Noordwest USA dag tot dag


Dag 1 – Zaterdag 7 september 2013

Weer: Vliegtuigweer
Doel: Aankomen in Seattle
Gereisd: Schiphol-Houston-Seattle
Hotel: Alex Rooms, €65,- en Travelodge, €47,33

Vlucht naar Seattle, WA

Vrijdagavond zijn we na het werk en na het eten op ons gemak naar Zwanenburg gereden. Daar slapen we bij Alex Rooms, voor € 65,-. Alex Rooms heeft mooie, moderne kamers met ruime, eigen douches. Het blijkt alleen dat de bedden niet helemaal geschikt zijn voor 100+ kilootjes… Iemand van ons heeft daardoor niet zo goed geslapen.

Om 6 uur gaat de wekker, want we worden om 7 uur naar het vliegveld gebracht. Daar komen we om half 8 aan, lekker op tijd. Voor vluchten naar Amerika vindt eerst een controle plaats: er worden een aantal vragen gesteld en je paspoort wordt gecontroleerd. Dat alles om te bepalen of je niet stiekem gaat blijven of andere snode plannen hebt. Op Schiphol vindt deze check pas bij de gate plaats. En de veiligheidscheck, waarbij je spullen door de X-ray gaan en jijzelf door een scanpoortje, is ook pas hier. Dat geeft meer rust bij de incheckbalies, omdat dan niet alle vluchten door elkaar staan. Nu hoeven we alleen de bagage in te checken en omdat we vroeg zijn, zijn we vlot aan de beurt.


De taxi staat weer voor

Overstap in Houston

Dan door de douane: we gebruiken de makkelijke zelf-check poortjes, want daar staat nauwelijks een rij. Nu naar onze gate en daar zijn dus de controles. Geen lastige vragen, wel een nieuwe: hoeveel hebben we betaald voor de tickets? Ehm, die weet ik niet op de punt/komma, maar ongeveer 1200 piek voor 2 tickets. We mogen verder door de scan en dan wachten tot het boarden begint. Het verloopt allemaal vlot, ondanks dat de vlucht bijna helemaal vol zit. We zitten op rij 40, in de middelste rij van 3. Dat betekent dat ik een buurman heb. Maar dat geeft niet, we hebben nog een uitgang aan Andy’s kant. Dat hebben we namelijk ook een tijdje terug ontdekt: als je een vliegtuig met 3-3-3 (of 3-4-3) rijen hebt, is het prettiger zitten in de middelste sectie. Want dan hoef je je onbekende buur niet lastig te vallen als je eruit wilt. Of die buur jou als die eruit wil!

De vlucht verloopt soepel en we slaan ons door de 10,5 uur naar Houston heen. Dat doen we door wat te slapen en wat films te kijken. Oh, hoogtepunt is wel dat we een lekker ijsje krijgen! Ja, je leert de kleine dingetjes waarderen, op zo’n ellenlange vlucht…. Om 2 uur plaatselijke tijd komen we in Houston aan. Daar is het 7 uur vroeger dan in Nederland. Omdat we hier voor het eerst voet aan Amerikaanse grond zetten, mogen we hier door de Immigratie. Nou, dat was de makkelijkste sinds lange tijd! Er staat nauwelijks een rij, dus dat gaat vlot. En de officier stelt geen enkele lastige vraag, hij wil alleen weten wat we komen doen en wat de eindbestemming is. Dan de vingerprintjes en het fotootje en we mogen door.

Nu de koffers ophalen. Daarmee gaan we door de douane, waar we het douaneformulier afgeven dat ik in het vliegtuig mocht invullen. Volgende stap is de koffers afgeven voor de volgende vlucht. En weer door, naar de controle om naar de aansluitende vlucht te kunnen. Eén van onze handkoffertjes wordt extra onderzocht, maar niks aan de hand. Nu bedenk ik me dat dit koffertje al eerder extra gecheckt is. Hmm, misschien maar eens vervangen.


Ons hotel in Seattle

Staat #46: Washington. Check!

Onze volgende vlucht gaat over 3,5 uur, dus we hebben wat tijd te doden. We hangen maar een beetje rond bij onze gate. Helaas niet lekker rustig: dit blijkt een vlucht met veel kinderen te zijn. En die lijken allemaal hyper… Op deze vlucht van 4 uur krijgen we niets te eten, dus kopen we voor onderweg een broodje bij Subway. We eten alleen de helft nu al op en zullen de andere helft pas na aankomst in het hotel opeten, maar ach.

Om 5 uur kunnen we eindelijk boarden. En jawel, we krijgen een baby direct achter ons. Het jong heeft blijkbaar nieuwe geluidjes geleerd en de longen werken best. Andy heeft geweldige “oortjes” waarmee hij zich compleet van de buitenwereld kan afsluiten. Dus is al het babylawaai voor mij. Whoohoo. Ik ben blij als we om half 8 landen.

Als we onze koffers hebben, gaan we naar de plek waar de hotelshuttles stoppen. Daar hangt een telefoon en met code 26 krijgen we ons hotel Travelodge aan de lijn. Ze sturen een shuttle en een kwartiertje later kunnen we instappen. We krijgen een kamer op de 2e verdieping, dus daar slepen we alle bagage naartoe. Inderdaad, geen lift. Dan ontdekken we dat de lamp in onze kamer kapot is; die blijft irritant proberen om aan te gaan, zonder succes. En het stinkt er naar rook, terwijl het een niet-rokers kamer is. Dus hol ik naar de receptie voor een andere kamer. Die krijgen we op de begane grond. Dus sjouwen we de koffers weer naar beneden. Want: geen lift…

We zijn doodop van de lange reis, we zijn inmiddels ook al 24 uur op, dus dat is snel douchen en voor we liggen, slapen we al.


Dag 2 – Zondag 8 september 2013

Weer: Eerst mistig, daarna warm, 27c
Doel: Sightseeing Seattle
Gereisd: Naar en van Seattle
Hotel: Travelodge, €47,33

Pike Place Market

Wat een vreselijke nacht! Rond een uur of 2 kreeg een groep rondom onze kamer ruzie. Er werd tenminste flink geschreeuwd en gestampt en ik hoorde meer dan 2 stemmen, vandaar deze aanname. Het leek me in elk geval niet verstandig om te gaan kijken. Toen dat eindelijk voorbij was en ik weer was ingesukkeld, stonden er nog een stel na te kletsen of zo. Nu klonk het niet of er een hele groep was en het klonk niet meer als ruzie. Dus na een paar keer indutten en weer wakker schrikken, steek ik toch maar eens mijn hoofd naar buiten. Er staan er 2 gezellig voor de deur te beppen. Als ze mijn niet-bepaald-geamuseerd-kijkend-hoofd zien, bieden ze excuses aan en tiefen op. Nou, hopelijk kan ik dan eindelijk slapen, want ik vind dit Sleepless in Seattle maar niks!

Maar niet te lang, want door het tijdverschil zijn we vroeg in de veren en gaan we al om half 9 op pad. We beginnen deze vakantie namelijk met een stedenbezoek: we gaan Seattle verkennen. Om daar te komen nemen we de trein, de Light Rail. Er is een station een blok van ons hotel vandaan, dus we lopen er naartoe. Onderweg komen we langs een Mc Donalds. We hebben nog niet ontbeten en die van de Mac is best te pruimen. Dus beginnen we daar maar eens aan. Dan gaan we het station in en kopen een retourtje naar Pioneer Square. Dat kost $5,50 per kaartje.


Plein in Seattle

Pioneer Square

De trein komt meteen al aanrijden, dus we springen er in. Dat ging bijna mis, want Andy stond al binnen toen de deuren dichtgingen en Janneke nog op het perron…. Heldhaftig houdt Andy de deuren open, zodat ik snel naar binnen kan. Ja, ik ben een druif.

Allebei in de trein en een half uurtje later staan we om de hoek van Pioneer Square. Hier ergens zou de hop on hop off trolley moeten stoppen. We zien niet meteen waar de halte is, maar zien even later wel de trolley aankomen. Dus springen we snel in en betalen 2x $20,- om de hele dag te mogen hoppen.

We toeren lekker door de stad tot we bij Seattle Center komen. Daar zit de beroemde Space Needle. En een heel park er omheen. En het EMP, Experience Music Project and Science Fiction Museum and Hall of Fame. Dat is een erg bijzonder gebouw, ontworpen door Frank Gehry.

We hebben niet de behoefte om in de Space Needle naar boven te gaan. Da’s namelijk aardig duur, $22,- per persoon, en we weten van New York dat je het best snel gezien hebt daarboven. Bovendien hebben we de tip gekregen om in de Smith Tower omhoog te gaan. Voor veel minder geld heb je daar hetzelfde uitzicht, en ook nog eens óp de Space Needle. Dus eigenlijk beter uitzicht.


Fremont

Fremont (of Ballard?)

Wij gaan lekker naar het park bij de Needle. Of wacht, de blauwe route van de trolley vertrekt zo. Die gaat niet zo vaak, slechts om de 1,5 uur. Dus als we die nu nemen, hebben we die route in elk geval gehad. En die route gaat door Fremont en Ballard, en dan weer terug naar het EMP. Daar doet hij dus 1,5 uur over en we genieten van deze kant van de stad.

Weer bij het EMP gaan we het park verder verkennen. Er blijkt vandaag een Hawaiian markt te zijn, met onder andere Hawaiiaans eten, muziek en een soort braderie. We luisteren heel even naar 2 héle slechte zangers en verbazen ons over de rijen voor de vreettenten.


Ergens in de stad

Needle Park

Dan kuieren we weer richting busstop. We stappen in een groene lijn, om de route waar we vanochtend mee begonnen te vervolgen. Die gaat verder langs het water en naar Pike Place Market. Deze markt opende haar “deuren” in augustus 1907. Het is één van de oudste publieke boerenmarkten in de Verenigde Staten. Er is van alles te zien, te kopen, te proeven en te eten. Het is er gezellig druk en we kijken onze ogen uit. En genieten van een lekker hotdog. Speciale attractie hier is de viskraam, waar het personeel elkaar de vissen toegooit, liefst over de hoofden van het publiek heen.


Viskraam in Pike Place Market

Homemade at the PPM

Als we uitgekeken zijn, gaan we op weg naar Smith Tower. Die vandaag dicht is vanwege een privé event…. Crap! Nou ja, niks aan te doen. Dan eerst maar wat drinken op een terrasje. Oh ja, want het is behoorlijk warm vandaag, 27 graden maar liefst!

Als we de stad niet van boven kunnen bekijken, dan doen we dat wel vanaf het water. Door met een ferry naar Bainbridge Island te gaan. Dus wandelen we terug naar de waterkant, naar Pier 52. Daar is de ferry terminal. We kopen 2 retourtjes Bainbridge Island van $7,70 per stuk. We kunnen vanaf kwart over 5 aan boord en om half 6 vaart hij weg. Het is een prachtig tochtje, met een magnifiek uitzicht op de stad en dus een heel mooi plaatje van de skyline van Seattle.


Mount Rainier op de achtergrond

Vanaf de Ferry Terminal

In een half uur zijn we aan de overkant. Iedereen moet van boord en veel mensen – waaronder wij – draaien meteen weer om om terug te gaan. Om 7 uur zijn we terug in Seattle. Mooi op tijd om iets te eten te zoeken. We kiezen voor Red Robin. Die zit meteen aan de kade en ze serveren er burgers. Heerlijke burgers, zoals blijkt.


Prachtige skyline met The Needle

De zon gaat onder en wij naar bed

Inmiddels hebben we de zon onder zien gaan boven Elliott Bay. Dus wordt het tijd om terug richting hotel te gaan. We wandelen via Pioneer Square weer naar het station, waar net de trein aankomt. En een half uurtje later lopen we alweer van het station naar onze Travelodge. Daar duiken we zo snel mogelijk in bed. Want het was een geweldig leuke eerste dag, maar wel vermoeiend!


Dag 3 – Maandag 9 september 2013

Weer: Heet! 32c maar liefst
Doel: Mount Rainier & State Fair
Gereisd: Seattle naar Puyallup, 460 km
Hotel: Northwest Motor Inn, €78,50

Van Seattle, WA naar Puyallup, WA

We beginnen de dag mistig en bewolkt. Maar dat was het gisteren ook en volgens de weerberichten komt het allemaal goed. We zullen zien.

Vandaag begint onze rondreis, dus hebben we een auto nodig. Daarom hebben we om 8 uur een shuttle naar het vliegveld gevraagd. We worden vlakbij de car shuttle afgezet. Op dit vliegveld hebben ze één shuttle bus voor alle verhuurders, die allemaal gezellig bij elkaar zitten. Best handig. Wij hebben onze auto gehuurd bij Thrifty en we zijn direct aan de beurt. We hebben een Premium klasse geboekt en dat zou een Chrysler 300C of iets vergelijkbaars moeten zijn. Get, bij Thrifty is dat een Nissan Maxima of een Crown Victoria. Je weet wel, een politiewagen. Doe dan de Nissan maar. Nee, we hoeven geen extra verzekeringen. Nee, ook geen Road Assistance, die hebben we nog nooit nodig gehad in de 14 reizen die we door Amerika hebben gemaakt. Afkloppen….


