Weer: | Lekker |
Doel: | Aankomen in Fairfax, Virginia |
Gereisd: | Amsterdam – Washington |
Hotel: | Huize Worthington |
Om 8.15 worden we naar Schiphol gebracht. Daar komen we 1,5 uur later aan. Meteen maar inchecken. Alle leuke zitplaatsen zijn al bezet. We kunnen niet meer samen in een rij van 2 zitten. Dus nemen we Economy Plus. Dan hebben we meer beenruimte en kunnen we lekker met z’n tweetjes aan de zijkant zitten. Kost wel wat, €65,- per persoon extra. Ziezo, wij zitten lekker! Totdat… er een krijskind vlakbij komt zitten. Wat een longen heeft dat kind! Ze heeft minstens vier van de acht uur luidkeels zitten schreeuwen. Letterlijk. En niet aaneengesloten; nee, telkens als je net wegdommelt, begint het weer. Met de koptelefoon zo hard als mijn oren kunnen verdragen, hoor ik haar er nog steeds bovenuit. Oh ergernis!
Om kwart over drie ’s middags landen we op Washington Dulles. Dat is plaatselijke tijd; het is hier zes uur vroeger dan in Nederland. Met een shuttlebus worden we van de gate naar Immigrations gebracht, waar we best lang in de rij staan. Wij hebben als pech een Indiase familie voor ons, die blijkbaar erg veel tijd nodig heeft. Als we door de douane zijn, pakken we weer de shuttlebus. Nu naar Dollar, om onze huurauto op te halen. Ik had een fullsize geboekt, in de hoop een Chrysler 300C te krijgen. Helaas. De fullsize is een Ford Taurus en die worden we ook geacht te nemen. Die is alleen erg lelijk. No way dat we daarin gaan rondrijden!
We nemen een upgrade naar die 300C. Kost wel weer wat: $500,- (ca. €395,-) voor twee weken. Dat is met een discount van 50%. Nog steeds veel, maar ach, het is vakantie. Gauw de koffers inladen en om 17.15 kunnen we dan op weg naar Fairfax. Daar worden we hartelijk verwelkomt door Alex en Magda. Die wonen in een heel mooi vrijstaand huis, dat erg smaakvol is ingericht. We krijgen de logeerkamer beneden, met eigen badkamer. Alex heeft een heerlijke mac&cheese-schotel gemaakt, die we lekker in de tuin opeten.
Na het eten gaan we snel douchen en dan op naar Washington DC, voor een sightseeing-by-night. Alex rijdt ons langs alle hoogtepunten, die ’s avonds mooi verlicht zijn. We lopen nog een rondje om het witte huis, voor we weer terug gaan naar Fairfax. Om 1 uur liggen we allemaal op één oor.
Weer: | Zonnig maar heiig |
Doel: | Shenandoah National Park |
Gereisd: | Ongeveer 280 km |
Hotel: | Huize Worthington |
We zijn allemaal al vroeg wakker, om een uur of zeven. Magda moet even naar de tandarts, Alex maakt een lekker ontbijt voor ons (bacon & eggs). Als we allemaal klaar zijn en Magda weer terug, gaan we op pad. We gaan vandaag naar Shenandoah NP, over de Skyline Drive. Dat is een groot nationaal park in de Blue Ridge Mountains. Het is een langgerekt park van zo’n 170 kilometer lang. Er loopt één weg doorheen: de Skyline Drive. Daar gaan we een stukje overheen rijden.
Voor de toegang tot het park is een fee verschuldigd: $10,- per auto met maximaal 4 inzittenden. Het kaartje is een hele week geldig. Helaas is het nogal heiig, waardoor de uitzichten op de Shenandoah Mountains wat minder zijn. Eigenlijk zijn we ook iets te vroeg in het jaar, maar we kunnen ons goed voorstellen hoe prachtig het hier is tijdens de Fall Foliage. Dat is de periode in de herfst dat alle bomen schitterend beginnen te verkleuren. Maar toch hebben we genoten.
Voor de lunch stoppen we bij Burger King. Daarna rijden we door naar de Luray Caverns. Dat is het grootste grottenstelsel in dit deel van Amerika. Het meest bijzondere hier is het Great Stalacpipe Organ. Dit is naar men zegt het grootste muziekinstrument dat er is. Het gebruikt de druipstenen van de grot als instrument en als klankkast. Wiskundige Leland Sprinkle bouwde het in de jaren 50.
Daar had hij even tijd voor nodig: het duurde drie jaar en 2500 pogingen om de specifieke formaties te vinden die het juiste geluid voortbrengen. Dat geluid wordt geproduceerd door rubberen hamertjes, die op de druipstenen slaan. Dat veroorzaakt een zeer pure en zuivere toon. De muziek vult zo’n beetje de hele grot. Dit wisten wij allemaal niet toen we aan de toer door de grot begonnen. Dat was dus een mooie verrassing.
Oh ja, een toer. Elke 20 minuten kun je achter een gids door de grotten dwalen. Kost in 2005 €19,- per persoon en duurt ongeveer een uur. Alex & Magda hebben dit al eens gedaan en Magda heeft wat last van haar maag, dus die slaan over. Andy en ik gaan wel. De tour is leuk, de grotten heel mooi, het krijsende kind en het vervelende kind in het gezelschap zijn minder aangenaam… Onze gids, een jonge knul genaamd Alex, brengt het ook allemaal erg leuk. De best hoge entreeprijs dus wel waard!

… ziet er eigenlijk heel normaal uit
Behalve het orgel is er nog meer te zien in de grot. Natuurlijk zijn er de stalagmieten en tieten. En een ondergronds meer. En een wensput, waar mensen geld in gooien. Eén keer per jaar wordt dat geld verzameld en aan een goed doel geschonken. Bij de wensput is te lezen welke goede doelen tot nu toe een schenking hebben ontvangen. De grotten worden goed verlicht en er zitten geen hele spannende dalingen of zo in. Daardoor is het prima te bezoeken.

Luray Singing Tower
Na de tour zoeken we Alex & Magda weer op. Alex trakteert ons op Dippin’ Dots. Dit zijn ieniemienie ijsbolletjes. Beetje vreemd, maar wel heel lekker! Via een mooie route rijden we terug naar Fairfax. We vereren de plaatselijke fastfood-Chinees met een bezoek. Dan zetten we Magda thuis af en gaan met Alex naar de mall. Andy wil namelijk een nieuw digitaal fototoestel aanschaffen. Helaas, geen succes. Om 9 uur zijn we weer thuis. We kletsen nog wat in de tuin en gaan dan allemaal vroeg naar bed.
Weer: | Zonnig, ongeveer 28 graden |
Doel: | Great Falls National park |
Gereisd: | Weinig |
Hotel: | Huize Worthington |
Ik ben alweer vroeg wakker. Eerst al om vijf uur, omdat ik helemaal lek ben geprikt rondom mijn enkels. Jeuk!! Gelukkig ben ik nog wel weer in slaap gevallen daarna. Om 9 uur zijn we allemaal op. We drinken koffie in de tuin, kletsen wat en gaan dan naar een dimsum restaurant om te lunchen. Heerlijk! Ik vind het principe van dimsummen ook zo leuk; het lopend buffet komt bij jou langs. Het personeel loopt met karretjes rond, met daarop de heerlijkste gerechten. Je kijkt wat je lekker lijkt, dit pak je en je betaalt voor het aantal bordjes met gerechten dat je hebt gekozen.
Na de lunch nemen Alex & Magda ons mee naar het Great Falls NP. Voor $5,- mogen we met zijn allen dit mooie park bij hun in de buurt bewonderen. En mooi is het zeker! Met rotsen, watervallen en een grote picknickarea. Hier zitten veel gezinnen gezellig te picknicken & te barbecuen. Daarvoor zijn er standaard barbecues aanwezig op het terrein, handig. Maar daar komen wij niet voor. We hebben immers al gegeten. Wij komen voor het park.
De Great Falls is 1 van de vele stroomversnellingen in de rivier de Potomac. Die rivier begint in West Virginia, gaat langs Washington DC en komt uit in de Chesapeak Bay aan de kust van Virginia. De rivier vormt een natuurlijke grens tussen de staten Virginia en Maryland. Aan beide kanten van de stroomversnelling is een park aangelegd. Aan de kant van Maryland heet die Chesapeake and Ohio Canal. Aan onze kant in Virginia is het dus het Great Falls NP.
Ons park met de watervallen vind je in een smal gedeelte van de rivier. Net voor de versmalling is de rivier bijna 300 meter breed, op dit punt slechts zo’n 20-30 meter. Over een afstand van minder dan 1 mijl valt het water via een serie stroomversnellingen en kleine watervallen in totaal 23 meter naar beneden. Het is daarmee de steilste stroomversnelling aan de oostzijde van de Verenigde Staten.
In het park zijn drie viewpoints aangelegd. Hier kun je de stroomversnellingen goed bekijken. Er staat ook een totempaal, de High Water Marks Pole. Daarop staat aangegeven hoe hoog de waterstand tijdens diverse overstromingen is geweest. We kijken eens lekker rond en genieten van het prachtige park en het heerlijke weer. We bewonderen een tijdje de kajakkers, die overeind proberen te blijven in de stroomversnellingen.
