Midwest & Canada dag tot dag


Dag 1 – Zondag 7 september 2008

Weer: Vliegtuigweer
Doel: Aankomen in Brighton, Colorado
Gereisd: Brussel – Philadelphia – Denver
Hotel: Super 8, €54,66

Vlucht van Brussel via Philly naar Denver

Ziezo, we zijn al ingecheckt voor onze vlucht van 12.45 uur vanuit Brussel. Dus hoeven we pas om half 10 weg. We hebben weer geregeld dat we worden weggebracht. Het verkeer werkt lekker mee en om 11 uur zijn we op vliegveld Zaventem in Brussel. Eerst de bagage inchecken. Een half uurtje later zijn we kofferloos. Nou, op het helblauwe koffertje na dan. Die gaat mee als handbagage én het is altijd lachen om Andy met zo’n blij, helblauw koffertje te zien sjouwen. We nemen nog even gauw een kop koffie bij Delifrance, in de veronderstelling dat dit voorlopig het laatste fatsoenlijke bakkie is. Helaas. Het is naar Amerikaans recept gebrouwen: slap.

Om 12 uur kunnen we boarden. Dus komen we om 10 over 12 aankakken. ’t Was namelijk best nog een eindje lopen, van de ingang van het gebouw naar onze gate. We komen dan ook als 2 van de laatsten binnen zetten. We hadden 2 goede stoelen op rij 5 besteld. Maar die blijken al bezet. Er zit een gezin met een klein kindje, dat anders uit elkaar moest zitten. En zoals al gauw duidelijk wordt, heeft het kr… kind beide ouders nodig onderweg. Of wij er daarom bezwaar tegen hebben om op rij 6 te gaan zitten, bij de Exit-rij. Nee hoor. Echt niet? Nee, echt niet. Natuurlijk niet! Hier zitten we in een rij van 2 in plaats van 3, met kilometers beenruimte. Wij zitten de komende 8 uur goed. Maak daar 8,5 van, want we vertrekken met een half uur vertraging. Gelukkig hebben we in Philiadelphia ruim de tijd om over te stappen.


Brussels Airport Zaventem

Brussels Airport Zaventem

De vlucht verloopt best aardig, hoewel het een wat ouderwets vliegtuig is. We moeten het qua entertainment doen met een tv-scherm in het gangpad. Koptelefoons moet je kopen voor $5,- per stuk of toevallig bij je hebben. Ik heb ze toevallig bij me. Beetje jammer is ook dat dat kind voor ons zo’n onwijs irritant jong is. Het is ook op elke vlucht raak met krijsende kinderen. En dan te bedenken dat die voor half geld vliegen. Daar moesten ze eens een toeslag op heffen; een ergernistoeslag…

We landen om 4 uur Philly-tijd. Dat is 6 uur vroeger dan in Nederland. Vanuit het vliegtuig worden we overgeladen in een bus, dat ons naar het hoofdgebouw brengt. Nu nog even door Immigrations. Als de bezetting van ons vliegtuig bij Immigrations aankomt, gaat net het computersysteem plat. Het duurt gemiddeld een kwartier voordat de beambte iemand door kan laten. En natuurlijk zijn wij niet het enige vliegtuig dat geland is. Al snel groeit het groepje wachtende mensen uit tot een flinke menigte. Die menigte wordt steeds zenuwachtiger, want veel mensen moeten een aansluitende vlucht halen. Om 5 uur kunnen wij ons eindelijk melden. Een paar vragen beantwoorden, vingerafdrukken laten nemen en in de webcam kijken en we mogen verder.


In de lucht

In de lucht

Op naar het volgende struikelblok: de bagageband. Bij aankomst in Amerika moet je namelijk zelf je bagage voor de volgende vlucht ophalen en een paar meter verder weer afgeven. Vraag me niet naar het nut hiervan. Doordat we zo lang bij Immigrations hebben staan wachten, staat onze bagage al klaar. We geven ze verderop weer af voor de volgende vlucht.

Dan hebben we nog een kwartier voor we moeten boarden voor de vlucht naar Denver. Die vertrekt om 10 over 6. Of niet. Er is iets met de airco dat eerst even gerepareerd moet worden. Als dat gefikst is, is onze beurt om op te stijgen voorbij. Er zijn nu nog 100 wachtenden voor ons. Of zo. We gaan in elk geval pas om half 8 de lucht in, ongeveer 1,5 uur te laat. En het is nog 4 uur vliegen, waardoor we pas om 10 uur Denver-tijd landen. Dat is 8 uur vroeger dan het in Nederland is.

Tegenwoordig moet je op binnenlandse vluchten betalen voor eten en drinken. We kopen een sandwichbox – geen aanrader!- voor $7,- per stuk. Drinken hadden we nog gauw op het vliegveld van Philly gekocht. Oh, en daar hadden we ook nog snel even Amerikaans geld gepind, waardoor we die niet-lekkere broodjes konden betalen.


In de lucht

Onze Saturn Vue

Goed, om 10 uur zijn we dan geland. Nog even taxiën naar de gate en dan op naar de bagageband. Zo, nu nog een huurauto. Uiteraard rijdt de shuttlebus van Alamo, onze autoverhuurder, net voor onze neus weg. Maar al snel komt er een nieuwe shuttlebus en we kunnen instappen. Net zoals die andere 20 mensen. Hmm. Als we bij Alamo zijn, ga ik vast in de rij staan, terwijl Andy met de koffers zeult. Als we aan de beurt zijn, probeert de Alamo-medewerker ons een upgrade, extra verzekering en een soort lidmaatschap op een soort ANWB aan te smeren. Helaas jongen; been there, heard that, don’t fall for it! Geef ons nou maar gewoon wat we besteld hebben. We betalen wel voor de 1e tank benzine en dan begeleidt de gozer ons naar een rij auto’s waaruit we mogen kiezen. Want zo werkt dat bij Alamo: je boekt & betaalt voor een bepaalde klasse en uit die klasse kies je een beschikbaar model. Wij hadden een midsize SUV geboekt, bijvoorbeeld een Jeep Liberty. Maar de Saturn Vue die ernaast staat is leuker. Doe ons die maar!

We gooien onze koffers erin en gaan op zoek naar ons bed. Ik heb een Super 8 Motel gereserveerd in Brighton, 32 kilometer vanaf het vliegveld. Ik had al aangegeven dat we laat zouden aankomen. Alleen zó laat had ik ook niet verwacht: het is nu 12 uur. Gelukkig kunnen we nog inchecken. Een lief omaatje van een jaar of 80 doet haar langzame best om onze reservering uit de computer te toveren. Dat valt niet mee. Ze doet wat dappere pogingen en besluit dan om een nieuwe reservering in te voeren. Het gaat niet al te snel en we vallen inmiddels om van de slaap. We hebben er tenslotte nu al 25 uur op zitten. Gelukkig, we krijgen een sleutel. We slepen al onze bagage naar binnen, springen gauw onder de douche en dan meteen in bed.


Dag 2 – Maandag 8 september 2008

Weer: Eerst koud, 4c, daarna lekker 21c
Doel: Snowy Range Road
Gereisd: Brighton, CO naar Rock Springs, WY, 632 km
Hotel: Super 8, €82,37

Van Brighton naar Rock Springs, Wyoming

Good Morning America! Tegen onze verwachting in zijn we al om 7 uur wakker. Dat komt mooi uit, want we willen vandaag meteen een flink stuk rijden. Maar eerst koffie. Die haal ik bij de receptie. Met wat donuts. Okay, ready to go! Tegenover ons hotel zit een Wal*Mart. Daar halen we een koelbox, ijsblokjes, drinken en lekkers voor onderweg. Om half 10 zitten we dan in de auto, on the road again!


Tadaaa, Wyoming!

Cheyenne in Wyoming

We rijden naar het noorden, waar we een aansluiting vinden op de I-25. Zo rijden we Colorado uit en Wyoming binnen. Net voor Cheyenne zit de Terry Bison Ranch, wat op mijn “to see”-lijstje staat. Ze zijn hier alleen erg met de weg bezig, waardoor we te laat zien dat we de afslag voorbij rijden. Nou ja, over 3 weken komen we hier weer langs. Als we dan nog geen bizons hebben gezien, dan kunnen we altijd nog gaan kijken.


Mooi hier

Erg mooi hier

Nu rijden we maar verder, tot we naar de I-80 kunnen. Die brengt ons tot Laramie, waar een scenic route begint: 130 Snowy Range Road. Deze route leidt ons door de Medicine Bow Mountains. Onderweg zien we veel herten, hier en daar een vos, 1 eekhoorn en 1 ding dat op een marmot lijkt. We slaan af bij Sugarloaf Recreation Area, zodat we uitkomen bij een mooi bergmeertje. We zijn de enige bezoekers en ondanks dat het hier erg fris is (8c), genieten we enorm.


Love the mountains

Postkantoortje

Het uitzicht is hier fantastisch. Aan de overkant van het meertje zien we de Snowy Range. Op deze bergen zit kwartsiet. Dat is een soort gesteente. Ik moest het ook even opzoeken… Het is in elk geval een goede imitatie van sneeuw.

We rijden weer verder, nog steeds over de 130, door Saratoga.


Snowy Range

Sugarloaf Recreation Area

Hier tanken we en we rekenen uit dat ons Saturntje 1 op 8 loopt…. Gelukkig zijn de benzineprijzen hier nog steeds een stuk lager dan in Nederland. We betalen $3,85 per gallon oftewel 1 dollar per liter, oftewel ongeveer 70 eurocentjes per liter. Dat scheelt ruim de helft met Nederland! Als Saturn zijn buik vol heeft, zoeken we weer aansluiting met de I-80. We rijden naar het westen, tot Rock Springs. Dan vinden we het wel genoeg voor vandaag.


Aan de Snowy Range Road

Sugarloaf Recreation Area

We checken in bij de plaatselijke Super 8. Best duur, € 82,37. We drinken een kop koffie. Speciaal voor dat doel heb ik van huis Nescafé meegesleept. Na de koffie gaan we naar historic downtown Rock Springs. Dat wordt in 3 reisgidsen genoemd, dus het moet haast wel leuk zijn. Leuk blijkt een groot woord. Maar het is wel aardig en een paar foto’s waard. We rijden weer terug en eten bij Burger King. Dat valt een beetje tegen. Ach, het vult.


Daar dus.

Historisch downtown

Dan terug naar ons hotel. Daar rommelen we wat rond. Eigenlijk wachten we tot het laat genoeg is om naar bed te gaan. We zijn bekaf, maar willen ook niet te vroeg gaan slapen. Dan zijn we morgen wel heel vroeg wakker. We houden het tot 9 uur vol en dan vallen de luiken echt dicht.


Dag 3 – Dinsdag 9 september 2008

Weer: Eerst fris, 10c, daarna 27c!
Doel: Flaming Gorge, Antelope Island, Bear River
Gereisd: Rock Springs, WY naar Ogden, UT, 485 km
Hotel: Days Inn, €45,36

Van Rock Springs naar Ogden, Utah

We beginnen de dag rustig met koffie. Dan inpakken en op naar de IHOP! Als groot fan van pannenkoeken is dit 1 van mijn favoriete ketens, het International House Of Pancakes. Ik geniet dan ook van mijn ontbijt met pannenkoek-met-noten, roerei, hashbrowns en worstjes. Als dat achter de kiezen is, gaan we op pad. We zitten al om 9 uur in de auto, klaar om Flaming Gorge te verkennen. Dat is een natuurgebied op de grens van Wyoming met Utah. Daar zullen we rotsen, ravijnen, een rivier en een dam aantreffen.


Flaming Gorge

Flaming Gorge

We nemen de Flaming Gorge – Uintas Scenic Byway ernaartoe. Na een tijdje tuffen door de prairie van Wyoming rijden we de grens over en Utah binnen. Net over de grens is de Flaming Gorge Dam. Helaas is de dam zelf vandaag niet te bezichtigen. Dat is jammer, want we hadden best willen zien hoe zo’n dam nou werkt. We genieten desondanks van de omgeving. We rijden verder. De prairie gaat over in bergen.


Andy bij de dam

De dam

We slaan af bij de Red Canyon Overlook, waar we een perfect zicht op het Flaming Gorge Reservoir hebben. Hier staat een kudde herten te grazen en ik kan behoorlijk dichtbij komen om een paar foto’s te maken. En nu ik er toch ben, maak ik ook meteen even wat foto’s van de canyon en de Flaming Gorge River. Gaat in 1 moeite door. We willen ook even naar het Visitor Center, want ik moet plassen. Ik zal het moeten ophouden, want het Visitor Center is gesloten.


Red Canyon Overlook

Red Canyon Overlook

Ach ja, we zijn hier na Labor Day en dan kunnen bepaalde dingen al gesloten zijn. Het toeristenseizoen loopt van Memorial Day in mei tot Labor Day in September. Als je daarbuiten komt, heb je kans dat niet alles open is. We rijden maar weer verder en komen uit in Manila. Daar is een benzinepomp. Mooi, kan ik even plassen terwijl Andy de auto weer vol tankt.


Red Canyon Overlook

Red Canyon Overlook

Van Manila nemen we de 414, die ons weer in Wyoming brengt, en dan de I-80. Net na Evanston zit Bear River State Park. Hier is niet veel te zien als je niet wilt wandelen. Volgens Andy staat er niet “houdt van wandelen” op zijn voorhoofd, dus die optie valt af. Dan blijft alleen een kudde tamme bizons over. Die doen niet veel, dus zijn we al snel uitgekeken en rijden verder.


Wauw!

Prachtige route

Even later rijden we alweer Utah binnen. We gaan nog even door op de I-80 tot we bij Echo naar de I-84 kunnen. Het is nog vroeg, een uurtje of 2. Daarom besluiten we om vandaag naar Antelope Island State Park te gaan. Dat stond eigenlijk voor morgen op het programma, maar ach, we zijn er nou toch. Om er te komen moeten we bij Roy eerst een stukje zuidwaarts over de I-15. Al gauw staat het park aangegeven en bij afslag 332 verlaten we de snelweg. en gaan verder over de Davis County Causeway.


Sneeuw of kwartsiet?

Little old shack

Deze weg loopt door het Great Salt Lake naar Antelope Island. Dat is een groot meer met water dat meer zou bevat dan zeewater. Komt doordat er geen verbinding met zee is. De hoofdstad van Utah, Salt Lake City, dankt haar naam aan dit meer. Daar gaan we deze keer niet naartoe. Wij nemen dus de weg die door het meer gaat. En dat is een mooi gezicht.


De weg door het Great Salt Lake

Istie nog een keer

Om het eiland op te mogen betalen we $9,-. Dat is voor 1 auto met maximaal 4 inzittenden. We stoppen eerst even bij het Visitor Center. Dan gaan we naar de noordkant van het eiland. Er leeft op dit eiland een grote kudde bizons, die lekker vrij rond lopen te grazen. Als het er teveel worden, dan worden er een aantal verkocht. Elk jaar is er een “round-up”: de bizons worden dan verzameld en de groep uitgedund. Dus als je altijd al je eigen bizon had willen hebben, dan moet je hier in de herfst naar de bizonveiling.


De noordkant

Bizon.

En anders worden het hamburgers. Die verkopen ze in het café bij Buffalo Point Overlook. ’t Is dat we nu geen honger hebben… Oh, nog even een wetenswaardigheidje: de juiste vertaling van “buffalo” is bizon en niet buffel. Een buffel is iets heel anders: meer een exotische koe die vooral in Afrika en Azië voorkomt. Ze lijken voor geen meter op elkaar.

Wat is er eigenlijk allemaal te doen op dit eiland, behalve kuddes bizons bekijken?


Die kun je ook gewoon eten

See?!

Nou, je kunt er wandelen, fietsen, zonnebaden, picknicken, het meer op, een ranch bekijken en gewoon een beetje rondrijden. Het is aardig warm buiten, 27 graden maar liefst. Andy blijft dan ook liever in de auto zitten. Dus kiezen wij voor rondrijden over het eiland, Ik vraag me af waarom dit Antelope Island heet, want we hebben al veel bizons gezien maar nog niet 1 antilope. Volgens Andy is de juiste vertaling “Anti-lopen-eiland” en dat doet hij dan ook enthousiast.


Krabpaal.

Een graantje meepikken

We rijden van Buffalo Coral, waar een kudde tamme bizons achter een hek staat te grazen, naar de hoofdweg en zien opeens een eenzame bizon richting de weg wandelen. We stoppen om foto’s te maken. Het gigantische beest loopt steeds verder richting weg en wij schuiven steeds een stukje dichterbij. We besluiten dat we het beste plekje in de auto hebben, aangezien deze dieren een nogal opvliegend karakter schijnen te hebben. En hij komt steeds dichterbij.


De Antelope Ranch

Nope, geen antilopes

Na een tijdje zien we wat het doel van de wandeltocht van meneer is. Vlak voor onze auto, aan de kant van de weg, staat een wegwijsbord. Dat blijkt zijn doel te zijn: hij gaat er eens lekker tegenaan staan schuren. We rijden zachtjes zo dicht mogelijk naar hem toe, zodat ik een goede close-up foto kan maken. Totdat Mr. Bizon mij in de gaten krijgt en me een wel heel vuile blik toewerpt. Okee, tijd om door te rijden, voordat hij onze auto als krabpaal wil gebruiken!


Overal moet de was drogen

Kun je oefenen met lasso werpen

We gaan nu naar de zuidkant van het eiland. Hier is een ranch te bezichtigen. Dus doen we dat. We babbelen even met de aardige park ranger en kijken wat rond op de ranch. Het is inmiddels 4 uur geweest. Het wordt tijd om naar het vaste land terug te keren en een hotel te zoeken. Het 1e het beste hotel, de Quality Inn in Clearfield, zit vol. We gaan daarom maar niet vragen bij de naast gelegen hotels maar rijden een stukje verder, naar Ogden. Hier weet ik een Days Inn te zitten. Die beweert het grootste indoor zwembad van Utah te hebben. Dat zullen we nog wel eens zien!

En inderdaad, we zien een redelijk groot, gezellig aangekleed zwembad. En belangrijker: ze hebben hier een kamer voor ons. We betalen daar €45,36 voor. In het zwembad is het een beetje druk, dus dat slaan wij over. We hebben bovendien trek. Volgens de receptioniste kunnen we lekker eten bij Ruby River Steakhouse. En inderdaad, onze steaks, gepofte aardappels, kokos-garnalen en salades smaken heerlijk! Het is ook een erg gezellig restaurant. Alles is met massief hout gemaakt en helemaal in cowboystijl. Daar houden wij wel van.


Ruby River Steakhouse

Zwembad van ons hotel

Voor $49,- ($60,- inclusief fooi) zitten we bommetje vol. We zijn best wel moe (nog steeds jetlag?) dus liggen we wederom om 9 uur te slapen.


Dag 4 – Woensdag 10 september 2008

Weer: Veel wind en 20 graden
Doel: Bear lake en Shoshone Falls
Gereisd: Ogden, UT naar Hagerman, ID, 594 km
Hotel: Hagerman Valley Inn, €49,77

Van Ogden naar Hagerman, Idaho

We worden om half 7 wakker. Ik loop eerst even naar de lobby om koffie te halen. En als we klaar zijn om te gaan, gaan we samen naar de lobby, want er is een voor Amerikaanse begrippen uitgebreid continental breakfast. We maken onze eigen wafels, nemen een donut en een Deens broodje. Doe daar nog wat koffie en sjuderans bij en we kunnen er voorlopig even tegen!