Onze Nissan Maxima

On the road again

We mogen een paar verdiepingen omlaag naar de auto’s van Thrifty. We kiezen de zwarte Nissan Maxima, wat eigenlijk best een mooie wagen is. Maar ja, Japans. Niet dat we iets tegen Japanse auto’s hebben (ik rij tenslotte al jaren met veel plezier Suzuki’s), maar in Amerika huren we liever Amerikaans. Vinden we mooi. Behalve dan die Crown Victoria, die is echt lelijk. We rijden weg, ik leg de huurpapieren in het kastje, wil het kastje sluiten: lukt niet. Nog een keer. Nee sluit niet. Beetje morrelen dan? Oeps, nu heb ik de voorkant van het dashboardkastje in mijn handen…

Dus draaien we weer om. Er wordt een schadeformulier opgemaakt en we krijgen een andere Maxima mee. Waarvan het kastje gewoon fatsoenlijk sluit. Mooi, kunnen we op pad. Dat wil zeggen, terug naar het hotel, want we hebben onze bagage achtergelaten. Ja, we gaan natuurlijk niet met die koffers in bussen zeulen als we ook gewoon even langs kunnen rijden!


Lekker toeren

Mooi hier!

Dus halen we onze spullen op en laden de auto in. Gelukkig past alles in de kofferbak. Dan uitchecken en op pad. We gaan vandaag de staat Washington nader bekijken en dat doen we door de scenic route Mountains to Sound Greenway te rijden. Die gaat over de Interstate 90. Moeten we daar wel eerst komen natuurlijk en dat kan door de I-405 naar het noorden te nemen. Daar staat file. Maar gelukkig zijn we met zijn 2-en en mogen we gebruik maken van de carpoolbaan. Dat rijdt aardig door. Als we een Denny’s zien slaan we af, want we hebben nog niet ontbeten. En we lusten wel een Full American Breakfast. Als altijd gaat dat er weer lekker in.

De file voor de deur is nog niet helemaal opgelost, maar via de carpoolstrook komen we toch redelijk vlot bij afslag 10 naar de I-90. En dat blijkt een mooie route te zijn! We zien waarom Washington de Evergreen State wordt genoemd: allemaal prachtige groene bomen hier. En de bergen die we onderweg passeren zijn aardig imposant. Heerlijke route om de dag en de rondreis mee te beginnen!


Mount Rainier
01_jez7184
Mount Rainier

Na ongeveer 100 mijl komen we bij Ellensburg. Daar rijden we een rondje doorheen, want we moeten nog boodschappen doen. We hopen dus een Wal*Mart of zo te vinden. Helaas. Dan rijden we eerst maar verder, de nood is nog niet hoog. We nemen de I-82 naar het oosten en bij afslag 3 gaan we parallel rijden over de 821. Ook dat is een schitterende route. Er mogen geen commerciële wagens rijden, dus geen vrachtwagens en dergelijke voor onze neus. Wel een mooi berglandschap.

Aan het einde komen we bij Yakima en het lijkt ons sterk als we in deze grote plaats geen boodschappen kunnen doen. We zien geen Wal*Mart maar wel een Albertsons, de Amerikaanse Albert Hein. Normaal verkopen ze daar wel koelboxen, zegt de winkelmedewerker, maar die zijn helaas op. Nou ja, kopen wij alvast spullen om erin te doen, hebben we dat tenminste. Dus slaan we drinken, koekjes en fruit in.


Mount Rainier

Mount Rainier

Het volgende deel van de route van vandaag gaat naar Mount Rainier, de grote, altijd witte vulkaan. Morgen gaan we trouwens het park van Mount Rainier in, maar vandaag dus vast de kant op. Daarvoor nemen we de 12 west tot Naches. Hier zien we een Ace, een soort doe-het-zelf-winkel. Daar hebben ze vast wel koelboxen. En jawel! Niet de grote piepschuimen die we wilden, maar wel de kleinere versie. Ach, 2 kleintjes is bijna hetzelfde. En ze verkopen er ijsblokjes, dus kunnen we meteen de boel koud zetten.

Zo, dan beginnen we nu een aan deel van de White Pass Scenic Byway. Da’s een mooie route door de bergen en over de White Pass. Op een gegeven moment hebben we opeens een adembenemend zicht op Mount Rainier. Gelukkig hebben ze er een view point gemaakt, dus stoppen we voor wat mooie plaatjes.


Ahh, cute

Washington State Fair

Net na de White Pass slaan we af naar de 123, die rechts langs de vulkaanberg gaat. We genieten erg van deze prachtige route. De 123 gaat verder als de 410 en die rijden we helemaal uit naar het westen, tot aan Puyallup. Waar we weer gezellig in de file komen. Het is dan ook een uurtje of 5, dus spitsuur is begonnen. We vinden het eigenlijk wel genoeg voor vandaag. We gaan een motel zoeken. Da’s niet zo moeilijk, er zitten er een paar onderaan de afslag. We kiezen de eerste de beste, genaamd Northwest Motor Inn, voor € 78,50,-.

Ik heb iets gezien over een State Fair. We zien ook een hoop mensen die ergens naartoe onderweg zijn. Dus ik vraag me af wat er aan de hand is. De motel eigenaar weet het antwoord. Het is inderdaad een State Fair. Die is afgelopen vrijdag begonnen en duurt 3 weken. Het is tot 10 uur vanavond open en de entree is $ 12,50 per persoon. We zijn nog nooit naar een State Fair geweest en ik heb ooit de tip gekregen er zeker eens een te bezoeken. Nou, dan doen we dat toch vanavond, we zijn hier nou toch! De fair is aan de andere kant van het viaduct, dus we lopen er even naartoe. Na betalen van de entree mogen we naar binnen.


Eten op de State Fair

Yumm, olifantenoor

Wat dat dan is, een State Fair? Tja, het lijkt op een kermis. En op een braderie. En op een huishoudbeurs of zo. En op een opeenstapeling van vreetstalletjes. En op live entertainment. En op kunst & nijverheid uit de hele staat. Alles bij elkaar geveegd: een State Fair! Wat we ontdekken is dat het helpt als je a) een cowboyhoed op hebt, of b) cowboylaarzen draagt, of c) een korte broek / rok aanhebt. En bij voorkeur d) dat alles bij elkaar. Ja, je weet tenslotte nooit of je hier de man/vrouw van je dromen tegenkomt!

We passen ons aan aan de omgeving door te beginnen met vreten. Want die cheeseburgers zien er wel lekker uit. Dan lopen we een rondje, kijken eens hier en kijken eens daar. We maken een heel kort tochtje in de people mover. Dat is een soort treintje achter een tractor, die om vage redenen door mensen in koeienkleding bestuurd en begeleid wordt. Het treintje gaat niet ver, er zijn teveel mensen op pad. Dus stappen we weer uit en nemen een kijkje op de huishoudbeurs. Dan nog een rondje over de kermis en dan heb ik plek voor een olifantenoor. Da’s een soort pannenkoek, maar dan anders, met boter en kaneelsuiker. Het is errug lekker, kan ik je verzekeren! Andy lust nog wel een Frankfurter worst met zuurkool.


Muziek op de State Fair

Demo’s op de State Fair

We wandelen nog een rondje door de koeienstal, langs de arts & crafts standjes en houden het dan voor gezien. We kunnen het bezoek aan een State Fair nu afvinken, dus mogen we terug naar ons motel. Daar gaan we van een welverdiende nachtrust genieten.


Dag 4 – Dinsdag 10 september 2013

Weer: Gemiddeld 28 graden
Doel: Mount Rainier & Mount St Helens
Gereisd: Puyallup naar Hood River, 546 km
Hotel: Riverview Lodge, €51,76

Van Puyallup, WA naar Hood River, OR

Het is mistig en het miezert een pietsie. Maar dat geeft niet, dat was de afgelopen 2 dagen ook het geval. Als het goed is lost de mist zo ergens tussen 10 en 11 op. En dan zal het warm worden. Hopen we. Nou ja, niet te warm graag.

We zijn al vroeg wakker en daardoor om half 9 al helemaal klaar, gepakt, gewassen en gestreken. Aan de overkant zit een restaurantje, Jason’s, dat ontbijt serveert. Mooi, dan doen wij niet moeilijk. We nemen een Amerikaans ontbijt (Andy) en een Denver omeletje (Janneke) en kunnen er voorlopig een tijdje tegen! Dan gaan we on the road again, weer terug richting Mount Rainier. Daar zijn we gisteren langs gereden en nu gaan we het Nationaal Park echt in.

05_jez7202
Gletsjer rivier, maar dan droog

Lekker toeren door de bergen

Daarvoor moeten we nog een stukje over de I-512 tot Parkland en dan naar de 7 zuid. Tot Elbe, was het plan. Alleen wordt er halverwege aan de weg gewerkt en moeten we een stukje omrijden. Ook leuk. Weer terug op de 7 rijden we tot we naar de 706 kunnen. Dat is een prachtige route die ons steeds dichter bij de bijna 4400 meter hoge vulkaan Mount Rainier brengt. Dat is de hoogste bergtop in de Cascade Range. Met 26 grote gletsjers is het ook de berg met de meeste gletsjers. Tenminste, van de 48 staten op het vasteland van Noord-Amerika (dus zonder Alaska en Hawaii). Een stuk van 91 km² is voortdurend bedekt met sneeuw en ijs. Verder zijn er twee vulkanische kraters, met elk een diameter van 300 meter. Dankzij de warmte van de vulkaan blijven de kraters vrij van sneeuw en ijs. En daardoor is een netwerk van gletsjergrotten ontstaan. Een klein kratermeer bevindt zich in het diepste punt van de westelijke krater. Dit meer is alleen via de grotten te bereiken. En daar zijn wij nu. In het park, niet in die grotten.


Mount Rainier

Nou, daar dus

Om het park in te mogen moet entree betaald worden. 15 dollar voor 1 auto met max. 4 inzittenden. Wij kopen meteen de National Park Pas. Dat is een jaarpas en die kost 80 dollar. Daarmee kunnen we alle nationale parken en nationale monumenten in Amerika binnen. Een jaar lang. We zullen deze vakantie nog een paar parken en monumenten tegenkomen, dus die komt wel van pas… En anders gebruiken we hem in januari op Hawaii. En mochten we in september 2014 nog plannen hebben, dan is hij ook nog net geldig. En anders hebben we weer mooi het Nationaal Park systeem gesteund.

Goed, we mogen verder het park in rijden. Er zijn genoeg mooie uitzichtpunten en we stoppen bij een aantal. Het is hier schitterend!


En hier, bij de volgende vulkaan

Mount St. Helen

De route komt uit op de 123, waar we gisteren over reden. Daar slaan we af naar rechts en later nog een keer rechts naar de 12. En zo laten we Mount Rainier langzaam achter ons. Om op het volgende hoogtepunt af te rijden: Mount St. Helens. Dat is een vulkaan die nog actief is. De laatste uitbarsting was in 1980. En in 2004 leek het erop dat ze weer zou uitbarsten. Maar dat is niet gebeurd. Nu zie je nog een beetje schade van 1980. Dat was namelijk een flinke uitbarsting. De eerste sinds 123 jaar. Het was de meest verwoestende en dodelijke vulkaanuitbarsting in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Bij de uitbarsting kwamen 57 personen om het leven en raakten 200 huizen, 47 bruggen, 24 km spoorweg en 300 km weg vernield. De uitbarsting werd voorafgegaan door een beving van 5,1 op de schaal van Richter waarbij de top van Mount St. Helens instortte en de berg 400 m lager werd. Nou, en daar zijn wij nu naar op weg!


Ergens onderweg

Aangespoeld? Omgevallen? Geen idee

Route 25 loopt langs het park en om een closer look te krijgen, slaan we na 17 mijl af naar de 99. Die gaat tot op 5 mijl afstand van de kratermond. Daarin heeft zich inmiddels een meer gevormd. Mooi hoor! Het is trouwens errug warm geworden! Op het hoogtepunt maar liefst 34 graden, maar gemiddeld iets van 28. Bijna te warm… Maar we mogen niet klagen, schijnt.

Als we uitgekeken zijn, rijden we de 17 mijl over de 99 weer terug en vervolgen dan onze weg over de 25 naar het zuiden. We hebben het erg naar ons zin, in deze schitterende natuur. Maar ook deze route eindigt eens. Dus nemen we de 503 richting snelweg. Ha, dat vindt Andy wel weer eens aangenaam, na al die bochten en beklimmingen. We nemen de I-5 en de I-205 en rijden zomaar Oregon binnen. Staat nummer 47 op onze lijst, check!


Aan de Colombia River Highway

Mooi gebouwtje, “Vista House”

Daar rijden we over de 84 en vervolgens parallel daaraan, over de Colombia River Scenic Byway. Wauw, wat is het ook hier mooi! De route leidt door bossen, over bergen, langs een prachtige bergkloof en langs vele watervallen. Bij sommige stoppen we voor een close-up look.

Aan het einde van onze route vandaag ligt Hood River, een mooie plek om een overnachting te zoeken. Het is namelijk al bijna 7 uur. De Best Western is volgeboekt. De Comfort Suites achterlijk duur; we gaan echt geen $ 159,- voor een kamer betalen. Daar komt nog belasting bij ook en dan zit je toch aardig richting de 200 dollar. Nee, dank u. Bij de Riverview Lodge even verderop betalen we nog niet de helft: $ 67,58. Dat klinkt ons toch heel wat aantrekkelijker in de oren! Da’s namelijk slechts 52 piek in eurootjes. En de kamer die we voor dat geld krijgen is ook helemaal prima. Het is lekker ruim, schoon, heeft 2 bedden en een keurige badkamer, er is een koffiezetter, magnetron en koelkast; wat willen we nog meer? Niks!