Als we zijn uitgekeken, rijden we rustig terug richting Fairfax. We doen nog een poging om voor Andy een camera te vinden en dit lukt bij Penn, in Vienna. Het wordt een Nikon, ter grootte van een pakje sigaretten. Inclusief een 512mb-kaart komt dit op $460,- en da’s in eurootjes €382,50. Verder doen we vandaag niet zo veel. Lekker in de tuin kletsen. Alex & Magda maken een heerlijke maaltijd van shrimps & steaks op de barbecue, met maïs en Texaans brood. Om half twaalf gaan we allemaal in bed.
Weer: | Heerlijk, 28 graden |
Doel: | Toerend naar Pennsylvania |
Gereisd: | Fairfax, VA naar North Wales, PA, 435 km |
Hotel: | Huize Eysbroek |
Vandaag verlaten we Virginia en rijden naar Pennsylvania. Want daar woont tante Peggy. Maar eerst: ontbijt. Alex heeft weer zijn best gedaan. We pakken onze spullen, laden de auto in en nemen afscheid. Niet voor lang hoor, we zien Alex & Magda over 10 dagen weer. Maar nu rijden wij richting Maryland. Bij Annapolis moeten we tanken en we gaan van de snelweg af. Die we vervolgens moeilijk weer terug kunnen vinden, zodat we meer van Annapolis zien dan ons lief is…
Vlak voor de Chesapeake Bay Bridge slaan we af, naar Sandy Point State Park. Na het betalen van $3,- mogen we erin. Jammer alleen dat het nogal tegenvalt. We hebben wel een mooi uitzicht op de Baybridge, maar dat is dan ook het enige dat er te beleven valt. Dus gaan we snel weer verder, de brug over. Hiervoor is $2,50 tol verschuldigd. Eenmaal aan de overkant, op het schiereilanddeel van Maryland en Delaware, zeggen we voorlopig de Interstates gedag en nemen binnenweggetjes.
We moeten alleen blijkbaar weer even wennen aan het rijden in Amerika, want na Annapolis kunnen we ook in Denton, Maryland niet meteen de juiste weg vinden. Terwijl dit nou niet bepaald een wereldstad is. Maar goed, we rijden lekker door Maryland en Delaware, genietend van het mooie, rustige Amerikaanse landschap en de gezellige dorpjes. Tegen zessen komen we in North Wales, Pennsylvania aan. We kunnen meteen bij tante Peggy aan tafel aanschuiven.
Tante Peggy woont in een schattig oud huisje. Het is vrijstaand, met allemaal spannende trappetjes en kamertjes. Ze heeft ook een gigantische tuin, waar ze graag in werkt. En ze heeft een kelder. Met een hele grote enge olieketel. Daar slapen wij naast, in de dungeons. We kletsen bij met tante Peggy en duiken op tijd ons bed in.
Weer: | Zonnig, erg warm en vochtig, 35c |
Doel: | Amish County bekijken |
Gereisd: | Rondom North Wales, 175 km |
Hotel: | Huize Eysbroek |
We zijn om half acht wakker. We beginnen de dag met gezellig ontbijten met tante Peggy. Als we allemaal gewassen en gestreken zijn, gaan we op pad. Tante Peggy gaat ons Lancaster County laten zien. Daar wonen de Amish en de Mennonites. De Amish zijn de oorspronkelijke volgelingen van Zwitser Jakob Ammann. Velen emigreerden vanuit Europa naar Noord-Amerika, omdat hun levenswijze in Europa nog nauwelijks getolereerd werd. Dat was al in de 18e eeuw.
Bij de Amish zijn religie, waarden en traditie onlosmakelijk verbonden met het dagelijkse leven. Dat dagelijks leven is eenvoudig. Ze nemen niet deel aan de moderne wereld en ze wonen in boeren gemeenschappen. Nog grotendeels zoals dat er in het begin van de 19e eeuw aan toeging. Zonder elektriciteit en bijna volledig zelfvoorzienend. Ze dragen traditionele, eenvoudige kleding en vervoeren zich met paard & buggy. Die je dan ook veelvuldig tegenkomt op de wegen in Lancaster County.
En dan heb je de Mennonites. Die hebben hun oorsprong in, jawel, Nederland. Ze zijn vernoemd naar de Friese Menno Simons, een priester uit de 16e eeuw. Mennonites hebben dezelfde wortels als de Amish, in het anabaptisme. Maar waar de Amish zich afgezonderd houden van de moderne wereld om hen heen, zijn de Mennonites daar wel in meegegaan. Amish vormen een gesloten gemeenschap, bij de Mennonites zijn buitenstaanders welkom.
Hier in Pennsylvania woont een grote concentratie van beide groeperingen. En daar gaan wij vandaag naartoe, naar Lancaster County. Bij Wagontown gaan we van Highway 30 af naar de 340 en meteen bevinden we ons in een andere wereld. Het is hier erg mooi. De omgeving is glooiend en het is er heerlijk toeren. Al gauw komen we de eerste paard & wagen tegen. En vrouwen en kindertjes in de typische Amish-kleding.
Tante Peggy legt uit hoe je kunt zien waar de Amish wonen. Want ze wonen niet allemaal afgezonderd in enclaves, zoals ik eigenlijk dacht. Nee, ze wonen ook “gewoon”tussen niet-Amish mensen in. In Amerika lopen de elektriciteitsdraden bovengronds. Net België dus. Je hebt een hoofdleiding en van daar gaat er een lijntje naar elk woonhuis. Behalve als daar Amish wonen, want die hebben geen elektriciteit, dus ook geen lijntje.
We stoppen eerst bij de Country Gift and Thrift Shoppe. Dat is een winkel waar ze van alles verkopen wat door de Amish en Mennonites wordt ingebracht. Vooral kleding, maar ook handgemaakte spulletjes. Op de bovenverdieping worden quilts gemaakt. En tentoongesteld voor de verkoop. Vandaag zit er een groep Amish-dames te quilten. Ze zijn erg aardig. Ze vragen belangstellend aan tante Peggy waar wij vandaan komen. Op mijn vraag of ik misschien een foto mag maken, wordt – na overleg – instemmend gereageerd.
Na dit bezoek rijden we door naar het plaatsje Intercourse, I kid you not. Ze hebben hier blijkbaar iets met grappige plaatsnamen. Pennsylvania schijnt daar recordhouder van te zijn, van gekke namen. Naast Intercourse heb je hier bijvoorbeeld ook nog de plaatsjes Blue Balls, Bird in Hand en Paradise. Anyhow. In Intercourse zijn allerlei leuke winkeltjes, met veel eigengemaakte producten.
Er is één winkeltje, de Intercourse Canning Company, waar ze van alles in potten verkopen. Jams, chutneys, compotes, enz, enz. En het leuke is dat je er van mag proeven. Als wij er zijn is er ook net een groep oudere Amerikaanse toeristen binnen. Die hadden geloof ik het idee dat het een lopend buffet was… Het is ondertussen lunchtijd en we duiken een leuk restaurantje in, waarvan ik helaas de naam kwijt ben. We worden bediend door een Mennonietse vrouw. Andy en ik genieten van een Chili Cheese Dog. Lekker!
Na de lunch rijden we terug naar North Wales. We worden vanmiddag verwacht bij neef Frank, tante Peggy’s zoon. We pakken onze zwemspullen en rijden naar Frank’s. Ik zie er een klein beetje tegenop om de hele middag aan het zwembad te hangen. Het blijkt erg gezellig te zijn. En vooral erg lekker met dit weer! Frank bezit een voor Nederlandse begrippen gigantisch huis met bijpassende tuin. En in die tuin bevind zich het ook al niet kleine zwembad. Met watervallen en een jacuzzi.
We zijn niet de enige gasten, in de tuin zitten al Sheryls ouders, een oom en tante van Frank (niet van ons) en daar vrienden van. En natuurlijk zijn dochter Stephanie en zoon Bradon er ook. We vermaken ons uitstekend. Rond etenstijd steekt Frank de barbecue aan. Sheryl tovert heerlijke hamburgers, corn, roasted pork en potato salad tevoorschijn. Om een uur of acht zijn we weer bij tante Peggy thuis. We blijven lekker in de tuin kletsen, tot we om elf uur naar bed gaan.
Weer: | Bewolkt, regen en warm: 30c |
Doel: | Philadelphia en Lansdale |
Gereisd: | We hebben ons laten rijden |
Hotel: | Huize Eysbroek |
We zijn weer op tijd op, om een uur of acht. Tante Peggy is ook al wakker. Ze heeft een heerlijk ontbijt klaar staan, van bagels, scrambled eggs, burgertjes en tomatoes. Frank wil ons graag Philadelphia laten zien. We hebben daarom om half 11 bij hem thuis afgesproken. Daar wachten hij en Sheryl al op ons. In Sheryl’s Dodge Durango rijden we in drie kwartier van North Wales naar Philly.