In de rechterhoek van Utah

Bear Lake

We gaan vandaag naar het noordoostelijke hoekje van Utah. Daarvoor rijden we over de I-15 naar het zuiden, tot we de afslag naar de 89 richting Logan krijgen. Daar begint een scenic route: Logan Canyon Scenic Byway. We rijden door de bergen tot we uitkomen bij een groot meer, het Bear Lake. Langs het meer rijden we Idaho binnen, onze 4e staat van deze vakantie. Bij Montpellier slaan we linksaf naar de 30. Zo komen we weer op de I-15 uit.

In Pocatello zit een winkelcentrum. We gaan wat winkels binnen, maar vinden niets van onze gading. Dus tuffen we weer verder, nu over de I-86 west, die straks over gaat in de I-84 west. Man, wat een saai stuk weg! In dit deel van Idaho is hoofdzakelijk landbouw en zo te zien verbouwen ze alleen maar hooi. Het waait hier ook enorm. Dat zou nog niet zo vervelend zijn, als er niet zoveel zand bij zat. Dat merken we goed als we bij Eden gaan tanken. Het zand waait meteen naar binnen zodra we de autodeuren open doen.


Shoshone Falls

Shoshone Falls

Normaal kun je aan de pomp betalen met je credit card of je bankpas. Je moet trouwens ook eerst betalen voor je kunt tanken. Deze pomp lust alleen onze betaalkaarten niet en dus loop ik naar binnen. Daar moet ik vertellen voor welk bedrag we willen tanken. Ehm, geen flauw idee, ik weet niet voor hoeveel erin gaat. Veertig piek? Doe maar. Helaas, dat is te weinig om hem helemaal vol te gooien. Nou ja, we kunnen in elk geval weer even vooruit.


Shoshone Falls

Shoshone Falls

Net na Eden moeten we de snelweg af, naar de 93. Zo komen we bij Shoshone Falls. Het Niagara van Idaho. Of zoiets. Al gauw zien we een canyon opdoemen. We zijn totaal verrast als we bij watervallen aankomen. Na alle droogte, wind, zand, hooi en landbouw is dit een aangename ervaring met Idaho: het is hier erg mooi! We betalen $3,- per auto met inzittenden om dit park in te mogen. Zo kunnen we de watervallen bewonderen.


Landelijk Idaho

Landelijk Idaho

Ze zijn wel wat summier. Volgens de plaatjes ziet het er hier ook wel eens uit zoals bij de Niagara Falls. Daar heb je water voor nodig en in deze tijd van het jaar valt er weinig regen. Weinig regen = weinig water = weinig waterval. Wat leuk is, is dat de zon op 1 van de watervallen schijnt. Daardoor ontstaat een mooi regenboogje. Als we uitgekeken zijn, lopen we nog even naar de kiosk op het parkeerterrein. Andy heeft wel zin in een hotdog. We wachten tot de mevrouw van de kiosk klaar is met bellen (heel on-Amerikaans, om je klanten te laten wachten!).

Als we het park weer uitrijden, is de weg waar we vandaan kwamen opeens afgesloten. We moeten kiezen of we links of rechts willen. Ehm… Meteen komt een vrouwelijke wegaanwijzer naar ons toe. “You don’t have a clue, do ya?” “Nope; what gave it away?” De verbaasde blik op onze gezichten. Ze wijst ons de weg naar Twin Falls. We komen nu alleen via een andere weg binnen dan de bedoeling was. Dus wat is nu de 30? Op goed geluk rijden we maar wat en komen per ongeluk op de juiste weg, de 30, uit. Mooi.


Downtown Hagerman

Klein hotel of reclamebord?

Het wordt onderhand tijd om een motel te zoeken. We hadden al besloten dat we liever landelijk slapen en landelijk eten, dan in een grote plaats in een ketenmotel, met keteneten. Nou, in Hagerman vinden we zo’n landelijk motel, de Hagerman Valley Inn. Voor €49,77 krijgen we een zeer nette kamer, met 2 bedden, een koelkast, magnetron en tv. Niks op aan te merken! Naast het hotel zit een restaurant en daar strijken we neer voor het avondeten. Andy neemt spareribs, ik gefrituurde vleesdingetjes. Hmm, we hebben wel eens lekkerder gegeten… Na het eten rijden we een rondje door het dorp. En dan is het alweer 9 uur, we zijn moe dus gaan we slapen.


Dag 5 – Donderdag 11 september 2008

Weer: Ochtend fris, middag 26 graden
Doel: Idaho & Craters ot Moon
Gereisd: Hagerman, ID naar Rigby, ID, 668 km
Hotel: Cutthroat Inn, €98,79

Van Hagerman naar Rigby, Idaho

Onze eerste indruk van Idaho is niet zo’n goede. Bruine weilanden, veel hooi, wind en zand. Daarom doen we toch maar een dagje sightseeing Idaho. Eens kijken of Idaho ook iets anders te bieden heeft. En dat heeft het zeker! Dat zien we als we een deel van de Sawtooth Drive en de Salmon River Scenic Route rijden. Van Hagerman gaan we richting Shoshone. Daar begint een deel van de Sawtooth Drive.


Ja, geen idee…

Snake River in Idaho

Het is hier toch wel erg mooi. We rijden door de bergen en bossen en zijn bijna de enige mensen op de wereld. Daar houden we wel van. Bij Stanley slaan we rechtsaf voor een deel van een andere mooie route, de Salmon River Scenic Route. Hier is het zelfs nog mooier. Deze route wordt vergezeld door de Snake River en dat levert mooie plaatjes op. We zouden ook nog 2 spookstadjes kunnen bekijken, Bonanza en Custer. Maar daar hebben we geen zin in. Spookstadjes hebben we vorig jaar al genoeg gezien.


Langs de Snake River

Idaho is toch mooi!

Bij Challis verlaten we de route en gaan naar de 93 zuid. Ook hier is het erg rustig op de weg. Dus rij ik ook maar een stukje. Tot we moeten tanken. Dat doen we in Arco. Van hier is het nog een klein stukje naar Craters of the Moon National Park, ons eigenlijke doel van vandaag. Dit park is ontstaan uit vulkanische activiteit en het landschap zou op de maan niet misstaan. Zwarte grond, lavastenen, verbrande bomen, kraters, het is er allemaal. De ingang ligt aan de 93 zuid en al vrij snel verandert het landschap in zwarte rotsen.


Craters of the Moon

Craters of the Moon

Bij de ingang kopen we een Nationale Parkpas. Daarmee hebben we een jaar lang toegang tot alle nationale parken en monumenten van Amerika, voor 1 auto met maximaal 4 inzittenden. En dat voor slechts $80,-! De entree voor dit park is trouwens zonder pas $8,-. We toeren rustig door het park. Andy vindt het te warm buiten, dus maak ik zelf even een korte wandeling. Ik zie stapels lavastenen en veel gekke bomen. En 3 kleine eekhoorntjes, die aan het spelen zijn.


Dooie boel

Oh nee, toch niet

We rijden verder door het maanlandschap, tot we bij een aantal mini vulkaantjes aankomen. Deze gaan we eens wat beter bekijken. Als we daarmee klaar zijn, verlaten we het park weer. Eerst moeten we terug naar Arco, zodat we verder kunnen naar Idaho Falls. In Arco had ik oorspronkelijk willen overnachten. Maar dat past nu niet meer in ons voornemen om landelijk te slapen. Gelukkig maar, want het is hier veel te groot, veel te druk en het ziet er niet erg gezellig uit. Beetje een gribus plaatsje.

We rijden dus nog even door. Net voorbij het plaatsje Ririe, in the middle of nowhere, zien we een bord met een bed dat richting Kelly Canyon wijst. Er staan ook een mes en vork op het bord. Dat zou goed uitkomen, want we moeten nog eten. Andy zegt alleen wel dat hij niet bij de Hillbillies wil slapen. Nou, daar hoeft hij zich geen zorgen om te maken! We komen namelijk uit bij de Cutthroat Inn en daar staan schitterende blokhutten. En gelukkig is er ook nog eentje vrij.


Ahhh, cute!

Craters of the Moon

De eigenaresse is een zeer charmante kletstante. Ze laat ons eerst de cabins zien en we zijn onder de indruk. Alles is van massief hout, inclusief de bedden. Er staat een net-echte openhaard (echt is te duur om te verzekeren, aangezien het hier allemaal van hout is) en er is een koelkast, magnetron, koffiezetter, tv en video. Later als we inchecken krijgen we prompt een videofilm in onze handen geduwd om ’s avonds te kijken. In de kamer is popcorn, verse koffie en wat blikjes fris te vinden, wat we tegen een kleine vergoeding kunnen gebruiken.


De cabins van Cotthroat Inn

Janneke, Larry, Curly & Kathy

De cabins liggen rond een vijver. Eigenaresse Kathy laat ons kennismaken met de 2 huis-eenden, Larry en Curly. Als we op het punt komen dat wij naar de prijs moeten vragen en zij moet zeggen hoeveel het kost, weet Kathy dit heel subtiel te vertellen. Ze vertelt over een stel dat hier pas was, dat de cabins ook helemaal geweldig vond. Maar ze vonden $125,- teveel. Toen ze erachter kwamen dat ze verderop $400,- voor een overnachting moesten betalen, zijn ze terug gekomen en meteen een week gebleven. En zo weten wij dus dat een overnachting $125,- kost. Dat komt neer op €98,79.


Onze gezellige cabin

Met een knus nepvuurtje

Wel een beetje veel in vergelijking met andere overnachtingen, maar ach, de blokhut en de omgeving zijn nou eenmaal schitterend! We hebben het er graag voor over. Oh, en het is inclusief ontbijt: in the morning Kathy is making us waffles! Maar eerst avondeten. We rijden de berg op naar Heise Pizza Parlor, waar we, oh verrassing, pizza eten. We zouden hier ook in de Heise Hot Springs kunnen gaan, ware het niet dat we daar geen zin in hebben. We hebben een lange dag achter de rug, met veel kilometers. Als we vol zitten, zijn we ook moe. Het is 9 uur, dus bedtijd voor kleine Eysbroekjes.


Dag 6 – Vrijdag 12 september 2008

Weer: Ochtend fris, middag 15 graden
Doel: Grand Teton & Yellowstone
Gereisd: Rigby, ID naar Yellowstone, WY, 269 km
Hotel: Pioneer Cabin, €50,-

Van Rigby naar Yellowstone NP

Om 8 uur zitten we bij Kathy aan het ontbijt. Ze heeft heerlijke wafels voor ons gemaakt, met verse aardbeien, slagroom, worstjes, koffie, sjuderans en haar eigen gemaakte, volgens geheim recept, botermelksiroop. Mjam! Kathy komt er gezellig bij zitten, op de hoek van de bank, en vermaakt ons met verhalen. Na het ontbijt laat ze me de tamme eenden brood voeren en kijken we hoe de vissen gevoerd worden. Larry en Curly, de eenden, zijn ook dol op het vissenvoer en springen er achteraan. Ze worden zonder pardon door de vissen het water weer uitgemept. Erg vermakelijk.


Jackson Lake in Grand Teton

De 12 pieken van Grand Teton

Kathy legt uit waar de naam van het logement vandaan komt. Cutthroat is een vissoort. Het is een forel, met 2 rode strepen over de keel. Daardoor het lijkt of de keel is opengesneden. Dus.

We gaan maar eens inpakken en om 9 uur zijn we on the road again. We rijden 3 mile terug naar Swan Valley. Daar begint een korte scenic drive, de Big Hole Mountains Drive. Hij is wel mooi maar niet heel spectaculair.


Boottocht over Jenny Lake

Jenny Lake

In Victor kunnen we afslaan en al snel rijden we weer Wyoming binnen. Op weg naar het Grand Teton National Park. We rijden door het gezellige maar toeristische plaatsje Jackson. Bij Moose slaan we af, het park in. We laten onze net aangeschafte Nationale Parkpas zien en mogen doorrijden. De entree hier is $25,- en dan heb je toegang tot zowel Grand Teton als Yellowstone National Park. Al gauw zien we de 3 hoofdbergen (van de 12 pieken die hier zijn), de Grand Tetons.

We stoppen bij Jenny Lake. Hier kun je een boottocht maken naar de overkant van het meer. Daar kun je onder andere naar de verborgen watervallen lopen. De boottocht kost $9,50 per persoon voor een retourtje. Je kunt ook terug lopen, ongeveer 5 kilometer, maar dat is ons te ver. Vlak voor we aan de overkant aankomen, zien we een adelaar in een boom zitten. Gaaf! Aan de overkant klauteren we over een bergpad naar de Hidden Falls. Het is niet echt een waterval dat we zien, maar meer snel stromend water dat naar beneden komt. Wel mooi. Via een iets makkelijker pad lopen we weer terug naar de boot, voor de terugtocht.


Kamp Vught Pioneer Cabins

En die van ons

Dan rijden we weer verder, naar Yellowstone. Aan het eind van dit park zijn wegwerkzaamheden, waardoor we ongeveer een half uur moeten stil staan. Een grote krekel springt aan Andy’s kant op de auto. Ik kan er net geen goede foto van maken, dus stap ik even uit. Komt die engerd opeens aan mijn kant van de auto in het open raam zitten! Ik maak er gauw wat foto’s van en uitgerekend dan begint de boel weer te rijden.


Heel smal bedje

’t Is maar een shabby shack

Shit, ik durf niet langs dat beest, straks springt hij op mij! Heldhaftig doe ik mijn deur voorzichtig open en gooi hem weer dicht, in de hoop dat Creep daar van schrikt en wegspringt. Helaas. Terwijl ik de deur open doe, schuift hij slechts een klein stukje op, waardoor hij tussen de deur komt. Als ik de deur weer open doe, valt hij op de grond. Dood. Oeps…. Dat was nou ook weer niet de bedoeling!

We rijden Yellowstone binnen. Na vertoon van onze pas krijgen we folders van het park. We besluiten om meteen op weg te gaan naar onze slaapplaats. Ik had thuis 2 nachten geboekt in een Pioneer Cabin aan Lake Yellowstone. Vanaf de zuidingang, waar wij vandaan komen, is het nog een uurtje rijden naar de cabins. Kun je nagaan hoe groot dit park is! Na een tijdje zien we het Lake Yellowstone Hotel aan de rand van het meer verschijnen. Dit is het oudste hotel in Yellowstone en is in 1891 gebouwd.


Lake Hotel

Stevens Island

Een klein stukje verder staat het Lake Lodge Hotel, waar we kunnen inchecken voor onze cabin. Met de sleutel in de hand rijden we verder, op zoek naar onze cabin. Nou ja, cabin, Andy krijgt meteen associaties met Kamp Vught, waar volgens hem net zulke barakken staan. Daar werden in de Tweede Wereldoorlog Joden in vergast en na de oorlog werd dit een Ambonezenkamp. Een oude vriend van hem is er opgegroeid. Volgens hem heeft hij er altijd de geesten van de Joden gehoord…


Lake Yellowstone

De Marina

Nou, in zo’n soort gebouw slapen wij dus! De cabin is erg summier. Er staat een smal 2-persoonsbed, 2 tafeltjes en een wastafel en er is een doucheruimte. Het ziet er nogal oud en vervallen uit. Het tapijt is erg smoezelig. Dat wordt misschien wel gestofzuigd, maar een keer reinigen met een stomer kan geen kwaad, denk ik zo. Voor de deur ligt een houten pallet dat dienst doet als loopplank naar onze deur. We bedenken al snel dat we hier geen 2 nachten willen slapen. Maar dat regelen we later wel even.


Mud Vulcano

Bizon.der

Bij het inchecken zagen we dat je een boottocht kunt maken over Lake Yellowstone. Dat is misschien wel leuk, dus rijden we naar Bridge Bay Marina om te informeren. De laatste tocht van vandaag zit vol, maar we kunnen voor morgen reserveren. We horen wat de tocht voorstelt: langs Lake Yellowstone Hotel, met een verhaaltje over de geschiedenis ervan. Dan om Stevens eiland heen, met een verhaaltje over het scheepswrak dat daar ligt. En weer terug. Daar hebben we geen $15,- per persoon voor over.


Stinkpoeltjes

Maar wel mooi!

We rijden terug en besluiten om zelf Lake Yellowstone Hotel te gaan bekijken, van binnen en van buiten. Binnen is een souvenirwinkel en je zou er in de lounge kunnen zitten. Buiten zie je pas hoe mooi het hotel is. En hoe groot ook. Als we uitgekeken zijn, rijden we richting onze cabin. We zien opeens een clubje mensen staan en dat betekent doorgaans dat er iets bijzonders te zien is. En inderdaad: er scharrelt een coyote rond. Dus voegen we ons met onze camera’s bij de andere mensen.


Wel heel apart hoor

Nice view

Als we genoeg plaatjes hebben geschoten, rijden we naar onze cabin. We laden onze spullen uit en dan is het zo’n beetje etenstijd. Voor een diner in het Lake Yellowstone Hotel hadden we moeten reserveren en daar hadden we geen zin in. We houden niet zo van reserveren op vakantie. Dus eten we in de cafetaria bij het Lake Lodge Hotel. Dat is een buffetrestaurant waar we zelf kunnen pakken. Andy neemt prime rib met aardappeltjes, maïs en fruitsalade. Ik ga voor het suddervlees met maïs, aardappelpuree en koolsla. Smaakt prima, voor die $35,-.


Borrelpot

Stinkpot

Als onze buiken gevuld zijn, melden we eerst even dat we een dag eerder uitchecken. Geen probleem. De receptioniste zegt ook dat we in oude cabins slapen, die nodig gerenoveerd moeten worden. Ze snapt dus best dat we maar 1 nacht blijven. Dan gaan we nog wat sightseeing doen. We rijden naar Mud Volcano, waar een aantal geisers en een kudde bizons zijn. En stinken dat het hier doet! ’t Is geen doos rotte eieren maar een hele fabriek vol. Man, wat een lucht. Op een gegeven moment moet je toch weer ademhalen, dus gaan we gauw verder.


Bizon aan de wandel

Netjes op zijn eigen helft

Een klein stukje verder, bij Sulphur Canyon, zijn nog wat mini geisertjes, waar je van bovenaf zicht op hebt. Daardoor ruik je ze gelukkig minder. We rijden weer terug en moeten even wachten voor een overstekende bizon. We slaan af naar Fishing Bridge. Daar zijn otters gesignaleerd. We krijgen alleen geen kans om ze te zien, want een erg indrukwekkende bizon besluit net om een stukje over de weg te wandelen. Hij loopt eerst op zijn gemak een stuk de brug op. Mensen lopen zenuwachtig heen en weer; je wilt niet opeens oog in oog met hem staan!


De avond valt boven het meer

Nog wat grazers

Dan bedenkt hij zich en loopt weer terug, langs de auto’s die gestopt zijn. Nieuwsgierig kijkt de bizon of er nog bekenden in de auto’s zitten. Blijkbaar niet, want dan loopt hij de heuvel op en verdwijnt. Inmiddels begint het al aardig donker te worden, het is dan ook al 7 uur geweest. Het is te donker om de otters te spotten, dus rijden we maar weer terug. Rond half 10 proppen we ons in het smalle bedje om te gaan slapen.


