Weer: | Warm, 30c maar liefst |
Doel: | Aankomen in Dresden |
Gereisd: | Kaatsheuvel – Dresden, 741 km |
Hotel: | B&B Hotel Dresden, €63,50 |
We hebben afgesproken om 9 uur te vertrekken. Dus om half 10 rijden we weg. Vandaag is een reisdag, met als we zin en tijd hebben aan het eind nog een verzetje. We gaan bij Venlo de grens over en rijden dan dwars door Duitsland. Met een omleiding bij Duisburg, want: baustelle. Duitsland zou Duitsland niet zijn zonder die eeuwige baustellen, de wegwerkzaamheden. Na al die jaren van aan de weg timmeren zou je verwachten dat er hele stukken snelweg pico bello bijliggen. Nou, niet op die stukken waar wij rijden. Zo best is de weg niet.
En ze kunnen geen keuze maken in snelheid. Het is continue wisselen tussen 120, 100, 80 en weer terug. Doe toch gewoon één snelheid! Natuurlijk zijn er ook flinke stukken waar je zelf mag weten hoe hard je wilt. Dat is leuk, behalve dat die wegen niet van super strak asfalt zijn. Maakt best wat herrie onder je banden. Anyhow, we tuffen rustig door heel half Duitsland. Andy de ene keer, ik de andere. We stoppen een keer om onze meegebrachte broodjes als ontbijt te eten. En om te plassen en vooruit, meteen een ijsje te nemen.
Als we weer verder rijden, schiet ik in de paniek: mijn telefoon! Die had ik meegenomen naar binnen, want die wil je niet pontificaal in de auto laten liggen. Bij het plassen had ik ‘m ergens opgelegd, want ja, moest mijn handen vrij hebben. Ik zei steeds in mezelf: “niet vergeten, niet vergeten”. Wat vergeet Jans? Inderdaad. We waren nog niet het terrein af, dus meteen omgedraaid en ik naar binnen gehold. Wat denk je? Er was een eerlijk iemand na mij in die wc, want die had netjes mijn telefoon afgegeven bij de kassa. Ik kan u verzekeren: ik was enorm opgelucht! In tegenstelling tot Andy, die was vooral verbaasd hoe ik dat nou weer voor elkaar had gekregen. Ik geloof dat hij me ongelofelijk vindt…
Na een kilometertje of 700 te hebben gereden, moeten we tanken. Dat is hier gelukkig een stuk prettiger dan bij ons. We betalen €1,53 per liter benzine. In Nederland is dat momenteel €1,79. Scheelt een behoorlijke slok op een borrel. In de buurt van Dresden blijkt dat we tijd en zin hebben in een verzetje. Komt mooi uit, want daar zijn twee prachtige kastelen: kasteel Albrechtsburg in Miessen en slot Moritzburg in de gelijknamige plaats. In Duitsland stikt het sowieso van de mooie kastelen. Ik ben dol op kastelen. Iets met kleine meisjes en sprookjes over prinsessen.
Kasteel Albrechtsburg is gigantisch en beslaat zo te zien het hart van de plaats Miessen. Er zijn allemaal smalle straatjes en steegjes rondom het kasteel. Dat je overigens het beste van een afstandje bewondert. Dus zoeken we de overkant van de rivier. Inderdaad, vanaf hier een uitstekend zicht. Omdat we nou ook weer niet alle tijd van de wereld hebben, rijden we verder naar kasteel #2, slot Moritzburg. Het ligt middenin een meertje en het weerspiegelt schitterend in het water. Mooi hoor.
Zo, nu naar Dresden en naar ons hotel, het is inmiddels half 7 geworden. We slapen in het B&B Hotel Dresden. Dat heeft een eigen parkeerplaats, maar die is vol. Geen probleem, aan de overkant is een parkeergarage. Daar kunnen we voor 12 euro per dag de auto kwijt, 4 euro meer dan bij het hotel zelf. We checken in en dan blijkt dat ik een vergissing heb gemaakt met de kamer. Ik boek normaal altijd twin bedden – het geheim van onze inmiddels 29-jarige relatie. Nu heb ik per ongeluk een tweepersoonsbed geboekt. Hmm. Helaas zijn er geen andere kamers vrij. Nu slapen we hier 2 nachten, we kunnen morgen wel een andere kamer krijgen. Dat moeten we morgenochtend even regelen. Okay, doen we.