Eerst stoppen we aan de rivier de Delaware. Aan de overkant ervan zien we New Jersey liggen. Dan gaan we naar het Philadelphian Museum of Art. Dat werd al in 1876 opgericht. Het stond alleen op een andere locatie dan nu. Geen handige locatie, bleek. Het lag te ver weg voor de meeste inwoners van de stad. Daarom werd in 1919 gestart met de bouw van het huidige gebouw. En dat is een mooi gebouw.
En ook een heel bekend gebouw. Tenminste, de trappen die naar de ingang gaan. Die staan bekend als de Rocky Steps. Sylvester Stallone rent de trappen op, als onderdeel van zijn training in de film Rocky I uit 1976. Dat doen wij niet. We blijven zelfs niet te lang hangen hier. Want als we langs het gebouw kijken, zien we een wel héél donkere lucht… En jawel, even later komt het water met bakken uit de hemel.
Gauw de auto in en op naar Downtown Philly. Men had ons verteld dat als we in Philadelphia zijn, we de beroemde Philly Cheese Steak moeten nemen. En het liefst bij Pat’s. Dat schijnt een legende te zijn op PCS-gebied. Dus rijden we door de Italiaanse wijk naar Pat’s. Omdat dit zo’n legende is, kunnen ze het schijnbaar maken hun klanten af te blaffen. En volgens Frank zijn het ook niet de beste PCS’s die er te krijgen zijn. Ach, vanwege de legende is het wel leuk.
We nemen allemaal een halve PCS, want Frank vindt dat we ook een broodje van Geno’s moeten proberen. Die zit pal aan de overkant. Dus dat doen we, we zijn tenslotte ook de beroerdste niet. Bij Geno’s zijn ze veel aardiger. We krijgen zelfs een pen van ze. En het broodje is heerlijk. Na deze lunch rijden we nog wat door Philadelphia, dat een erg leuk centrum heeft. Hier zijn echte winkelstraten, zoals we die in Europa kennen.
We zien het gebouw waar de Liberty Bell is gehuisvest. En het gebouw waar Nicolas Cage het brilletje vindt in de film Natural Treasure (leuke film!). Om een uur of drie zijn we weer bij Frank’s huis. Terwijl Andy met zijn neef rondhangt, neemt Sheryl mij mee naar Lansdale. Daar is een grote stoffenhal. In de kelder zijn honderden stoffen te vinden voor slechts $1,- per yard. Een yard is net iets meer dan een meter.
We stoppen ook nog even in Lansdale bij DE toeristische trekpleister aldaar: de Kugelball. Dat is een bal van 2200 ton, met vaag de wereldkaart erop. De bal wordt rondgedraaid door water. Het doel hiervan: no one knows… Er is een heel leuk stuk over geschreven in “The Distorter”, een parodie op de plaatselijke krant van Montgomery County. Terug bij Frank lummelen we een beetje in de tuin rond, tot tante Peggy ons komt ophalen.
We zijn voor het diner uitgenodigd bij haar dochter Annette. Annette woont samen met haar man Jas in Chalfont, niet ver van North Wales. Ook Annette woont in een reusachtig huis. Zonder zwembad, maar met een gigantische tuin, nog groter dan een voetbalveld. Dat is handig, want haar beide zoons zijn actief in voetbal. We eten tortelini met salade, lekker in de tuin. Tot een uur of tien zitten we gezellig te kletsen.
Weer thuis bij tante Peggy vinden we een doos Tasty cakes op onze auto. Naast de Philly Cheese Steak is dit dé specialiteit van Pennsylvania. Sheryl had het nog gauw langs gebracht. We nemen een snelle douche (man, wat is het hier vochtig met dit weer!) en om half twaalf duiken we ons bed in.
Weer: | Plensbuien en zonnig, 26-29c |
Doel: | Naar Belchertown |
Gereisd: | North Wales, PA naar Granby, MA, 450 km |
Hotel: | Granby Motel, $68,75 |
Vanochtend staan we om zeven uur op. Eerst ontbijten we met tante Peggy. We hebben weer lekkere bagels & eggs. Dan is het tijd om afscheid te nemen van tantelief. Vandaga beginnen we echt aan onze rondreis. Ons doel van vandaag is Belchertown, Massachusetts. Daar willen we een oude vriend van Andy opzoeken. En dat is nog een stukje rijden, door 3 staten. Om half tien gaan we op pad.
Ik heb een route uitgestippeld die ons door de staten New Jersey, New York en Connecticut voert. Het grootste deel van deze route gaat over de 202. Alleen langs New York nemen we een stuk highway. Ik heb voor onderweg nog leuke opties om te stoppen. Helaas zit het weer niet bepaald mee. We zijn vanochtend vertrokken met regen en dat is zo’n beetje de tendens van vandaag. In de staat New York komen we zelfs in een flinke hoosbui.
Dat is voor ons kaaskoppen niets nieuws, maar voor onze medeweggebruikers blijkbaar wel. Meteen gaan de voetjes van het gas en de alarmlichten aan. Pff, niks gewend hier. Later horen we dat we het staartje van de orkaan Ophelia meemaken. Helaas zullen we deze dame de komende week nog vaker treffen. We zijn alleen gestopt om in Flemington, New Jersey wat boodschappen in te slaan en in Danbury, Connecticut voor een heerlijke Frappucino van Starbucks.
Behalve van het slechte weer hebben we ook last van een slechte auto. Er is iets niet goed met het rechter voorwiel. Dat rammelt en trilt nogal. Als we harder dan 80 gaan, zitten we aardig te shaken. Niet echt prettig als je nog veel miles voor de boeg hebt. Om ongeveer half zeven staan we bij Maarten voor de deur. Zijn vrouw doet open. Maarten is helaas niet thuis. Geeft niks, als zij niks zegt, komen we morgenvroeg gewoon terug.
Dan gaan we op zoek naar een motel. Die hebben we toch op weg hierheen genoeg gezien. Nu duurt het even voor we er eentje hebben gevonden. Maar dan zien we het Granby Motel in de gelijknamige plaats. Voor $68,75 hebben we een nette kamer met twee 2-persoonsbedden, nette badkamer, airco, tv en een hoekje met een koffiezetter. We gooien onze spullen naar binnen en gaan op zoek naar iets eetbaars.
We belanden bij een pizzeria, waar Andy een peperoni neemt en frietjes, en ik de special en garlic bread. Voor $27,- kunnen we maar de helft op, dus de rest gaat mee. Om half negen zijn we terug in de motelkamer en om tien uur gaan we plat.
Weer: | Bewolkt, soms regen, 20-23c |
Doel: | Maarten bezoeken & Cape Ann |
Gereisd: | Granby, MA naar Portsmouth, NH, 375 km |
Hotel: | Anchorage Inn, $97,15 |
Na de ochtendrituelen rijden we om negen uur weer naar Maarten. Hij woont & werkt net buiten Belchertown, op een heerlijke plek middenin de bossen. Maarten heeft een Saab-garage aan huis. Zijn vrouw werkt ook vanuit huis, voor een Nederlandse (!) firma. Als we komen aanrijden, komt Maarten naar buiten. Andy stapt op hem af en vraagt: “Can you take a look at this tires?”. Maarten herkent Andy meteen, maar denkt: “I know this dude. Right face, right language, wrong country.”
Hij vindt het erg leuk ons te zien en we doen gezellig een bakkie op zijn veranda. Er worden ons nog stroopwafels aangeboden (?), maar die slaan we af. Ook Maartens vrouw is erg aardig. Zij komt eigenlijk uit New York City. Daar gaan ze dan ook regelmatig naartoe en weten er dus goed de weg. We spreken af dat als we naar New York City gaan, we hen van te voren bellen. Kunnen we samen gaan. Deal!
Om half elf nemen we afscheid van de familie Ruiterman en gaan op zoek naar de kust. Eerst rijden we terug naar Connecticut. Daar stoppen we bij Old Sturbridge Village. Dat is een levend museum. Het speelt het leven in New England in de 19e eeuw na. Er zijn bijna 60 oude gebouwen, 3 watermolens en een boerderij in het dorp. En er lopen gekostumeerde medewerkers rond, die je kunnen uitleggen hoe het er in The Old Days aan toeging.
Klinkt allemaal leuk, maar toch gaan we er niet in. We vinden het namelijk niet leuk genoeg om er $20,- per persoon voor neer te tellen. Dus kijken we rond daar waar we zonder kaartje mogen komen. Dan rijden we weer verder. In Woodstock, Connecticut stoppen we heel even om een blik te werpen op de Roseland Cottage, een leuk, knalroze huis. Het is ook een historisch huis. Het werd in 1846 gebouwd en was het zomerhuis van ene Henry Bowen.
In Pomfret kunnen we afslaan richting Rhode Island. Daar zien we in de plaats Putnam een Wendy’s. We nemen een vierkante hamburger met een baked potato. Goed, door Rhode Island dus. Tot aan Providence. Daar nemen we de snelweg richting Boston. Net voor Boston slaan we af om even te kijken bij de Eleanor Cabot Bradley Estate. Dat is een mooi landgoed met een bijpassend landhuis. Leuk om even de benen te strekken voor we de snelweg weer op zoeken.