Dag 7 – Zaterdag 13 september 2008

Weer: Vannacht vorst, vanmiddag 13c
Doel: Sightseeing Yellowstone NP
Gereisd: Yellowstone, WY naar Three Forks, MT, 300 km
Hotel: Broken Spur Motel, €53,41

Van Yellowstone naar Three Forks

Zo, wat hebben we slecht geslapen vannacht! Het werd erg koud, de buren waren aan het rondstommelen en het bed lag niet lekker. Gelukkig lag dit wel in lijn met onze verwachtingen. Om half 6 besluiten we dat het genoeg is en gaan er uit. En dan zien we dat er een dun laagje ijs op het dak van de auto ligt. Het heeft blijkbaar vannacht gevroren. Rond half 7 stappen we in de auto, op zoek naar de zonsopkomst. Die is helaas niet zo spectaculair vandaag. Het is wel leuk om te zien hoe een kudde bizons in alle vroegte langs het meer loopt te grazen.

We gaan ontbijten. Dat doen we op dezelfde plek als waar we gisteravond hebben gegeten, in de cafetaria van het Lake Lodge Hotel. Het ontbijt is ook in een soort buffetvorm, hoewel je niet zelf kunt pakken maar wel kunt kiezen uit wat er ligt. Het gaat er in elk geval prima in. Zo, terug naar de cabin, spullen inpakken en om half 9 zitten we in de auto. De hoofdwegen in Yellowstone vormen een grote 8. Om die helemaal te verkennen en om elk plekje te bekijken heb je minstens een paar dagen nodig. Wij hoeven niet èlk plekje te bekijken en we willen vandaag weer verder, dus hebben we een plan gemaakt.


Naar de Midway Geyser

Midway Geyser

We rijden de linkerkant van de 8. Daarvoor moeten we eerst weer terug naar West Thumb en van daar gaan we naar Old Faithfull. Niet de meest spectaculaire maar wel de meest betrouwbare geiser in het park, als het om uitbarstingen gaat. Vandaar de naam. Vergis je niet in de afstanden in het park: vanaf Lake Yellowstone is dit een uur rijden! Onze eerste stop is bij het Visitor Center, zodat we weten hoe laat Old Faithfull tot leven komt. Dat is om 10.45 uur. Ongeveer.


Grand Prismatic Spring

Mistige wereld

Dus gaan we eerst even naar de Old Faithfull Lodge. Daar is niet veel te beleven. Dan maar naar het Yellowstone souvenirgebouw. We neuzen er wat rond, halen geld uit de ATM-machine en begeven ons langzaamaan naar Good Old Faithfull. In een cirkel om de geiser heen staan banken opgesteld en al gauw beginnen die vol te raken. Braaf wachten we op het kunstje van Old Faithfull. Die is aardig stipt: net voordat hij gepland staat, begint hij water te spugen. Nou zijn we een beetje verwend met de geisers die we in 2006 op IJsland zagen, want daar valt dit een beetje bij in het niet. Maar toch leuk.


Grand Prismatic Spring

Grand Prismatic Spring

Als Oldie klaar is, gaan we nog even terug naar de giftshop, want daar kun je ook eten & drinken krijgen. We nemen 2 koffie en die smaakt zowaar goed! Dan rijden we naar de Old Faithfull Inn. Dit is een werkelijk schitterend hotel, met het meest prachtige houtwerk aan de binnenkant. Ik kijk er mijn ogen uit.

Goed, laten we verder het park ingaan. Onze volgende stop is bij Midway Geyser, want daar zijn de rotsen rondom de geiser wel erg mooi verkleurd. Komt door alle mineralen in het water en de rotsen.


Mammoth Hot Spring Terraces

Mammoth Hot Spring Terraces

We lopen over de boardwalk en komen bij Grand Prismatic Spring uit. Deze geiser heeft turquoise blauw water. De randen er omheen kleuren van geel via oranje naar bruin. We maken nog even een praatje met een Hollands echtpaar, dat we horen zeggen dat het zulk heerlijk weer is. Nou, dat klopt! Moesten we vanochtend nog een jas aan, nu is het lekker in je T-shirt. We rijden verder, langs de Gibbon River. Hier wordt druk gevist: er staan allemaal mannetjes met hengels te zwaaien, middenin de rivier.


Mammoth Hot Spring Terraces

Vandaar de naam

We slaan ook nog even af naar de Firehole Canyon Drive. Dat is een prachtige, smalle weg door de bergen. Met als bonus schitterende watervallen. Net voor Mammoth is een andere scenic drive, die langs tableaus van (voormalige) geisers leidt. Erg fotogeniek. We stoppen bij een lief, klein, wit rotsje, waar water uitstroomt en wat mooie kleureffecten geeft. Dan komen we in Mammoth zelf, de noordingang van Yellowstone.


Spectaculair!

De uitgang van het park

We moeten even wachten voor twee rendieren die oversteken. Terwijl we wachten zien we in een zijstraat een hele kudde liggen, inclusief een mannetjes rendier met een gigantisch gewei op z’n kop. We weten zeker dat dit rendieren zijn, want even later zien we iemand lopen waarvan we zweren dat het de Kerstman is: ronde buik, lange witte baard, wit haar, rode jas, rode baseball pet. Kan niet missen, dit moet de Kerstman op vakantie zijn! Om de kudde te beschermen tegen de toeristen die er omheen staan te springen, is het hele gebied afgezet. Park Rangers staan erbij te waken. Wij zijn ook van die toeristen, dus schieten we wat foto’s voor we verder rijden.

Via Mammoth verlaten we Yellowstone en rijden via Gardiner de staat Montana binnen rijden. De 5e staat van deze vakantie en een nieuwe op ons lijstje. We volgen de 89 noordwaarts tot we in Livingston komen. Hier kunnen we naar de I-90 en die nemen we west. We rijden door tot Three Forks, waar we een prima motel vinden: het Broken Spur Motel. Voor €53,41 hebben we een prima kamer met 2 bedden. Het is in elk geval een heel stuk comfortabeler dan het hok waar we gisteren in sliepen!


Gardiner, Montana

Gardiner, Montana

De eigenaresse is een alleraardigste dame genaamd Roberta. Ze geeft ons tips hoe we morgen het beste naar Glacier National Park kunnen rijden. En voor waar we vanavond het beste kunnen eten. Dat wordt bij Land of Magic in Logan. Ze tekent een routekaart voor ons uit. Als we in onze kamer zijn geïnstalleerd, rijden we er naartoe. Roberta heeft niet overdreven: we hebben zelden zulke heerlijke top sirloin gegeten! We betalen dan ook graag $48,- ($60,- incl. fooi).


Het is een mooie bak, toch?!

Broken Spur Motel

Voordat we het parkeerterrein van het restaurant opreden, zag ik verderop wat mooie auto’s staan. Na het eten rijden we er even langs. Er staat een schitterende Chevy Shortbed Pick-up uit 1950 en die is te koop…. Voor slechts $6500,-, wat omgerekend ongeveer €4800,- is. We praten met de eigenaar, hij laat hem even lopen en geeft ons zijn naam en telefoonnummer. Niet dat we daar iets mee kunnen. Want kopen is 1, hij moet dan ook nog naar Nederland… We rijden naar ons motel terug en gaan om half 10 slapen.


Dag 8 – Zondag 14 september 2008

Weer: Ochtend 7, middag 20 graden
Doel: Glacier National Park
Gereisd: Three Forks, MT naar Cardston, AB, 730 km
Hotel: South Country Inn, €70,72

Van Three Forks naar Cardston, Canada

We worden om 6 uur wakker en om 7 uur nog een keer. Dan staan we op. We willen om 8 uur gaan rijden, om vandaag door Glacier National Park te kunnen rijden. Want morgen sluit een deel van de Going to the Sun Road, de enige weg die helemaal door het park loopt. In de herfst van 2006, tijdens noodweer, heeft deze weg erg veel schade opgelopen. Daarom vinden er wegwerkzaamheden plaats. Daar hebben ze maar een korte periode de tijd voor, vanwege het weer en de vele toeristen. Daarom wordt een deel van deze weg de eerste maandag na Labor Day gesloten. Zo hebben ze ca. 6 weken om de wegwerkzaamheden uit te voeren. Die eerste maandag is morgen.


Wat je onderweg tegenkomt

En dit

Het is dus maar goed dat we een dag eerder uit Yellowstone zijn vertrokken. Als we vandaag een beetje doorrijden, kunnen we nog net deze route rijden voor die sluit. Het lukt alleen niet om om 8 uur te vertrekken. Als we in het kantoor koffie gaan halen, belanden we namelijk in een gezellige boel. Aan het kantoor, wat eigenlijk een klein kamertje is, zit een grote woonkeuken. Hier kunnen we koffie pakken, broodjes roosteren of een grote muffin nemen. We doen alle drie en schuiven aan aan de grote eettafel.


We zijn er bijna!

Tadaaa!

Daar zit ook de eigenaar van het motel (Roger), een oudere man uit Arizona en een medewerkster van het motel. En dat is erg gezellig. Er wordt gemopperd op de benzineprijzen. Andy vertelt wat wij voor een litertje benzine betalen. Roger plaatst dit verschil meteen in perspectief. Hij heeft uitgerekend dat Nederland 9 keer in de staat Montana past en wij wonen allemaal dicht bij ons werk. En we hoeven geen 2 uur te rijden om boodschappen te doen. Hier maken ze veel meer kilometers dan wij thuis en als de benzineprijzen stijgen zoals ze momenteel doen, dan komt dat hier veel harder aan.

Ook vertelt Roger dat Montana 1 van de duurste staten is om te wonen. De prijs van huisvesting bijvoorbeeld is hier 16% hoger dan het landelijk gemiddelde. Verder vertelt hij over het jagen dat ze hier doen: “We watched Bambi, we liked the movie, we had a tear in our eye. And then we shot Bambi and ate her. And it tasted good!”. In Montana wonen nog geen miljoen mensen en het is er geweldig. Maar daarvoor moet je de hoge levensprijzen voor lief nemen.


Glacier National Park

Wildlife

Tussendoor maakt de oudere man (“Jim Payton, 79 jaar, nice to meet you”) grapjes en we hebben het prima naar onze zin. Roger checkt nog even de weerberichten voor ons en het ziet er goed uit voor de komende week. Dus stappen we toch maar eens op. Het is ook al 9 uur, een uur later dan we eigenlijk wilden vertrekken. Volgens Roberta is het 5 uur rijden naar Glacier NP. We nemen de route die zij ons geadviseerd heeft. Eerst over de I-90 tot net voor Missoula. Dan een stukje over de 200 tot we naar de 83 noord kunnen.

We stoppen onderweg alleen even om te tanken, plassen en wat lekkers in te slaan. Deze route is volgens Roberta veel rustiger en minstens zo mooi als de meest gebruikte route. En dat klopt! Wij zijn erg onder de indruk van Montana. Dan gebeurt er iets spannends: ik voel opeens iets in mijn broek zitten, een takje ofzo. Het zit ergens bij mijn dij. Gelukkig heb ik een wijde broek aan en kan ik erbij komen. Dus ik denk dat ik een takje pak. Tot het weg springt… Ieeeeeks! Een sprinkhaan! Levend! In mijn broek! Die moet bij het tanken in mijn broek zijn geklommen. Gatverdegatver!


Bij de Avalanche Creek

Plaatjes zoeken

Het is inderdaad 5 uur rijden naar Glacier NP. Om 2 uur komen we er aan. Dankzij onze pas hoeven we geen $25,- entree te betalen. Glacier National Park is een spectaculair mooi, ongerept natuurgebied. Het heeft gletsjers, ruwe bergpieken, vele meren en watervallen, weelderige bossen en weides met prachtige bloemen. Er komen veel dieren voor, zoals bevers, otters, berggeiten, dikhoornschapen en elanden. Ook is het park een van de laatste gebieden in de USA waar de grizzlybeer nog in het wild voorkomt.

Tijdens de laatste ijstijd hebben enorme gletsjers, soms wel bijna een kilometer dik, delen van de Rocky Mountains weggeschuurd. Daardoor werden diepe valleien en scherpe bergranden gevormd. Aan het einde van de ijstijd begonnen de lager gelegen gletsjers te smelten en vormden zich grote bergmeren op de plaatsen waar zich eerst de gletsjers bevonden. Tegenwoordig bevinden zich nog ongeveer 50 gletsjers in het park; de grootste daarvan is Grinnell Glacier. Nou, dat gaan we vandaag dus allemaal eens met eigen ogen bekijken!


Glacier National Park

Glacier National Park

Bij Apgar slaan we af naar de Going to the Sun Road. Deze weg is 50 miles (80 km) lang en loopt dwars door Glacier. Daarbij zullen we behoorlijk gaan klimmen, tot ongeveer 2 kilometer hoogte. Met de auto dan hé, niet lopend natuurlijk. We rijden langs Lake McDonald en stoppen bij Avalanche Creek. Hier maken we een mooie wandeling over een boardwalk die door de bossen voert. Er is een schitterende lichtval tussen de bomen door. Als verrassing wacht ons een prachtige waterval. En we worden bekeken door een groot vrouwtjeshert, terwijl verderop een eekhoorntje met zijn wangen vol eten voorbij rent. Het is hier werkelijk prachtig!


Glacier National Park

Glacier National Park

Terug in de auto beginnen we aan het meest spectaculaire stuk van het park, de Logan Pass. We klimmen steeds hoger en hoger, tot we op dezelfde hoogte zijn als de met sneeuw bedekte bergen en voorbij de boomgrens komen. De weg is vrij smal en gaat langs overhellende rotsen. We moeten 2 x stoppen voor wegwerkzaamheden, waarbij verkeer van beide kanten over 1 rijbaan moet. Maar wat is het hier mooi! Om te rijden vinden wij Glacier vele malen mooier dan Yellowstone, hoewel je in Yellowstone weer meer aparte stoppunten hebt, zoals bij de geisers, tableaus en canyons.


Eén van de (verdwijnende) gletsjers

Daar heb je hem

Uiteindelijk verlaten we het park bij St. Mary. We rijden noord, naar Babb. Hier staan welgeteld 1 motel, 1 restaurant en 3 vage gebouwtjes. Niet echt een uitnodigende omgeving. Het is half 5 en we twijfelen waar we zullen overnachten. Vanaf Babb kun je ook het park in en daar zitten 2 hotels, weten we. We besluiten te gaan kijken of hier plaats is. En dat bljkt een uitstekend besluit te zijn. Halverwege de 12 mile lange weg naar Many Glacier zien we opeens allemaal auto’s aan de kant staan. Iedereen kijkt met camera’s en verrekijkers naar de berg. Oh, zegt Andy, alweer bizons. Nee, beren! Dus springen wij ook snel uit de auto en maken opnames van een moederbeer met 3 jongen. Helaas bevinden ze zich vrij hoog op de berg, dus kunnen we geen hele goede foto’s maken. Maar we krijgen ze toch aardig in beeld.


Engerd

Romantisch plaatje

Als de beren uiteindelijk uit zicht verdwijnen, rijden we naar het eind van deze weg. Daar is de Swiftcurrent Motor Inn. Helaas, dit hotel is al gesloten voor het seizoen. Dus rijden we terug en slaan af naar het indrukwekkende Many Glacier Hotel. Dat ligt aan het meer en ziet er erg mooi uit. En ook druk. Er is dan ook geen enkele kamer meer vrij, helaas. Nou, dan rijden we maar weer terug naar Babb. Het motelletje in Babb is opeens gesloten, dus dat gaat ‘m ook niet worden. Hmm, het is nu 6 uur geweest. Het wordt wel eens tijd om iets te vinden. We dubben even of we terugrijden naar St. Mary, waar nog wel een aantal motels zitten, of om door te rijden naar Canada. Het wordt het laatste.


Zijn we zomaar in Canada

En daar hebben ze beren!

Ongeveer 10 mile (16 km) na Babb komen we bij de grens. Het is maar een kleine overgang, we zijn de enige auto op dit moment. Een Canadese douanedame komt naar ons toe. We laten onze paspoorten zien en beantwoorden al haar vragen: Hebben we drank bij ons, of tabak? Waar gaan we naar toe? Waar zijn we Amerika binnen gekomen? Waar gaan we er weer uit? Hoe lang blijven we in Canada? Wat komen we er doen? We beantwoorden alle vragen, blijkbaar naar haar tevredenheid. Onze groene kaarten worden nog even gecontroleerd. Met dit toeristenvisum mogen we ook Canada in.


In de provincie Alberta

Many Glacier Hotel

En dan zijn we in Canada! In de provincie Alberta, om precies te zijn. Canada heeft geen staten maar provincies en daar hebben ze er 10 van. Doe daar nog 3 territoria bij en je hebt het 1 na grootste land ter wereld. We gaan op weg naar Cardston en op zoek naar een motel. De eerste 2 motels spreken ons niet aan, maar de South Country Inn ziet er goed uit. Voor €70,72 hebben we een keurige kamer met 2 bedden. Omdat het zondag is, zijn er maar 3 restaurants open: de Dairy Queen (fastfood), Subway (fastbroodjes) en Ming (fastChinees). We hebben wel zin in Subway en nemen allebei een 6″ broodje met kreeft. Niet goedkoop ($8,50 per broodje) maar wel erg lekker. We rijden een rondje door het dorp, maar daar is weinig te beleven.


Many Glacier Hotel

En ons hotel

Terug in ons motel trekken we onze zwemkleren aan, want er is een indoor zwembad. Het is heerlijk om even een paar baantjes te zwemmen.

Er is een klein palletje van mijn polarisatiefilter van de camera afgebroken. Dus gaat Andy naar de receptie en vraagt: “Do you have one second lime?” Daardoor heb ik de rest van de avond een lachstuip. U had het gezicht van de receptioniste moeten zien…


Dag 9 – Maandag 15 september 2008

Weer: Warm! Tussen 18 en 29 graden
Doel: Waterton en toeren door Canada
Gereisd: Cardston, AB naar Val Marie, SK, 617 km
Hotel: Convent County Inn, 75 CAD

Van Cardston naar Val Marie

We beginnen vanochtend om 9 uur met een ontbijt bij Subway. Moet ook wel, want verder lijkt alles gesloten te zijn. We kopen ook meteen broodjes voor onderweg. Om half 10 gaan we op pad. Eerst naar Waterton National Park, de Canadese kant van Glacier National Park. We moeten entree betalen, want onze Amerikaanse parkpas maakt hier geen indruk. De entree is $6,80 per persoon. Dat is in Canadese dollars en komt neer op €5,21 per persoon. Hoogtepunt hier is het Prins of Wales Hotel, dat erg mooi gelegen is op een schiereiland in het meer.


Onderweg naar Waterton NP

De ingang van het park

We rijden door het plaatsje Waterton, waar naar het schijnt zo’n 100 mensen wonen. Het ziet er heel gezellig uit. Dan rijden we terug en slaan af naar de Red Rock Canyon Drive, een mooie route over een heuvelachtig weggetje. We rijden langs een grote berg en genieten van de schitterende herfstkleuren. Aan het eind van deze weg is een parkeerterrein, vanwaar je kunt wandelen en picknicken. Hier gaan de broodjes van Subway eraan. We zitten heerlijk in de mooie natuur, met alleen het geluid van krekels om ons heen.