Nu gaan we nog even de stad in, kijken of we ergens iets te eten kunnen vinden. We zien een tentje waar ze döner verkopen. Precies waar we zin in hebben. We kunnen de lekkere broodjes buiten op het terrasje opeten. Helemaal prima. Na het eten lopen we naar de Yenidze. Dat ziet eruit als een moskee maar was vroeger toch echt een sigarettenfabriek. Nu is het een kantoorpand, met in de koepel een restaurant. Die koepel wordt ’s avonds verlicht, zodat hij mooi afsteekt tegen de donkere lucht. Doe er nog een halve maan naast en het plaatje is compleet.
De Yenidze staat vlakbij het water en we besluiten daar even te kijken. Onder de Mariabrug door heb je een geweldig uitzicht op het oude centrum van Dresden. Dat gaan we morgen uitgebreid bekijken. Nu gaan we terug naar ons hotel. Onderweg rusten we eventjes op een bankje. Dat blijkt behalve bank ook een Hollands buffet te zijn: ik ben op dat plekje maar liefst 8 keer gestoken! En flink ook, het zijn joekels van muggenbulten. En Andy? Die heeft er 0. Gelukkig heb ik een goed zalfje bij me, dat de jeuk nagenoeg eruit haalt. Mijn tip is dan ook: smeer een beetje zalf met corticosteroïden op je jeukbult, dat helpt echt!
Weer: | Warm, 30c maar liefst |
Doel: | Dresden & Bastei |
Gereisd: | Dresden – Bastei, 75 km |
Hotel: | Ramada, €112,88 |
We hadden bij dit hotel geen ontbijt bijgeboekt. En dat is ook maar goed, want er staat een behoorlijke rij voor het buffet. Laat maar, wij zoeken in de stad wel iets te eten. Maar eerst een andere kamer regelen, want we hebben inderdaad niet zo goed geslapen vannacht. Draait de een zich om, geniet de ander daar automatisch van mee. Nee, dat is niks. We kunnen een andere kamer krijgen, die is na 12 uur beschikbaar. Kunnen we dan onze koffers ergens laten? Want we gaan de stad in. Ja hoor, die kunnen we laten staan. Prima. En is er toevallig parkeerplek op het eigen terrein? Ook al. Kijk, scheelt toch weer 4 piek als we bij het hotel parkeren.
Als we klaar zijn om te gaan, zetten we eerst de auto op de parkeerplaats van het hotel. Dan gaan we de stad in. We lopen over de Marienbrücke naar de andere kant van de Elbe. Zo hebben we weer een mooi uitzicht op de stad, nu bij daglicht. We wandelen langs het water naar de Augustusbrücke, de oudste brug van Dresden. Die zijn ze aan het verbouwen. Daardoor is de trap om op de brug te komen, aan deze kant afgesloten. We hebben weinig zin in omlopen en met een beetje lenigheid kunnen we toch omhoog: het hekje over en dan staan we op de brug. Net zo makkelijk.
We lopen de brug over en komen op het Theaterplatz. Daar zien we een terras bij een restaurant. We moeten nog steeds ontbijten, dus we kiezen een vrij tafeltje. Andy neemt een soort crêpes met kalfsragout, ik blijk een omelet met zalm en aardappeltjes te hebben besteld. Andy vindt die van hem niets aan, dus ruilen we. Na dit erg late ontbijt bekijken we de omgeving. Op en om het Theaterplatz staan prachtige gebouwen. Blikvanger is de Semperoper, het staatsopera gebouw. Dresden Castle staat een beetje verdekt opgesteld, achter de kathedraal en naast de Fürstenzug.
Het laatste is een prachtig gedecoreerde muur. Fürstenzug betekent “optocht der vorsten”. Dat waren er nogal wat, vandaar dat de muurdecoratie 102 meter lang is geworden. Er zitten minstens 25.000 beschilderde tegeltjes op de zijkant van de voormalige kasteelstallen. Daarmee is het het langste porseleinen kunstwerk ter wereld. Je vindt dit kunstwerk aan de Augustusstrasse. Inderdaad, tegenover de brug. Aan het einde van die straat zie je de schattige Frauenkirche. Wij lopen terug, langs de Koninklijke stallen naar de Zwinger.