Die snelweg gaat dwars door Boston. Dat was geen goed idee, want we komen midden in een vroege spits terecht. Dus rijden we een tijdje gezellig in de file door Boston. Tegen half vijf bereiken we Cape Ann en daar gaan we van de snelweg af. Cape Ann is een rotsachtig schiereiland in de Atlantische Oceaan. Je vindt er schattige vissersdorpjes. Vooral Rockport is erg leuk. Daar vindt je ook Motif #1.
Dat is het meest gefotografeerde en meest geschilderde gebouw in dit plaatsje. Het is een replica van een oude vissershut. Het origineel is in 1840 gebouwd, maar in 1978 verwoest door bliksem. Hetzelfde jaar hebben ze deze replica er neergezet. Het is inderdaad een fotogeniek pandje. Weer richting snelweg kom je door Ipswich. Daar staat een fantastisch Engels landhuis, Crane Estate genaamd. Cape Ann is erg mooi en ondanks het gure weer genieten we enorm.
We volgen de snelweg tot Portsmouth. Dan vinden we het wel welletjes voor vandaag. Het eerste motel waar we binnenstappen, vinden we te duur. Dan maar naar de buurman, die een iets schappelijker prijs hanteert. Voor $97,15 krijgen we een kamer in de Anchorage Inn’s. Nog steeds een hoop geld. Maar we krijgen een mooie kamer op de 2e verdieping. Deze heeft een magnetron. Dat is handig, want we hebben geen zin om uit eten te gaan. We hebben ook niet zo’n honger. Wat we wel hebben: de pizza van gisteren. Dus maken we die warm in de magnetron. We relaxen nog wat na het eten en gaan dan lekker slapen.
Weer: | Koud, nat en veel regen, 18c |
Doel: | Vuurtorens & Fort Knox |
Gereisd: | Portsmouth, NH naar Bucksport, ME, 310 km |
Hotel: | Bucksport Motor Inn, $74,- |
We staan om 7 uur op en checken om half negen uit. Vijf minuten later begint het te hozen… Daarom nemen we eerst een ontbijtje in het hotel. Er is een voor Amerikaanse begrippen uitgebreid continental breakfast. De allereerste keer dat we dit zouden krijgen, dacht ik dat we gerechten van alle continenten zouden krijgen. Een beetje zoals de Europese ontbijtbuffetten, zeg maar. Nee dus.
Een continental breakfast bestaat uit koffie, thee, oplos-sju, bagels, donuts en/of muffins. En als je mazzel hebt, sereals en yoghurt. Dat is dan de uitgebreidere variant. Maar ach, het gaat er lekker in, we kunnen er zo wel even tegen. Drie kwartier later regent het iets minder hard, dus gaan we op weg. Over highway I-95 richting het noorden. Onze eerste stop is bij het Two Lights State Park in Cape Elizabeth. Dat ligt aan de kust.
Onderdeel van dit park is het prachtige Portland Head Lighthouse. Die ligt een stukje verderop. Het is de oudste vuurtoren in de staat Maine, waar we inmiddels zijn beland. Hij is gebouwd in 1791 en is 24 meter hoog. En erg mooi om te zien. Andy gelooft het wel met die regen, maar ik ga toch even naar buiten voor wat foto’s. Dan gaan we gauw weer verder. Om een uur of één komen we bij Brunswick.
Daar zien we een Wendy’s. Prima voor de lunch. Na de lunch zeggen we de snelweg vaarwel en vervolgen onze weg over de 1 langs de kust. Zo komen we in Bucksport uit. Van onze ideeën voor uitstapjes onderweg komt ook vandaag niets, op de vuurtorens na dan. Het blijft de hele dag regenen. Dat is regen, afgewisseld door een stevige bui. We gaan wel een kijkje nemen bij Fort Knox. Nee, niet die waar het goud van Amerika is opgeslagen.
Daar kom je niet zomaar binnen. Dat is ook in Kentucky en we zijn nu in Maine. Dit is een gewoon fort. Zonder goud, maar met kanonnen. Na het betalen van $3,- per persoon mogen we het terrein op. Kunnen we die kanonnen zelf bekijken. Het is een klein wandelingetje naar het fort. Gelukkig kunnen we daar naar binnen, want het regent dus nog steeds. Het is een mooi fort, met allemaal kamers en bogen. En kogels, voor die kanonnen. Best leuk en we vermaken ons hier wel even.
Zeiknat stappen we weer in de auto. We besluiten het verder vandaag voor gezien te houden, we zijn die regen beu. Misschien is het morgen beter. We lopen dan alleen wel wat achter op ons schema, ongeveer een halve dag. Nou ja, dat zien we morgen dan wel weer. Nu gaan we op zoek naar een motel. Die vinden we vlak over de brug. Voor $74,- nemen we een kamer in de Bucksport Motor Inn. Voor het eten doen we niet te moeilijk. Vlakbij is een supermarkt, waar ze heerlijke belegde broodjes verkopen. Als we dat op hebben, is het al bijna weer bedtijd.
Weer: | Bewolkt maar droog, 16-20c |
Doel: | Kilometers maken |
Gereisd: | Bucksport, ME naar White River Junction, NH, 575 km |
Hotel: | Airport Economy Inn, $82,61,- |
Aan de overkant van ons motel zit een Dunkin’ Donuts. Daar nemen we vanochtend een ontbijt. Onze keuze valt op de “sausage, eggs & cheese on a croissant” en een coffee-cake-muffin. Prima te doen. Om half tien gaan we weer op pad. Maar eerst stoppen we even in Bucksport aan de rivier. Vanaf daar heb je een goed uitzicht op Fort Knox aan de overkant. Zoals gezegd liggen we wat achter op schema.
Het weer ziet er ook vandaag niet veelbelovend uit. En we hebben al wat rotsen/vuurtorens gezien deze week. Daarom besluiten we om onze route aan te passen. We schrappen Acadia National Park. In plaats daarvan stoppen we wat snelweg in de route. Zo komen we vast wel terug op schema. Dus gaan we van Bucksport omhoog naar Bangor en nemen vanaf daar de I-95 naar het zuiden.
Die blijven we volgen tot Augusta, waar we route 2 zoeken. Die volgen we tot in New Hampshire. Daardoor komen we ook door het plaatsje Rumford. En daar rijden we op een waterval af. Dat is een mooi plekje om te stoppen. Ik geniet van de omgeving, Andy van een Duitse mevrouw met haar unterhosen op de knieën. De uniseks wc-deur wil niet op slot, dus Andy treft haar in vol ornaat. Weer bijgekomen van de schrik gaan we verder.
We komen in de White Mountains. Hier vindt Mr. Chrysler het een goed moment om ons te laten schrikken. Er gaat een lampje “malfunction” aan. Hmm. Geen idee wat dat is. We hebben even geen bereik op onze gsm, dus we kunnen niet bellen met een garage of de verhuurder. We rijden toch maar even verder. Misschien komen we een Chrysler-garage tegen. Maar echt lekker rijdt het niet, met zo;n lampje op je dashboard.
Ons oorspronkelijke plan om Mount Washington op te gaan met de auto, laten we maar varen. Stel dat de auto er dan de brui aan geeft, dat wil je niet. Zodra we weer bereik hebben op de gsm, nemen we contact op met Dollar. We krijgen William aan de lijn, die ons verzekert dat het lampje geen kwaad kan. Meneer Chrysler is aan zijn servicebeurt toe, dus dat zal het wel zijn. Okay, mooi. Maar we hebben ook nog een klapperend wiel. En dat wordt steeds erger.
We zitten niet bepaald in de buurt van een Dollar-filiaal. Even langsrijden en de auto wisselen gaat daarom niet. We mogen van William bij de eerste de beste Chrysler-garage stoppen. Kijken of het gemaakt kan worden. William denkt dat we rustig verder kunnen rijden. Dat doen we dan maar. En jawel, na een tijdje gaat het lampje uit. Het wiel rammelt wel gezellig verder. Nou ja, niets aan te doen. Zolang hij er niet mee stopt, vinden wij het ook wel best.
Ondertussen zijn we in een erg mooie omgeving aangekomen. De verwachte regen is nog steeds uitgebleven, dus dat is mooi. Net na Glenn House zie ik een bordje “Scenic Area”. Laten we daar eens stoppen. Terwijl we de area oprijden, zien we een moose (eland) staan. Midden op de weg. Onze eerste reactie is: “Leuk, een plastic eland”. Onze tweede reactie is: “Hee, hij beweegt…” En onze derde: “Camera’s!”
Meneer Moose blijft niet even leuk poseren, hij kuiert rustig de bosjes in. Waardoor ik hoofdzakelijk zijn billetjes op de foto heb staan. Goed, we rijden verder. Naar Conway. Daar stoppen we bij de Railroad & Station. Ooit was dit een echt station met een echte treinroute. Nu is het een historisch station, vanaf waar je een tochtje met historische treinen kunt maken. Wij houden het bij het bewonderen van het mooie station.
Daarna stappen we binnen bij “The Met”, de plaatselijke koffietent. Andy gaat voor een espresso, ik voor de mocca latté. Ziezo, nu kunnen we er weer even tegen. We rijden verder en slaan net na Conway af naar de Kancamagus Highway. Wauw! Dit is een schitterende route, dwars door de White Mountains. Hoewel de verkleuring van de bomen nog maar net op gang begint te komen, is het er nu al prachtig.