Prince of Wales Hotel

Indrukwekkend gebouw

Om half 12 verlaten we het park en rijden naar Pincher Station. Dan slaan we rechtsaf naar de 3, waar we voorlopig wel even op zullen blijven. We hebben deze route gekozen om een deel door Canada te rijden. Je hebt hier namelijk niet zo heel veel keuze uit routes. Er wonen immers slechts 3,3 mensen per vierkante kilometer, tegen 395,6 in Nederland per vierkante kilometer. Ze hebben hier dus minder wegen nodig. We tuffen dan ook door een leeg land. Dat is een hele verademing. Maar ook een beetje saai. Deze route tenminste.


Red Rock Canyon Drive

Prima plek om te lunchen

We komen af en toe door een plaatsje, waar anderhalve man en een paardenkop woont. Om de ca. 100 kilometer is er dan qua grootte 1 fatsoenlijke plaats. Verder is het weids, weiland, heuvelachtig en vooral bruin. Beetje vergelijkbaar met het eerste deel van Idaho waar we doorheen reden. Maar dan zonder die wind en dat zand. Het is hier wel lekker warm, rond de 29 graden. Na Medicine Hat rijden we de volgende Canadese provincie binnen: Saskatchewan. Ons plan is om door te rijden tot Swift Current en daar een motel te zoeken. We komen er om half 5 aan.


Red Rock Canyon Drive

Tja. Saai wel.

We zien een leuk geverfde Super 8, maar die is helaas vol. Ook de verderop gelegen Days Inn heeft geen kamers meer vrij. Op mijn vraag of er iets bijzonders aan de hand is, antwoord de receptionist dat dit normaal is in Swift Current. Hmm. Wat zullen we doen? Het is nog ca. 150 km naar de Amerikaanse grens. En dan duurt het nog even voor we in de bewoonde wereld komen. We besluiten het erop te wagen en slaan af richting Amerika.


Landelijk Canada

De volgende provincie

Oh, het is trouwens wel iets groener geworden om ons heen, maar nog steeds redelijk saai. We rijden over een ruwe 2-baansweg waarop we bijna de enige auto zijn. We rijden daarom lekker door, terwijl we rechts van ons langzaam de zon onder zien gaan. Tegen 7 uur komen we uit in Val Marie, net voor de grens. We zien opeens een bord dat een bed & breakfast aankondigt. En inderdaad, aan het einde van het dorp staat een groot, statig gebouw met een bord voor de deur: “Convent Inn, single $55,- double $75,- incl. breakfast”.


Landelijk Canada

En landbouw in Canada

We lopen het bordes op maar de tussendeur zit op slot. Er hangt een briefje op de deur dat we ons een klein stukje terug, bij het witte huis naast de school, kunnen melden. Dus doen we dat. De eigenaresse, Mette Duncan, blijkt uit Kopenhagen te komen en is getrouwd met een Canadees. Ze heeft nog kamers vrij en ze rijdt met ons mee naar het gebouw. Ze laat ons het pand zien. Dat is erg indrukwekkend. Er zijn 2 verdiepingen met kamers. Er is een grote zitkamer, een kamer met een kapel, een dakterras en een restaurantruimte. Beneden is een wc en boven een douche en een prachtig ouderwets ligbad.


Val Marie

Convent County Inn

Dit gebouw was vroeger een klooster. Het is gebouwd in 1939, door de “Sisters of the assumption of the Virgin Mary”. De nonnen van dit klooster waren leraressen en hun verhaal luidt als volgt: De nonnen, uit Franstalig Quebec in Canada, onderwezen in het Engels aan de lokale kinderen. Een deel van dit gebouw was daarom in gebruik als middelbare school, het overige deel als klooster. Vandaar ook het kapelletje op de 2e verdieping. Begin jaren ’60 werd een publieke school gebouwd in het dorp. De 3 overgebleven nonnen verkochten het gebouw aan de familie Dumont, die er een opvanghuis runden voor een paar jaar.


Val Marie

Val Marie

Toen kocht de gemeente het gebouw op, in de verwachting dat Park Canada het zou gebruiken als kantoorruimte. Dat gebeurde niet en het gebouw heeft vervolgens 18 jaar leeg gestaan. Ongeveer een week voordat het gebouw gesloopt zou worden, in 1996, kocht de familie Duncan het. Ze hebben het gebouw volledig gerestaureerd en het wordt nu gebruikt als bed & breakfast. We checken in en zien op de balie een advertentie liggen: er wordt een woonhuis met garages, schuren en erg veel grond te koop aangeboden. Oh, en je krijgt er een kerk bij. Wat dat kost? Voor slechts $45.000,- is het van jou! Het ligt een dorpje verder, in Orkney, dat een bijna-spookstad is: er wonen nog 2 of 3 gezinnen. Andy grapt: “Dus als ik een miljoen biedt, heb ik het hele dorp?” “Nee joh, dan heb je veel te veel betaald!”


Het heeft zelfs een kerk

En een antieke bus

Ik vind het huis erg bijzonder, Andy krijgt er een beetje de creeps van. Dat wordt nog een spannend nachtje… Omdat overal houten vloeren liggen, kraakt het allemaal lekker. En voorlopig zijn we hier helemaal alleen. Er wordt nog wel 1 persoon verwacht, maar die is nog niet gearriveerd. Tot die tijd is het huis verder verlaten. Als we onze spullen binnen hebben gebracht, gaan we snel weer naar buiten om de zon onder te zien gaan. Ik maak een kop koffie en dat drinken we lekker op het dakterras op.

Dan gaan we het pand eens verkennen. We kijken in alle toegankelijke ruimtes, tot we in de kelder aankomen. Het is er donker, maar halverwege de gang vind ik een lichtknopje. Er staat een of ander eng strijktoestel, waar Andy meteen vreemde gedachten bij krijgt. Hij wil hier weer weg, voordat we de huisgeest per ongeluk vrij laten of zo. Dus gaan we naar onze kamer, beetje relaxen. Later die avond horen we dat de andere gast is aangekomen. Want dat hoor je goed, op die houten vloeren. Tenminste, we denken dat het de andere gast is…


Dag 10 – Dinsdag 16 september 2008

Weer: Erg warm, 31 graden!
Doel: Makoshika State Park
Gereisd: Val Marie, SK naar Medora, ND, 563 km
Hotel: Badlands Inn, €53,50

Van Val Marie naar Medora, North Dakota

We worden om 7 uur wakker. Ik heb prima geslapen, Andy iets minder. Er was gisteren inderdaad nog een gast gearriveerd en die sliep ergens boven. Volgens Andy was hij tot een uur of 12 aan het rond stommelen, wat je dus erg goed hoort op de houten vloeren. Mette had ons gevraagd hoe laat we ontbijt willen: om 8 uur graag. Dus gaan we om 8 uur naar de eetzaal, waar al sjuderans klaar staat en de koffie pruttelt. De dochter des huizes brengt ons gebakken eieren, toast en ham en eigenaar Robert Duncan schuift gezellig aan. Hij heeft een tijdje in Nederland gewoond en vertelt hierover. Hij was er begin jaren ’70, in de hippie-tijd. Laten we zeggen dat hij er een relaxte tijd had…


Eerst even ontbijten

En dan weer op pad

Om half 10 verlaten we het pand en rijden verder zuid over de 4, tot we bij de grens komen. Andy zag hier wel een beetje tegenop, aangezien het er bij de vliegvelden vaak streng aan toe kan gaan. Het tegendeel is waar, hoewel Andy nog wel een kleine vergissing maakt. Als we aan komen rijden, zien we niemand. Uiteindelijk komt er een beambte uit het kantoor en Andy wil uitstappen. Fout, dat moet je hier niet doen! Netjes blijven zitten, raam open doen en handen op het stuur houden.


Ergens onderweg

Inmiddels in North Dakota

Geen paniek: de beambte is een alleraardigste man, die hier na zijn pensioen is gaan werken, Hij vertelt dat hij het hier heerlijk vindt. Er komen 30-40 auto’s per week over deze grensovergang en hij houdt tijd over om te vissen en te jagen. Hij bekijkt onze paspoorten en heet ons welkom thuis. We zijn weer in Montana. We volgen deze route tot Malta. Dan verder naar het zuiden, langs het Fort Peck Lake en de Fort Peck Dam. Het ziet er niet leuk genoeg uit om even te stoppen. Dus rijden we verder.


Onderweg
Gevonden: Makoshika State Park

We zijn nu in de Badlands. Dat is een rotsachtig gebied met veel ravijnen, geulen en rotspilaren. Die zijn ontstaan door wind- en watererosie. Dankzij de aanwezigheid van veel mineralen in het gesteente zijn de Badlands erg kleurrijk. We rijden door tot Glendive en daar komen we om een uur of 3 aan. Ik denk dat we tot nu maximaal 20 andere auto’s zijn tegen gekomen. Het lijkt dus wel of we alleen op de wereld zijn. Nou ja, samen met de herten dan, want die zien we volop. In Glendive slaan we wat drinken en beef jerky in bij de K-Mart.


Eerst even betalen

En dan kunnen we op pad

Dan zoeken we onze weg naar Makoshika State Park. Het is inderdaad even zoeken. We moeten dwars door de woonwijken van Glendive. Gelukkig staat het wel goed aangegeven. Bij de ingang van het park worden we verzocht de toegangsprijs in een envelop te stoppen. Dat is als je niet uit Montana komt; voor inwoners van Montana is dit park gratis. Wij stoppen voor $5,- aan kleingeld in een envelop, schrijven onze gegevens erop en deponeren het in de daarvoor bestemde brievenbus. We moeten een strookje voor het raam doen als bewijs dat we hebben betaald. Of in elk geval zo’n envelop hebben gepakt. Niet dat iemand dat controleert, maar toch.


Zo is het gekomen

En zo ziet het er nu uit

De naam Makoshika is afkomstig uit de taal van de Lakota Indianen. Het betekent “Land of the Bad Spirits”. Makoshika is in 1953 opgenomen in het State Parks System. Met een grootte van ongeveer 45 km² is het het grootste State Park in de staat Montana. Enkele van de meest opvallende geologische verschijnselen die je in het park kunt zien zijn cap rocks, pinnacles en coulees. Cap rocks (ook wel hoodoos genoemd) zijn rotspilaren met een donker gekleurde kap. Pinnacles zijn ook rotspilaren, maar die zijn meestal smaller, spits toelopend en zonder kap. Een coulee is een smalle, lange vallei die door watererosie is gevormd. Dus.


Onverharde weg

Nou ja, weg…

We rijden door het park, lekker rustig, tot we kunnen afslaan naar een onverharde weg. Er staat een bord bij dat deze weg onbegaanbaar is als het geregend heeft. Nou, dat geloof ik best! We zijn echt off-road aan het rijden, over een hele smalle, hele steile zandweg, waar af en toe flinke gaten en sporen in zitten. Kicken! Buiten dat het spannend is, is het hier prachtig. Er zijn allerlei mooie rotsformaties en de bomen zijn fel gekleurd. We genieten volop.


Paardrijden kan ook

Prachtig park!

Na een uur rijden we het park weer uit. Onze auto is niet meer om aan te zien. Was hij zwart toen we hem meekregen, nu is hij grijs-met-insect kleurig. Gelukkig zien we een carwash. Voor $15,- en $5,- fooi laten we Mr. Saturn helemaal schoonmaken. Hij wordt eerst voorbehandeld, waarbij de jongen die dat doet heel droog opmerkt: “That’s an awful lot of bugs…” Dan gaat hij door de wasstraat en vervolgens wordt hij met de hand, met witte handdoeken, nagedroogd. En wat denk je: het is weer een zwarte!


Off road rijden

Al iets meer verhard

Het is nu 4 uur geweest, maar we rijden nog even door naar North Dakota. Naar het plaatsje Medora. Ik heb namelijk gehoord dat dit een leuke plaats is. En dat klopt. Voor €53,50 nemen we een mooie, ruime kamer in de Badlands Inn. Er is voor het avondeten niet veel keus, veel restaurants zijn al gesloten voor het seizoen. Er zijn er nog maar 2 of 3 open. We kiezen voor de Chuckwagon Buffet. Voor $7,50 pp kunnen we zoveel eten als we willen en dat doen we dus ook. Warme en koude groente, draadjesvlees, kip, aardappelpuree, jus, mie met kip, fruit, vanillevla, brownies, soep en koekjes. En drinken: verschillende soorten fris, sap, koffie en thee is ook inclusief. We eten er prima!


That’s an awful lot of bugs

Het is weer een zwarte

Na het eten rijden we een rondje door het gezellige dorp, dat helemaal in Western stijl is gebouwd. Dan terug naar ons motel en lekker slapen.


Dag 11 – Woensdag 17 september 2008

Weer: Zonnig en 29 graden
Doel: Theodore Roosevelt NP
Gereisd: Rondom Medora
Hotel: Badlands Inn, €53,50

Theodore Roosevelt NP

Ondanks dat we al om 9 uur sliepen, worden we pas om 7 uur wakker. Tien uur geslapen! We hebben zelfs zo lekker geslapen dat we besluiten om hier nog een nacht te blijven. Dus gaan we dat even regelen en betalen nogmaals € 53,50 voor een overnachting. We doen lekker rustig aan en om een uur of 9 staan we bij de Chuckwagon Buffet voor de deur voor een ontbijt. We hebben alleen iets té rustig aan gedaan, want je kon hier tot half 9 ontbijten.


Ons motel in Medora

Theodore Roosevelt NP

Dus zoeken we even verder en zien dat het Cowboy Café open is. Een aardige dame serveert ons koffie, hash browns, eieren, toast, pannenkoeken en bacon. Als dat is weggewerkt gaan we naar het Theodore Roosevelt National Park. De ingang is hier in Medora, dus zijn we er zo. Het park is vernoemd naar de president die veel heeft betekent voor het natuurbehoud van Amerika: Theodore Roosevelt. Tijdens zijn presidentschap, van 1901 tot 1909, heeft hij tal van gebieden een speciale status bezorgd.


Theodore Roosevelt NP

Theodore Roosevelt NP

Zo kwamen er onder zijn bewind maar liefst 150 nationale bosgebieden bij, 18 National Monuments en 51 wildlife refuges. Ook verdubbelde hij het aantal Nationale Parken van vijf naar tien. Direct na zijn dood, op 6 januari 1919, gingen er stemmen op om hem door middel van een natuurmonument te gedenken. Het duurde uiteindelijk nog tot 1947 totdat het Theodore Roosevelt National Memorial Park werd opgericht en in 1978 kreeg het gebied de status Nationaal Park.


Prairie Dog Town

Peek-a-boo!

Nou, en daar gaan wij nu naartoe. Dankzij onze pas betalen we geen $ 10,- entree voor onze auto. De omgeving was in Makoshika veel spectaculairder, maar hier hebben we prairie dogs! Onwijs grappige beestjes. Ze lijken een beetje op grote cavia’s. Ze graven holen om in te zitten. En als ze gaan eten, gaan ze op hun kont zitten, erg schattig. Als er mensen in de buurt komen, waarschuwen ze elkaar met een soort van blaffen. Vandaar de naam prairie dogs. Het is in elk geval een enorm verschil met de bizons die we even later tegenkomen. Die kun je niet bepaald schattig noemen. Hier zijn volgens mij nog veel meer bizons dan in Yellowstone.

Tegen twaalven rijden we het park weer uit en gaan nog even terug naar onze kamer. We bedenken wat we verder willen doen. Zwemmen is geen optie. Het is warm genoeg, bijna 29 graden, maar er zit geen water meer in het buitenzwembad bij ons motel. En dat heb je wel nodig, wil je lekker zwemmen. Dus dat houdt op. Dan gaan we maar een stukje rijden, richting Indianen Reservaat. Dat stukje blijkt alleen een eindje te zijn en na ongeveer 60 km hebben we geen zin meer. Dus draaien we weer om.


Whole lotta bizons

Lekker tegen elkaar aan

We stoppen even bij het Painted Canyon Visitor Center, aan de I-94. Daar heb je een schitterend uitzicht over de Badlands. Terug in Medora ga ik eens lekker in de zon zitten schrijven. We eten wat chips, hangen op onze kamer rond en kijken naar de Travel Chanel. Al met al een heerlijk rustig middagje. Om een uur of 5 gaan we op zoek naar een restaurant. We komen terecht bij de Little Missouri Dining Room. Geen aanrader! Ik had mijn steak medium besteld, maar krijg een well done waar niet doorheen te komen is. Dus vraag ik een nieuwe en die krijg ik ook.


Avond in het park

En… uit!

Die is iets beter, maar ’t is nog lang geen steak van Land of Magic in Logan! Terwijl de prijs er wel naar is, $60,- (incl. fooi). Ook lopen er maar 2 serveersters rond en dat blijkt veel te weinig voor het aantal gasten dat er zit. Na het eten gaan we weer naar het Theodore Roosevelt NP om de zon onder te zien gaan. We installeren ons op een mooi plekje en zien de zon zakken. We rijden nog een klein stukje het park in, waarbij we de bizons en herten moeten ontwijken. Prachtig! Om 8 uur zijn we weer in onze kamer en om half 10 gaan we slapen.


Dag 12 – Donderdag 18 september 2008

Weer: Heet! 33 graden!
Doel: T. Roosevelt NP & Knife River
Gereisd: Medora, ND naar Cannon Ball, ND, 581 km
Hotel: Prairie Knights Casino, €49,50

Van Medora naar Cannon Ball, North Dakota

Zo, om kwart voor 8 zitten we aan het ontbijt in het Cowboy Café en om 9 uur in de auto. We gaan vandaag een beetje d-toeren door North Dakota. Te beginnen met het noordelijke deel van het Theodore Roosevelt NP. De North Unit. Daarvoor moeten we eerst naar Belfield. Er loopt 1 weg door het park, van ongeveer 22 kilometer lang. Die is helaas halverwege afgesloten vanwege wegwerkzaamheden. Ik loop nog even een korte trail in de hoop dat ik bevers zie, maar helaas.


De noordkant van het park

De noordkant van het park

Tja, verder is het hier een beetje hetzelfde als aan de zuidkant. Aangezien we niet verder kunnen rijden, gaan we maar weer terug. We vervolgen onze weg en slaan bij Watford City rechtsaf tot we zuidwaarts over de 22 kunnen. Deze route heeft de toepasselijke naam “North Dakota 22”. Als we de Badlands achter ons hebben gelaten, komen we in de bergen uit. Hier zijn de bomen prachtig aan het verkleuren.

Bij Killdeer houdt de route op. Daar gaan we verder met de volgende: de Sakakawea Trail. Die gaat van Killdeer naar Washburn. Het landschap van bergen verandert langzaam in landbouw. Vlakbij Beulah zijn ze aan de weg bezig. Al het asfalt ligt eruit, er is alleen nog zand met grind over. Grote machines rijden af en aan. Je mag er wel overheen rijden, maar het is te gevaarlijk om er zelf even tussendoor te crossen. Dus wachten we op een Pilot car. Een stokoude dame met een knotje rijdt in haar immense Cadillac voor ons uit en leidt ons een paar honderd meter verder.


De noordkant van het park

De noordkant van het park

We ploeteren nog wat door het zand en als we in Hazen gaan tanken, zien we dat we een duotone auto hebben. Zwart van boven, zand van onderen. Zonde van de wasbeurt 2 dagen geleden…

Aan het einde van de rit vinden we Knife River Indian Village. Dat is een nationaal historisch punt, dat onder beheer van het National Park Service valt. Dit (gratis) museum laat zien hoe de Indianen vroeger leefden.