Oh, toch wel, eten! Ons is Brian’s Pourhouse aangeraden, dus gaan we daar maar eten. Het zit richting centrum aan een steile en redelijk drukke weg, waar we lekker buiten op het terras plaatsnemen. Andy neemt een steak, ik een Philly cheesesteak en als toetje een Dutch Apple pie. Ik denk niet dat het naar Hollands recept is (geen krenten, wel een krokante korst) (hoewel, half koud, dus dat zou wel kunnen….). Het smaakt wel lekker, maar eigenlijk vinden we het geen 60 piek waard (inclusief fooi). Nou ja, we hebben wel lekker gegeten hoor.

We doen nog even een paar boodschapjes doen bij de Wal*Mart, voor we teruggaan naar ons hotel.


Dag 5 – Woensdag 11 september 2013

Weer: Alweer erg warm, 32c
Doel: Sightseeing Oregon & Crater Lake
Gereisd: Hood River naar Klamath Falls, 696 km
Hotel: Oregon 8 Motel, €41,70

Van Hood River, OR naar Klamath Falls, OR

Na een lekker nachtje slapen zitten we om half 9 alweer in de auto. Op weg naar een plek om te ontbijten. We vinden een tentje down town dat vol grijze hoofden zit. Daar passen we vast nog wel bij. Het heet Bette’s Place. We nemen weer een typisch Amerikaans ontbijt. Een uurtje later zijn we ready to go.

We gaan vandaag Oregon verkennen. Dat doen we door een aantal mooie routes te rijden. Dat begint meteen in Hood River, met de route Mount Hood. Die leidt ons om nog zo’n hoge, witte berg heen. Jawel, Mount Hood geheten. Je verwacht het niet. Ook dit is een vulkaan. Met zijn 3.426 meter is het de hoogste piek van de staat Oregon. Mount Hood wordt beschouwd als een potentieel actieve vulkaan, alhoewel de laatste uitbarsting in 1782 was. Ik heb eigenlijk geen idee waar dan die potentie vandaag komt…


Mooie route

Mount Hood

Het is een prachtige route, die begint in fruitteelt gebied. We zien onnoemlijk veel appels, peren en nectarines.

De Mount Hood-route eindigt in Sandy. Daar slaan we af naar de 211 die ons naar Estacada brengt. Dan verder over de 224 en onze volgende route begint: West Cascades. Lekker door de bossen, over bergen en langs een mooie, redelijk wilde rivier. Prachtig hier!

De 224 gaat over in de 46. Aan het eind slaan we linksaf naar de 22, dan de 20 naar Sisters en naar Bend. In Bend zoeken we de weg naar de 46, die door het Deschutes National Forest gaat. En waar we een aantal meren tegen gaan komen. Mooi hoor.


Lekker pootjebaden

Maar voorzichtig lopen

Het is inmiddels half 5 geworden. Time flies when you’re having fun. We moeten beslissen wat we doen: hier een slaapplaats vinden of doorrijden. In het laatste geval betekent dat een bezoek aan Crater Lake NP, want die ligt op de route en op de planning. Maar dan wordt het wel laat voor we iets te slapen kunnen zoeken. Dus laten we het afhangen van wat we tot het park aan slaapgelegenheden tegenkomen. Nou, da’s alleen het gehucht Chemult, waar 1 of 2 motels zitten. Maar niet bar veel te eten. Vinden we toch ook best belangrijk. Dus besluiten we om door te rijden.


Vreemde bomen

Deschutes recreational area

Een stukje verderop kunnen we rechtsaf naar de 138 en dan nog een keer rechts om bij het Crater Lake te komen. Voor dit park is de entree 10 dollar. Maar wij wapperen met onze parkpas en mogen door. Crater Lake is een van ’s werelds bekendste kratermeren. Het is ongeveer 7700 jaar geleden ontstaan, bij een zeer zware vulkanische uitbarsting van Mount Mazama in Oregon. De enorme caldera (sjiek woord voor krater) is ontstaan toen tijdens de uitbarsting de bovenste 1500 meter van Mount Mazama werd weggevaagd. De caldera ligt 2471 meter boven de zeespiegel. Het heeft een diameter van ongeveer 10 kilometer en is 647,5 meter diep. Het water erin komt tot een maximale diepte van 594 meter. En dat maakt het het diepste meer van Amerika en één van de diepste meren ter wereld.

Omdat het dus 2,5 kilometer boven zeespiegel ligt, moeten we een stukje omhoog rijden om er in de buurt te komen. Het is schitterend en zó groot, dat je er zelfs een boottochtje over zou kunnen maken. Er gaat een loop om het meer, met verschillende mooie uitkijkpunten. Want er zijn ook nog een aantal verrassingen. Zo is er opeens een stuk mooi oranje gekleurd rots, Pumice Castle genaamd. En verderop een stuk rots (vulkaan eigenlijk) waarvan het stuk dat boven het water uitkomt, Phantom ship wordt genoemd. En het heeft inderdaad wel iets van een spookschip.


Crater Lake

Crater Lake

De route om het meer heen is 33 mijl lang, maar wij nemen hem net niet helemaal. Het is namelijk half 7 en de zon gaat al onder. We willen graag voor het echt donker is, een motel hebben gevonden. En dat zal zo’n 60 mijl verderop pas zijn, in Klamath Falls. Dat is een behoorlijk grote plaats en daar zitten meerdere motels. We kiezen de eerste die we tegenkomen, de Oregon 8, want die ziet er netjes uit. En met de coupon in mijn hotelgidsje betalen we slechts € 41,70 voor een nacht in een schone, ruime kamer. De receptionist is erg aardig.


En weer richting uitgang

… want de zon gaat al onder

Op onze vraag waar we een goede steak kunnen eten, beveelt hij Mr. B’s Steakhouse aan. Die zit zo’n beetje aan de andere kant van de stad. En te zien aan de vele pick-ups die voor de deur staan, moet het eten er wel goed zijn. Andy gaat dus voor de steak, ik heb liever de pasta met gamba’s. Het is erg lekker, hoewel Andy zijn steak van gisteren beter vond. De prijs valt ons ook nog mee, inclusief 10 piek fooi betalen we 60 dollar.

Het is al tegen tienen als we terug zijn in ons motel. Dus raad eens wat wij gaan doen…


Dag 6 – Donderdag 12 september 2013

Weer: Pfoe, warm; 34 graden
Doel: Lava Beds & Lassen Volcanic
Gereisd: Klamath Falls naar Corning, 447 km
Hotel: Super 8, €67,35

Van Klamath Falls, OR naar Corning, CA

We zijn alweer op tijd op pad. Eerst wel even tanken. Bij de pomp zit een Subway, dus kopen we meteen 2 lekkere ontbijtbroden. Die eten we later onderweg wel ergens op. We nemen de 39 naar het zuiden en dat is richting California. Net voor deze staat zien we in het dorpje Merrill picknickbankjes staan. Mooi, dan kunnen we daar onze broodjes opeten.


Lava Beds National Monument

Mooi vulkanisch park

Het is alweer erg warm aan het worden. Het is nu al rond de 25 graden. En het zal vandaag nog veel warmer worden. Als de broodjes weggewerkt zijn, rijden we California binnen. De 39 heet nu 139. Ons eerste doel van vandaag is Lava Beds National Monument. Dat is een mooi vulkanisch parkje waar normaal 10 dollar entree voor betaald moet worden. Maar wij hebben De Pas, dus betalen we niets. Ik zeg wel parkje, maar eigenlijk is het aardig groot. Er gaat een schitterende route door het vulkaanlandschap.


Bizar landschap

Hele hoop lavasteen

Onderweg zien we aan de ene kant grote donkere lavasteen, aan de andere kant de bergen. En ter afwisseling mooie begroeiing, met knalgele en zilveren planten. Er zijn her en der mooie uitzichtpunten en verder is de route zelf zeer aangenaam. Je kunt in dit park ook grotten bekijken. Nou zijn wij niet zo van die grotmensen, dus dat slaan we over.


Mooi hier

Richting Lassen Volcanic

Het loopt al tegen half 12 als we het park weer uitrijden en via de 139 verder naar het zuiden kunnen afdalen. Op weg naar het volgende doel, Lassen Volcanic National Park. Is dat niet hetzelfde als Lava Beds, vraagt mijn man. Nee, dit is een vulkaan/hoge berg waar nog steeds vulkanische activiteit is. Getuige de borrelende modderpoelen die we er tegen zullen komen. En het is gewoon een prachtig stukje natuur, de berg op, langs de geweldige bomen en via heerlijk blauwe meertjes.


That’s a nice boulder

Prachtige uitzichten

Het is ook hier schitterend. We gaan het park aan de noordkant binnen en betalen niet 10 dollar entree, want: Nationale Pas. We volgen de route naar de zuidkant en stoppen her en der voor prachtige uitzichten. Aan het einde van de route vinden we de stoomgaten en modderpoelen die vulkanische activiteit aantonen. Man, wat een meur! Maar wel mooi, want de rotsen er omheen hebben de prachtigste kleuren.


Stoomgaten

… en stinkende modderpoelen

Als we het park uit zijn, volgen we de 36 richting snelweg. Dat is de I-5. In het 2e het beste plaatsje nemen we een kamer in de Super 8. Dat is in Corning. Het is ontzettend warm buiten, 34 graden maar liefst. Dus een duik in het zwembad bij het hotel lijkt wel een erg goed plan… En dat is het ook! Heerlijk zeg.

Als we zijn afgekoeld e afgespoeld onder de douche, gaan we een pizza eten bij Marco’s Pizza, twee deuren verder. Het is inmiddels half 9 en we besluiten om eens lekker vroeg naar bed te gaan!


Dag 7 – Vrijdag 13 september 2013

Weer: Raad eens? Yup, warm!
Doel: Shoppen, zwemmen & familie
Gereisd: Corning naar Rancho Cordova, 201 km
Hotel: Days Inn, €48,12

Van Corning, CA naar Rancho Cordova, CA

We doen vanochtend lekker makkelijk: ontbijten in het hotel. Super 8 heeft een prima ontbijtje, met zelf-maak-wafels, geroosterd brood, yoghurt en fruit. Gaat er prima in. Zo staan wij om kwart voor 9 al bij de benzinepomp hiernaast. Om te tanken en ook om de auto even door de wasstraat doen. Want hij ziet er niet uit. En we willen vanavond wel een béétje fatsoenlijk de familie onder ogen komen natuurlijk.

We hebben een relaxte dag voor de boeg. We hoeven slechts 200 km te rijden naar Rancho Cordova. Dat ligt tussen Sacramento en Folsom in. Hier hebben we voor 2 nachten een hotel geboekt. Want we gaan tante Hely bezoeken en die woont in Folsom. Haar dochter Yvette en Yvette’s dochter Tanya komen daar ook naartoe. Gevlogen, want zij wonen in Long Beach. Normaal gesproken zouden we ook Alex & Magda weer zien. Die wonen hier zo’n beetje om de hoek. Maar toevallig zitten die as we speak in Nederland. Tja, da hedde zo wel es.


En weer door

Landelijk California

We zijn al om half 12 in Rancho Cordova. Dat lijkt ons een beetje vroeg om in te checken in het hotel. Dus gaan we eerst even shoppen. In Folsom zit een Premium Outlet. Andy heeft nieuwe slippers nodig en die vindt hij bij Vans. Het is 2 halen, 1 betalen, dus heeft hij 2 paar nieuwe slippers. De bofferd. Ik vind deze keer niets van mijn gading. Aangezien het weer bloody hot is, blijven we ook niet al te lang buiten rondstruinen. Het loopt langzaam tegen 2-en, dus gaan we nu inchecken in het hotel. Dat is een Days Inn aan Mather Field en we hebben een uitstekende kamer. De boel is net gerenoveerd en ziet er keurig uit.


Herstel: landBOUW California

Sacramento!

Voor de deur ligt een zwembad dat ons lijkt te roepen… Lekker hoor, in het zwembad dobberen bij 34 graden! Als we uitgedobberd zijn, gaan we eens lekker relaxen, het is tenslotte vakantie. Om een uur of 6 gaan we op pad naar Sacramento International Airport, om de nichtjes op te halen. Die landen om een uur of 7. Herstel: om een uur of 8 uur. Hun vliegtuig heeft namelijk 3 kwartier vertraging. Rond kwart over 8 komen ze uit de terminal en na de begroetingen gaan we snel richting Folsom. We zouden samen gaan eten, alleen is het nu al wel laat. Maar…Andy heeft een In ’n Out gezien. Dus rijden we daar langs en nemen hamburgers en frietjes mee naar tante Hely, om het daar lekker op te eten.


Zo, eerst ff shoppen

Ha, daar is tante Hely

Het weerzien met tante Hely is erg fijn en het is goed om te zien dat het goed met haar gaat. Oom Winnie is namelijk ongeveer 5 maanden geleden overleden, maar ze houdt zich kranig. Te bedenken dat het tantetje ook al 82 is, doet ze het nog prima!

Na het eten en na wat bijkletsen gaan Andy en ik terug naar ons hotel. Het is voor ons doen al laat, dus we zijn blij als we om 12 uur onze ogen dicht kunnen doen. Oh, over ogen gesproken: blijkbaar heb ik last van chloor-ogen, van het zwemmen vanochtend. Ze zijn behoorlijk geïrriteerd, rood en een beetje gezwollen en ze tranen nogal. Dat met een loopneus erbij overtuigt mij ervan dat ik hier morgen maar niet ga zwemmen. Veel te veel chloor in dit zwembad.