Dit prachtige paleizencomplex is de beroemdste attractie van Dresden. Zwinger is een gigantisch… ja, fort, zou je het kunnen noemen. Loop je door een van de indrukwekkende toegangspoorten, kom je op een grote binnenplaats. Daar vind je kunstige grasvelden en mooie waterpartijen. En een baustelle, want een deel van het complex staat in de steigers. Duitsers, he. Wel fijn dat ze in Oost-Duitsland nu ook hun erfgoed beschermen. Jammer dat dat nu moet… We zagen al eerder dat in dit deel van Duitsland de mooiste gebouwen staan, maar slecht onderhouden. Dat is natuurlijk jammer. Hopelijk volgt er nu een periode van erfgoedbehoud.
Wij lopen ondertussen om de Zwinger heen, terug naar ons hotel. We hebben een behoorlijke wandeling gemaakt, zo op deze eerste vakantiedag na 1,5 jaar. Het is ook vandaag weer erg warm, weer 30 graden. We willen daarom een beetje opfrissen en dan nog wat met de auto toeren. Bij ons hotel vraag ik naar de nieuwe kamer. Ja, die is er niet. Huh? Ja, dan hadden we hier om 12 uur moeten zijn, want dat is de uitchecktijd. We hebben toch duidelijk gezegd dat we een andere kamer wilden? Waarom was die dan niet voor ons gereserveerd?
Omdat we onze koffers in de kamer hadden gelaten. Dat moest toch? Nee, we hadden hier om 12 uur moeten zijn. Maar we gingen de stad in. Ja. Nou, nu is er geen andere kamer. Potverdorie, wat vervelend. De kamer was toch al niet heel fijn, best krapjes en de airco kon niet lager dan 20. Weet je wat? We willen deze 2e nacht annuleren! Dat kan gelukkig. Ik boek snel een ander hotel in Dresden en we gaan op pad. Dat andere hotel is de Ramada. Die ziet er een stuk sjieker uit en de kamer is heel wat ruimer. En, belangrijker: 2 bedden. Mooi.
Als we zijn opgefrist, gaan we nog even op pad. Voor morgen staat een bezoek aan de Bastei op het programma. Eigenlijk hebben we daar nu nog wel zin in en tijd voor. Het is iets meer dan een half uur rijden en het is 24 uur per dag “open”. Kan nog prima. We parkeren voor €5,- per 3 uur de auto en wandelen naar het Berghotel Bastei. Vanaf daar kun je de bijzondere rotsen bewonderen. Rotsen ja, want de Bastei is een rotsformatie. Ze noemen het hier Saksisch Zwitserland, of in goed Duits: Sächsische Schweiz. Het gebied loopt helemaal door tot Tsjechië.
Maar de Bastei. Dat is een verzameling gekke, zandstenen rotsen, die parmantig omhoog steken. Het lijkt wel op de Externsteine in het Teutoburgerwald. En op een miniatuurversie van de karstbergen in China en Vietnam. Maar goed, de Bastei. Daar loopt een brug overheen, de Basteibrücke. Of eigenlijk zijn er wel meer, zodat je van de ene rots naar de andere kunt wandelen. Daar kom je dan weer uitkijkplatforms tegen, vanaf waar je een fenomenaal uitzicht hebt. Om bij de brug te komen, loop je voorbij het hotel en de souvenirwinkeltjes het pad naar beneden.
Het is wel een beetje druk op de brug, er scharrelen toch best wel wat mensen rond. Als je over de brug bent, kun je dus nog veel verder wandelen, naar andere uitzichtpunten op de gekke rotsen. Dat geloof ik wel. Ik ga terug naar Andy, die ik ergens op een bankje had achtergelaten. Dat is een aardige wandeling, want de brug ligt een stuk lager en als je naar beneden bent gegaan, moet je daarna weer omhoog. Wet van Bartje. Enigszins buiten adem kom ik bij Andy aan. Eerst maar een groot glas koud drinken. Dan nog een softijsje na.
We wandelen terug naar de auto en rijden dan ook terug naar het hotel. We hebben geen zin om nog ergens uit eten te gaan. Nee, ook niet in het hotel zelf, dat ook een restaurant heeft. Op de heenweg zagen we een Domino’s…. We bestellen pizza en dat wordt tot aan de kamer bezorgd. Mooi, kunnen we lekker douchen, pizza eten, relaxen en dan hopelijk lekker slapen.