We maken een stop bij de Lower Falls en bij de Sabbaday Falls. De eerste is in de zomer populair bij zwemmers. Bij de 2e gaat dat wat lastiger, want die is een stuk steiler. En rotsiger. Hij voldoet beter aan mijn beeld van een goeie waterval. Terwijl we vrolijk verder tuffen over de Kancamagus, zien we dat deze weg ook gevaarlijk kan zijn. Net voor ons is een auto uit de bocht gevlogen en over de kop gegaan. Ziet er niet best uit. Even later komen ons dan ook een politie- en een brandweerauto tegemoet.
In Lincoln nemen we de snelweg tot Tilton en rijden richting de grens met Vermont. Net daarvoor zien we in White River Junction een motel. We nemen voor $82,61 een kamer in de Airport Economy Inn. Nadat we onze spullen in de kamer hebben geïnstalleerd, gaan we op zoek naar avondeten. Andy zag eerder een KFC. Dat lijkt ons wel wat. We nemen 2 stukken kip met mashed potatoes & gravy, macaroni & cheese, cole slaw en potato wedgies.
Getverdemme wat smerig! Heel de tent is trouwens goor. De vloer, de tafels, het kassameisje; allemaal vies. Bah. Nooit meer KFC voor ons. Na dit onovertroffen diner (in smerigheid dan) gaan we terug naar ons motel en om half elf gaan we slapen.
Weer: | Zon! En 16-25 graden |
Doel: | Whiteface Mountain & North Pole |
Gereisd: | White River Junction, NH naar Utica, NY, 560 km |
Hotel: | Super 8, $61,31 |
Om negen uur verlaten we onze kamer voor een continental breakfast. Drie kwartier later kunnen we op pad. Richting de Adirondacks in New York. Dat is een gebergte in het noorden van New York State. Het Adirondack Park, waar de bergreeks zich in bevindt, is gigantisch. Het is groter dan Yosemite, Yellowstone, Glacier, de Grand Canyon en de Great Smoky Mountains bij elkaar. En dat is groot! Je vindt er water & bossen en je kunt er de dingen doen die horen bij water & bossen.
Verder heb je er Lake Placid. Dat kent u misschien nog van de Olympische Winterspelen van 1932 en 1980. Net boven Lake Placid ligt de Noordpool. Inderdaad, die. Maar wacht, eerst moeten we er zien te komen. We rijden door, richting New York State en het eerder genoemde Lake Placid. Onderweg komen we door het plaatsje Middlebury. Daar zien we een Chrysler-garage. Mooi, dan kunnen we Mr. Chrysler toch even na te laten kijken.
We treffen een heel aardige monteur. Die wil wel even zien wat er aan de hand is. Hij gaat er een blokje mee rijden. En zoals dat dan altijd gaat: geen rammel te voelen. De auto mag nog even op de brug, maar ook nu ziet de monteur niets geks. Tja, dan weten wij het ook niet. We vragen wat we de beste man schuldig zijn. Och, niks. Dat is aardig! We bedanken hem hartelijk en gaan dan weer verder. En ja hoor, zodra we uit de buurt zijn van de garage, rammelt het wiel er weer vrolijk op los…
Dankzij een mooie brug rijden we New York State binnen. We nemen de binnenweg, de 9N, en komen zo in North Pole uit. En daar heeft Santa Claus zijn workshop. Doordeweeks is hij hier natuurlijk hard aan het werk. In het weekend mag je kijken hoe hij dat doet. Het is vandaag maandag… Enfin, het ziet er erg leuk uit, maar wij zitten niet echt op een pretpark te wachten. Want dat is het natuurlijk gewoon.
We rijden dus verder, over de Whiteface Veterans Memorial Highway. Die brengt ons op de Whiteface Mountain. Halverwege de route komen we een mevrouw in een tolbooth tegen. Die wil $14,- van ons, zodat we verder omhoog mogen klimmen. Vooruit dan maar. “Ha!”, denkt Mr. Chrysler, “dat is een mooi moment om het malfunction-lampje weer eens aan te doen!”. We negeren hem en rijden lekker verder.
Als we bovenaan de berg komen, zitten we al op ruim 4200 feet. Dat is 1280 meter. Het uitzicht is geweldig! Gelukkig is het ook een mooie, heldere dag, zodat we ver om ons heen kunnen kijken. Want het is voor de verandering droog! De zon schijnt zelfs. Daar waren we na al die dagen met regen wel aan toe. We hebben ondertussen best trek gekregen. Er zit een restaurantje op de berg, dus bestellen we daar iets te eten. Andy neemt frietjes met een hotdog, ik een tuna wrap. Begeleidt door een extreem smerige bak koffie kunnen we er weer even tegen.
Helaas zijn de ramen nogal vies en kunnen bovendien niet open. We hebben daardoor niet zoveel aan het uitzicht vanuit het restaurant. We lopen een rondje om het gebouw en zien dan een lift. Die kan ons het laatste stukje omhoog de berg op brengen. Daarvoor moeten we eerst via een tunnel de berg in lopen. Zo komen we bij de lift uit. Ralph-the-lift-boy vergezelt ons op onze reis naar de top. Dat gaat midden door de berg heen.
We zijn dan op een hoogte van 4867 feet, oftewel 1484 meter. En we hebben een fenomenaal uitzicht. Prachtig hoor. Bovenop de berg is een weerstation. Nou ja, niet zomaar een weerstation. Het is eigenlijk een uniek observatorium. De officiële naam is “Atmospheric Sciences Research Center”. Hij staat daar al sinds 1961 en meet van alles in de atmosfeer. Ik weet het ook niet precies. Het is in elk geval een mooi gebouw, daar bovenop de berg.
Als we uitgekeken zijn, nemen we de lift weer naar beneden en zoeken onze auto op. We moeten eerst weer stukje terug over de Veterans Highway en langs de North Pole. Ons oorspronkelijke plan was om dwars door de Adirondacks te rijden. Daar zien we van af. We liggen nog steeds achter op schema en Andy heeft het eventjes gehad met die binnenweggetjes. Dus rijden we langs Lake Placid en de gigantische springschans van de winterspelen.
We komen uiteindelijk op een tolweg uit, de I-90. Voor het stuk dat we erop rijden, van Albany tot Utica, zijn we $3,30 aan tol verschuldigd. We stoppen een keer bij een rest area voor een natje en een droogje en gaan dan weer verder. Langs Rotterdam, Amsterdam en Rome, waarom ook niet. Tegen half acht zoeken we een motel. We belanden in Utica, bij een Super 8 Motel. We worden er vriendelijk verwelkomt door Dwayne, die ons voor $61,31 een kamer verkoopt.
Nadat we onze spullen hebben geïnstalleerd, zoeken we ene plek om te eten. Dat wordt bij Denny’s. We nemen de “Philly Melt’, een heerlijk broodje rosbief met alles erop en eraan. Dan weer terug en om half twaalf gaan we slapen.
Weer: | Eerst regen dan zon, 19-23c |
Doel: | Finger Lakes & Niagara Falls |
Gereisd: | Utica, NY naar Niagara Falls, NY, 405 km |
Hotel: | Travelodge, $56,10 |
Als we om half acht opstaan, zien we dat het vannacht heeft geregend. Maar dat was vannacht. Eerst even koffie halen bij de receptie. We hebben onszelf een real American breakfast beloofd bij Denny’s. Dus pakken we snel in, checken uit en gaan naar de overkant van de kruising. Andy valt voor de All American, ik voor de Meat Lovers. Heerlijk! Om half tien zijn we vol & klaar, dus stappen we in de auto.
We gaan op weg naar de Niagara Falls. Zodra we op de I-90 zitten, begint het te regenen. Heel hard te regenen. Dat duurt van Utica tot Aurora. Maar dan breekt gelukkig de zon door. Dus maken we een kleine omweg langs één van de Finger Lakes te maken. Dat zijn maar liefst 11 langwerpige meren. Als je het van bovenaf ziet, lijkt het op de vingers van een hand. Twee handen. Met een reserve vinger, blijkbaar. Wij kiezen Seneca Lake, 1 van de 2 grootste meren.
Daarvoor slaan we af richting Seneca Falls en rijden een stukje omlaag langs het meer. En dat is een mooi ritje. Eromheen wordt teveel omrijden, dus rijden we dezelfde weg weer terug. Dan gaan we terug naar de snelweg en rijden door naar Niagara Falls. Dat is niet alleen een toeristische attractie, maar ook een plaats. Voor het stuk op de snelweg moeten we weer tol betalen: $8,- voor het stuk Utica – Buffalo.
Als we Buffalo binnenrijden, zien we een bordje “International Airport”. We besluiten te kijken of er een Dollarkantoor zit. Ja, alle maatschappijen zijn vertegenwoordigd, behalve… juist. We weten dat er verderop nóg een vliegveld zit. Nu bellen we eerst even met Dollar of ze daar wel een vestiging hebben. Helaas. Bob-aan-de-andere-kant-van-de-lijn komt wel met twee suggesties. Helaas zien we die niet zitten.