Dag 8 – Zaterdag 14 september 2013

Weer: Man, alweer 32 graden
Doel: Shoppen, familie & Folsom Prison
Gereisd: Rondom Folsom
Hotel: Days Inn, €48,12

Historisch Folsom

Mijn ogen zijn gelukkig al bijna weer normaal, dus kijk ik vrolijk de nieuwe dag in. We ontbijten vanochtend in het hotel, lekker makkelijk. Bovendien zit er niet bar veel aan restaurants in de buurt, dus dat maakt de keuze nog wat vanzelfsprekender.

We hebben pas vanmiddag met tante & nichtjes afgesproken, dus hebben we de ochtend voor onszelf. Of eigenlijk voor Linda, want mevrouwtje wil weer iets van Victoria’s Secret, dus gaan wij maar verplicht shoppen… Er zit een mall in Citrus Heights aan Sunrise Boulevard en dat ligt soort van op de weg naar Folsom. Behalve de goodies voor Linda en koffies voor ons, vinden we er verder niets.


Folsom Lake

Lunch met tante & de nichtjes

Rond half 1 rijden we naar de Blakeslee Way in Folsom, waar we om 1 uur aankomen. Net 2 minuutjes nadat de nichtjes en tante terug zijn van boodschappen doen, dus onze timing blijkt perfect. Tante Hely wil ons graag mee uit lunchen nemen en we gaan naar La Bou, een leuk Frans tentje op Folsom Square, waar ze heerlijke panini sandwiches verkopen. Daar om de hoek zit een leuk kledingwinkeltje waar we alle vier iets vinden & kopen. En arme Andy gaat geduldig mee. De verkoopster heeft medelijden met hem, vooral als ik haar vertel dat hij vanochtend al naar de mall moest… Andy wil dan ook eigenlijk wel iets mannelijks doen vanmiddag. Helaas is hij omringt door 4 vrouwen en dus zwaar in de minderheid.


Folsom Prison

Folsom Prison Museum

Na de lunch gaat tante Hely rusten. Tanya moet huiswerk maken (ze leert voor verpleegster) en Yvette, Andy & ik gaan lekker op pad. Hoewel we al vaker in Folsom zijn geweest, waren we nog nooit in de Folsom Prison. Dus daar gaan we vanmiddag naartoe. Klinkt in elk geval wel mannelijk, dus goed voor Andy. U heeft vast wel eens van de Folsom Prison gehoord; Johnny Cash heeft er een liedje over gemaakt, de Folsom Prison Blues. Ook heeft hij er 2x opgetreden. Ondanks wat sommigen beweren, heeft hij er zelf nooit gezeten.

De gevangenis is de op één na oudste gevangenis van de staat. In 1878 werd begonnen met de bouw en de officiële opening was twee jaar later. Het was de eerste gevangenis in de wereld met elektriciteit. Sinds de jaren dertig worden hier de kentekenplaten van de staat California gemaakt. De gevangenis is nog altijd in gebruik, dus daar mag je (en wil je) niet naar binnen. Maar er is een klein museum bij, dat je kunt bezoeken. De entree is 2 piek per persoon. Er zijn 4 ruimtes in het museumpje, waar je het een en ander leert over de gevangenis.


In het museum

Yup, die worden hier gemaakt

Na de prison rijden we naar het historisch centrum van Folsom, naar Sutter Street. Dat is een leuk straatje met allemaal winkeltjes. En daar ziet Andy een geweldige ketting voor me, met een klein cameraatje eraan waar een uurwerkje in zit. Thanks, honey! We nemen lekker iets kouds te drinken in de bar op de hoek. En even later een heerlijk ijsje bij de chocolaterie / ijswinkel op de andere hoek. Het is tenslotte erg warm vandaag. Rustig wandelen we terug naar de auto en tegen half 6 zijn we weer op Blakeslee Way.


Historisch Folsom

Dinner met tante & de nichtjes

Vanavond gaan we met zijn allen uit eten en de keuze is gevallen op Thai Paradise aan Bidwell Street. We bestellen 5 gerechten voor ons allemaal, zodat we alles kunnen proeven en delen. Het is heerlijk en erg gezellig. Als we meer dan vol zitten, gaan we terug naar tante Hely’s huis. Daar kletsen we nog wat en buiken lekker uit. Tegen tienen nemen we afscheid, want morgen gaat iedereen weer verder: wij brengen de nichtjes naar het vliegveld en gaan dan zelf rustig op weg terug naar Seattle. Dus moeten we inpakken en morgen weer op tijd op.


Dag 9 – Zondag 15 september 2013

Weer: Beter: 25 graden!
Doel: Nappa Valley & California Coast
Gereisd: Rancho Cordova naar Fort Bragg, 390 km
Hotel: Pine Beach Inn, €66,80

Van Rancho Cordova, CA naar Fort Bragg, CA

We hebben beloofd dat we de nichtjes ook weer terug brengen naar het vliegveld. Ze hebben een vrij vroege vlucht, om 12 uur, en moeten voor 11 uur op het vliegveld zijn. Het is 3 kwartier rijden, dus hebben we om 10 uur bij tante Hely afgesproken.

Als wij straks de nichtjes hebben afgezet, gaan wij ook meteen verder. Dus moeten we inpakken en uitchecken en is er geen tijd voor uitgebreid ontbijt. Maar dat geeft niet, want zoals gisteren bleek, is het ontbijt in het hotel prima te doen.


Mooi speelgoed!

Prachtige Silverline Trail

Om 9.15 zijn we op weg naar Folsom. Eerst nog even tanken. Op de parkeerplaats van de benzinepomp is een bijeenkomst van Lamborghini’s, Ferrari’s, Dodge Vipers, Ford Mustangs en nog wat andere fraaie wagens. Dat is niet alleen erg leuk om te bekijken, het is ook goed voor Andy’s mannelijk ego. Die kan wel een boost gebruiken, na al dat winkelen gisteren.

Precies om 10 uur zijn we bij tante Hely. We nemen afscheid van haar, laden de nichtjes en hun bagage in de auto en rijden naar het vliegveld. Daar komen we 3 kwartier later aan. We herhalen het afscheid nemen, laden de nichtjes en hun bagage uit en rijden een stukje terug richting Sacramento. Daar zitten wat vreetschuren en eigenlijk lusten we nog wel wat. Dus dat wordt een lekker broodje van Subway. Dan gaan we echt op pad. Mag ook wel, het is inmiddels half 12.


Wijnhuis in de Napa Valley

Wine-to-be

We moeten eerst een stuk richting San Francisco, via de I-80. Huh, gaan we niet náár San Francisco? Nee, daar zijn we nu al een paar keer geweest en voorlopig hebben we het wel even gezien. Wij gaan terug naar het noorden.

California staat bekend om haar wijn en die wordt hier in noordelijk California gemaakt. Hier wordt zelfs 90% van de totale wijnproductie in Amerika geproduceerd. Sterker nog, als California een land was, was het de 4e wijnproducent in de wereld, na Frankrijk, Italië en Spanje. Dus.


Silverline Trail

Richting Highway 1

Vanaf Napa naar boven zijn de meeste wijngaarden te vinden, inclusief wijnhuizen. Bij veel van die wijnhuizen mag je wijn proeven en als je wilt, kun je hier volkomen lazarus vandaan komen. Wij zijn geen wijnliefhebbers maar genieten wel van de prachtige route over de Silverline Trail. Die gaat van Napa naar Calistoga.

Van Calistoga moeten we naar de kust zien te komen en dat kan via de 12 en de 116. Zou makkelijk moeten zijn, maar in het plaatsje Santa Rosa gaan we even de mist in. Uiteindelijk komen we binnendoor op de juiste weg terecht. Via een prachtige route door de bergen belanden we bij de kust.


Oh yeah, Highway 1!

Ook hier erg mooi

Hier nemen we Highway 1 verder naar het noorden. Die weg kennen we al goed van het stuk van San Francisco naar Los Angeles. En daar zijn we al fan van. Dit is dezelfde weg, maar die volgen we nu dus naar boven. En dat is even schitterend! De kust hier is prachtig, lekker ruig met mooie rotsen. We kronkelen er lekker langs, langs de mooiste bomen en met regelmatig fenomenaal uitzicht.

Zo kachelen we lekker door tot in Mendocino. Ik had bedacht hier een hotel te zoeken, want volgens mijn reisgids is het zo’n leuk plaatsje. Dat klopt, maar om er te slapen moet je een flinke portemonnee hebben. Wij zijn in elk geval niet van plan om in het Mendocino Hotel $186,- voor een kamer te betalen. Daar kan nog 20% af, maar dan komt er nog belasting bij en dan is het nog steeds veel meer dan we willen betalen. We informeren nog even bij een inn aan de route, maar die heeft het helemaal bedacht: kamers beginnen bij $250,-. Nou, laat maar!


Uitzicht uit onze kamer

…en de zon gaat onder

We rijden nog wel een stukje door. Net voor Fort Bragg zien we een motel, de Pine Beach Inn. Die ziet er netjes en betaalbaar uitziet. En dat klopt ook: inclusief tax €66,80 voor een keurige kamer mét zeezicht. De zee zien we vanaf het balkon dat we hebben. Oké, het is niet pal aan zee, maar je ziet hem zeker wel. Er is ook een privé strandje. Misschien bekijken we dat later nog, nu hebben we honger.

In Fort Bragg zitten wat restaurants, onder andere bij de leuke haven. Daar zit een groot restaurant genaamd The Warff, met prachtig uitzicht op de havenmond. We krijgen een tafeltje aan het raam. Ik bestel een soort soep met allerlei zeevruchten: scampi’s, tijgergarnalen, mosselen en kabeljauw. Erg lekker! Andy neemt een heerlijke Black Angus rib eye. Niet goedkoop, maar wel erg goed. En we hebben een geweldig uitzicht, met de ondergaande zon boven de haven. Er varen nog bootjes binnen en we zien zelfs zeehondjes zwemmen. Dat is genieten!

Na het eten gaan we terug naar ons hotel, relaxen wat en gaan dan lekker slapen. Er is geen airco in de kamer, dus laten we lekker de balkondeur open voor een heerlijke zeebries.


Dag 10 – Maandag 16 september 2013

Weer: Heerlijk, 22 graden
Doel: Kust, bomen en mysteries
Gereisd: Fort Bragg naar Crescent City, 351 km
Hotel: Quality Inn, €75,55

Van Fort Bragg, CA naar Crescent City, CA

Het is gelukkig niet meer zo warm als de eerste week van onze vakantie. De thermometer geeft 17 graden aan, maar in het zonnetje voelt het meer als 22, 23. We beginnen de dag met een wandelingetje naar het privéstrandje van het hotel. We genieten van de zee, rotsen en heerlijk weer. Met zand in de schoenen checken we uit en rijden naar Fort Bragg, op zoek naar ontbijt. Dat wordt bij JJ’s Family Diner, waar we een traditioneel ontbijt nemen.


Prachtige Highway 1

Strandje bij ons hotel

Om kwart over 10 gaan we op pad, verder over de 1 langs de kust omhoog. Het vervolg van deze route is ook prachtig, net als het stuk gisteren. Bij Leggett gaat de 1 over in de 101 en dat is grotendeels snelweg. De niet-snelweg delen gaan door prachtige bossen en over de bergen. Maar voor we naar de 101 gaan, gaan we naar het Drive Thru Tree Park. Daar kunnen we, jawel, door een boom rijden, altijd leuk! Kost 5 piek, maar dan heb je ook wat. Soort van.


Andy op onderzoek

Het is slijmerig, maar dood

We zoeken snel de 101 op. De bomen om ons heen worden steeds imposanter. We komen nu bij het Redwood National Park. Dat is een langgerekt stuk natuurgebied met prachtige bossen. Je vindt er de dikste en grootste bomen. Het beslaat een totale oppervlakte van ongeveer 540 km2 en beschermt ongeveer 45% van het nog bestaande bos met kustmammoetbomen (Coast Redwoods). Rond 1850 bedekten deze imposante bomen nog een oppervlakte van ruim 8.000 km2. De bossen stonden in het noorden van Californië en het zuidwesten van Oregon. Veel bomen werden toen geveld om de bouw van steden aan de westkust mogelijk te maken. In 1918 werd de Save-the-Redwoods League opgericht ter bescherming van de bomen. En nu is er een nationaal park.


Wildlife on the road

Nee hé, vlooien!

De voornaamste bezienswaardigheid wordt gevormd door de hoogste bomen die op aarde voorkomen. In september 2006 werd de hoogste boom in het park gemeten. Deze kreeg de naam Hyperion en is 115,6 meter hoog. Op nummer twee en drie staan Helios en Icarus met een hoogte van respectievelijk 114,7 en 113,1 meter. De bomen kunnen een leeftijd bereiken van 500 tot 700 jaar. Wij volgen een parallel weggetje dat zich een weg baant tussen die grote jongens door. Magnifiek!


Oeps, omgevallen

Hele grote bomen

Net na het ongure gehucht Klamath zit Trees of Mystery. We zien opeens een gigantisch beeld van een man en van iets dat op een reusachtige koe lijkt. Dat trekt onze aandacht. Het blijkt een park te zijn met o.a. houtsnijwerken, die het verhaal van Paul Bunyan en zijn os Babe uitbeelden. Paul Bunyan is een personage uit de Amerikaanse folklore. Hij is een reusachtige houthakker die steevast wordt vergezeld door zijn blauwe os, Babe. Hij was als kind al gigantisch groot: er waren drie ooievaars voor nodig om hem bij zijn ouders te bezorgen. Als kind lachte hij zo luid dat de trillingen alle ramen in de omgeving braken. Toen hij zeven maanden oud was, zaagde hij de poten onder zijn ouders’ bed weg in het midden van de nacht.