Weer: | 28c en onderweg een bui |
Doel: | Bautzen, Jezus & Poznan |
Gereisd: | Dresden – Poznan, 422 km |
Hotel: | Hampton by Hilton, €69,34 |
We beginnen de dag met een ontbijt in het hotel. Dat is prima. Er is ruime keuze en er zijn voldoende vrije tafeltjes om aan te zitten. Om 10 uur zitten we in de auto, op weg naar Polen. Gelukkig komen we eerst nog even in een stau vanwege een baustelle. Goed voor je dagelijkse portie oponthoud. Maar dan kunnen we de snelweg naar Bautzen nemen. Dat is een fotogeniek plaatsje, waar we langskomen op de route.
Het hart van de plaats is echt postcard-material. Het beste zicht daarop heb je vanaf de Friedensbrücke. Daar kun je alleen niet parkeren. We rijden een blokje om en denken dan een goed uitzichtpunt te hebben gevonden Even voorbij de bosjes en dan zie je… nog net niets. Dus rijden we toch weer even naar de brug. Daar spring ik uit de auto om foto’s van het prachtige plaatsje te maken. Dan zoek ik Andy, die een stukje verderop geparkeerd staat.
Zo, nu kunnen we naar Polen. Daar merk je vrij weinig van, dat je Polen binnenrijdt. Net als in de rest van (West) Europa zijn de grenzen hier open. Het zou wel kunnen dat je bij een steekproef wordt aangehouden: controle op corona. Wij hebben de app als bewijs dat we volledig zijn gevaccineerd. We hebben ook het document van de RIVM meegenomen, als prikbewijzen. Maar niemand die ons stopt en ernaar vraagt.
Goed, we zijn op weg naar een merkwaardige bezienswaardigheid. We hebben Google gevraagd ons daar naartoe te loodsen. Dat doet ze via een ook al merkwaardige route. Het lijkt tenminste op behoorlijk binnendoor, in plaats van een gewone autoweg. Laten we er maar vanuit gaan dat er ergens anders oponthoud was en dit de beste route is.
Uiteindelijk komen we bij onze bestemming: Pomnik Chrystusa Króla in Świebodzin. Dat is het een na hoogste Christusbeeld ter wereld. Tot 2010 was het zelfs het hoogste. Maar toen moesten die rotzakken in Lima (Peru) zo nodig een hogere bouwen. Het scheelt maar een metertje, maar toch. Deze hier is 33 meter hoog en het heeft 5 jaar geduurd voor het werd opgeleverd. Geen idee wat het doel ervan is.
Of nou ja, Polen is natuurlijk enorm rooms-katholiek. Polen leverde de eerste niet-Italiaanse paus: Johannes Paulus II. Dan verwacht je wel iets roomserigs te zien. Een heel groot Jezusbeeld dus. Het is echt idioot groot en lijkt voor ons volkomen misplaatst. En daarom vind ik het fantastisch. Net als dat idiote Boeddhabeeld dat we in Thailand zagen. Waar je in kon, met een lift omhoog voor het uitzicht. Nu dus een Jezusbeeld in Polen.
Als er wat foto’s zijn gemaakt, gaan we verder, naar onze eindbestemming van vandaag. Dat is Poznan, waar we midden in het centrum een hotel hebben. Beetje jammer dat de hele straat is opgebroken. Gelukkig kunnen we er wel voor de deur komen, om in te checken en onze bagage af te gooien. Dan rijden we nog een rondje, om een klein stukje voor ons hotel te parkeren bij Galeria MM.
Dat is een winkelcentrum met een grote parkeergarage, waar we voor 60 zloty (ongeveer 13 euro) per dag kunnen staan. Dat is iets goedkoper dan de parkeergarage van het hotel. Die laatste heeft een parkeerlift, die vrij krap schijnt te zijn. Daar moet je dan je sleutels voor afgeven en als je weg wilt, wachten tot iemand je auto haalt. Daar hebben we geen zin in. Dit is net zo makkelijk en maar 130 meter lopen.
Zo, we gaan even bijkomen op de kamer en dan naar de oude stad. Want die is mooi! De Oude markt, of Stary Rynek, bestaat uit allemaal gekleurde panden, de ene nog mooier dan de andere. Het zijn eigenlijk replica’s van de oorspronkelijke gebouwen uit de 13e eeuw. Want tja, oorlog. Gelukkig hebben ze de oude gebouwen heel nauwkeurig nagemaakt. Ongeveer in het midden van de markt staat het schitterende stadhuis.