Heavy load

Door het zand ploeteren

Als we aankomen, zijn net een paar park rangers een schoolklas aan het leren hoe ze moeten speerwerpen. We worden meteen uitgenodigd om mee te doen. We bedanken voor de eer. In plaats daarvan maken we een praatje met 1 van de rangers. Dan gaan we het Visitor Center binnen. Hier zijn een aantal attributen van de Indianen tentoongesteld. Achter het Visitor Center is een Indiaanse woning nagebouwd. Het is een rond, aarden huis waar we in kunnen. Een berenvel doet dienst als deur.


Knife River Indian Village

Andy kletst met de park ranger

Binnen is het ingericht zoals dat in de Old Days was. Hoewel we ons afvragen of ze toen al plexiglas lichtkoepels hadden… Nee, het gat in het plafond deed vroeger dienst als schoorsteen. Nu wordt de hut tegen de weersinvloeden beschermd, dankzij het koepeltje. De groep schoolkinderen krijgt ondertussen les in wat de Indianen aten en hoe ze dat klaarmaakten. Nee, er worden geen bizons gevangen, maar maïs gestampt. Ook hier worden we aangemoedigd om mee te doen, maar we laten het liever aan de kinderen over.


Kinderen leren speerwerpen

En eten maken

Wij wandelen rustig terug naar de auto. Rustig, want het is maar liefst 33 graden! We vervolgen onze weg tot Hensler. Dan slaan we rechtsaf, want we willen aan deze kant van de rivier de Missouri blijven. En zo komen we op de 25 uit. Als we in Mandan aankomen, twijfelen we even of we hier willen overnachten. Néh, te druk. We rijden nog even door. Maar dan beginnen we ‘m wel een beetje te knijpen: we zijn inmiddels het Standing Rock Indian Reservation binnen gereden en het ziet er niet naar uit dat hier iets van een motel zit.


Vrijstaande woning

Plek zat!

Tot we opeens, in de middle of nowhere, bovenop de enige berg in de omgeving, het Prairie Knights Casino & Lodge zien staan. Een gigantisch gebouw te midden van niks. Maar waar we kunnen slapen, eten én gokken! We doen alle drie. Voor nog geen €50,- krijgen we een erg ruime kamer met 2 bedden, een plasma tv, een groot ligbad, koffiezetter, strijkplank+bout en een zitje. Prima in orde. Voor het eten gaan we naar het inpandige Feast of the Rock Restaurant, waar we voor $9,95 per persoon zoveel kunnen eten als we willen.


Typisch

Hutje op de hei

We beginnen bij de uitgebreide saladebar en komen dan bij het hot buffet uit: vlees & vis, warme groentes en aardappelproducten. Dan volgt het natte buffet: water, frisdrank, ijsthee, koffie, gewone thee en warme chocomelk. We eten het lekker op. Dan nog even langs het toetjesbuffet, mijn favoriet. Er is ijs met verse aardbeien, kersen, appelcompote, slagroom, nootjes en allerlei soorten koekjes en taart. Heerlijk!


Boem, een casino!

Onze prima kamer

Na het eten gaan we een gokje wagen. We hebben afgesproken dat we maximaal $100,- vergokken en nemen dus ook niet meer geld mee. De eerste 20 dollar zijn we al vlot kwijt aan de slotmachines, voornamelijk doordat we er geen bal van snappen. We denken dat we meer geluk met blackjack zullen hebben. We gaan dus aan een tafel zitten en spelen blackjack. Alleen een beetje jammer dat het een pokertafel blijkt te zijn. Daar snappen we al helemaal niets van, dus ook hier komen we niet ver. Weer 20 piek kwijt. Okee, dan nu de echte blackjacktafel. Daar houden we het iets langer vol met weer 20 dollar. Tot Andy mij laat spelen. En dan zijn we gauw klaar. Dus houden we het maar voor gezien.


Dag 13 – Vrijdag 19 september 2008

Weer: Alweer warm: 31 graden
Doel: Pioneer Auto Museum
Gereisd: Cannon Ball, ND naar Wall, SD, 513 km
Hotel: Frontier Cabins, €49,85

Van Cannon Ball naar Wall, South Dakota

Voor het ontbijt schuiven we om 8 uur langs het ontbijtbuffet in het Feast of Rock Restaurant. Kost $15,- voor ons samen. Het gebruikelijke is er te krijgen en we leggen een degelijke basis voor de komende dag. We rijden om 9 uur weg, South Dakota binnen en verder door Indianengebied. Maar daar zien we maar weinig van, van die Indianen. We zien vooral landbouw. En 2 monumenten voor 2 beroemde indianen: Sitting Bull en Sakakawea.


Linksaf naar de monumenten

Daar heb je ze

Sitting Bull was een leider van de Hunkpapa Sioux indianen. Hij voerde 3500 Sioux- en Cheyenne krijgers aan in de Slag bij de Little Bighorn, op 25 juni 1876. Hij werd verantwoordelijk geacht voor het bloedbad hier. Daarom bracht hij zijn stam naar Canada. Daar bleven ze tot Sitting Bull zich op 20 juli 1881, samen met de laatste vluchtelingen, aan de Amerikaanse troepen overgaf. Er was namelijk een tekort aan voedsel. De regering verleende hem amnestie.

Later toerde Sitting Bull met Buffalo Bill’s Wild West Show door het land. Hij werd een populaire attractie was. Vaak werd hem gevraagd het publiek toe te spreken. Onder luid applaus vervloekte hij ze in het Lakota. Verstonden ze toch niet… Tegen het einde van zijn leven hield Sitting Bull zich bezig met mystieke geestdansen, om de blanke bezetters van het land van zijn volk te verdrijven. De Amerikaanse regering zag dat als een bedreiging. Een groep Indiaanse politiemannen kreeg daarom de opdracht hem te arresteren. In het daaropvolgende gevecht kwamen Sitting Bull en zijn zoon Crow Foot om het leven.


South Dakota

South Dakota

Het andere monument is voor Sakakawea. Dat was een jonge indiaanse vrouw van het Shoshoni-volk. Ze was gids en tolk voor de expeditie van de legerkapiteins Lewis en Clark, van 1803-1806. Deze expeditie vertrok in opdracht van president Thomas Jefferson vanuit Louisiana. De opdracht was om in het Westen van Noord-Amerika nog onbekende gebieden in kaart te brengen. Dankzij Sakakawea’s kennis van wortels en knollen overleefde de expeditie. En dankzij haar beheersing van de Shoshoni-taal voorkwam zij een bloedig treffen tussen de expeditie en het Shoshoni-volk.


South Dakota

South Dakota

We toeren door South Dakota en komen in Pierre uit, de hoofdstad van deze staat. Onze eindbestemming wordt waarschijnlijk het plaatsje Wall, dus rijden we naar het westen. Al snel zien we de reclameborden voor de Wall Drug Store langs de weg. Wall Drug was een soort Kruidvat, dat in 1931 werd overgenomen door een nieuwe eigenaar, Ted Hustead. Doordat het een stukje vanaf de snelweg ligt, wisten de mensen het niet te vinden. Ted zag maar weinig inkomsten binnenkomen.


Pioneer Auto Museum

Pioneer Auto Museum

Zijn vrouw Dorothy kwam op het idee om gratis ijswater aan te bieden aan reizigers, die op weg waren naar het pas geopende Mount Rushmore. Daarvoor plaatsten ze reclameborden langs de I-90, de snelweg die helemaal door South Dakota loopt. Dat was het begin van een groot succes. Wall Drug Store groeide uit tot een groot winkelcentrum, helemaal in cowboystijl. Het trekt nu jaarlijks duizenden bezoekers. Maar daar komen we later.

Eerst gaan we naar het Pioneer Auto Museum, in Murdo. We betalen $9,- pp entree aan de balie. Die balie is de voorkant van een Cadillac. Een aardige man helpt ons op weg, de 1e hal binnen. Daar zien we meteen al General Lee staan, de auto uit de Dukes of Hazard. We betwijfelen alleen of dit wel de echte General Lee is: de deuren zijn niet dicht gelast… Er staan nog veel meer goodies. Ook zijn er allemaal snuisterijen: oude radio’s, een verzameling pijpen, oud speelgoed, lunchkoffertjes, enz. enz.


Pioneer Auto Museum

Pioneer Auto Museum

Dan komen we bij de hallen met auto’s. De prachtigste exemplaren staan er: modellen van begin jaren ’20 tot begin jaren ’70. Buiten op het terrein zijn nog meer gebouwen. Er is een oude benzinepomp, een kapper, de bank, een treinstation, etc. We kijken onze ogen uit naar al dat moois en ik maak veel foto’s. Als we daarmee klaar zijn, eindigen we in het restaurant voor een ijsje en een milkshake.

Dan door de souvenirwinkel. De zijkanten van een Cadillac dienen als kassahoek. We snuffelen er even rond, voor we ons weer naar buiten begeven. Dit is zeker een leuk museum en ook zeker een bezoek waard!

Terug op de I-90 hoeven we alleen maar de reclameborden te volgen om in Wall aan te komen.


Pioneer Auto Museum

Pioneer Auto Museum

In een reisgids dat ik onderweg heb meegenomen, zitten kortingsbonnen. Bijvoorbeeld voor de Frontier Cabins. Met de bon krijgen we $5,- korting op de 1e overnachting. We gaan maar eens kijken of het iets is. Dat is het zeker! De cabins zijn splinternieuw, dit jaar in maart gebouwd. Alles is van massief hout, inclusief het meubilair: schitterende bedden en een prachtige tafel met stoelen. Er zit een ligbad in, een washoek, koelkast, magnetron, koffiezetter, strijkplank + bout. En dat voor slechts €49,85 per nacht!


Pioneer Auto Museum

Pioneer Auto Museum

Alles is ook helemaal af en in stijl gemaakt: van de lampenkap tot de kapstok en van de wc-rol houder tot de handdoeken: alles met rendiermotief. Het ruikt er nieuw en naar hout. We kunnen onze auto naast de cabin kwijt en we hebben een veranda met een mooi houten zitje. Naast ons huisje staat een picknicktafel en een barbecue. Ons uitzicht is over een groot weiland. Het ligt lekker rustig, aan de rand van Wall en hoewel het pal aan de snelweg is, merk je daar niks van.


Pioneer Auto Museum

De souvenirshop

In de prijs zit een continental breakfast en een gratis zak ijs. Dat laatste kunnen we altijd gebruiken in de koelbox. Als we ons hebben geïnstalleerd, rijden we naar het centrum van Wall. We eten bij het Cactus Cafe, waar we voor $9,95 pp gebruik kunnen maken van het buffet. Daarna lopen we een souvenirwinkel binnen. Daar vind ik een magneetbord met de kaart van Amerika. Hier kunnen bijpassende magneetjes van alle staten op waar ik koelkastmagneetjes vind van de laatste staten en…… een bord om ze op te doen! Die is voor mij.


Wall Drug-signs onderweg

De Frontier Cabins

We kopen ook nog 3 T-shirts voor Andy en souvenirs voor de kinderen. We gaan weer verder. Wall Drug Store bewaren we voor morgen, we gaan nu nog even een andere winkel binnen. We raken aan de praat met de goedlachse verkoopster. Die is 25 jaar geleden in Nederland geweest met het schoolkoor. We vertellen haar hoe Nederland er 25 jaar later uit ziet en ze besluit om het bij haar herinneringen aan 25 jaar geleden te houden. Heel verstandig. Het wordt tijd om onze cabin op te zoeken.


Dag 14 – Zaterdag 20 september 2008

Weer: Warm! 29 graden
Doel: Wall Drug, Badlands, Bear Country
Gereisd: Rondom Wall, 175 km
Hotel: Frontier Cabins, €52,50

Rondom Wall, South Dakota

We hebben prima geslapen en besluiten dat we hier nog wel een nacht willen blijven. Dus als we gewassen en gestreken zijn, gaan we dat regelen. We maken meteen gebruik van het continental breakfast: bagels met jam, gekookt ei, koffie en sju. Na het ontbijt gaan we naar Wall Drug Store. Dit is al lang geen drugstore meer maar 1 grote souvenirwinkel. Je kunt er van alles kopen, maar het is wel aardig aan de prijs. We kijken er rustig rond maar kopen niets.


Serieus gesprek

Binnengluren bij Wall Drug

Dan gaan we op weg naar Minuteman Missile. Hier zijn de restanten te zien van de koude oorlog, inclusief een ondergronds lanceercontrole centrum. Eerst even tanken naast dit historisch punt, dan er naartoe. Beetje jammer alleen dat het gesloten is; het is alleen doordeweeks geopend voor publiek. We vonden het er ook al zo rustig! Tja, dan rijden we maar verder en we komen al gauw bij een prairie dog town uit.


Buiten gluren bij Wall Drug

Ergens onderweg

Hier zouden ze witte prairie dogs hebben. We zien er inderdaad wel 1 en die duikt meteen z’n holletje in. Nou, dan niet hoor! Er is net een buslading toeristen aangekomen en we kijken even toe hoe de beestjes de pinda’s opeten die ze van de buslading krijgen. Dan wordt het ons al; snel te druk, dus we gaan er maar weer eens vandoor. Op weg naar het Badlands National Park. De voornaamste blikvanger hier is The Wall, een smalle, grillig gevormde rotsketen met een lengte van ongeveer 150 kilometer. Hij loopt parallel aan de White River.


Wild West Shopping

Mooi blauw postkantoor

De rotsen zijn opgebouwd uit verschillend gekleurde, horizontale lagen. De onderste lagen zijn ongeveer 70 miljoen jaar oud, de bovenste lagen ongeveer 30 miljoen. De bizarre vormen van de rotsen zijn voornamelijk veroorzaakt door watererosie. Dit proces duurt nog steeds voort; geologen verwachten dat de Badlands over zo’n 500.000 jaar volledig zullen zijn weggesleten. Aan weerszijden van The Wall vind je een uitgestrekt, glooiend prairie landschap, waar meer dan 50 verschillende grassoorten voorkomen.


Ja, die was dus gesloten

Hi there!

Het is een ideaal gebied voor prairiehonden, bizons, gaffelantilopen, coyotes en dikhoornschapen. Met pas is de entree gratis, anders $10,- entree per auto. De weg door de Badlands is schitterend en er zijn een aantal trails die makkelijk en kort te bewandelen zijn. Dus wacht Andy even tot ik daarmee klaar ben. Ik zie veel lage rotsen (de Badlands), maar helaas niet de “beloofde” ratelslangen waar ze met bordjes voor waarschuwen. Flauw hoor. Terwijl ik al tevreden was geweest met alleen een vel.


De Badlands

De Badlands

We tuffen rustig door, maar zonder bij elk stuk steen te stoppen. Tot we een klein groepje mensen op een rots zien staan. Daar worden we nieuwsgierig van, dus parkeren we en klauteren ook de berg op. Een man licht ons meteen in: beneden in het dal staat een kudde longhorns (schapen met grote, kromme geweien). Twee herten kijken er van een afstandje naar en een antilope verderop negeert het hele stel. Wij zien ze ook en blijven een tijdje staan kijken.


Klein wandelingetje

De Badlands

We rijden verder en komen weer in de buurt van Wall uit. Daar slaan we af naar de snelweg, op weg naar Rapid City. Ik heb namelijk gelezen over Bear Country USA, waar je met je eigen auto tussen de wilde dieren door rijdt. Net zoals de Beekse Bergen. Van Wall naar Rapid City is een kleine 90 kilometer en we zijn er in een uurtje. We betalen $15,- entree per persoon aan de kassa. Daar hangen allemaal houten beren rond: in de palen, op het dak, enz.


’t Is net Crazy Horse

Toeren door de Badlands

We rijden langzaam het park in en moeten ramen en deuren gesloten houden. Al gauw zien we waarom: de wilde dieren liggen voor het oprapen! En dat geldt ook andersom: als je je raam open laat of zelfs uitstapt, dan liggen de toeristen voor het oprapen. We beginnen met grote herten, met nog grotere geweien. Dan zien we witte wolven. Eentje ligt braaf onder het bord waarop staat wat hij is. Kijk, dat is nog eens behulpzaam. Dan zien we longhorn schapen, die we dus vanochtend in het dal van de Badlands konden zien.


Erg bijzondere rotsen

Wildlife!

Er wandelen 2 kalkoenen voorbij. We komen langs gekke witte geiten, bruine en zwarte beren, panters en nog meer beren. De beren zijn enorm leuk. Ze wandelen wat rond, liggen te zonnen op een boomstam, nemen een bad of kijken toe hoe de ander een bad neemt. En een grote grijze wolf slaat alles gade. We zien nog een paar grappige mini-ezeltjes en dan komen we op een parkeerplaats uit. Van daar lopen we naar de babytuin, waar ze de jonkies bewaren.


Iets minder wild

Daarom ramen & deuren dicht

Die zijn ontzettend grappig. Ik denk dat er een stuk of 20 rondlopen en ze zijn druk met elkaar aan het spelen en ravotten. Ze klimmen in bomen, spelen in het water of met een bal. Het is een onwijs leuk gezicht en we staan dan ook een behoorlijke tijd te genieten. Dan lopen we nog even de giftshop binnen en daar vind ik een mooi welkom-bordje met beren erop. Leuk voor het raam. En hij kost maar $9,95. Die gaat dus mee.

We praten nog even met een parkwachter. We helpen hem uit de droom dat er strenge winters zijn in Nederland. Of bergen. Of ruimte. Waarop de beste man zegt: “Oh, I think I’m mixing up my countries”. We gaan terug naar de snelweg. Bij afslag 55 zit een Harley Davidson winkel, waar we even willen kijken. Eerst lachen we, omdat er buiten zoveel Harley’s ter reparatie staan. We kopen een Harley-ornament voor John en dan keren we weer huisje-waarts.


Ik zag 5 beren…

Potje stoeien

We halen onze gratis zak ijs op bij onze “kampwinkel” en gaan dan op zoek naar avondeten. We hebben wel weer eens zin in een simpele hamburger en die verkopen ze ook bij Wall Drug. Voor maar liefst $22,- krijgen we elk een hamburger, een paar frietjes en een beker frisdrank. Een beetje een rip off en het is niet eens een geweldige hamburger. We neuzen nog wat rond. We besluiten dat ze er wel een hele commerciële uitbuiting van gemaakt hebben. Dus gaan we maar eens terug naar onze cabin.


Ach gosh, lief…

… of toch niet

We zitten nog even op onze veranda, kijkend naar de lichtflitsen van het onweer. De donder en de regen blijven echter uit. Nou, dan gaan we maar slapen.


Dag 15 – Zondag 21 september 2008

Weer: Iets beter, 25 graden
Doel: Devils Tower & de Black Hills
Gereisd: Van Wall, SD naar Hill City, SD, 467 km
Hotel: Spring Creek Inn, €40,20

Van Wall naar Hill City, South Dakota

Als ik vanochtend om half 8 op de veranda zit met m’n koffie, begint het opeens te regenen. Dat is lang geleden! Het buitje is alleen maar van korte duur. Als we een uur later in de auto zitten, is het allang weer voorbij. Ons eerste doel vandaag is ontbijt. Dairy Queen is op zondag gesloten, Subway gaat pas om 9 uur open.

