
Munteenheid | Euro |
Taal | Portugees |