Aan de randen om het plein zijn terrassen en we kiezen er eentje uit om te gaan eten. We nemen spareribs en die smaken prima. Met drinken erbij zijn we 128 zloty kwijt, we betalen 150. We lopen nog een rondje om het plein en wandelen dan naar het koninklijk kasteel. Dat is een erg lelijk gebouw. Maar goed dat ze het achter het schitterende centrum hebben gezet, want het valt behoorlijk uit de toon.
We lopen snel weer terug naar de markt en dan langzaam terug richting hotel. Vlakbij hangt een groepje Polen op bankjes rond een boom. Ze zijn behoorlijk onder invloed. Dat pikt de Poolse politie niet, die komt het groepje wegsturen. De dame die niet meewerkt, wordt zelfs in de boeien geslagen en afgevoerd. Na dit verzetje lopen we verder naar het hotel. Onderweg komen we langs een soort supermarktje, waar we drinken inslaan. Terug in het hotel gaan we lekker douchen, relaxen en dan slapen.
Weer: | 24c en soms een bui |
Doel: | Bautzen, Jezus & Poznan |
Gereisd: | Poznan – Torun, 189 km |
Hotel: | Hotel Spichrz, €75,85 |
We beginnen de dag weer met een ontbijt in het hotel. Die is helemaal prima, met allemaal lekkere en bijzondere dingetjes. Als we vol zitten, gaan we inpakken, uitchecken en onze bagage tijdelijk bij de receptie stallen. Gaan wij even de auto halen. Zoals we al vermoedden, is de uitgang van de garage ergens anders dan de ingang. Doordat de halve stad open ligt, moeten we een rondje rijden voor we weer voor de deur van ons hotel staan. We halen de bagage op, laden in en gaan op pad.
Naar het Imperial Castle, hier in Poznan. Dat ligt net te ver weg om te lopen, dus rijden we er even langs. Dit keizerlijk paleis werd in opdracht van keizer Wilhelm II gebouwd. Inderdaad, de keizer van Duitsland. Want Poznan hoorde niet altijd bij Polen. Tot 1919 was het een Duitse stad in de staat Pruisen en luisterde het naar de naam Posen. Tegenwoordig is hier een cultureel centrum, in een indrukwekkend groot gebouw.
We rijden naar het volgende en laatste stopje hier in de stad. Dat is bij de Sint Petrus en Paulus Basiliek. Die is erg mooi, hij staat flink te glimmen in de zon. Tegenover de basiliek is een voetgangersbrug, de Most Jordana w Poznaniu, oftewel de Bisschop Jordan Brug. Die is van mooi rood staal gemaakt. Aan de reling hangen de tegenwoordig geijkte hangslotjes. Vanaf de brug heb je een uitstekend zicht op de basiliek.
Aan de andere kant van de brug en aan het einde van het straatje is een prachtig beschilderde gevel: de Mural Srodka. Vanuit de juiste hoek is het een indrukwekkende 3D-tekening. We hebben alleen niet heel veel tijd om de juiste hoek te vinden, want er barst net een hoosbui los. We schuilen onder een afdakje. Gelukkig duurt de bui niet heel lang en als het bijna droog is, gaan we snel terug naar de auto.
Tijd om naar onze volgende bestemming te rijden. Dat is het centrum van Gniezno. Daar is ook een mooie basiliek. Niet dat we nou opeens zo van de kerken zijn, maar het zijn vaak mooie gebouwen. In Gniezno is het druk en er zijn alleen maar betaalde parkeerplaatsen. Als er al plaats is. Wij hebben geen cash geld, waardoor een aantal parkeeropties al afvallen. Eigenlijk wilde ik alleen een foto van die basiliek maken en misschien een hapje eten. Nou is het nog een beetje vroeg voor de lunch en omdat we geen goede parkeerplek vinden, rijden we maar weer verder.
Naar Bydgoszcz. Nee, ik weet ook niet hoe je dat uitspreekt. Ik weet wel dat ze er een bezienswaardigheid boven het water hebben. Vlakbij het centrum en dat water is een parkeergarage, waar we de auto kwijt kunnen. We wandelen naar de markt. Niet zo mooi als die in Poznan, maar wel aardig. Het ruikt er lekker naar eten en we ploffen bij een overdekt terras neer. Overdekt, want het waait best een beetje en het is afgekoeld naar iets van 21 graden. Heel wat anders dan de 30+ graden van het afgelopen weekend!