Optie 1: naar Dollar in Cleveland rijden en een andere auto halen. Nee, dank je. Dat ligt in Ohio en is voor ons ca. 400 miles om. Optie 2: een bandenboer zoeken en naar het wiel laten kijken. Ook nee. Dat duurt waarschijnlijk de halve dag en daar hebben we geen zin in. Optie 3 komt van onszelf: Bob maakt netjes aantekeningen in zijn computer dat we niet tevreden zijn. Dan zullen we het er bij het terugbrengen van de auto nog eens over hebben.
Zo, nu kunnen we op zoek naar een motel. Ik heb onderweg een motelgids opgepikt en daarin een Travelodge gezien. Dat blijkt een goede keuze te zijn. Voor slechts $56,10 ,- zitten we op de 11e verdieping in een heel ruime kamer, met een heerlijk kingsize bed. Het uitzicht is goed; we zien net niet de watervallen, maar wel de mist ervan. We wachten met uitladen van onze spullen en gaan meteen naar de beroemde watervallen. Wauw! Errug mooi!
We willen graag met de Maid of the Mist mee en kopen voor $11,50 per persoon een kaartje voor de tour van half vijf. Dat is de één na laatste die er gaat. Bij het inschepen krijgt iedereen een schitterende blauwe poncho uitgereikt. De hele boot ziet eruit als een kudde smurfen. Aan de Amerikaanse kant, vanwaar wij dus vertrekken, is het beduidend rustiger dan aan de Canadese kant. We hebben dus voldoende ruimte op het bovendek.
Deze boottocht is een hele aparte ervaring. We kunnen alle watervallen goed zien. Het meest verrassende is de regenboog die je er gratis bij krijgt. Dat had niemand mij verteld. We varen naar de grote waterval die vanaf Canadese zijde het beste te zien is. Daar komen we erachter waarom deze boot de “Maid of the Mist” heet. Of je in een gigantische regenbui terecht bent gekomen! Hoe dan ook: je wordt nat!
We duiken diep weg in onze poncho’s. Na een tocht van twintig minuten legt de Maid weer aan. We lopen terug naar onze auto en gaan dan naar ons hotel. Eerst even de spullen uitladen en dan op zoek naar iets eetbaars. We besluiten niet te moeilijk te doen. Pal tegenover ons hotel zit de Quality Inn en die heeft een Bar & Grill restaurant. We hebben wel zin in “moo”, dus schuiven we aan. We bestellen een NY steak met frietjes en salade.
Nou, die steak is heerlijk! Precies zoals het hoort te zijn. Na het eten, om uurtje of acht, lopen we richting de Falls. Daar wachten we tot het licht aan gaat. Dat is in deze tijd van het jaar rond half negen, als het donker is. Dan worden de watervallen prachtig verlicht. Eerst gewoon wit, daarna met kleurtjes. Wederom wauw! Tegen negenen geloven we het wel en zoeken we onze kamer op. We gaan lekker douchen & slapen.
Weer: | Zon, warm en 27 graden! |
Doel: | Terug naar Fairfax |
Gereisd: | Niagara Falls, NY naar Fairfax, VA, 780 km |
Hotel: | Huize Worthington |
We hadden gisteren bij het inchecken bonnen gekregen voor het ontbijt. Daar gaan we maar gebruik van maken, wel zo makkelijk. Als we beneden komen, lijkt de eetzaal uitgestorven. Geen gasten, geen personeel en geen eten te zien. We vragen bij de receptie hoe het zit met het ontbijt. De chagrijnige receptionist wuift ons ongeduldig richting eetzaal. Ja, er is ontbijt en ja, er zal best personeel komen. Oké, dan gaan we toch maar naar binnen. En inderdaad, er komt een dame aan.
Het eerste dat ze zegt is dat ze alleen maar het two-eggs-breakfast voor ons heeft. Dit zit niet in de prijs inbegrepen, dus wordt het extra gecharged. Als we het niks vinden: aan de overkant van de straat hebben ze een buffet. Ehm, we hebben toch echt bonnetjes gekregen voor een ontbijt. Oké dan, we mogen gaan zitten. “Koffie?” Nou, als het niet teveel moeite is. Het ontbijt is een teleurstelling. Het is niet lekker en het is amper voldoende voor in je holle kies. We zijn dan ook in vijf minuten klaar. We gaan onze spullen pakken, uitchecken en vertrekken.
Ons eerste doel is de Prime Outlets in Niagara. Dat is een gigantische mall. Het gaat om 10 uur open. Het is half 10… Gelukkig is Dunkin’ Donuts al open. We nemen een goede bak koffie met een lekkere blueberry bagel. Dan kan het shoppen beginnen. Eerst gaan we naar Big & Tall, een winkel waar ze alleen maar grote maten hebben. Hele grote maten. Want Andy moet nieuwe broeken. We weten niet zeker welke maat hij heeft, dus meet de vriendelijke verkoopster hem even op. Looks like a size 40. Andy trekt een 40 aan, ademt in en de broek zakt naar zijn enkels. Dit is het kleinste maatje dat ze hebben. Ha, Andy is te smal voor de Big & Tall! Kijk, daar wordt mijn man vrolijk van!
We gaan verder en bij Old Navy vinden we wel wat leuke broeken voor meneer. Mooi, dan kunnen we on the road again. Het is ook al bijna 12 uur. We rijden wel lekker, over de I-95 en de I-79. Om een uur of twee krijgen we trek in koffie en iets te eten. Ook Meneer Chrysler lust wel wat go-go juice. Bij Geneva, Pennsylvania, vinden we een truckstop. Daar kunnen we tanken en een broodje halen bij Aunt Bee’s.
Andy neemt de Philly Cheese Steak. Die smaakt hem veel lekkerder dan die van de beroemde Pat’s. Ook de bediening is een stuk aangenamer hier. Mijn “18 wheeler” met rosbief, mozza-rella, paprika & mushrooms gaat er ook prima in. Dan vervolgen we onze weg door Pennsylvania. We zijn al lekker opgeschoten en daarom besluiten we door te rijden naar Fairfax. Gelukkig vinden Alex & Magda het ook gezellig dat we een dag eerder terug zijn.
Om half negen ’s avonds komen we in Fairfax aan. Daar worden we verwelkomt met koffie. Magda verteld dat er nu op CNN live beelden zijn te zien van een vliegtuig met problemen. Het is een vliegtuig van Jet Blue, waarvan het landingsgestel niet naar binnen wil. Daarom moet hij nu een noodlanding maken op LAX. Gelukkig gaat alles goed. Petje af voor de piloot, want die heeft een perfecte noodlanding gemaakt! We blijven nog tot een uur of twaalf bijkletsen en gaan dan allemaal naar bed.
Weer: | Zon, warm en weer 27 graden |
Doel: | Lekker een beetje hangen |
Gereisd: | Weinig |
Hotel: | Huize Worthington |
We beginnen de dag met koffie in de tuin. We genieten van de rust, met alleen het geluid van krekels en omringd door vogels en eekhoorntjes. Vanochtend gaan Andy en ik wat boodschappen doen. We hebben een nieuwe geheugenkaart nodig en Andy kan wel een nekkoordje gebruiken voor zijn camera. Dus rijden we naar de mall. Bij Radioshack vinden al snel wat we nodig hebben. We hebben nog niet ontbeten. We zien een Applebee’s waar we nog nooit gegeten hebben. Die gaan we dus eens uit proberen.
Man, dat is lekker! Andy geniet van zijn honing-kip-burger en ik van toast met ham, turkey en andere lekkere dingetjes. We willen nog even iets leuks voor Alex & Magda kopen. We komen bij Home Depot uit. Daar hebben ze een plantenafdeling. Hier kopen we een terracotta bloembak met plantjes. Om half twee zijn we weer ’thuis’. Op tijd om Alex & Magda uit te zwaaien. Zij vertrekken vandaag naar Los Angeles, voor de verjaardag van Yvette. Wij zullen ze een dag later volgen.
We blijven de rest van de dag rondlummelen. Beetje computeren, beetje tv kijken en om zes uur gaan we eten halen. Dat wordt kip met corn, mashed potatoes & gravy en cole slaw bij Popeye’s. Lekker en lekker pittig! Na het eten gaan we verder met waar we mee bezig waren: rondlummelen, computeren & tv kijken. Zo tegen tienen zoeken we ons bed op, want morgen hebben we een drukke dag voor de boeg.
Weer: | Zonnig en warm |
Doel: | Aankomen in Los Angeles |
Gereisd: | Van Washington naar LA gevlogen |
Hotel: | Huize Silvestri |
Om half acht staan we op. We gaan eerst lekker in de tuin wakker worden met koffie. Dan pakken we de laatste dingen in. Om half tien gaan we weg. Eerst de auto terugbrengen. Bij Dollar. Daar vragen we naar de manager. We vertellen van de problemen met het wiel. De manager bekijkt de auto en belooft ons een refund van $100,-. Prima! Dan nemen we de shuttlebus naar het vliegveld. Op Dulles aangekomen checken we meteen in aan de zelfincheckbalie. Dan door security en naar onze gate. We hebben alleen nog geen stoelnummers. Dat moeten we dus eerst regelen. Ziet er niet goed uit: we zitten erg ongelukkig. Op rij 24, niet naast elkaar en allebei in het midden. En aangezien rij 24 de laatste rij is, kunnen de stoelen niet achterover. Dit gaan vijf hele lange uren worden!