Dan rijden we eerst wel naar Wall Drug. Daar had ik gisteren een horloge gezien die ik toch eigenlijk wel erg leuk vind. Het is een horloge die je om je pols klemt en hij is vrolijk versierd. Ik kan moeilijk kiezen uit de rode of de groene. Ik vind de rode denk ik leuker, maar die sluit niet zo goed. “Wacht maar even” zegt mijn manlief. Hij begint de rode bij te buigen, zodat deze beter sluit. Totdat hij opeens 2 helften in zijn handen heeft…. Oeps… Het wordt dus de groene, voor $ 35,-. Hij doet het maar liefst een half uur lang, dan scheidt hij ermee uit. Dit is waarschijnlijk Andy’s straf. Gelukkig vind ik hem als armband ook erg gaaf, dus verhuist hij naar mijn rechter pols.


Ochtendplaatje

En nog eentje

Tegenover Wall Drug is het Cactus Cafe al open, dus gaan we daar maar ontbijten. Er zitten iets meer mensen dan de serveerster aan kan, maar als we na even wachten onze bestelling krijgen, smaken onze omeletjes met hash browns, toast en koffie prima. Ze zijn alleen gisteravond vergeten om schoon te maken. De vloer is niet vlekkeloos en als ik mijn handen ga wassen in de wc is het papier om mijn handen te drogen op. Er is ook niets anders voorradig. En ik hoef opeens niet meer te plassen, als ik in de 3 aanwezige wc’s kijk. Ik meld aan de serveerster dat de toiletten aandacht nodig hebben. En ren dan gauw even bij Wall Drug naar binnen om te plassen en mijn handen te drogen.


Ergens in de Wall Drug Store

Ontbijten bij Cactus

Dan gaan we op weg, terug naar Wyoming. We gaan een d-toer maken om Devils Tower te kunnen zien. Dus gaan we de I-90 op. We komen erachter dat we nog maar 1 blikje Mountain Dew hebben en geen lekkere dingetjes meer voor onderweg. Dus als we een Wal*Mart zien, gaan eerst maar even boodschappen doen. Dan weer verder, naar Sturgis. Sturgis is beroemd om de jaarlijkse motorweek in augustus, waar dit jaar 400.000 motoren waren. Op andere dagen valt er in Sturgis niet heel veel te beleven, hoewel het best een aardig plaatsje is. We stoppen bij een motorkledingwinkel, waar we voor Andy een dun motorjack, een spijkervest en leuke T-shirts kopen.

En weer door, nog steeds over de I-90, tot we Wyoming binnen rijden.We slaan af in Spearfish en rijden over de 24 richting Devils Tower National Monument. Diegenen die de film Close Encounters of the Third Kind hebben gezien, zullen de massieve berg zeker herkennen. Die speelt namelijk een belangrijke rol in deze Oscar-bekroonde film. De weg er naartoe is prachtig. Het plaatsje Hulett is grappig en een paar foto’s waard: veel gebouwen zijn versierd met schedels van dieren. Voor 1 gebouw staat een kist met een nepskelet erin.

Als we door Hulett zijn gereden, zien we al snel de eerste glimp van Devils Tower. Het is een imposant ding om te zien! Heel apart zijn de “ribbels” die er van boven naar beneden overheen lopen. En het feit dat hij daar alleen staat te staan, zonder gezelschap van andere bergen is ook erg bijzonder. Over het ontstaan van de rots zijn verschillende theorieën in omloop. De meest waarschijnlijke theorie is dat zich 60 miljoen jaar geleden gesmolten magma onder het aardoppervlak bevond.


Is toch aardig van ze

Hulett, Wyoming

Dat is uiteindelijk gestold en ineengedrukt door het gewicht van de bovenliggende lagen. Daarbij zou de rotslaag in kolommen zijn gespleten. In de loop van miljoenen jaren is de rots, als gevolg van erosie, aan de oppervlakte gekomen. Nadat ook de omliggende lagen zijn weggeërodeerd, is de vrijstaande rots overgebleven. Puin en gebroken kolommen aan de voet van de monoliet laten zien dat Devils Tower ooit groter moet zijn geweest.

De legende die wordt verteld door de Crow Indianen is echter veel leuker: Twee kleine zusjes waren aan het spelen in deze omgeving. Er leefden veel beren bij de grote rots waar de meisjes speelden. Een grote beer zag de meisjes en was van plan ze op te eten. Hij sloop naar ze toe en had ze bijna te pakken. Gelukkig zagen ze de beer net op tijd. De meisjes waren doodsbang vluchtten weg.


Hulett, Wyoming

Hulett, Wyoming

De enige plaats waar ze konden komen, was boven op de grote rots waar ze omheen hadden gespeeld. Ze klommen er op, maar de beer kon ze nog steeds pakken. De Grote Geest zag dat de beer de meisjes bijna te pakken had en hij zorgde ervoor dat de rots begon te groeien. De beer bleef proberen om op de rots te springen, maar hij gleed steeds naar beneden, waarbij hij met zijn klauwen over de rots schraapte. De rots bleef groeien tot hij zo hoog was dat de beer niet meer bij de meisjes kon komen. De twee meisjes zitten nog steeds bovenop de rots en de striemen van de beer zijn klauwen staan nog steeds in de rots gekerfd. Dus.


Hulett, Wyoming

Hulett, Wyoming

Devils Tower was het eerste National Monument van de Verenigde Staten. Het werd benoemd door president Teddy Roosevelt, in 1906. Jawel, dezelfde president waar het Theodore Roosevelt NP naar is vernoemd. En dezelfde die veel heeft gedaan voor het behoud van de natuurschatten in Amerika. Prima kerel, onze Teddy.

Omdat Devils Tower een nationaal monument is, moet je er $10,- entree voor betalen. Tenzij je een pas hebt, zoals wij. We rijden naar het Visitor Center aan de voet van het gevaarte. Dat is ook het eindpunt van deze weg. Als we een kort maar steil pad oplopen naar de berg toe, zien we dat 3 bergbeklimmers er tegenaan hangen. Dapper, als je ziet hoe steil de wanden zijn. Het gaat bijna loodrecht omhoog!

Terwijl Andy op een bankje rustig zit te filmen, volg ik een groep studenten die met een park ranger op pad gaan. Wie weet steek ik nog iets op. Ik heb alleen geen geduld om naar elke uitleg te luisteren. Ik passeer ze en loop een stukje richting de achterkant van de berg. Niet dat het een achterkant heeft, want het is tenslotte rond. Ik verwacht dat ik niet veel verder zal kunnen komen en loop nog een stukje verder. En nog een klein stukje. Ik denk nog steeds dat ik vast niet ver meer kan, maar begin me toch wel zorgen te maken. Ik heb me blijkbaar lichtelijk vergist in de afstand. Als ik besef hoe lang ik al weg ben en hoe lang ik nog te gaan heb (met dank aan het bordje “half way trail”), slaat de schrik me een beetje om het hart. Als dit pas “half way” is, dan heb ik nog een heel eind te gaan!


Daar is de eenzame berg

Ingang park

En ik heb niet tegen Andy gezegd wat ik aan het doen ben, want ik wilde hem niet storen tijdens het filmen. Ik was ook helemaal niet van plan om zo’n eind te gaan lopen. Die gaat zich onderhand afvragen waar ik uithang… Dan kunnen er 2 dingen gebeuren: hij denkt dat er iets is gebeurd en gaat me zoeken (geen aanrader, want zo’n makkelijk pad is het niet) of hij begint te koken omdat ik niks heb gezegd en wel heel lang wegblijf. Dus begin ik wat sneller te lopen en ren zelfs een stukje. Dan zie ik een eng beest dat verdacht veel op een vliegende spin lijkt… Ik háát spinnen, ben er als de dood voor. Vooral als ze vliegen! En het kreng vliegt met me mee, alsof hij zijn kans om aan te vallen afwacht. Dus ren ik nog een stukje, tot ik hem niet meer zie. Eindelijk kom ik, geheel buiten adem en met een knalrood hoofd van de inspanning, weer bij het beginpunt aan.

Gelukkig, Andy zit nog steeds op het bankje, braaf op me te wachten. En gelukkig, hij is me niet gaan zoeken en hij is niet boos. Hij heeft rustig gefilmd, gezellig gekletst met de mevrouw naast hem op het bankje en gekeken naar de klimmers. Nog steeds buiten adem en met een vuurrode kop vertel ik van mijn belevenissen. We gaan maar terug naar de auto, want ik verga van de dorst. Ik had natuurlijk geen water meegenomen, want ik wist ook niet dat ik zo’n eind ging lopen. Pas later kom ik erachter dat de route die ik heb gelopen, ruim 2 kilometer lang is. En volgens mij heb ik ‘m in recordtijd gelopen! Als ik enigszins op adem ben en ben afgekoeld, gaan we nog even plassen en dan terug naar South Dakota.


Achter de Tower

Terug in South Dakota

We vervolgen de route om de toren heen, over de 14 naar Sundance. Aan deze plaats dankt de Sundance Kid zijn naam: nadat ene Harry Alonzo Longabaugh 18 maanden in de gevangenis in Sundance had doorgebracht wegens paardendiefstal, kreeg hij deze bijnaam. Samen met Butch Cassidy vormde de Sundance Kid de “Wild Bunch Gang“. En samen met de andere leden van de bende beroofden ze vervolgens vele banken en treinen.

We komen weer op de snelweg uit en rijden naar het oosten, terug naar South Dakota. Daar volgen we de scenic drive door de Black Hills. We zien al gauw waarom het hier de zwarte heuvels heet: de rotsen hebben een zwarte laag en de bomen die er op groeien, zijn zeer donker van kleur. En ook hier is het weer erg mooi. We rijden door de leuke plaatsjes Lead en Deadwood. En over de dam in het Pactola Reservoir.


De Black Hills

Ons hotel vannacht

Zo komen we in Hill City aan. Dit lijkt ons een geschikte plaats om te overnachten. Het is inmiddels ook half 6, dus wordt het wel tijd om een onderkomen te vinden. We rijden eerst even door het dorp en kiezen dan voor de Spring Creek Inn. De cabins hier zijn helaas allemaal bezet. Gelukkig ziet de motelkamer die we kunnen krijgen er ook prima uit. Dus betalen we €40,20 en kletsen nog wat met de aardige eigenaresse. Onze ervaring met South Dakota is tot nu toe dat hier aardige, goedlachse mensen wonen. En dat bevalt ons wel. Het motel ligt aan een kreek. Daar lopen ’s avonds en ’s ochtends herten rond. Als we willen, kunnen we bij de kreek zitten en de eigenaresse kan een kampvuur voor ons maken. We hoeven het alleen maar te zeggen. Nu nog even niet.


De cabins

En de kreek

We gooien onze spullen in de kamer en gaan op zoek naar eten. Op aanraden van de eigenaresse komen we bij de Little Oak uit. Daar serveert een Texaanse familie heerlijke, op hout geroosterde sparerib. Pa grilt ze, ma maakt de bijgerechten en de 2 dochters serveren het geheel. De dochter die ons bedient is een gezellige, grappige meid. Ze schuift bij ons aan tafel aan om onze bestelling op te nemen en kletst honderd uit. Ze vertelt dat zij zich hier als Texanen toch een beetje buitengesloten voelen. Dat de mensen denken dat het domme wichten zijn, alleen omdat ze met een zwaar Texaans accent praten. Nou, dat is niet zo! Zowel zij als haar zus zijn afgestudeerd aan de universiteit. Ze werken hier alleen om hun ouders te helpen, aangezien die net dit restaurant zijn gaan runnen. Ze geeft uitleg over ons eten en voor slechts $30,- nemen we voortreffelijke sparerib, koolsalade of aardappelsalade, limonade, augurken & uien en als toetje een cobbler: perziken of kersen met een krokant deeglaagje. Erg lekker allemaal.


Dag 16 – Maandag 22 september 2008

Weer: Bewolkt en frisjes, 17 graden
Doel: Crazy Horse en Hill City trein
Gereisd: Met stoomtrein en helicopter
Hotel: Custer Mountain, €54,82

Het hoofd van Crazy Horse

Als ik om half 7 wakker word, zie ik dat het bewolkt is. En het zal vandaag ook nauwelijks opklaren. Het blijft wel droog. Ik haal koffie in het kantoortje, waar de eigenaresse me in haar badjas goedemorgen wenst. Ik loop ook in mijn pyjama; gelukkig kan dat hier allemaal. Als we alles hebben ingeladen, is het half 9. We rijden naar het dorp en stoppen bij de “1880 Hill City Train“-station, om alvast kaartjes te kopen. Om 10 uur gaan we een treinrit maken die 2 uur duurt, van Hill City naar Keystone en weer terug. Dat doen we met een oude stoomtrein uit 1880. Kost wel wat, $ 21,- per persoon, maar hopelijk hebben we dan ook wat. Nu eerst even ontbijten. Er is nog niet veel open, maar bij Hill City Cafe serveren ze een ontbijtbuffet. Daar zitten onder andere pannenkoeken en muffins bij, dus ik ben voor! We betalen $8,95 pp voor het buffet, nemen er koffie bij en eten ons buikje rond.


1880 Hill City Train Station

Eerst een kaartje kopen

Voor we naar de trein gaan, neuzen we nog even rond in een souvenirwinkel. Hmm, same ol’ en er zit niks voor ons bij. Dan naar de trein. Het lijkt erop dat wij 1 van de jongste passagiers zijn. Gezien het aantal grijze hoofden, lijkt de gemiddelde leeftijd minstens 80… Als iedereen een plekje heeft, vertrekken we. Onze host heet Kathleen en die geeft onderweg uitleg over wat we zien. Dat is: bomen, bergen, herten, wilde kalkoenen, verlaten mijnershuisjes en Keystone. Daar stappen we even uit, maar als we de grote kudde grijshoofden zien dat wil instappen, zoeken we gauw weer ons plekje op. Oh, we zitten in de wagon met de open ramen, zodat we af en toe naar buiten kunnen hangen. De terugrit naar Hill City is hetzelfde maar dan andersom. De locomotief kan niet keren, dus is die achteruit voorbij de trein gereden en nu is de achterkant de voorkant. En de locomotief moet dus het stuk terug achteruit rijden. Om te zien wat ‘ie doet, zit de machinist op een stoeltje uit het raam. Dus.


Ouwe trein

Nog een ouwe trein

Net na twaalven zijn we weer in Hill City. De grijze meute moet plassen en daarna eten, dus wij wachten even tot we ook naar de wc kunnen. Die nog opvallend schoon is, na zoveel bezoekers. Dan de hamvraag: was deze treinrit de moeite waard? Nee, niet echt. Het was behoorlijk saai (Andy viel zelfs even in slaap), je ziet eigenlijk maar weinig en doordat de trein rijdt en hobbelt, valt het niet mee om mooie foto’s te maken. Wij vonden het geen $ 21,- pp waard en zullen het dus ook niet aanbevelen.

We gaan op weg naar Custer. We hebben gelezen over helikoptervluchten en die zou je aan de weg naar Custer kunnen maken. Ongeveer 3 kilometer voor het Crazy Horse Memorial zien we een groot reclamebord en 2 helikopters staan. We gaan informeren wat de kosten zijn en wat we dan zien.

Er zijn verschillende tours mogelijk. Die van $65,- per persoon brengt ons over Crazy Horse en The Needles, een bergketen. We zijn dan 10 minuten in de lucht. Er komt nog wel 10% brandstoftoeslag bij, vanwege de momenteel wel erg hoge brandstofprijzen en dat brengt het totaal op $155,- voor 2. Ach, doe maar! Een kwartiertje later kunnen we instappen. Andy naast de piloot en ik achterin. We krijgen alle twee koptelefoons op. Met een microfoontje, voor als we de behoefte voelen iets te vertellen. En dan gaan we de lucht in! Dit is de 2e keer dat we een helikoptervlucht maken. De 1e keer was over de Hooverdam in Nevada, in 2004. En nu zien we al snel het Crazy Horse Memorial. Dit monument is de grootste sculptuur ooit door mensen gemaakt. Het beeld stelt de belangrijke indianenleider Crazy Horse voor, zittend op een paard. Op dit moment is alleen nog het gezicht van Crazy Horse helemaal klaar. Aan zijn torso, zijn armen en zijn paard wordt nog volop gewerkt.


De ouwe stoomlocomotief

Dat uitzicht dus…

Het project is een antwoord van de Native Americans op de nabijgelegen sculptuur Mount Rushmore, waar de hoofden van vier Amerikaanse presidenten te zien zijn. Voor het maken van dit monument benaderde een groep van Lakota leiders de beeldhouwer Korczak Ziólkowski. Dat is een Amerikaan van Poolse afkomst. Korczak had eerder samengewerkt met Gutzon Borglum, de maker van Mount Rushmore. Eén van de Lakota leiders, Chief Standing Bear, schreef hem: “My fellow chiefs and I would like the white man to know the red man has great heroes, too.” Korczak accepteerde de uitnodiging, maar vond dat het Crazy Horse Memorial méér moest worden dan alleen een gigantisch beeldhouwwerk. Hij wilde dat er ook veel aandacht zou zijn voor het vertellen van de Indiaanse geschiedenis en cultuur.


Hee.. licopter!

Let’s take a ride

Tijdens de tijdrovende voorbereidingen ontmoette hij de jonge kunstliefhebster Ruth Ross, die later zijn vrouw zou worden. Op 3 juni 1948 werd begonnen met de bouw van het monument. Dat gebeurde door middel van het tot ontploffing brengen van de eerste springlading. En zo begonnen jaren van bouw. Korczak en zijn vrouw kregen in die jaren 10 kinderen: 5 jongens en 5 meisjes. Hij onderwees hen uitgebreid over het leven van Crazy Horse. En over de technieken van bergbeeldhouwen. De jongens hielpen hem bij de werkzaamheden aan het monument, terwijl Ruth en de meisjes een Visitor Center opzetten. Toen hij besefte dat hij de voltooiing van het beeldhouwwerk niet zou kunnen meemaken, legde Korczak al zijn plannen op zeer gedetailleerde wijze vast. Een hartaanval kostte hem op 20 oktober 1982 het leven. Zijn lichaam is begraven in een graftombe aan de voet van het monument. Sinds zijn dood is zijn vrouw de directeur van het Crazy Horse Memorial Foundation. Zij werkt nu samen met 7 van de 10 kinderen aan het project. Inmiddels werken er ook enkele kleinkinderen mee.


Vanuit de helicopter

Custer State Park

Maar wie was die Crazy Horse dan? Nou, dat was dus een Native American die waarschijnlijk in 1842 is geboren. Op volwassen leeftijd was hij betrokken bij vele gevechten van de Lakota’s tegen hun vijande. Dat waren er nogal wat: de Crow, Shoshone, Pawnee, Blackfeet en Arikara Indianen. Hij bouwde in die jaren een grote reputatie op als onverschrokken strijder. In 1876 gaf het Amerikaanse Oorlogdepartement alle Lakota indianen de opdracht zich te vestigen in door hen aangewezen reservaten. De indianen kwamen hiertegen massaal in opstand. Er werden diverse groepen gevormd die het Amerikaanse leger bestreden. De belangrijkste indianenleiders waren Sitting Bull, Gall en Crazy Horse. Samen brachten zij de vijand diverse gevoelige nederlagen toe. Uiteindelijk waren het de kou en de honger die er toe leidden dat Crazy Horse en zijn mannen zich op 5 mei 1877 moesten overgeven. Hij werd overgebracht naar het reservaat, waar hij scherp door de autoriteiten in de gaten werd gehouden.