Op een dag besloot hij de wijde wereld in te trekken en werd bevriend met een ander reusachtig dier, Babe de blauwe os. Samen gingen ze overal naartoe om mensen te helpen.  En veroorzaakten ze veranderingen in het landschap. Zo ontstond bijvoorbeeld de Grand Canyon: doordat Bunyan zijn bijl achter zich aansleepte… En de berg Mount Hood – waar we vorige week nog waren – ontstond toen hij zijn kampvuur wilde doven en er allerlei rotsblokken op stapelde. Tot slot zouden de Green Lakes zijn ontstaan toen hij een waterpoel groef voor Babe, om te kunnen drinken.


Paul Bunyan, Andy & Babe

Trees of Mystery

Die Paul Bunyan dus. En zijn verhalen worden hier uitgebeeld in, hoe kan het ook anders, houtsnijwerken. Verder kun je langs mooie en bijzondere bomen wandelen. En je kunt er boven de bomen uitkijken. En dat allemaal voor 15 piek per persoon! In dit park gaat een kabelbaan heel hoog, zodat je een fantastisch uitzicht hebt. Om bij het startpunt te komen kun je of omhoog wandelen (not) of een shuttle nemen. Dat is in dit geval een golfcar die je naar boven brengt. Drie keer raden wat wij kiezen… Een stukje hogerop worden we gedropt en kunnen we in een kabelwagonnetje plaatsnemen. Die gaat aardig steil omhoog. Bij het eindpunt is een observatie-dek, waar we een geweldig uitzicht hebben.


Trail of tails

Eén van de verhalen

En dan weer met de kabel naar beneden. Het stuk terug naar het startpunt lopen we, want dan komen we eerst langs bijzondere bomen en daarna langs de eerder genoemde houtsnijwerken. Bovendien is het heerlijk buiten en zo’n wandeling kunnen we wel gebruiken.

Het is al bijna half 6 als we er weer uitkomen. Hoog tijd om een onderkomen te gaan zoeken. Tien mijl verderop ligt Crescent City, in verhouding een aardig grote plaats. Hier zitten meerdere hotels en voor €75,55 kiezen we de Quality Inn. Voor het eten rijden we door het dorp, kijken wat we tegenkomen. Ah, een Denny’s. Na twee avonden luxe uit eten vinden wij dat prima. En het eten smaakt ons er ook goed. Tegenover Denny’s zit een Safeway, waar we nieuwe voorraad drinken en fruit inslaan. Nu nog een beetje relaxen op de kamer en dan weer lekker slapen!


Dag 11 – Dinsdag 17 september 2013

Weer: Lekker, gemiddeld 20c
Doel: Kust, duinen & buggy’s
Gereisd: Crescent City naar Springfield, 395 km
Hotel: Quality Inn, €76,40

Van Crescent City, CA naar Springfield, OR

Na een nacht heerlijk slapen hebben we om 9 uur alles gepakt en zitten we in het hotel aan het ontbijt. Quality Inn biedt een warm ontbijt, met hamburgertjes, gebakken ei en wafels. En verder allerlei broodjes, cereals en fruit. Goed genoeg voor ons!

Om half 10 kunnen we op pad. We vervolgen de route over de 101 naar het noorden. En zo komen we vanzelf weer terug in Oregon. Het eerste deel in Oregon rijden we langs cranberry velden. Cranberry’s worden in een soort vijvers gekweekt. Helaas is het nog geen oogsttijd; dat had ons wel een mooi gezicht geleken.


Terug in Oregon

Nog steeds erg mooi

Dit deel van de route is niet heel spectaculair. Wat dorpjes, zee en rotsen, wat bergen en bomen en dat was het wel. Maar: een stukje verderop beginnen de Oregon Dunes. De Oregon Dunes is het grootste gebied met uitgestrekte zandduinen in Noord-Amerika. Sommige duinen komen tot 150 meter boven zeespiegel uit.

Je kunt hier van alles doen: off-road rijden, hiken, fotograferen, vissen, kanoën, paardrijden, kamperen. En buggy rijden; ik zie tenminste een bordje over buggy rijden in de duinen. Zullen we? We gaan in elk geval even kijken. Het is niet echt goedkoop, maar het lijkt ons wel erg gaaf. Voor een uur in een 2-persoons buggy door de duinen betalen we $135,00. Toe maar dan.

Eerst krijgen we een uitleg en een “don’t do this, don’t do that” verhaal. Dan moeten we een veiligheidsfilm bekijken. Hier begin ik me al een beetje af te vragen of ik dit eigenlijk wel leuk vind… Na de film krijgen we nog wat uitleg en instructies over het rijden en over de routes in de duinen. Dan mogen we een helm uitzoeken en een rondje om de buggy lopen. Dat is om hem op schade te checken. Vervolgens instappen en vastgordelen. Andy zal rijden, dus hij krijgt nog wat uitleg over hoe het ding te bedienen. En dan mogen we zelf op pad.

We steken de straat over naar de duinen en daar kan de pret beginnen. Denk ik… Ik ken de Loonse & Drunense Duinen, want die liggen bij ons om de hoek. Maar deze duinen zijn van een heel andere orde… Man, wat zijn ze hoog! En Andy scheurt er vrolijk tegenop. U raadt het al: aan de andere kant er weer af. Er zijn een stuk of 10 van die flinke jongens. Ik schijt bij de 1e al bijna in mijn broek…


Vooruit, nog eentje van de kust

Onderweg door Oregon

Waar ik niet op had gerekend (en Andy al helemaal niet): ik vind het doodeng! Ik ben echt bang en zit het merendeel met mijn ogen dicht, zodat ik maar niet zie hoe stijl het omhoog en weer naar beneden gaat. Normaal ben ik helemaal niet bang aangelegd, dus dit had ik niet zien aankomen. Ik doe mijn best Andy niets te laten merken, maar het valt toch op dat ik zo stil ben, handen strak op de stang voor me en mijn ogen stijf dicht…. Ik weet niet wat ik enger vind: bijna recht omhoog rijden en alleen de lucht kunnen zien, of opeens bovenaan een bijna rechte afdaling staan…


Duinen?

Yup, duinen!

Na een half uur zijn we terug bij het begin en stap ik uit. Andy gaat zich nog even lekker uitleven, terwijl ik het vastleg op foto & film. Dan maar weer terug. Ons uur is nog niet helemaal om, maar ik durf niet meer en Andy heeft geen zin alleen te scheuren. Dus nemen we lekker een ijsje, zodat ik kan bijkomen, en gaan dan weer verder.

We rijden tot Florence, waar we afslaan naar de 126 naar Eugene / Springfield. Daar komen we tegen 5 uur aan. Mooie tijd om een hotel te zoeken. We kiezen de Quality Inn in Springfield, hoewel die behoorlijk aan de prijs is: €76,40 maar liefst.


Andy leeft zich uit

OMG, wat steil

Voor het avondeten steken we de straat over. Daar zit namelijk een mall en een flink aantal restaurants. We kiezen de Applebee’s, waar we heerlijk eten. Alleen de serveerster is niet geweldig, ze vergeet te vertellen van de specials, geeft ons geen refills en staat uitgebreid te beppen met collega’s, terwijl ze mijn creditcard in de hand heeft. Minder tip voor haar dus.

We struinen nog wat door het winkelcentrum en nemen plaats in massagestoelen. Voor een dollar worden we 3 minuten door de stoel gemasseerd. Ge-wel-dig! Wij willen ook zulke stoelen! Nu we ontspannen zijn, relaxen we nog wat door in ons hotel en daarna lekker slapen.


Dag 12 – Woensdag 18 september 2013

Weer: Lekker, zon & wolken
Doel: Route door de Cascades
Gereisd: Springfield naar Portland, 435 km
Hotel: Days Inn, €79,29

Van Springfield, OR naar Portland, OR

Ook deze Quality Inn heeft een prima ontbijt, dus ook vandaag maken we daar gebruik van. Dat compenseert mooi met de iets hogere kamerprijs dan we gewend zijn. En om half 10 zijn we weer op pad.

We waren al van de kust weggereden en in Springfield aangekomen. Vandaag gaan we nog wat meer het binnenland in, via de prachtige route door de Cascades Range. Dat is een bergketen, waar we begin vorige week al doorheen reden. Nu nemen we de route van Oakridge richting Sisters. Daarvoor nemen we een klein stukje de I-5 zuid, dan de 58 naar het oosten om de route over de 19 naar het noorden te kunnen nemen. Het is ook hier schitterend. De bomen beginnen al te verkleuren en we rijden een mooie route door de bergen, langs een ruige rivier.


Cascade Range

Cascade Range

Van de 19 gaan we naar de 126 noord en de 20 west. Zo komen we weer op de snelweg I-5 uit. Die volgen we tot Portland en daar komen we heel handig midden in de avondspits aan… En het is druk! Er is bovendien een ongeluk gebeurd, dus dat geeft extra vertraging.

Net na het centrum zien we een Days Inn. Dus slaan we snel af en nemen er een kamer. We betalen €79,29 ongeveer net zoveel als bij de vorige Quality Inn dus. Nog steeds aardig aan de prijs. Maar we hebben wederom een prima kamer, lekker ruim, en handig gelegen. Want morgen willen we Portland gaan bekijken, wat ook een leuke stad schijnt te zijn. Vanaf hier kunnen we de Light Rail nemen en zijn we zo in Downtown. En zijn we overmorgen zo weer op pad, omdat we dan al bijna de stad voorbij zijn.


Cascade Range

Cascade Range

Op de hoek van de straat zit een Elmer’s Restaurant, wat volgens de receptioniste net zoiets is als Applebee’s. Ik neem er de pot roast (draadjesvlees) en Andy een rib eye en het is inderdaad erg lekker. Voor nog geen 50 dollar hebben wij heerlijk gegeten!

Ik had gezien dat in de zijstraat een gitaarwinkel zou zitten, dus gaan we nog even kijken. En inderdaad, er zit een groot Guitar Center. We kijken er rustig rond. Volgens Andy liggen de prijzen een stuk hoger dan in Nederland, dus er hoeft geen gitaar aangeschaft te worden (pfoe). We kunnen dus rustig terug naar ons hotel.


Dag 13 – Donderdag 19 september 2013

Weer: Heerlijk, 26 graden
Doel: Sightseeing Portland
Gereisd: Light Rail naar Downtown
Hotel: Days Inn, €79,29

Portland, Oregon

Zoals gezegd gaan we vandaag Portland bekijken. Maar eerst ontbijten we in het hotel. Ook hier is weer volop keuze uit warme en koude dingen. Dan lopen we naar het treinstation. Dat is vlakbij, even onder twee viaducten door en dan zijn we er. We kopen twee dagkaarten bij de automaat, voor 5 dollar elk. Even later komt de trein er al aan en binnen 20 minuten staan we op… Pioneer Square. Ja, net als Seattle heeft ook Portland een Pioneer Square en ook in Portland is dat downtown. En ook in Portland stopt hier de hop on hop off trolley.


Even wachten op de Light Rail

Daar heb je Portland

We hadden in het hotel een kortingsbon gekregen voor de trolley en betalen nu voor een dagkaart 26,- ipv 29,- per persoon. Een rondrit duurt ongeveer 1,5 uur en wij blijven het eerste rondje zitten, kijken wat Portland allemaal te bieden heeft. We rijden eerst door de stad en gaan dan naar Washington Park, een immens groot park waar bijvoorbeeld de dierentuin is gevestigd. Maar waar ook grote rozentuinen zijn. Portland wordt namelijk ook wel The City of Roses genoemd. Elk jaar in juni vindt er een groot rozenfeest plaats, inclusief optocht en Rozenkoningin.


Washington Park

Washington Park

Het park ligt behoorlijk hoog. Daardoor hebben we regelmatig een mooi uitzicht op de stad. En op Mount Hood, de wit getopte berg die niet altijd zichtbaar is. Maar vandaag wel, want het is een mooie heldere dag. De bus gaat weer naar beneden en verder door de stad. We komen langs Chinatown en langs een deel met allemaal winkeltjes en restaurantjes.


Uitzicht op Mount Hood

En op het treinstation

Na 1,5 uur staan we weer op Pioneer Square. Eerst even plassen bij Nordstrom (da’s een soort V&D maar dan duur) (met Chanèl en Guchi en zo). Dan gaan we lekker koffie halen aan de overkant bij Starbucks. We besluiten om nog een stukje door de stad te wandelen. Zo willen we wat meer van de stad mee krijgen. Want het nadeel van deze hop-trolley is dat je binnen zit. Het is dan wel open aan de zijkanten, maar bovenop een dubbeldekker – die je in veel steden ziet – heb je toch een beter zicht.


Andy in het trammetje

Ergens in de stad

We lopen via Broadway richting het Pearl District en langs Chinatown weer terug. We vinden er geen bal aan! Zo’n beetje op elke hoek van de straat liggen, staan of hangen zwervers. En rond die plekken stinkt het naar pis. De stad is best vies en maakt door al die loonaticks totaal geen goede indruk. Ik kan ook niet zeggen dat ik me erg veilig voel hier. En Andy heeft hetzelfde. We hebben dus geen zin om nog verder rond te lopen. Het is alleen nog best vroeg, te vroeg om terug te gaan naar ons hotel. Dus maken we nog een rondje in de hop on trolley. We hebben een andere chauffeur en kiezen een andere plek om te zitten, dus hebben we toch wel weer lol.