Om kwart over drie Western Time landen we op LAX in Los Angeles. Daar is het 3 uur later dan het in Fairfax was. Als we onze spullen hebben, nemen we de shuttlebus naar Dollar. We worden door een zeer chagrijnige vent geholpen. We vertellen van onze problemen met huren bij Dollar in Washington, in de hoop dat we een fatsoenlijke auto meekrijgen. Helaas. Het enige dat we kunnen krijgen, naast de geboekte Ford Taurus, is een minivan. Ja, zegt Andy, misschien als ik 25 kinderen bij me zou hebben. Nee, we willen geen minivan en ook geen Ford Taurus. Maar we hebben geen keus, er is niets anders beschikbaar. Dan nemen we maar de minivan. Dat blijkt een Dodge Grand Caravan te zijn. En het is lelijk! Hevig mopperend rijden we ermee naar Tri-State Express, het transportbedrijf van Yvette en Gary. Yvette ligt helemaal in een deuk als ze ziet waarin we aan komen rijden. That’s so totally NOT Andy!
Nadat we Yvette, Gary & Gary jr. hebben gegroet, gaan we met de Caravan naar hun huis in Lakewood. Daar ligt de rest van de familie ook in een deuk om die auto. Alex & Magda en Mirjam & Jesse weten genoeg grappen te verzinnen waar het woord “Caravan” in voorkomt. Oom Winnie & tante Hely zijn er ook, met hun eigen “Grand Caravan”: een flinke camper. Als Yvette & Gary ook thuis zijn, kunnen we aanvallen op Magda’s soep, Yvette’s soep en tante Hely’s kliekjes. ’s Avonds lummelt iedereen wat rond en tegen twaalven gaan we allemaal naar bed. Yvette & Gary in hun eigen slaapkamer, Alex & Magda in de ene logeerkamer, Andy & ik in de andere, Mirjam & Jesse op het airbed in de woonkamer en om Winnie & tante Hely in hun mobilhome op de oprit. Gezellige boel!
Weer: | Heerlijk, 27 graden |
Doel: | Feestvieren met de familie |
Gereisd: | Nauwelijks |
Hotel: | Huize Silvestri |
Als we vanochtend wakker worden, hebben Alex en Mirjam al voor koffie gezorgd. En Alex gaat op pad om donuts te halen voor het ontbijt. Yvette & Gary vertrekken al vroeg naar hun warehouse, om alles in orde te maken voor het feest vanavond. Heeft de rest mooi tijd om het huis te versieren met ballonnen en slingers. Na het ontbijt en het versieren gaat iedereen zijn eigen gang.
Andy & ik besluiten terug te gaan naar Dollar. Proberen of we van die Caravan af kunnen komen. We doen ons verhaal, nu aan wel een aardige medewerker. Vandaag kunnen we gelukkig wel een Dodge Charger krijgen. Mijn man is weer helemaal blij. No one is laughing at Andy no more!
We rijden naar de Lakewood Mall voor een steaksandwich. Dan terug naar Dollar Street, het huis van Yvette. Helaas hebben wij nog geen sleutel en de rest is er nog niet. Gelukkig komen Mirjam & Jesse even later aan. Zij hebben wel een sleutel.
Om half zes vertrekken Andy & ik om een bestelling op te halen bij Stater Bros, een supermarkt. Dit leveren we meteen af in de loods. Al gauw komen de eerste gasten binnendruppelen en kan het feest beginnen. Er is veel eten, genoeg drank en een goede dj. Het is erg gezellig.
Tegen twaalven willen oom Winnie & tante Hely graag naar huis. Het lijkt Andy en mij een goed idee om ze te brengen. Tja, als we dan tóch in de buurt van ons bed zijn… Daar zijn we dan ook snel ingedoken.
Weer: | Alweer heerlijk |
Doel: | Tijd doorbrengen met de familie |
Gereisd: | Weinig |
Hotel: | Huize Silvestri |
Aangezien ik er als eerste in lag gisteren, is het logisch dat ik ook als eerste weer op ben. Dus maar gauw wat liters koffie zetten, voor de rest ook ontwaakt. Alex komt me al gauw vergezellen en langzaamaan komt iedereen uit bed vallen. Yvette maakt scrambled eggs met ham en kaas. Wat stokbroodjes erbij en leftover donuts en we kunnen er allemaal een poosje tegen. Komt mooi uit, want we gaan met zijn allen de warehouse opruimen. Dat wil zeggen, ik loop eigenlijk alleen maar in de weg, dus ben ik maar van iedereen foto’s gaan maken.
Rond half twee zijn Alex & Magda, Mirjam, Oom Win en ik weer terug in Lakewood. Alex & Magda gaan hun koffers pakken. Dan brengen Andy, Mirjam & ik ze naar Long Beach Airport. Ze vliegen namelijk vanmiddag weer terug naar Washington. Maar eerst… nog even stoppen bij In-n-Out! Dit is altijd een must voor Alex & Magda, want die zit niet aan de East coast. Dan is het tijd om afscheid van ze te nemen. Gelukkig zien we ze over drie weken weer, in Nederland!
Als we weer terug zijn, is Tanya ook net gearriveerd. Yvette, Gary en Jesse zijn nog steeds in de loods aan het werk. Omdat we dus toch moeten wachten, gaan Tanya, Mirjam en ik naar de Mall. Ik trakteer de dames op een Moolatté, heerlijke ijskoffie. Als we terugkomen, is iedereen ondertussen thuis. Tanya kan helaas niet blijven, de rest gaat uit eten bij Original Roadhouse Grill & Steak in Long Beach.
We moeten even wachten tot onze “party of 8”-tafel klaar is. Dan kunnen we lekker gaan eten. Vooral de ceasar salad is erg goed. Andy wil graag een sweater van deze tent, dus daar moeten we even op wachten. Dan voegen we ons bij de rest en gaan naar huize Silvestri. We lummelen nog wat rond, tot iedereen rond een uur of elf zijn/haar bed opzoekt.
Weer: | Warm, zon en 35 graden |
Doel: | Naar de andere familie |
Gereisd: | Rondom LA, 240 km |
Hotel: | Huize Silvestri |
Vandaag vertrekken oom Winnie & tante Hely met de mobilhome terug naar huis, in Folsom. Mirjam & Jesse reizen daar ook vandaag met eigen huurauto naartoe. Yvette & Gary moeten werken. Blijven Andy & ik over. Wij hebben een bezoek aan oom Ron & tante Netty in Glendale en aan oom Okko & tante Zus in Chino Hills gepland. Maar eerst… lekker ontbijten bij Denny’s! Met zo’n bodem kunnen wij er wel even tegen.
We rijden eerst even langs Stater Bros om voor de tantes een plantje te kopen. Voor Yvette kopen we een klein plantje met een grote heliumballon. Het is tenslotte vandaag pas officieel haar verjaardag. Dat brengen we eerst even langs bij de loods. Dan op naar Glendale, waar we om half één aankomen. We worden hartelijk begroet door oom Ron en tante Nettie. We drinken koffie en kletsen gezellig bij.
Dan brengt oom Ron ons naar het nieuwe huis van zoon Erik. Die heeft een leuk optrekje gekocht in de bergen van Glendale. Het heeft een geweldig uitzicht op LA. Oh, en natuurlijk een zwembad in de tuin. Weer terug naar Winchester Avenue wacht tante Netty al op ons met verse sju en taart. Dat willen we in de tuin gaan opeten, maar dan breekt er een heftig maar kort buitje los. Tropisch stormpje van tien minuten.
Om drie uur nemen we afscheid en vertrekken naar Chino Hills. Daar doet oom Okko de deur open. We schrikken een beetje. Hij heeft pas geleden een open hart operatie ondergaan en dat is hem nog aan te zien. Even later komt tante Zus thuis van haar werk bij JC Penney. Ze vertelt vrolijk over van alles en nog wat, onder het genot van fris en cake. Om een uur of zes gaan we weer op pad, via de kust terug naar Lakewood.
In Newport Beach zien we opeens een Thais restaurant, de Royal Thai Cuisine. Dat lijkt ons wel wat. We rijden het terrein op en meteen komt er een mannetje tevoorschijn om onze auto te parkeren. We geven de sleutels af en gaan naar binnen. We weten niet zo goed wat we moeten kiezen. Daarom bestellen we een soort van rijsttafel voor 2. Dan krijgen we hopelijk van alles wat. De voorgerechtjes zijn heerlijk. Beef & chickensaté, spareribs en iets-lekkers-in-deegbakjes.
Daarna krijgen we kokossoep en de andere 4 gerechten. Die blijken allemaal koriander te bevatten. Laten we dat nou net niet lusten. We laten het toetje maar zitten en gaan gauw verder. Onze auto wordt voorgereden en wij geven de beste man een fooi. Terug naar Lakewood. Daar komen we rond half negen aan. Gary en Andy kijken tv, terwijl ik vreselijk wordt ingemaakt door Yvette met Backgammon. En dan is het alweer bedtijd!