Met de bus iets dichterbij

Tadaa!

In september 1877 verliet Crazy Horse het reservaat zonder toestemming, omdat hij zijn zieke vrouw naar haar ouders wilde brengen. Hij werd gearresteerd en tijdens de worsteling die daarbij ontstond werd hij met een bajonet in de rug gestoken. Crazy Horse overleed op 5 of 6 september 1877.

Waar waren we? Oh ja, we vliegen nog steeds rond het hoofd van Crazy Horse. Niet te dicht bij natuurlijk, want dan zal je net zien dat ze een stuk berg opblazen als wij er boven hangen. We vliegen over een stukje van het Custer State Park en zien in de diepte een kudde bizons lopen. Dan gaan we richting The Needles. Dat is een apart gevormde bergketen. Met een beetje fantasie zie je er de vorm van naalden in. En dan zijn de 10 minuten alweer om, dus wordt de landing ingezet. We laten een fooi achter voor de piloot, die ons prima gevlogen heeft.


De oude machines

Goed merk, Buda. Betrouwbaar.

Dan rijden we door naar het Memorial. Kunnen we het ook vanaf de grond bekijken. Dit hele project is trouwens een privéproject. Er is geen subsidie en wordt daarom gefinancierd door giften en door entree te vragen. We betalen een tientje per persoon. Aan de voet van de berg is een groot complex met het Visitor Center. Daar kun je een film bekijken, met uitleg over de bouw, over Korczak en over Crazy Horse. Er is een Indiaans museum, de werkplaats van Korczak, een fotogalerij van het hele project, een restaurant en natuurlijk een schaalmodel van hoe het uiteindelijk moet worden. Daar kun je mooie foto’s van maken, met het echte kunstwerk op de achtergrond.

We eten een snack in het restaurant en wandelen weer verder. We kunnen met een ouwe bus nog dichter bij het monument komen. Dat kost $4,- per persoon. De buslading wordt vlak aan de voet uitgelaten en de chauffeur verandert in de rol van gids. Na een kwartiertje of zo stappen we weer in en rijden terug.

We bekijken de andere kant van het complex, waar een kunstenaarscentrum is gevestigd. Indiaanse kunstenaars proberen hier hun zelfgemaakte waar aan de man te brengen. Ik zie een mooie jas gemaakt van lamawol en voor $42,- schaf ik die aan.

Het loopt inmiddels tegen vieren, dus gaan we verder naar Custer. Op zoek naar een slaapplaats. Net buiten Custer komen we terecht bij Custer Mountain Cabin & Campground. Voor €54,82 nemen we een geweldige cabin. Het staat verscholen in het bos en is enorm groot. Er staan 2 bedden in, er is een ruime eethoek, een zitje, een complete ingerichte keuken, een aparte ruime badkamer, een grote koelkast, magnetron, tv en voldoende kastruimte.


Zo moettie worden

Ontwerp & maker

Vanaf onze veranda kijken we naar het hert aan de overkant en naar de bomen en bergen om ons heen. We hebben onze eigen picknicktafel en barbecue. De volgende cabin staat een heel eind verderop. Het is hier echt geweldig! En… het is te koop! Het hele terrein beslaat ruim 20 hectare en naast verschillende cabins is er volop ruimte voor campers en kampeerders. De eigenaar, een aardige man genaamd Paul Nordstrom – inderdaad, van Scandinavische afkomst – heeft inmiddels een bod gehad van 3,2 miljoen. Kost wat, maar dan heb je zeker wat!

Het is alleen een beetje jammer dat het begint te regenen. Nou, dan gaan we maar ergens eten. We hadden bij Crazy Horse al een hotdog en een chilidog naar binnen gewerkt, dus we hebben niet echt honger. Een lekkere hamburger is zat. We rijden door het dorp en kijken wat er allemaal zit. Bij Dairy Queen stappen we naar binnen voor een burger met friet en fris. Helaas is het niet zo lekker en de bediening, voor zover we die zien, is alles behalve vriendelijk. We zijn dan ook snel klaar.


Door de jaren heen

Even een jas kopen

We besluiten om nog even naar Mount Rushmore te rijden. Het idee om sculpturen te maken in de rotsen van South Dakota is afkomstig van de historicus Jonah LeRoy “Doane” Robinson. Hij wilde de gezichten van bekende mensen uithouwen in de granieten rotspilaren die bekend staan als The Needles. Het doel: toerisme in deze streek bevorderen. Oorspronkelijk had hij daarbij mensen zoals Buffalo Bill, Chief Red Cloud en de ontdekkingsreizigers Lewis & Clark in gedachten. Robinson contracteerde de beeldhouwer Gutzon Borglum om zijn plannen te realiseren. Borglum kreeg veel invloed op het project. Hij was degene die met het idee kwam om te kiezen voor de hoofden en torso’s van vier bekende presidenten. Naar zijn mening symboliseren die samen 150 jaar van de Amerikaanse geschiedenis. Hij dolde op George WashingtonThomas JeffersonTheodore Roosevelt en Abraham Lincoln.


Onze slaapplek voor vannacht

Wildlife bij de cabins

De werkzaamheden startten op 4 oktober 1927. Borglum heeft ruim dertien jaar aan het project gewerkt, tot aan zijn dood in maart 1941. De hoofden van de presidenten waren toen bijna gereed. Het ambitieuze project werd daarna voortgezet door zijn zoon Lincoln. Die kampte echter met geldgebrek. Daardoor heeft hij het beeldhouwwerk niet kunnen realiseren op de manier die zijn vader voor ogen had. De geplande torso’s zijn er nooit gekomen. Lincoln heeft zich moeten beperken tot het detailwerk aan de gezichten. Op 31 oktober 1941 werd hieraan de laatste hand gelegd.

Maar waarom kon Mount Rushmore in slechts 14 jaar gemaakt worden, terwijl CrazyHorse na ruim 60 jaar nog steeds niet klaar is? Omdat Mount Rushmore werd gefinancierd door de overheid. Daarom is het ook een nationaal monument.


Onze cabin

Die is huge!

Korczak weigerde overheidsgeld aan te nemen. Hij wilde dat het project betaald zou worden uit donaties, niet door de belastingbetaler. Dus terwijl Borglum eens even flink kon shoppen voor de beste apparatuur, moest Korczak constant geld bijeen zien te krijgen voor het project. De huidige stichting moet dat nog steeds.

Als het goed is, wordt Mount Rushmore ’s avonds verlicht, vanaf een uur of 8. Als we er aankomen is het nog geen 7 uur, dus we zijn te vroeg. We gaan niet het terrein zelf op, want we hebben geen zin om $10,- te betalen voor het parkeren. We hebben namelijk gepland om hier morgen overdag te gaan kijken, dus we betalen liever niet 2x voor hetzelfde. We zien een plekje vanaf waar je ook een goed zicht hebt op het monument. Dat weten de beheerders ervan ook, want je mag er niet parkeren. Bummer.


Avond in Keystone

Laat op de avond in Keystone

Dus rijden we door, richting Keystone. Op weg daar naartoe zien we een andere plek waar je wel mag parkeren. Eerst even in Keystone kijken. Ik denk dat “Key” voor “sleutel van hotelkamer” staat. Het is hier namelijk enorm toeristisch, met zo te zien hoofdzakelijk hotels, restaurants en souvenirwinkels. Kamers kosten hier overal $39,95 per nacht. Dus als je goedkoop wilt overnachten en je vind een toeristenoord leuk, dan is dit een prima plaats. Wij zijn blij met onze rustige cabin!

Keystone is ’s avonds wel mooi verlicht, dus maak ik wat nachtopnames voordat we terug gaan naar Mount Rushmore. Er staan nog 2 andere auto’s op de plek die we in ons achterhoofd hadden gestopt en we sluiten gezellig aan. Als ik mijn camera ga installeren op het statief, komen de 2 jongens van de auto voor ons meteen een praatje maken. Het zijn aardige gozers, die voor de Amerikaanse tak van Tüv Duitsland werken.


Beroemde hoofden

Beroemde hoofden

We staan gezellig met ze te kletsen, in afwachting van de verlichting. Net voordat de show begint, geeft de 3e auto het op en rijdt weg. Sukkels, want 10 minuten later begint het en we horen van de 2 jongens dat deze auto er al een behoorlijke tijd stond. We horen een stem iets vertellen aan de mensen die wel $10,- hebben betaald. Even later horen we het Amerikaanse volkslied. Waarschijnlijk zijn ze nu een vlag aan het hijsen. Dan gaan de lichten aan en is Mount Rushmore mooi verlicht in de donkere nacht. Nou ja, donker, er zijn hier ongelofelijk veel sterren aan de hemel. Boven de bergen achter ons zien we onweersflitsen. Maar vóór ons zijn dus 4 koppen verlicht. Als we genoeg foto’s hebben en genoeg hebben gefilmd, nemen we afscheid van de 2 jongens. Die geven ons een hand: “It was nice meeting you. Have a good trip!”.


Keystone-by-night

Mount Rushmore-by-night

We rijden gauw terug naar Custer en langs Crazy Horse. Want als het goed is, gaan ook hier de lampen aan. En inderdaad, ook dit monument is mooi verlicht. Dus installeer ik me weer achter camera-met-statief en wil een mooie foto maken. Andy moet ondertussen plassen. Aangezien er geen toiletten zijn en er verder niemand is, doet hij dat ergens aan de kant. Op heilige grond. Nooit een goed idee! En dat blijkt, want op het moment dat ik afdruk, begint het onwijs hard te waaien, waardoor al mijn foto’s mislukt zijn. En om 9 uur gaat het licht uit, wat nu zo’n beetje is, dus krijg ik ook geen herkansing. We rijden terug naar onze cabin. Daar zitten allemaal motten om de deur, te wachten om naar binnen te kunnen glippen. Een aantal lukt het, waardoor we eerst even druk zijn met motten dood meppen. Voor ons doen gaan we laat slapen, pas om half 11.


Dag 17 – Dinsdag 23 september 2008

Weer: Heerlijk, 25 graden
Doel: Mount Rushmore, Chimney Rock, Scotts Bluff
Gereisd: Custer, ND naar Gering, NE, 417 km
Hotel: Circle S Lodge, €38,19

Van Custer naar Gering, Nebraska

Het heeft vannacht licht gevroren en het is dan ook behoorlijk fris buiten. Maar de zon schijnt, de hemel is blauw en verderop lopen 5 hertjes te grazen. Met koffie erbij weet ik geen betere manier om wakker te worden! We gaan vandaag de omgeving verder verkennen en rijden dan door naar Nebraska. Maar eerst: ontbijt. Dat nemen we bij Subway, in het dorp.


Custer State Park

Custer State Park

We rijden Custer en kunnen niet anders dan via het Custer State Park rijden. Daar moeten we $10,- voor betalen. Nou, vooruit dan maar. We hebben toch maar geen zin om nog een keer naar Mount Rushmore te gaan. Er langs rijden vinden we voldoende. Gaan wij lekker verder op de Iron Mountain Road. Dat is een schitterende route. Smalle weggetjes, haarspeldbochten, tunnels, bruggetjes, you name it! En het leukste is: als je door een tunnel kijkt, dan zie je opeens Mount Rushmore!


Iron Mountain Road

Iron Mountain Road

Op deze route zijn verschillende plaatsen waar je kunt stoppen, voor een goed zicht op het beeldhouwwerk. Aan het eind van de Iron Mountain Road slaan we rechtsaf naar Keystone. Daar zit een stoeltjeslift en een rollerbaan. Je gaat met de stoeltjeslift omhoog en bovenaan heb je weer een goed uitzicht op de 4 presidenten. Er is ook een tuin of zoiets. Met de rollerbaan sjees je dan weer naar beneden. Tenminste, als het open zou zijn, wat het niet is. Closed for the season.


Mount Rushmore

Mount Rushmore

Dus keren we weer om en rijden naar dezelfde parkeerplaats als waar we gisteravond stonden. Zo, nu hebben we ook een paar foto’s bij daglicht. We rijden verder en komen weer terug in Custer. De mooie route langs The Needles bewaren we voor een andere keer. We nemen de 385 zuid en komen zo automatisch door het Wind Cave National Park. De voornaamste bezienswaardigheid hier is het uitgebreide grottenstelsel dat in 1881 door de broers Jesse en Tom Bingham werd ontdekt.

Het heet Wind Cave, omdat de grotten fluiten. Komt door de luchtdruk. Doordat die regelmatig verandert, ontstaan er luchtstromen. En die fluiten. Echt. Zeggen ze. Het landschap bovengronds bestaat voor een groot deel uit prairie en voor de rest uit bosgebied. We hebben geen behoefte om de grotten te bewonderen, ook die bewaren we voor een volgende keer. Net na een bocht moeten we bovenop de rem voor een kudde wilde kalkoenen die midden op de weg lopen. We wachten even tot ze naar de kant huppelen.


Mount Rushmore

Nu bij daglicht: Mount Rushmore

We passeren weer een prairie dog town – het blijven grappige beestjes! Via Hot Springs en Oelrichs rijden we dan South Dakota uit en Nebraska in. Onze 8e Amerikaanse staat van deze vakantie en de 27e in totaal. Dit deel van Nebraska is niet zo spannend. Veel landbouw. Aan de kaart te zien kon de hele staat wel eens zo zijn. We blijven de route volgen tot Alliance. Daar slaan we af, richting Carhenge.


Black Hills

Wild turkeys

Carhenge? Ja. Dat is een replica van Stonehenge in Engeland, maar dan van… auto’s! 38, om precies te zijn. Allemaal van Amerikaanse makelij en grijs gespoten. Het is in 1987 gemaakt door een boer genaamd Jim Reinders, als eerbetoon aan zijn vader. Nou, dat willen wij wel eens zien. Het is erg grappig. We wandelen rond, maken foto’s en dan vraagt Andy zich af hoe onze Saturn Vue er tussen zou staan… We zijn de enige bezoekers… Staat best leuk!


Boring Nebraska

Maar wel met humor!

Andy rijdt toch maar gauw weer de weg op en we gaan verder. Alliance stelt niet veel voor en de weg naar Bridgeport ook niet. Vanaf daar volgen we de weg naar Gering. Net na Bridgeport zit Chimney Rock National Historical Site. Omdat dit onder het beheer van de National Park Service valt, vermoed ik dat er een Visitor Center bij zit. Dat zou handig zijn, want ik moet plassen. We hebben wat moeite om het te vinden, maar na 2x keren komen we er toch aan.

Chimney Rock is eigenlijk gewoon een berg middenin de prairie. Met een stuk rots erop. Zoals Devils Tower. Maar dan compleet anders. Minder indrukwekkend ook. Met een beetje fantasie lijkt het op een schoorsteen, aka een chimney. In 18-zoveel trokken de Mormonen er naartoe, ik heb geen idee waarom. Ik moet namelijk errug nodig plassen, dus ik heb geen tijd om over de geschiedenis te lezen. Dus schieten we gauw het Visitor Center binnen.


Carhenge

Saturn-Vue-henge

Dat wordt een duur plasje, $3,- per persoon maar liefst. Want ondanks onze parkpas moeten we entree betalen. Dat komt omdat het hier nog steeds van de Mormonen is, getuige de jongeman met gigantische baard en pijpenkrullen. Daarom maakt onze pas geen indruk en moeten we gewon betalen. Dus gaat Andy ook meteen even plassen, ook al hoeft hij niet echt. Ik neem wat brochures mee en we doen een poging om een informatieve film te volgen. Maar eigenlijk interesseert het ons niet zo, dus geven we het maar op en gaan verder.


Chimney Rock

Want hij lijkt op een schoorsteen

Naar Gering. Wat een griebelstad is dat! Het motel dat we voor ogen hadden is weliswaar niet duur, $28,95 per nacht. Het is ook duidelijk te zien waaróm het niet duur is. Daar willen we echt niet slapen! We rijden terug. Aan het begin van het dorp hebben we een motel gezien dat er netjes, schoon en rustig uit ziet. Dat is het ook, dus nemen we voor €38,19 een kamer in de Circle S Lodge. Ook niet duur. Voor het eten rijden we terug langs het industrieterrein van Gering, naar Wendy’s. Daar nemen we burgers, friet en een gepofte aardappel, wat prima smaakt.


Avond bij Scotts Bluff

Ja, ook een mooie rots

Als we vol zitten, rijden we naar Scotts Bluff. Tja, leuke rotsen wel. Maar we hebben inmiddels betere gezien, dus we zijn niet echt onder de indruk. Nou, ik maak er toch maar even een foto van, als bewijs dat we er zijn geweest. Dan zoeken we ons motel op en gaan lekker slapen.


Dag 18 – Woensdag 24 september 2008

Weer: Lekker in de bergen, 20c
Doel: Naar de Rocky Mountains
Gereisd: Gering, NE naar Estes Park, CO, 304 km
Hotel: Super 8, €59,21

Van Gering naar Estes Park, Colorado

Als we gewassen en gepoetst zijn, verlaten we de hell hole die Gering heet. Oh nee, dat is niet waar. We gaan eerst ontbijten. Laten we dat voor de verandering eens bij McDonald’s doen. En het smaakt zowaar nog lekker ook. Nu vertrekken we dus wel, naar het zuiden tot Kimball en dan via de snelweg I-80 Nebraska weer uit. We hebben niet het idee dat we er veel aan zullen missen. Vlak voor Cheyenne, in Wyoming, zien we een bordje “Outlet”. Daar kunnen we vast fijn winkelen. Helaas. Het zijn voornamelijk “de pahahaden op, de lahahanen in”-spullen. En rare kleren. Dus gaan we weer verder.


Ons motel in Gering

Terug waar we zijn gestart

Als we bij Cheyenne zelf aankomen, slaan we af naar de I-25 zuid. Zo zijn we weer op het punt waar we 2,5 week geleden onze rondreis begonnen. We overwegen even om te doen of onze neus bloedt en gewoon weer opnieuw te beginnen… Verleidelijk, maar toch maar niet. We rijden door tot Loveland, waar we nu wel een echte Outlet-mall zien. Maar ze verkopen er niks naar onze smaak. Dus rijden we verder, naar Estes Park. Al gauw rijden we de bergen in, wat weer erg mooi is.


Estes Park, Colorado

Toeristen

We hadden eerst gedacht weer een cabin te huren. Daar waar we informeren is geen plaats meer. Dan maar een Super 8 Motel, goed voor de airmiles. We zijn voor vannacht €59,21 kwijt. Het is nog maar 2 uur, dus we hebben nog tijd zat. We doen lekker rustig aan en gaan op ons gemakje in het dorp kijken. Estes Park ligt aan de voet van het Rocky Mountain National Park. Het is een leuke, hoewel toeristische, plaats. Dus zijn wij braaf en hangen ook de toerist uit.

Eerst eens een lekker bakkie koffie bij Starbucks. Daar zitten we heerlijk op een terrasje, aan een beekje, in de zon. Life is good. Dan gaan we winkeltjes kijken en kopen wat souvenirs. Het loopt tegen etenstijd: eens zien waar we willen eten. We hebben vorig jaar wel erg lekker gegeten in een restaurantje in Lyons, 30 kilometer verderop. Zo lekker, dat we daar naartoe rijden. We hebben het gelukkig meteen gevonden. Het is alleen zo jammer dat het gesloten is… Nondeju! Kunnen we weer terug naar Estes Park.