Down by the riverside

Uitzicht over de stad

Tegen vijven zijn we weer rond en gaan wij onze trein opzoeken. Die stopt aan de andere kant van Pioneer Square en komt er al vlot aan. Voor het avondeten gaan we weer naar Elmer’s voor een lekkere maaltijd. Na het eten kijken we een film op de laptop en gaan dan lekker slapen.


Dag 14 – Vrijdag 20 september 2013

Weer: Minder, regen en 15-18c
Doel: Terug naar de kust
Gereisd: Portland naar Ocean Shores, 346 km
Hotel: Quality Inn, €57,88

Van Portland, OR naar Ocean Shores, WA

Het zou vandaag gaan regenen. Dus overwegen we om een andere route te kiezen. Maar dat haalt weinig uit, want volgens het weerbericht trekt het regenfront over Washington, Oregon, Idaho en noordelijk California. Uitwijken naar Idaho zal dus weinig zin hebben. Dus houden we ons aan het oorspronkelijke plan. En dat is: terug richting kust en richting Olympic National Park. Dat ligt in het noordwestelijke puntje van Washington.

De ochtend verloopt nog droog. We rijden eerst via de I-5 omhoog, weer de staat Washington binnen. Tot Kelso, daar slaan we af naar de 4 verder naar het westen. Zo rijden we langs de Colombia River.


Daa-haag, Portland

Kustweg Washington

Ik had gelezen dat Astoria zo’n leuk plaatsje is. Dus maken we een uitstapje naar beneden. Astoria ligt weer net in Oregon en om daar te komen moeten we de Colombia River oversteken. Dat kan over een gigantische brug. Die is op de helft erg hoog, zodat de oceaanstomers er ook onderdoor kunnen. De andere helft gaat pal over het water. Een leuk ritje.

Er komt een dreigende lucht aan. Als we in Astoria bij de Mac even snel 2 koffies halen, barst de lucht open en begint het te plenzen. Van onze wandeling door Astoria komt daarom niet zoveel, dus rijden we er maar een rondje doorheen. Dan weer terug de brug over. Nu slaan we aan het einde linksaf, naar de 101 noord. Die weg komt helemaal vanuit California. En ook hier is het weer een prachtige route.


Op weg naar Astoria

Kustweg Washington

We komen door wat gezellige plaatsjes, rijden een stuk door het binnenland en langs leuke baaien. Het regent bijna de hele middag, soms wat harder, soms wat zachter. Maar dat mag de pret niet drukken. Ook in de regen is het hier erg mooi. En zo komen we stiekem de dag wel door. Voor we het weten is het alweer tijd om uit te kijken naar een slaapplaats. In mijn couponnen boekje zie ik dat in de kustplaats Ocean Shores een aantal hotels zitten. Dat lijkt ons wel wat, dus rijden we naar Ocean Shores. Dat ligt op het schiereiland voor de kust.


Hele grote brug

Entering the Twilight Zone

We nemen een kamer in de Quality Inn, voor slechts €57,88. Ook dit is een keurig hotel, hoewel de kamer een beetje krapjes is. Voor het avondeten rijden we eerst een rondje door de plaats en zien dan de Galway Bar. Als groot Ierland-fans lijkt ons dat wel wat! Dit restaurant (en pub) ziet er inderdaad typisch Iers uit. Er staan allerlei Ierse gerechten op de kaart. Nou ben ik dol op Shepherd’s Pie en wil die hier ook wel eens proeven. Het is best lekker, maar het is geen echte Shepherd’s Pie. Dat hoort namelijk niet met riblappen, maar met lamsgehakt. En niet met een deegkorst, maar met een aardappelpuree/kaas dakje. En niet op een bord, maar in een schaaltje. En in Ierland betaal je daar echt geen 19 euro voor, maar hier wel 19 dollar.


Je mag hier zo het strand op rijden

Uitkijken over zee

Er speelt een Ierse band live muziek. Alleen een beetje erg hard voor een restaurant, er gaan zelfs mensen om weg. Al met al een beetje een teleurstellende ervaring. Maar ja, voor het echte Ierse eten en Ierse gevoel moet je ook lekker naar Ierland zelf natuurlijk.

In Ocean Shores mag je met je auto op het strand. Wat een prima idee is, gezien het wispelturige weer hier. Dus genieten we een tijdje van het uitzicht over de zee. Terug in onze hotelkamer kijken we nog wat tv voor we erin duiken.


Dag 15 – Zaterdag 21 september 2013

Weer: Zon en regen, gem. 14 graden
Doel: Olympic National Park
Gereisd: Ocean Shores naar Port Angeles, 287 km
Hotel: Days Inn, €65,64

Van Ocean Shores, WA naar Port Angeles, WA

Waarom moeilijk doen als je in het hotel ook prima ontbijten kan? Dachten wij ook, dus we maken weer gebruik van het uitgebreide ontbijt van onze Quality Inn. Dan rijden we nog een keer het strand op, voor een blik bij daglicht op de zee.

We vervolgen onze route verder naar het noorden. Vandaag staat het Olympic National Park op het programma. Dat is een regenwoud in de noordwest hoek van Washington. Hier vind je een van de weinige gebieden in de wereld met “gematigde regenwouden”. Die heten heel spannend Hoh-woud, Queets-woud en Quinault-woud. Het park is slechts op een paar plaatsen toegankelijk. Het eerste toegankelijke deel dat wij tegenkomen is bij Quinault, waar we over de 101 naartoe rijden.


Quinault, in het Olympic NP

Quinault, in het Olympic NP

Tot nu toe schijnt de zon, maar dat zal vast niet de hele dag zo blijven. En inderdaad, als we het regenwoud naderen, begint het te plenzen. Toepasselijk… Het blijken gelukkig slechts buien te zijn: plaatselijk een regenbui en lokaal zonneschijn. Wij vinden het wel bij de omgeving passen. En we zitten droog, dus hebben we er geen last van.

We tuffen lekker over de 101 om het park heen. Onze eerste kennismaking met het echte woud is bij Quinault, waar we tot aan het meer rijden. Daar staat volgens zeggen de hoogste spar ter wereld. Dat willen we dan zelf wel eens zien. Het is inderdaad een flinke jongen. Het heeft een omtrek van bijna 18 meter, een doorsnee van 5,5 meter en is bijna 60 meter hoog. Goed.

Als we doorrijden moeten we later over een ongeasfalteerde weg terug. Dat lijkt ons geen strak plan, met onze luxe wagen en met dit weer. Dus draaien we om en rijden dezelfde weg terug.

We gaan weer verder over de 101, tot we kunnen afslaan naar Hoh. Zo kunnen we het nationaal park zelf in. We gaan zo diep mogelijk het woud in als je met de auto kan. Wil je meer zien, moet je gaan hiken. Er zijn namelijk diverse trails die je kunt wandelen. Daar hebben we niet zo’n zin in. Want er kan elk moment weer een fikse bui losbarsten. Nee, wij genieten liever droog vanuit de auto. Het is hier ook weer erg mooi en de prachtig groene bomen zijn erg indrukwekkend. Sommigen zijn helemaal bedekt met mos of klimop. Mooi hoor.


Olympic National Park

Olympic National Park

We rijden door tot Port Angeles. Dat is een aardig grote stad. Het is ook de plaats waar je de ferry naar Vancouver Island kunt nemen. Dat ligt in Canada. En op Vancouver Island ligt de hoofdstad van Canada, Victoria. We zijn er vorig jaar langs gevaren met onze cruiseboot vanuit Alaska. We gaan echter niet naar de overkant. Dat bewaren we voor een andere vakantie, want we willen nog meer van deze kant van Canada bekijken, one day.

Dus niet vandaag. Vandaag zoeken we in Port Angeles een hotel. We stoppen eerst bij een Quality Inn, niet ver van de haven en het stadscentrum. Maar we vinden $ 129,- excl. belasting belachelijk veel. Dus rijden we verder, tot de Days Inn. Kijk, dat is een betere prijs: € 65,64. Doe die maar.


Uitkijken over zee

Port Angeles

Voordat we gaan eten, nemen we eerst een kijkje in de haven. Vanaf de uitkijktoren zien we Kokopelli’s Grill. Dat klinkt wel goed, dus nemen we daar plaats. De soep en salade vooraf smaken prima. De hoofdgerechten zijn helaas erge teleurstellingen. Ik had de Louisiana Bay shrimp & grits besteld, Andy de Desert Sky rib eye. Klinkt spannend en ziet er mooi uit, maar toch niet zo lekker. Andy’s ribeye is zompig en muf. De Parmezaanse knoflookfrietjes die hij erbij heeft zijn ronduit smerig. Ik dacht dat ik een stuk kaas pakte en proefde, bleek het een half uitgeperste knoflook te zijn. Yuk! Mijn Louisiana Bayou shrimp drijft in het vet. Ik tel maar liefst 5 garnalen. Daar zitten nog wat spekjes of zoiets bij en daar betaal ik dan 22 dollar voor. We vinden alleen dat we er al teveel van gegeten hebben om er nog iets van te kunnen zeggen, dus eten we maar dapper door. De tafel naast ons doet dat anders, die geeft na een paar happen dat van hun terug. En laf als we zijn, zeggen we maar niet dat we het niet geweldig vonden. Hoewel, niet zozeer laf, we hebben geen zin in discussies met de toch al enorm op onze zenuwen werkende, overdreven lachende serveerster. Dus laat maar. We gaan terug naar ons hotel, lekker relaxen en slapen.


Dag 16 – Zondag 22 september 2013

Weer: Veel regen, gem. 15 graden
Doel: Ferry en Boeing fabriek
Gereisd: Port Angeles naar Arlington, 159 km
Hotel: Quality Inn, €84,33

Van Port Angeles, WA naar Arlington, WA

Het is vandaag een grauwe dag. Het gaat van bewolkt via miezerig naar een regenbui, en dan terug naar bewolkt. Tja, dat is het risico hier in het noordwesten. Hier regent het immers 9 van de 12 maanden.

We willen vandaag in Everett aankomen. Want daar zit de Boeing fabriek en daar kun je een rondleiding krijgen. Dat willen we wel! Nou kunnen we 2 dingen doen: de 101 helemaal afrijden weer naar het zuiden, tot Olympic. Da’s de hoofdstad van de staat Washington. Daarna de snelweg pakken tot voorbij Seattle, waar Everett ligt. Dan rijden we dus om de baai Puget Sound heen. Of we steken binnendoor over, via Whidbey Island. Dan moeten we met 2 ferry’s. Dus moeten we kiezen tussen 130 mijl meer rijden of 30 piek aan ferry-kosten. Met de ferry is ook wel eens leuk, dus we kiezen het laatste.


Met de ferry

Bye, Port Angeles

We rijden van Port Angeles naar Port Townsend voor de ferry naar Coupeville op Whidbey Island. Dat gaat allemaal lekker vlot. We betalen $ 14,60 voor 1 auto met 2 passagiers. Dan rijden we de boot op. Iets meer dan een half uur later zijn we aan de overkant. Het waait enorm, maar het is wel even droog. Dus gaan wij lekker buiten op het dek kijken. Tot we uit onze onderbroek zijn gewaaid. Dan een lekker kopje koffie / thee halen in het restaurantje dat aan boord is. Kunnen we vanachter het glas verder naar buiten kijken.

Aan de overkant rijden we eerst enthousiast de verkeerde kant op. Gelukkig niet ver en ach, zien we ook nog iets van het plaatsje Coupeville. Dan komen we toch op de 525 naar het zuiden, op weg naar onze volgende ferry van Clinton naar Mukilteo.


Hello, Coupeville

Crap, wat een file

Ruim voor het dorp staan al auto’s op de vluchtstrook voor, naar blijkt, de ferry. Crap. Dit schiet niet echt op. Uiteindelijk zijn we een uur bezig om op een boot te komen. Een boot, want er gaan er eerst 1 of 2 voordat wij erop kunnen. Voor de overtocht betalen we $ 11,15. Maar volgens mij is de beste kaartverkoper vergeten ook voor mij als passagier iets te rekenen, want ook deze overtocht zou rond de 15 piek moeten uitkomen.

We gaan maar weer even buiten kijken. De rit is iets korter dan de vorige, slechts 20 minuutjes. Inclusief het wachten vooraf zijn we dan eindelijk, na ruim 1,5 uur, in Mukilteo.


Boeing fabriek

Boeing fabriek

Het is nog maar een kort stukje naar het gebouw van Future of Flight, het museum van Boeing. Daar kun je je melden voor een tour. Dus dat doen we. We kunnen nog mee met de tour van 3 uur. Oh, okay! We betalen 20 dollar per persoon, krijgen een kaartje voor tour B en worden een bioscoopzaal ingestuurd. Daar wordt uitgelegd dat je absoluut geen camera’s, telefoons, tassen, etc. mee mag nemen. En dat de tour 90 minuten duurt. Tijdens de tour kun je nergens plassen, dus wie nog moet, heeft nog 6 minuten. Dat is namelijk de tijd van de informatieve film die we nu te zien krijgen. Er rennen wat mensen weg. Daarna wachten we even voor onze groep in een bus geleid wordt.


Boeing fabriek

Boeing fabriek

Met die bus gaan we naar de overkant. Hier staat het immense pand van Boeing. Dit is qua volume het grootste gebouw ter wereld: het heeft een vloeroppervlak van maar liefst 398,000 m² en een inhoud van 13.3 miljoen m². Er moeten dan ook gigantische vliegtuigen in en uit. Ja, want deze fabriek is dus gewoon in gebruik.