Andy bestelt steak tartare, ik neem dumplings met vlees. Dat is een specialiteit in Polen en ze noemen het hier pierogi. Smaakt prima, kost 120 zloty bij elkaar, ongeveer 25 euro. Na deze lunch wandelen we rustig over de markt en naar het water. Daar hangt een bijzonder beeld boven: een mannetje, dat op een touw balanceert met een evenwichtsstok. Of zoiets. Het ziet er in elk geval mooi uit, vooral met die prachtige gebouwen langs het water.
Als we zijn uitgekeken, wandelen we terug naar de auto. Voor 2 euro mogen we hem weer meenemen. Nu zetten we koers naar onze eindbestemming: het middeleeuwse plaatsje Torun. De ommuurde binnenstad staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. En terecht, zoals we al snel zien. Nicolas Copernicus is hier geboren. U weet wel, de wiskundige en astronoom, die stelde dat de zon en niet de aarde het centrum van het heelal is. Hier komt ook het gingerbread vandaan, in het Pools “pierniki”.
Ons hotel ligt net binnen de stadspoorten. Het heeft een eigen parkeerplaats, waar we helaas niet voor konden reserveren. Maar gelukkig is er nog plaats. Onze kamer bevindt zich in het mooie bijgebouw en is heerlijk ruim. Als we zijn geïnstalleerd, gaan we Torun bekijken. Het is er gezellig druk. Je zou niet denken dat er zoiets als corona heerst in de wereld. Hier merk je er in elk geval weinig van. Alleen in winkels dragen mensen mondkapjes.
Er is trouwens wel verdacht veel jeugd op pad. En dat op een doordeweekse dinsdag. Later leren we dat Torun ook een heuse studentenstad is. Vandaar. Wij bekijken het beeld van Nicolas Copernicus en de mooie gebouwen in de stad. Dan wandelen we terug naar het steakhouse bij ons in de straat. Daar nemen we…. Hamburgers. Ik ben niet zo van de steak en die Andy wilde, die is op. Hamburgers it is. Prima keuze, het is erg lekker en met friet erbij zitten we meer dan vol.
Na het eten wandelen we nog een keer door het centrum, op zoek naar een ijsje als toetje. Blijkbaar zijn Polen enorme zoetekauwen, want het stikt er van de snoepwinkels en lodywinkels; lody is het Poolse woord voor (Italiaans) ijs. We nemen dan ook allebei nog een lekkere lody. Dan wandelen we terug naar ons hotel. Het is namelijk behoorlijk afgekoeld en we hebben geen jas meegenomen…
Weer: | Half bewolkt en 20c |
Doel: | Gdansk bekijken |
Gereisd: | Torun – Gdansk, 168 km |
Hotel: | Six Suites, €70,40 |
Vandaag hebben we een korte reisdag, zodat we op tijd aankomen in Gdansk en daar uitgebreid kunnen rondkijken. Maar we beginnen natuurlijk met ontbijt. Dat is in het restaurant aan de overkant. Het ontbijt is enorm uitgebreid, met allerlei bijzondere bereide gerechten en lekkere dingetjes. Zelden zo’n uitgebreid ontbijtbuffet gezien! Na het ontbijt ga ik nog even foto’s nemen van de vesting waarbinnen we zitten. Want er zijn mooie poorten en muren te bewonderen.
Dan pakken we in, checken uit en rijden naar Gdansk. Daar is weinig spannends aan. Tot nu toe kan het Poolse landschap ons nog niet zo bekoren. Het is net als in de Baltische staten, met vooral landbouw om ons heen. We zien velden vol met strobalen of met mais. Dan moet er ook ergens vee zijn, voor wie al dat eten is bestemd. Dat hebben we alleen nog niet gezien. Na een stukje binnenweg komen we op de tolweg A1 en die volgen we tot Gdansk. Aan het begin van de tolweg moeten we een kaartje trekken, aan het einde betalen we €6,25 aan tol. Dat kan gewoon met een creditcard.
We hebben namelijk nog steeds geen Pools geld gepind. We zijn eigenlijk van plan om te kijken hoe ver we komen zonder cash geld. Je kunt, net als bij ons, zo’n beetje overal met een pas betalen. Wel zo makkelijk. Om even na 12 uur komen we in Gdansk aan. Daar is het een beetje druk. Het centrum is afgesloten voor auto’s, maar wij mogen doorrijden, omdat we op weg zijn naar ons hotel. Dat is een appartementencomplex en ligt in hartje centrum. Ik bel naar het contactnummer om te melden dat we er zijn. Ik krijg meteen de toegangscodes toegemaild. Het eerste is van de voordeur, het tweede van onze kamer.