Weer: | Heerlijk, 35 graden |
Doel: | Sightseeing LA |
Gereisd: | Rondom LA, 200 km |
Hotel: | Huize Silvestri |
Gary & Yvette moeten vandaag werken. Daarom gaan Andy en ik samen wat sightseeing doen. Maar eerst ontbijten. Bij IHOP, het International House Of Pancakes. Ons eerste doel is Sunset Boulevard. Of eigenlijk het Hollyhock House van architect Frank Lloyd Wright. We kunnen het niet vinden. Nou ja, laat maar dan.
Andy komt erachter dat hij is vergeten verse tapejes voor z’n videocamera mee te nemen. Dus slaan we een paar nieuwe in bij Walgreens. Dan rijden we naar Griffith Park. Helaas is de weg naar het observatorium afgesloten en staan de wegen hier niet zo duidelijk aangegeven. Daardoor rijden we onbedoeld een paar rondjes door het park.
Als we eindelijk onze weg weer hebben gevonden, rijden we richting Malibu. Dwars door de Santa Monica Mountains naar de beroemde Highway 1. We rijden deze weg tot aan Marina del Rey. Erg mooi, en wat een gigantische huizen staan hier!
Het is ondertussen drie uur geweest. Sinds de IHOP hebben we niks meer gegeten of gedronken. Zodra we een Starbucks zien, maken we een stop voor een Frappucino met brownies & cake. Om half vier komen we langs de Lakewood Mall. Daar zet Andy mij af. Kan ik nog even rustig alle winkeltjes bekijken. Om zes uur haalt Andy me weer op.
Tegen 7 uur zijn Gary en Yvette ook thuis en om half acht gaan we eten bij Hometown Buffet. En dat smaakt prima. Er is in elk geval voldoende keus. Weer thuis kletsen we nog wat, kijken tv en pakken de laatste spullen in. Morgen moeten we namelijk alweer naar huis.
Weer: | Heet! 42 graden |
Doel: | Weer naar huis |
Gereisd: | Uiteindelijk niet zoveel… |
Hotel: | Huize Silvestri |
Om 7 uur staan we op, zodat we nog afscheid kunnen nemen van Gary en Yvette. Om kwart voor negen vertrekken we richting vliegveld. We rijden vrolijk over Lakewood Boulevard, tot we allebei bedenken dat die entrance naar de I-105 toch eigenlijk al geweest moet zijn. En inderdaad, die had al geweest moeten zijn. Dus rijden we terug, tot we die toerit zien. Staat eigenlijk best wel duidelijk aangegeven. Hoe we dat hebben kunnen missen? Ik zeg voor de grap tegen Andy “Zal je zien dat we ook één van onze vluchten missen, hahaha!” How little did I know…
Om half tien komen we bij Dollar aan. We leveren de Charger in en laten ons per shuttlebus naar LAX brengen. Daar komen we rond tien uur aan. We gaan meteen naar de zelfincheckbalie. Ik type ons E-ticketnummer in. Vervolgens krijg ik op het scherm het bericht: “Pick up the phone for personal assistance”. En daaronder staat: “Too late for check-in”. Hoezo te laat? We vliegen pas om 1 uur. Het is net 10 uur geweest, dus we zijn zat op tijd. Ik bel toch maar even. Het blijkt dat we niet om 1 maar om 11 uur vliegen… Oeps! Ik had echt 1 uur in mijn hoofd zitten.
Voorzichtig breng ik dit nieuws over aan Andy. Die reageert laconiek. Kan gebeuren. We zullen wel een keer weer naar huis moeten, dus gaan we op zoek naar een oplossing. Gelukkig kunnen we worden overgeboekt op een andere vlucht. Daarvoor moeten we naar de balie van United. Als we dezelfde route vliegen als we oorspronkelijk zouden doen, kost ons dat niets extra’s. Moeten we wel een dag wachten. Dat is geen probleem. Met de nieuwe tickets op zak bellen we eerst Yvette. Of we misschien nog een nachtje mogen blijven. Tuurlijk!
Dan gaan we vervoer regelen. We nemen de shuttlebus terug naar Dollar. Daar worden we geholpen door een vriendelijke dame, Carla. We vragen of ze nog een auto voor ons heeft, voor één dagje. Carla kijkt bedenkelijk. Eigenlijk is alles volgeboekt. Maar ze pakt onze historie erbij en gaat kijken wat ze kan doen. Ondertussen komen wij erachter dat deze zelfde Carla ons vorig jaar ook al zo aardig heeft geholpen. Dit vertellen we Carla en ze voelt zich zeer vereerd dat we haar herkend hebben.
Andy had “Dodge Durango” laten vallen en die weet Carla ook voor ons te regelen. Die valt eigenlijk in de dure klasse maar Carla geeft ons een discount. Voor $85,- mag die mee. Op naar de warehouse van Yvette. We hebben immers geen sleutel meer van hun huis. Met de sleutel op zak rijden we naar Lakewood. We zijn best moe geworden van het hele gedoe, dus gaan we eerst een beetje rusten. Om half vijf rijden we terug naar de loods.
Elke woensdagavond is daar om de hoek een bijeenkomst van klassieke Amerikanen. Daar zijn we vorig jaar ook naartoe geweest en daar willen we nu wel weer kijken. Jammer genoeg zijn er (nog) niet zoveel auto’s. Aangezien het nog erg warm is, rond de 40 graden, houden we het algauw voor gezien. Terug naar Dollarstreet. Yvette kookt voor ons en na nog wat gezellig kletsen gaan we om tien uur naar bed. We moeten er morgen vroeg uit…
Weer: | Geen idee |
Doel: | Nu wel naar huis |
Gereisd: | LAX – Chicago – Amsterdam |
Hotel: | Ons eigen bedje |
We staan om half 5 op (au!) en rijden op tijd weg, naar Dollar. Weer de auto inleveren, weer met de shuttlebus naar LAX. Vandaag zijn we zelfs een beetje vroeg bij de incheckbalie. Om half 10 kunnen we boarden. We hebben een klein Airbusje, met twee x drie stoelen. Het vliegtuig loopt al aardig vol, bijna alle plaatsen zijn bezet. Wie er nu nog aankomt, moet vast naast mij zitten. En ja hoor, de dikste meneer van de vlucht heeft de stoel naast mij. Dus zit ik de hele weg behoorlijk krapjes. Mijn man is tenslotte ook de smalste niet.
Maar was dit maar het vervelendste… Pal achter ons zit een man met een 1-jarig kindje. Dat de hele weg aan 1 stuk door krijst. Pa doet er geen moer aan, die zit daar maar. Na drie uur ergernis ben ik het zó spuugzat dat ik enorm tegen hem uitval. Het hele vliegtuig was er stil van… Niet dat dat helpt, maar het lucht wel even op. Om vier uur plaatselijke tijd landen we in Chicago. We hebben 2 uur om over te stappen. We gaan even buiten een luchtje scheppen en dan terug naar binnen. Om half 6 kunnen we aan boord.
En dan wachten we op het gezin dat ook nog mee moet. Daardoor vertrekken we bijna een uur later. Deze keer gelukkig geen jankende kinderen aan boord. We zitten best goed. Er zijn leuke films om uit te kiezen. We krijgen 2 keer te eten en genoeg te drinken. Niks op aan te merken. Om 9.15 landen we op Schiphol. We gaan gauw naar huis, waar de katten ons enthousiast begroeten. We nemen eerst een bak koffie en gaan dan maar even slapen. Hopelijk houdt de jetlag niet te lang aan!
En zo vliegen 3 weken vakantie voorbij. We hebben een heerlijke vakantie gehad. De oostkant van Amerika is een echte aanrader. Je hebt hier misschien niet van die spectaculaire natuurparken als aan de westkant. Maar wel superleuke dorpjes, prachtige meren en toch ook mooie bergen. Wij komen zeker nog eens terug!
Wat ik vooral erg mooi vond, waren de Niagara Falls. Dat is erg indrukwekkend. En ook de natuur van Vermont en New Hampshire is prachtig. Vooral de Kancamagus Highway en de White Mountains zijn schitterend in de herfst. Bovenin New York State is het erg mooi en heerlijk rustig. Aan de oostkust heb je de gezellige en fotogenieke vissersdorpjes, zoals op Cape Ann.
Verder was het erg gezellig met alle familie, aan oostkant en westkant. We hebben ze bijna allemaal kunnen zien en relatief veel tijd met ze door kunnen brengen. Oh, en tante Peggy had ons Amish County laten zien: erg leuk!
De oostelijke staten zijn niet zo groot. Daardoor hebben we er een flink aantal bezocht: maar liefst 12. De teller staat nu op 17 bezochte staten.
Facts & Figures | ![]() |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Washington DC |
Grootte tov Nederland | 236,54 x groter (9.826.675 km2) |
Aantal inwoners | 324 miljoen / 33 per km2 |
Beste reistijd | Hele jaar, ligt eraan waar je naartoe gaat |
Visum nodig? | Ja, voor vertrek regelen |
Visum kosten | $14,- per visum |
Tijdsverschil met Nederland | Verschilt per deel, tussen 3 en 12 uur vroeger |