Er zijn observatie-balkons waar wij als toeristen op mogen. Ondertussen geeft onze gids uitleg. Omdat de fabriek gewoon in gebruik is, mag je geen opnames maken. Voor het geval je je eigen vliegtuig wilt bouwen of zo. Het is een leuke, interessante tour en het is indrukwekkend om te zien hoe die enorme kolossen van vliegtuigen in elkaar worden gezet. Zo zien we onder andere het in elkaar knutselen van de 787 Dreamliner, het laatste nieuwe type van Boeing. Geweldig apparaat, maar het heeft nog wat kinderziektes. Want terwijl wij naar de geweldige machine staan te kijken, staat net in de kranten het bericht dat Norwegian Air Boeing op het matje roept over de problemen met de Dreamliner….


Boeing fabriek

Boeing fabriek

Laten we ze dan maar niet afleiden. Na 1,5 uur zijn we terug bij het Future of Flight gebouw en nemen we afscheid van onze gids. We snuffelen nog even in de souvenirwinkel, kijken in het museum en gaan dan naar onze auto.

Aangezien we binnen geen opnames mochten maken, maken we die buiten nog even van wat we zien aan gebouw en opgestelde vliegtuigen. Dan wordt het tijd een hotel te zoeken, het is bijna half 6. De eerste zit in Everett zelf, maar blijkt vol te zitten. Geeft niet, we rijden wel even door over de I-5 naar het noorden. In Arlington vinden we een Quality Inn, voor € 84,33. Ernaast zit Buzz Inn Steakhouse. Klinkt goed, dus daar kunnen we mooi gaan eten. We hebben een gezellige serveerster en de burger van Andy en mijn meatloaf smaken uitstekend! Samen nog een apple-crisp toetje met ijs na en wij zijn tevreden.


Dag 17 – Maandag 23 september 2013

Weer: Wisselvallig en frisjes
Doel: Mount Baker, waterval en winkelen
Gereisd: Arlington naar Bellingham, 242 km
Hotel: Econolodge, €62,52

Van Arlington, WA naar Bellingham, WA

Get, het regent. Gelukkig gaat dat veranderen: zo meteen zullen we continue plensbuien hebben… Maar ik loop op de zaken vooruit. Eerst wassen, plassen, aankleden, tanden poetsen en naar buiten roetsen. Hoewel we het eigenlijk niet van plan waren, gaan we toch maar in het hotel eten. Wel zo makkelijk en dan zijn we lekker vlot op pad. En ook hier is weer van alles te krijgen, warm en koud. Dus zitten wij al om 9.15 uur in de auto, op weg naar Mount Baker. Dat is – oh verrassing – een vulkaan! Hij is een kilometertje of 3 hoog (3.286, om toch maar even precies te zijn) en is de berg met de grootste hoeveelheid sneeuwval van de Cascade Range. In 1999 werd er een officieus wereldrecord gevestigd, nadat er in één seizoen maar liefst 28-en-een-halve meter sneeuw was gevallen.

Om er te komen volgen we eerst de I-5 nog een mijltje of 50 naar het noorden. Bij Bellingham slaan we af naar de 542 en dat is de scenic route naar Mount Baker. Beetje jammer dus dat het regent. Erg hard regent. Maar toch is het hier prachtig. Alleen zijn de bergen nu in wolken gehuld. Regenwolken ja. Ach, dat geeft ze wel iets mystieks.


Nooksack Falls

En nog meer watervallen

De route over de 542 is uiteindelijk doodlopend. Onderweg kunnen we afslaan naar de Nooksack Falls, wat we dan ook doen. We rijden over een bruggetje en over een gravelpad verder omhoog. Tot we bedenken dat dat niet de bedoeling kan zijn. De weg naar de waterval zou namelijk nog geen mijl lang zijn en we zijn toch al verder op pad. Dus keren we voorzichtig om op het smalle bergpaadje en rijden terug naar het bruggetje. Daar zien we mensen staan, dus moet het hier wel zijn.

En inderdaad, als we de auto geparkeerd hebben en het korte pad naar beneden lopen, zien we de geweldige, woeste waterval. Erg mooi, hoewel nat. Gauw weer terug in de auto en verder richting Mount Baker. Aan het einde van de route is Artist Point, waar je normaal een magnifiek uitzicht hebt en goed zicht op Mount Baker. Niet vandaag: teveel regen en wolken. Wel prachtig hier en op de weg er naartoe zien we talloze watervalletjes over de bergwand lopen.

Zoals gezegd is de route doodlopend, dus rijden we hetzelfde stuk weer terug. We hebben besloten dat we er geen lange dag van maken en volgens mijn reisgids is Bellingham wel een aardig plaatsje. Dus nemen we daar een kamer in de Econolodge, voor €62,52. Prima kamer, aan het zwembad. Maar daar is het geen weer voor.

Het is wel inmiddels droog geworden. We zien zelfs een stukje blauwe lucht en een voorzichtig zonnetje. Dus wandelen we naar het winkelcentrum aan de andere kant van het viaduct. Daar hebben ze een Guitar Center en een Marshalls kledingwinkel. Eerst kijken we bij Guitar Center rond. Dan lopen we terug via Marshalls. Daar verkopen ze vorig-seizoen-kleding en ze hebben er een erg leuke leren jas van Guess, die Andy bijzonder goed staat. Voor slechts 70 dollar. En voor mij leuke instapschoentjes van Naturalizer, voor maar 30 piek. Zo, weer geslaagd!

We wandelen rustig terug, relaxen wat op onze kamer en gaan dan een rondje door het dorp maken. Met de auto. Het is hier tenslotte Amerika, daar neem je de auto. We rijden langs de haven en passeren het mooie gebouw van het Whatcom museum. Wat je daar kunt zien? Geen idee, vast iets ouds. Google het anders even, rijden wij ondertussen terug naar onze afslag aan de I-5.


Haven van Bellingham

Bellingham

Vlakbij ons hotel zit een Denny’s, waar we voor het avondeten plaatsnemen. Dat gaat allemaal prima, onze kipgerechten zijn lekker. Als we er net aan zijn begonnen, ontvangen we de rekening al. En dat was het laatste dat we van onze serveerder hebben gezien, heel vreemd. We hadden nog graag een toetje willen bestellen, maar na een kwartier wachten, nadat we onze hoofdmaaltijd op hebben, nog altijd geen serveerder. Uiteindelijk vragen we een andere serveerster waar die van ons is gebleven. Daar krijgen we niet echt antwoord op. En wij hoeven al niet meer.

Als het afrekenmeisje vraagt of alles naar wens was, antwoorden wij dat dat niet zo was. We vertellen ons verhaal en zij fluistert of we dan morgen misschien het telefoonnummer op de bon willen bellen, om een klacht in te dienen. Want dit gebeurt vaker bij deze serveerder, maar als niemand iets zegt… Maar zeg alsjeblieft niet dat zij dit heeft gezegd! Ze is het met ons eens dat we geen fooi geven. Oh, en ondertussen zien we onze serveerder vrolijk in de andere ruimte rondhuppelen. Dat hij óns wat aandacht had gegeven, de sukkel. We rekenen af en rijden naar de overkant, waar de mall zit. En daar zit een food court, met een Starbucks. Kunnen we daar mooi een toetje halen. We neuzen nog wat in het winkelcentrum en maken dan een einde aan de dag.


Dag 18 – Dinsdag 24 september 2013

Weer: Lekker maar afwisselend
Doel: North Cascades, appels & Winthrop
Gereisd: Bellingham naar Wenatchee, 409 km
Hotel: Econolodge, €50,27

Van Bellingham, WA naar Wenatchee, WA

Voor het ontbijt gaan we weer eens buiten de deur eten. Na enkele overwegingen kiezen we toch maar voor Denny’s. De ontbijtjes zijn er tenslotte erg lekker. Gelukkig is de flapdrol van gisteren er nu niet, die hadden we ook geweigerd. De dame van vandaag is ook niet bepaald het zonnetje in huis. We twijfelen even of we nog een klacht over die van gisteren zullen indienen. Ach, laat ook maar.


Nog even door de mist…

… en dan: Amerikaanse Alpen

Na het veel te grote ontbijt gaan we op pad. Want ik had nog een paar routes in petto. Aangezien het weer een heel stuk beter is geworden, besluiten we die inderdaad nog te gaan doen. De eerste route gaat door het North Cascades National Park. Om daar te komen moeten we even een stukje naar het zuiden over de I-5, tot Burlington en dan kunnen we naar de 20 oost. Nou, we hebben er absoluut geen spijt van dat we deze route zijn gaan doen. Wat is het hier prachtig! Ze noemen dit de Amerikaanse Alpen en het komt er ook aardig bij in de buurt. We zien schitterende hoge bergen, waarvan een aantal met sneeuw bedekt. Er zijn magnifieke bomen aan een uitstekende weg. Gelukkig zijn er ook veel uitkijkpunten met ook echt mooie uitzichten. En allemaal mooie watervallen. Het is aan een stuk genieten.


Diablo Dam

Diablo Dam

Op deze route zijn 3 dammen aangebracht. Nou had ik begrepen dat je bij één ervan een tour kunt maken, om te zien hoe hier energie wordt opgewekt. Dat zou dan bij de Diablo dam moeten zijn. Maar als we daar aankomen, zien we niets dat erop wijst dat we een tour kunnen maken. Wel is het hier erg mooi en is de dam een interessant fotografeer object. Als we nog hoger de bergen in klimmen, zien we diezelfde dam en de 2 anderen van bovenaf, in een prachtig groot, groen meer.

Het weer is trouwens een behoorlijk stuk beter dan gisteren, maar dat kan ook haast niet anders. We hebben wel heel even een hagelbui (?) en af en toe een spetter regen, maar verder doet de zon heel erg haar best. In de bergen is het fris met 6 graden, maar onderin het dal halen we de 20 en is het heerlijk.


Charmant Winthrop

Charmant Winthrop

Aan het einde van de route ligt Winthrop. Dat is een erg leuk plaatsje in wild-west stijl. De panden hebben authentieke houten gevels, met een houten veranda er voorlangs. Er zit een leuk koffie / snack / snoeptentje, waar we heerlijke koffie en een lekkere hotdog nemen. Nog wat rondkuieren in dit aangename plaatsje en dan gaan we verder.

We hebben de Cascades inmiddels verlaten en rijden nu door appelgebied. In deze streek wordt meer dan de helft van de appels die in Amerika worden gegeten, geteeld. En dat ziet er erg mooi uit. We rijden langs de ruige, bijna kale bergen en langs een mooie rivier en passeren onnoemlijk veel appelgaarden. En natuurlijk de nodige vers-fruit stands langs de weg.


Mooi hoor

Appel country

We zijn trouwens van de 20 oost naar de 97 zuid gegaan. En zo komen we uit in Wenatchee (gezondheid). De appelhoofdstad van de wereld. Zegt men. Dat is een goed eindpunt voor vandaag. Ik heb uit mijn coupon boekje een Econolodge uitgekozen. Voor €50,27 hebben we daar een redelijke kamer. Voor het eten kiezen we Applebee’s. Want: appelhoofdstad… Aangezien de honingkip met mac & cheese mij daar laatst wel erg lekker smaakte, kies ik dat vandaag weer. Andy neemt een burger met friet. En blauwe kaas, zoals blijkt. Jammer alleen dat hij geen blauwe kaas lust… Ach, hij had toch niet zo’n honger.


Appels!

Hele mooie rooie

Terug bij het hotel besluiten we een blokje om te gaan. Want wat blijkt? Ons hotel zit aan het begin van downtown Wenatchee en daar zien we allemaal leuke winkeltjes, restaurantjes en wat barretjes. Op de barretjes na is alles gesloten, maar window shoppen is ook leuk en het ziet er gezellig uit. Zo, en nu slapen, want voor onze laatste dag morgen hebben we nog een leuk programma. Ja, nog maar 1 dag en dan zit het er alweer op…


Dag 19 – Woensdag 25 september 2013

Weer: Heerlijk, tussen 6 en 21c
Doel: Rocky Reach Dam en Leavenworth
Gereisd: Wenatchee naar Seattle, 246 km
Hotel: Travelodge, €43,74

Van Wenatchee, WA naar Seattle, WA

Het is vandaag heerlijk weer. De hitte die we in de 1e week van de vakantie hadden en de warmte van de 2e week zijn wel aardig voorbij, maar met een lekker zonnetje en rond de 16 graden zijn wij ook tevreden. Te bedenken dat het bijna oktober is en we in één van de nattere staten van Amerika zijn, mogen we echt niet klagen dacht ik zo! Dus dat doen we ook niet.

In plaats daarvan checken we al om half negen uit. Een paar minuten later zitten we bij Denny’s aan het ontbijt. Ook dat gaat vlot en om kwart over 9 kunnen we op pad. Voor onze last day of fun, want dit is onze laatste vakantiedag. Niet normaal, zo snel als dat altijd weer gaat. Maar, vandaag nog even lekker genieten.


Rocky Reach Dam

De visladder

We gaan eerst een dam bekijken, hier vlakbij aan de 97A. Want bij deze dam zouden we wel bij het powerhouse moeten kunnen komen. De betreffende dam is de Rocky Reach Dam. Er is een heel Visitor Center en ze hebben hun best gedaan er iets moois van te maken. Gezien de herfst is alles aangekleed met herfstpoppen en pompoenen. Het Visitor Center ligt hoger, zodat je vanaf daar naar de lager gelegen visladder kunt kijken. Zoals we vorig jaar in Alaska hebben geleerd, zwemmen zalmen tegen de stroom in omhoog. Dan kunnen ze zich voortplanten en opgegeten worden. Of zoiets.