Het beroemde Stanley Hotel

Uit “The Shining” van Stephen King

Andy dacht dat het bij de Japanner naast Starbucks zo lekker rook, dus dan wil hij daar wel eten. We installeren ons op het terras en ik ga even naar het toilet. Andy bestudeert ondertussen de kaart, maar ziet niets herkenbaars. Ik wel: alleen maar sushi. Wij houden niet van sushi. Wat doe je dan bij de Japanner, vraag je je vast af. Nou, die hebben ook wel eens gegrild eten. Daar houden we wél van. We verontschuldigen ons, leggen uit dat we ons vergist hebben en gaan weer weg. Met een lichtelijk beschaamd gevoel.


Estes Park

Rocky Mountains

We zoeken waar dan wel die lekkere etensluchten vandaan komen. Van de pizzeria natuurlijk! Dus nemen we pizza en dat gaat er lekker in. We rijden nog even langs het Stanley Hotel. Dit schitterende bouwwerk is gebouwd in opdracht van F.O. Stanley, die samen met zijn broer de stoomauto Stanley Steamer bedacht. Het hotel is echter vooral bekend door de film “The Shining“, naar een boek van Stephen King en met Jack Nicholson in de hoofdrol. Terug bij ons hotel en in onze kamer kijken we nog wat tv en gaan dan slapen.


Dag 19 – Donderdag 25 september 2008

Weer: Van koud naar fris naar warm
Doel: Rocky Mountains & Mount Evans
Gereisd: Estes Park, CO naar Lakewood, CO, 297 km
Hotel: Super 8, €61,08

Van Estes Park naar Lakewood, Colorado

We hebben besloten om gebruik te maken van het ontbijtje dat Super 8 aanbiedt. Dus eten we geroosterde bagels en mini-muffins. Dan gaan we op pad, de lanen in en de bergen op: naar het Rocky Mountain National Park. De Rocky Mountain is het belangrijkste gebergte van Noord-Amerika. De bergketen strekt zich uit van de staat New Mexico tot aan het noordwesten van Alaska, over een afstand van 4800 kilometer. Alleen het stukje in de staat Colorado is tot nationaal park benoemd.


We gaan het park in

Twee vechtende herten

De Rocky Mountains worden ook wel The Continental Divide genoemd. Amerika wordt er als het ware door in tweeën wordt gedeeld, vandaar. Via de Trail Ridge Road kun je The Continental Divide doorkruisen. Onderweg kun je genieten van schitterende panorama’s over bergtoppen en dalen. Verder biedt het park veel natuurschoon in de vorm van alpenweiden, bossen, bergstromen en meren. Er zijn talloze kleine en grote dieren, waarvan er meestal ook vele te zien zijn. Het belooft dus wat!


Brandje blussen

Prachtige Rockies

We rijden nog een keer langs het Stanley Hotel, zodat we in het park komen. De entree bedraagt $ 20,-, behalve voor pashouders zoals wij. Even later kunnen we naar de Trail Ridge Road. Deze weg zal ons naar de andere kant van het park brengen. Maar eerst: elanden! We zien een grote kudde, waarvan 2 mannetjes net met elkaar in gevecht zijn. Een prachtig gezicht, dat we natuurlijk filmen en fotograferen. En op de film hoor je het lawaai dat de heren erbij maken. We hebben een beetje medelijden met de loser van de twee, die uiteindelijk afdruipt.


Gouden bomen

Mooi lijstje

We rijden verder, genietend van de prachtige omgeving. Tot we langs een groepje brandweermannen rijden. Die hebben juist een fikkie gestookt en moeten dat nu onder controle zien te houden. Zo bevorderen ze nieuw leven in dit stukje park, wordt ons verteld. Even verderop is een parkeerplaats en we gaan kijken of we daar iets meer van de brand of van de rendieren zien. Zodra we uitgestapt zijn, komt er een vrouw op ons af die ons weet te vertellen dat wij “on star” hebben. Geen idee, wat is het?

Het blijkt een nieuwigheidje te zijn, een soort ANWB-paal in je auto. Met een druk op de On-Star knop in je auto kun je om hulp vragen. Toevallig zag ik daar gisteren een reclame over op tv. Een automobilist moest in het donker plotseling uitwijken voor overstekende herten en knalde daardoor tegen een boom. Meteen kwam er een melding bij On-Star. Die maakte contact met de man en wisten hem dankzij dit systeem te traceren. Ik geloof dat het via GPS werkt. Nou, diezelfde knop kun je ook gebruiken in andermans auto, als je zelf de sleutels in jouw auto hebt laten zitten en jezelf buitengesloten hebt.


Door de Rockies

Is dat sneeuw?

Wij blijken “andermans auto” te zijn en de vrouw is de “je” in dit verhaal. Zij en haar man kunnen hun auto niet meer in. Aan de antenne op onze auto zien ze dat wij ook On-Star hebben en hoopvol drukt ze op onze knop. De knop doet wel zijn best, maar kan geen verbinding leggen. Waarschijnlijk zitten we te hoog in de bergen. Dat is dan geen goede reclame voor dit systeem. We bieden aan om terug te rijden naar de brandweermannen. Misschien kunnen die helpen. Nee hoor, is geen moeite, we hebben tijd zat. Dus stapt de vrouw bij Andy in de auto en ze rijden weer naar beneden.


Ja, dat is sneeuw

Bergmeertje

Ga ik ondertussen even foto’s maken. Het is hier namelijk prachtig, met bomen die verkleuren naar bijna goudgeel. Als ik uitgeklikt ben, klets ik nog wat met de man van het onfortuinlijke stel. Hij deelt mijn mening dat Nebraska oersaai is. Volgens hem is dit samen met Kansas de saaiste staat. Ik geloof hem meteen. Na ongeveer een half uurtje is Andy terug. Er is hulp ingeroepen: er komt een park ranger die de auto kan openmaken. Het echtpaar is ons eeuwig dankbaar voor onze hulp en wij rijden vrolijk weer verder.


Boven de boomgrens

Serieus!

We genieten van de natuur en klimmen steeds hoger, tot we voorbij de boomgrens zijn. Al snel zien we sneeuw liggen! Naar mijn idee is dit het mooiste nationale park, gevolgd door Yosemite als goede tweede. We stoppen af en toe en zien opeens een paar bergmarmotten aan de kant van de weg zitten. Helaas komt aan deze weg een einde en via Granby verlaten we het park. Het is nu een uur of 1 en we bedenken wat we verder nog zouden willen doen. Niks specifieks, gewoon een beetje van de omgeving genieten. Misschien richting Boulder rijden? We nemen de I-70 oost.


Bergmeertje

Op weg naar Mount Evans

Op m’n kaart zie ik dat we langs de hoogste (geasfalteerde) weg in de USA komen, op de Mount Evans. Daar willen wij wel overheen rijden. De route ernaartoe is al schitterend. We komen langs Echo Lake en meteen daarna kunnen we afslaan naar de hoogste weg. We moeten daar wel entree voor betalen. Normaal gesproken $10,- per auto. Helaas kunnen we niet helemaal naar het einde rijden, dus betalen we half geld. We vergeten te vragen waarom we hem eigenlijk niet uit kunnen rijden. Maar dat spreekt eigenlijk voor zich: het is eind september, Mount Evans is ongeveer 4,5 kilometer hoog. Aangezien het vannacht in Estes Park al vroor, zal het bovenop de berg ook wel een winterse boel zijn.


De hoogste autoweg

Bergtuin

We kunnen de weg van 22,5 kilometer voor 14,5 kilometer uitrijden. Tot aan een riviertje, dat volgens mij Bear Creek heet. Daar is een meertje, genaamd Summit Lake heet. Het zijn in elk geval 14,5 schitterende kilometers. Ongeveer halverwege is een Visitor Center en een mooi aangelegde bergtuin. De goud gekleurde bomen ritselen in de wind. We nemen menig haarspeldbocht en dan wordt de weg steeds smaller. We rijden op de top van de wereld! Of in elk geval op de top van de Amerikaanse wereld.


Wauw!

Lappendeken

Dan passeren we de boomgrens en we zien steeds meer sneeuw. Links zien we in de diepte Denver liggen, rechts doemt Mount Evans op. Bij het meer is het ook erg mooi, op ruim 3,5 kilometer hoogte. De lucht is hier zeer ijl; kwestie van rustig wandelen en veel water drinken. Ondanks de sneeuw is het heerlijk in het zonnetje. Als we weer terugrijden, zien we een dikke bergmarmot zitten. Helaas ziet hij ons ook en hij heeft geen zin om voor de camera te poseren. Bummer.


Aan het einde van de weg

Summit Lake

We kronkelen weer terug naar beneden en vervolgen de route naar Estes Park. Daar gaan we richting Evergreen en dan naar Lakewood. Op zoek naar een bed en een bord. Met eten. Deze Lakewood moet je niet verwarren met die waar nichtlief Yvette woont en waar we al een aantal keer zijn geweest. De Lakewood van Yvette ligt in California en we zijn toch echt nog steeds in Colorado. Yvette trapt er in: we bellen haar en zeggen enthousiast: “We zijn in Lakewood!” “Bij ons huis?”, vraagt Yvette hoopvol. Horen we haar man Gary op de achtergrond heel droog zeggen “In Colo-rá-do…”


Ruige bergen

In de diepte ligt Denver

Goed, we vinden een Super 8 in Lakewood, CO, dat ons wel een kamer wil verhuren. Het kost ons €61,08 en dan krijgen we weer een mooie, ruime kamer. Het is hier beneden in het dal trouwens 27 graden, dus aardig warm. Voor het eten willen we naar Bennigan’s. Daar hebben we in Miami al eens lekker gegeten, in 2006. En die zit om de hoek, dus dat is lekker makkelijk. Als we er zijn, zien we dat het gesloten is. En dan herinner ik me weer dat deze keten het loodje heeft gelegd onder de huidige slechte economie in Amerika. Dan wordt het een Denny’s, om de andere hoek.

Terug in onze kamer kijken we tv. Er is een hele zielige film op, “A walk to remember“. Als die is afgelopen, gaan we slapen.


Dag 20 – Vrijdag 26 september 2008

Weer: Van 18 tot 32 graden
Doel: Tandarts en eten met Loek & Gepke
Gereisd: Rondom Lakewood
Hotel: Super 8, €46,35

Welkom in Nederland. Colorado.

Onze laatste vakantiedag alweer. We hebben tot vanavond niet echt plannen gemaakt, dus doen we lekker rustig aan. Om kwart over 9 lopen we naar de lobby voor een continentaal ontbijtje. Helaas, dat was tot 9 uur. Nou, dan gaan we wel uitgebreid ontbijten bij Denny’s, ook niet vervelend.

Andy heeft pijn in zijn mond. Dat is niet zo vreemd als je het abces op zijn tandvlees ziet. Gisteren was de kiespijn al begonnen. Tenminste, toen was het erg genoeg om het ter sprake te brengen. Meneer blijkt namelijk stiekem al langer met pijn in zijn mond rond te lopen. Maar nu heeft hij toch behoorlijk wat pijn, dus gaan we op zoek naar een tandarts. De receptionist van Super 8 helpt ons aan een adres en print een routebeschrijving uit. Ik bel om een afspraak te maken en we kunnen om half 12 terecht.


Central City

Central City

Terwijl ik met de tandarts aan de telefoon zit, zit Andy in zijn mond te mieren. Daardoor barst het abces open. Dat neemt de druk weg en verlicht de pijn al enorm, aldus Andy. Hij heeft eigenlijk geen zin meer om naar de tandarts te gaan, maar ik vind het verstandiger om wel te gaan. We hebben morgen een lange vliegdag voor de boeg en dat is geen goede dag om kiespijn te hebben.

De tandarts zit 8 kilometer verderop. In de wachtkamer moeten we eerst een formulier invullen met persoonsgegevens. Al snel is Andy aan de beurt. Het lijkt hier wel een beetje op een fabriek: de patiënten komen en gaan aan de lopende band. Er zijn allemaal kleine kamertjes met tandartsstoelen, ik schat een stuk of 6. Assistentes doen het voorbereidende werk: kleedje omdoen, fotootje maken, fotootje ontwikkelen, enz.


Central City

Central City

Dan is het wachten tot de tandarts zelf langs komt. De tandarts bekijkt de foto en Andy’s binnenkant en concludeert dat zijn kies geen bot meer heeft om op te rusten, waardoor het op zijn tandvlees drukt. Dat veroorzaakt de ontsteking. Oplossing: die kies moet eruit. Dat wil hij wel even doen, voor $120,-. Dat ziet Andy niet zo zitten, hij is toch nog teveel gehecht aan zijn kies. Bovendien, als die kies eruit moet, dan laat hij dat liever thuis doen. Dus vragen we iets tegen de pijn en we krijgen een receptje mee. We worden naar de “kassa” geleid en betalen $20,- voor dit consult. Nou, dat valt alleszins mee! We waren bang voor hogere bedragen.

We gaan op zoek naar een drogist. Aan de 6 West zit een winkelcentrum; misschien zit er ook een drogist waar we het medicijn kunnen halen. Maar terwijl we er naartoe rijden bedenkt Andy dat hij het niet nodig vindt. Doordat de druk van de ketel is, heeft hij al veel minder last en is de pijn goed te houden. Okee dan.


Central City

Slecht weer boven Colorado

Dan gaan we nog maar even de bergen in, naar de casinostadjes Central City en Black Hawk. We rijden door tot in Boulder en zo komen we door… Nederland! We waren er vorig jaar ook al, dus het is niet helemaal nieuw voor ons. En het stelt nog steeds niet zo veel voor. Dan slaan we af naar Black Hawk. Dit is een casinostadje, net zoals het buurstadje Central City. Het centrum ziet er heel gezellig uit, met huizen in Victoriaanse stijl. En daarin zijn dus vooral casino’s gevestigd. Als we verder richting de I-70 rijden, hebben we een prima uitzicht op Mount Evans, waar we gisteren waren. Aan de wolken te zien is het daar nu flink aan het sneeuwen.

We rijden door tot Aurora. Daar checken we in in de Super 8, voor €46,35. Dan weer in de auto, op weg naar onze dinner-date. We hebben afgesproken om met Loek & Gepke van Helden te gaan eten. We gaan eten bij Outback Steakhouse. We eten erg lekker en hebben het goed naar onze zin. Loek leert Andy hoe hij een steak moet bestellen: “Wipe the cow’s ass and kick off the cowboy”. Als we terug zijn bij Huize Van Helden, is het bijna 11 uur en het wordt tijd voor ons om op te stappen. Morgen een lange dag voor de boeg!


Dag 21 – Zaterdag 27 september 2008

Weer: Vliegtuigweer
Doel: Thuis aankomen
Gereisd: Denver – Philly – Brussel
Hotel: Huize Eysbroek

Terug naar huis

Omdat we gisteravond al online hebben ingecheckt, hebben we genoeg tijd om te gaan ontbijten bij Denny’s. Dan rijden we rustig naar het vliegveld, waar we eerst de auto gaan inleveren. Andy verontschuldigt zich tegenover de auto-inneem-meneer: “It’s a little dirty…” Dat vindt de meneer een understatement: “A LITTLE dirty???” Maar alles is in orde, we krijgen een bewijs van terugbrengen en kunnen met al onze bagage in de shuttlebus naar het vliegveld stappen.


Denver Airport

In de terminal

Onze vlucht vertrekt om half 2 en het is nu net na tienen, dus we zijn veel te vroeg. We hangen een beetje buiten rond, ik maak nog een paar foto’s en we genieten van de zon. Dan gaan we maar eens boarden. De vlucht verloopt soepel, we vertrekken op tijd en komen op tijd in Philadelphia aan. Geen krijsende kinderen onderweg, altijd fijn. We krijgen geen eten maar hadden daarom zelf wat gekocht op het vliegveld.

In Philadelphia stappen we over en om half 9 ’s avonds vliegen we naar Brussel. Het is een lange zit, maar wederom een vlucht waar weinig bijzonders over te vertellen valt. We landen zelfs te vroeg in Brussel. Ook op de weg is het rustig, dus zijn we anderhalf uur later thuis, in het immer saaie Kaatsheuvel. We gaan lekker slapen en dan nagenieten!


Epiloog

Wat een geweldige vakantie was dit! We hebben veel gereden, bijna 9.000 kilometer, maar we hebben het naar ons gevoel lekker rustig aan gedaan. Nergens gehaast en voldoende rust genomen. We hebben alles gezien wat we wilden zien en alles gedaan wat we wilden doen. De natuur was weer prachtig, de parken schitterend.

Al die bizons op Antelope Island heeft indruk gemaakt. Craters of the Moon was heel gek, alsof je op een andere planeet loopt. Yellowstone was erg bijzonder, met die gekke vulkanische creaties. Beetje jammer van de armetierige accommodatie. Glacier en Waterton vonden we heerlijk, lekker weids en rustig. Het Theodore Roosevelt park en de Badlands waren schitterende verrassingen.

De Rockies blijven wel mijn favoriet. We waren er op het hoogtepunt van het verkleuren van de bomen. Dat is altijd weer spectaculair. En over hoogtepunt gesproken: wat was het ontzettend mooi, bovenop Mount Evans!

We zijn in maar liefst 6 nieuwe staten geweest. Vooral South Dakota was een aangename verrassing. Dat lijkt wel 1 groot nationaal park. Maar dan met allemaal verschillende bezienswaardigheden. De Black Hills zijn prachtig, de monumenten bijzonder en de plaatsjes gezellig.

Nebraska was de saaiste staat. Hoewel Carhenge wel weer erg grappig was. We hebben allerlei aardige mensen ontmoet, leuke gesprekken gehad en veel wilde dieren gezien. De prairie dogs vind ik erg vermakelijk, daar kan ik uren naar kijken.

We hebben voor al die parken de Nationale Parkpas aangeschaft. Dat kostte ons $ 80,-. We hebben 8 parken en monumenten bezocht, wat totaal op $ 108,- komt. Een besparing van 28 dollar dus. Tja, we blijven Hollanders…


Met de 6 nieuwe staten van deze vakantie hebben we nu 27 van de 50 bezocht. En we zijn in een nieuw land geweest: Canada. Daarvan hebben we 2 provincies gezien. Er zijn er nog 8… Klinkt als een nieuwe vakantie die kant op!

Facts & Figures
Continent Noord-Amerika
Hoofdstad Washington DC
Grootte tov Nederland 236,54 x groter (9.826.675 km2)
Aantal inwoners 324 miljoen / 33 per km2
Beste reistijd Hele jaar, ligt eraan waar je naartoe gaat
Visum nodig? Ja, voor vertrek regelen
Visum kosten $14,- per visum
Tijdsverschil met Nederland Verschilt per deel, tussen 3 en 12 uur vroeger
Munteenheid Amerikaanse dollar (USD): 1 dollar = €0,89
Taal Engels (Amerikaans)
Facts & Figures
Continent Noord-Amerika
Hoofdstad Ottawa
Regeringsvorm Koninkrijk
Grootte tov Nederland 240,35 x groter (9.984.670 km2)
Aantal inwoners 35,6 miljoen / 3,6 per km2
Beste reistijd Maart tot en met oktober
Visum nodig? Ja, voor vertrek regelen
Tijdsverschil met Nederland Verschilt per deel, tussen 4,5 en 9 uur vroeger
Munteenheid Canadese dollar (CAD): 1 dollar = €0,66

Reacties zijn gesloten.