Als we genoeg vissen hebben gezien, gaan we eerst naar binnen bij het Visitor Center. De entree tot het gebeuren is gratis, maar we moeten wel even door een beveiligingscheck. Binnen kun je wat te eten en drinken krijgen, souvenirs kopen en van onderaf naar de zalmladder kijken. Met een beetje mazzel zie je hier de zalmen heen en weer zwemmen.


Rocky Reach Dam

They got the power

Aan de overkant is het energiegebouw. Daar lopen we naartoe. We komen uit bij een observatiedek. Vanaf hier kunnen we in het energiehart kijken. We zien de gigantische machines waarmee elektriciteit wordt gemaakt. Verder zijn hier displays, waarop je kunt lezen hoe door de dam en het water energie wordt opgewekt. Er zijn ook een aantal attributen waarmee we zelf een en ander kunnen uitproberen. Zoals bijvoorbeeld een hometrainer, waarmee we het licht aan kunnen fietsen. Erg leuk en educatief. Tot slot is er een museum waar we iets leren over de indianen en over nog iets. Ik heb niet zo goed opgelet en weet niet meer wat dat nou was….


Kijkje in de stroomkeuken

Zelf stroom maken

Als we genoeg geleerd hebben, gaan we verder. Dat is naar de 2 west, richting Seattle. We komen al snel in het plaatsje Cashmere. Hier zit een fabriekje dat heerlijke appelsnoepjes maakt. We zijn immers nog steeds in Apple Country. Logisch dus dat er van alles en nog wat van appels wordt gemaakt. Het snoepfabriekje heet Aplets & Cotlets. Het is mogelijk om een rondleiding door de fabriek te krijgen. Maar de volgende gaat pas over een uur. Wij moeten echt vandaag bij Seattle aankomen, want dit is onze laatste dag. Dus hebben we geen tijd om op de volgende toer te wachten. In plaats daarvan proeven we de snoepjes. Oh, lekker! Dus koop ik een paar dozen om mee naar huis te nemen.

We gaan weer verder. Naar Duitsland. Beieren, om precies te zijn. En om nog preciezer te zijn: naar Leavenworth. Dat is een plaatsje 15 mijl verderop, dat geheel in Beierse stijl is. Waarom, vraagt u zich af? Nou, het plaatsje dreigde onder te gaan aan recessies en andere ellende. Dus moest er iets bedacht worden om het tij te keren. Toerisme zou wel eens een leuke boost kunnen geven. Maar hoe trek je toeristen aan? Hee, we zitten dicht tegen de Cascades aan, die de Amerikaanse Alpen worden genoemd. Laten we Duits doen! Dus werden alle huizen – in elk geval in het centrale deel van de plaats – voorzien van Beierse gevels. Streets werden omgedoopt naar Strassen. Er werden typische hangplanten uit Duitsland en Oostenrijk opgehangen. En viola! Ik vind het wel grappig, Andy vind het eigenlijk een beetje stom: “we wonen verdorie NAAST Duitsland!”. Ach, we zijn er nou toch…

33_jez7978
Wir sind in Deutschland
34_jez7977
Beiers Leavenworth

Het is de laatste stop die we maken op deze route. Die ook weer enorm mooi is. We rijden nog steeds door de bergen en langs een leuke rivier. Tegen 2-en bereiken we Seattle. We gaan eerst naar het vliegveld, om onze boarding passen uit te printen. Nou hebben we morgen een achterlijk vroege vlucht en ik had gezien dat die al bijna helemaal vol zit. Dus vraag ik of de vlucht niet toevallig overboekt is, zodat we op een andere vlucht gezet kunnen worden. Helaas, nog niet. Tja, dan zit er niets anders op dan morgen erg vroeg opstaan.

Als we onze boarding passen hebben, gaan we naar ons hotel. Dat is dezelfde als die we de 1e twee nachten hadden, dus een Travelodge. Vandaag is de prijs €43,74. We slepen alle zooi uit de auto. Ongelofelijk, wat je in 3 weken allemaal verzamelt… Daarna kan alles opnieuw ingedeeld worden in de koffers.


Terug naar Seattle

Whoop, there it is

We hebben bedacht dat we vandaag de auto vast inleveren, dan nemen we morgen de shuttle van het hotel naar het vliegveld. Hoeven we niet in allerlei shuttles met onze bagage te zeulen. Dus rijden we naar het vliegveld en leveren de auto in bij Thrifty. Dan bellen we de shuttle van Travelodge en zijn rond half 6 terug in ons hotel. Voor het avondeten doen we niet moeilijk: even verderop zit een Wendy’s. We hebben deze vakantie weinig fastfood gegeten en bij Wendy’s zijn we al helemaal niet geweest. Ze hebben een nieuw broodje met kip dat erg lekker smaakt. Mooi.

Weer in ons hotel doen we lekker rustig aan en duiken er op tijd in. Morgen immers vroeg op!


Dag 20/21 – Don 26 / vrij 27 september 2013

Weer: Overal wel zonnig
Doel: Thuiskomen
Gereisd: Seattle-Houston-A’dam
Hotel: Thuis

Vlucht terug naar huis

And now the end is near… We vliegen vandaag naar huis. Achterlijk vroeg. Onze eerste vlucht naar Houston vertrekt om kwart over 8. Gelukkig is dat een binnenlandse vlucht, dus hoeven we niet heel lang van tevoren aanwezig te zijn. En we hadden gisteren natuurlijk al ingecheckt op het vliegveld. Nu moeten we alleen nog onze bagage inchecken. Oh, en in het vliegtuig stappen.

We hebben om half 7 een shuttle naar het vliegveld gevraagd en samen met nog wat anderen worden we vlot weggebracht. Het is nog niet druk en we kunnen meteen de koffers afgeven. Crap, 3 Amerikaanse pondjes te zwaar. Laat die zwarte fleece deken maar hier en die schoenen passen nog net in een handkoffer. Zo, we kunnen door, door de beveiliging. Hé, er is iets nieuws! We worden naar een speciale rij gestuurd, waar we een andere controle krijgen dan anders. We moeten onze handpalmen omhoog houden en er wordt van elke palm een soort uitstrijkje gemaakt. Dat wordt in een machine gestopt waar het controleert op ik denk drugs en verboden stoffen of zo. Even wachten op een goedkeurend bliepje en we mogen elk door.

Dan de paspoortcontrole, waar we ook uitgelegd krijgen wat vervolgens de bedoeling is: we halen alles uit onze zakken maar verder houden we alles aan. Ja, ook de broekriem blijft om en de schoenen, jas of vest hoeven niet uit. Alleen vloeistoffen moeten uit de handbagage, de rest blijft erin. Ja, ook de laptop en dergelijke. Dan de tassen op de band en door de scanmachine en wijzelf door het controlepoortje. Jeetje, dat gaat makkelijk en vlot! Wauw, ik hoop dat dit goed uitpakt en ze straks overal op deze manier gaan controleren. Dat scheelt een eeuwigheid wachten, stressen, uitkleden & uitpakken!


Taxi naar huis

Nice view

We zijn dus op tijd bij onze gate. We kopen 2 grote bagels bij de bagel company. Kunnen we die straks in het vliegtuig als ontbijt opeten, want dat hebben we nog niet gehad. Boarden begint om half 8 en het vliegtuig zit ramvol. Dus vragen ze vrijwilligers om handbagage in te checken, zodat er genoeg overhead ruimte is. Dat rode koffertje van ons bevat alleen vuile was, dus die hebben we onderweg niet nodig. Hij wordt ingecheckt tot aan Amsterdam, daar zullen we hem pas weer terugzien. Boarden gaat redelijk vlot en we vertrekken op tijd naar Houston, Texas. Het is een vliegtuig van 2×3 rijen, dus hebben we een buurman. En oh jippie, een baby pal achter mij en een 6-jarige 3 rijen verderop. De baby houdt zich gelukkig erg goed, nauwelijks gehoord. Maar de 6-jarige heeft duidelijk nieuwe ADHD-medicijnen nodig. Mijn god, wat een irritant pokkejong! Andy heeft nergens last van, die heeft geweldige oortjes die hem van de buitenwereld kunnen afsluiten. Geloof me, ik ga na de vakantie ook oortjes halen. Ik ben het echt helemaal zat met al die jankende, schreeuwende kinderen telkens om me heen.

We hebben een centraal tv-scherm in de cabine waar de laatste Star Trek film op gedraaid wordt. Die heb ik nog nooit helemaal gezien (2 pogingen gedaan, 2x in slaap gevallen), dus probeer ik het nog een keer. En het lukt, heel de film uitgekeken! Dat betekent dat ik dus niet heb geslapen tijdens de vlucht. En Andy volgens mij ook niet echt. Wel hebben we genoten van het prachtige zicht op Mount Rainier net na het opstijgen. En halverwege op de schitterende bergen en canyons in Colorado. Mooi hoor!

Na zo’n 3 uur vliegen, om half 2 Houston-tijd, landen we. Onze volgende vlucht gaat over iets minder dan anderhalf uur, dus gaan we meteen op weg naar onze gate. Get, allemaal kaaskoppen. We willen niet naar huis… Aangezien we naar Europa vliegen, moet ons paspoort gecontroleerd worden. Dat doen ze hier bij de gate, vandaar dat al die mensen daar in de rij staan. Dus doen wij dat ook maar. Boarden begint ook hier vrij vlot en om 10 voor 4 gaan we de lucht in, voor een lange, lange zit van bijna 9,5 uur.

Dit is weer een vliegtuig van 3 rijen van 3 en thuis had ik al zitplaatsen in de middelste groep gekozen. Want dat zijn de beste plekken als je in en uit wilt zonder, een buurmens te hoeven lastigvallen. Of zonder dat die jou lastig valt. En dan boek ik aan de buitenkanten, want mensen willen niet graag in het midden tussen vreemden zitten. Nu ook niet, dus hebben we de hele rij voor onszelf. Mooi, eindelijk eens wat meer beweegruimte. Kan ik ook eens de voetjes omhoog doen!

Ook hier helaas weer jankend grut om ons heen, erg fijn. Nu wel eigen tv-schermpjes, dus ik sla me door de vlucht heen door het kijken van een stuk of 3, 4 films. En eindelijk, om kwart over 8 Nederlandse tijd, landen we op Schiphol. Nog even een kwartiertje taxiën – want het is Schiphol – en dan kunnen we eruit. De koffers laten heel even op zich wachten, maar als we ze dan allemaal hebben (ja, ook het kleine rode ding), bellen we Alex Rooms. Alex Rooms? Weet u nog, daar sliepen we de avond voor vertrek en daar staat onze auto geparkeerd. Onderdeel van de deal was dat we ook weer van het vliegveld worden opgehaald. En dat gebeurt ook, ongeveer een kwartier nadat we buiten staan.

We worden netjes bij onze auto afgezet, zodat we meteen de koffers kunnen overladen. We bedanken onze chauffeur. Nee geen fooi, want we hebben geen euro’s meer. Dat komt omdat we hem op de heenweg al een fooi van 20 piek hadden gegeven, bij gebrek aan kleiner. We besluiten dat dat ook de terugreis dekt.

Zo, we kunnen naar huis. We zijn redelijk snel de Randstad uit en sluiten bij Gorkum netjes aan in de file. Op vrijdagochtend. Om 11 uur. Ja hoor, we zijn weer thuis! We verrekken van de honger, dus halen we bij de Mac 2 burgers en een milkshake. Om 12 uur zijn we thuis, waar Mootje (de kat) erg blij is ons weer te zien. En wij haar! Even een kop koffie en dan gaan we eindelijk maar eens slapen. Tot de volgende vakantie!

 


Epiloog

We hebben weer een heerlijke vakantie gehad. Toch was dit niet onze mooiste of leukste of meest speciale vakantie in de States. Het meeste was leuk-voor-één-keer. Alleen de oostkant van Washington – het appelgebied – en de North Cascades area zouden we nog wel een keer willen bezoeken. Leuk in combinatie met Canada, Idaho en/of Montana…

Als we moeten samenvatten:

  • Seattle was leuk, maar één keer is genoeg voor ons
  • Portland vonden we verschrikkelijk
  • De met sneeuw bedekte bergen en de vulkanen waren fenomenaal
  • Highway 1 naar het noorden was minstens zo mooi als richting het zuiden

  • En het was leuk om na al die bezoeken aan California ook eens de noordkant te zien
  • We voelden ons erg klein tussen de gigantische bomen in het Redwood National Park
  • Zoals altijd was het weer fijn om tijd met de familie door te brengen
  • Oost Washington was erg leuk, voor herhaling vatbaar

We kunnen weer 2 nieuwe staten aan onze lijst toevoegen: Washington en Oregon. Het wordt nu dus spannend, want van de 50 zijn er nu 47 down en dus nog 3 to go…

Facts & Figures 2013
Continent Noord-Amerika
Hoofdstad Washington DC
Regeringsvorm Federatie
Grootte tov Nederland 236,54 x groter (9.826.675 km2)
Aantal inwoners 324 miljoen / 33 per km2
Beste reistijd Hele jaar, ligt eraan waar je naartoe gaat
Visum nodig? Ja, voor vertrek regelen
Visum kosten $14,- per visum
Tijdsverschil met Nederland Verschilt per deel, tussen 3 en 12 uur vroeger
Munteenheid Amerikaanse dollar (USD): 1 dollar = €0,89
Taal Engels (Amerikaans)

Reacties zijn gesloten.