Die is op de tweede verdieping. Er gaat een best steile trap omhoog. Nee, er is geen lift… Crap. Ik vertel Andy nog niets, maar laat hem in de auto wachten, aangezien we daar niet echt mogen staan. Hijs ik even alle bagage omhoog. Als dat is gelukt, gaan we een parkeerplek zoeken. Er is geen parkeerplaats bij ons appartement. Dat krijg je als je in hartje centrum slaapt. Om de hoek is wel een parkeerplaats. Die is vol. Ik praat even met de Nederlanders die net zijn aangekomen. Die zijn hier al wat langer, ze vertellen dat er verderop ook een grote parkeerplaats is. Maar: grote kans dat die ook vol is.
Hmm, dan zullen we wat rondjes moeten rijden, ben ik bang. Terwijl we dat staan te bedenken, rijdt er net iemand weg. Mooi, dat plekje is voor ons! Voor vandaag moeten we voor het parkeren 55 zloty betalen. Morgen betalen we vanaf 7.30 uur en tot we weggaan. Okay. Kan dat met een kaart? Nee, alleen cash. Daar gaat ons plan om cash-loos door het Poolse leven te gaan. We mogen geld pinnen en later betalen, als we dat maar vanavond doen. Dat is goed joh, dat regelen we meteen even. We pinnen 200 zloty en betalen de beste man 55. Nee, 60, want dat kleingeld hoeven we niet.
Zo, nu kunnen we Gdansk gaan verkennen. En dat is geweldig! Wat een prachtige stad is dit. Helaas vinden meer mensen dat, want het is idioot druk. Afstand houden is er haast niet bij en bijna niemand draagt een mondkapje. Net als in Torun, alsof er geen corona bestaat. Nou doet Polen het wel goed, beter dan Nederland. Vandaag hadden ze bijvoorbeeld slechts 215 nieuwe besmettingen, tegen ruim 2800 bij ons. Maar toch.
Gdansk is de maritieme hoofdstad van Polen, vanwege de ligging aan de Oostzee. Het heeft ook een van de grootste havens in die Baltische Zee. Een stad met zo’n strategische ligging wil je natuurlijk wel goed kunnen beschermen. Tenminste, in the old days, toen er nog volop aan landveroveren werd gedaan. Daarom kom je de stad binnen door een van de vele poorten. Die konden vroeger natuurlijk gesloten worden, ter bescherming.
Je hebt er diverse varianten van, de een nog mooier dan de ander. Nou ja, dat ligt ook aan het pand waar de poort in zit, dat bepaalt hoe mooi het is. Zoals de Groene Poort, met de vier statige bogen erin. De Mariapoort is niet heel indrukwekkend, maar als je erdoor loopt, kom je in het schattige Mariackastraatje uit. Maar eerst genieten langs de waterkant. Want daar staan nog veel meer prachtige gebouwen.
Aan de ene kant van het smalle kanaal staan prachtige oude grachtenpanden. Aan de overkant is een eilandje, Wyspa Spichrzów, waar de meer moderne varianten van zulke panden staan. Stad en eilandje zijn met een flexibele voetgangersbrug met elkaar verbonden. Die brug kan wegdraaien, zodat er boten langs kunnen. Want er liggen ook een rondvaartboot en een groot piratenschip, dat ook als rondvaartboot fungeert.
Meest bijzondere pand aan het water is wel de Kraanpoort. Het is een combinatie poort en hijskraan, zoals je dat ook ziet bij de grachtenpanden in Nederland. De kraan zit in het opvallende zwarte, houten middenstuk. Voorbij de Kraanpoort is nog een klein eilandje, Olowianka. Aan de rand ervan zie je het Gdansk-teken met erachter een reuzenrad. Ik weet niet of dat er altijd staat, maar vandaag wel. Verder zie je op Olowianka onder andere de Pools filharmonische concertzaal, de Koninklijke Graanschuur en het Nationaal Maritiem Museum.
We wandelen weer terug, door de Mariapoort naar de Lange Markt. Daar is het druk, maar ook gezellig. Er zijn straatartiesten, allemaal terrasjes en een gemoedelijke sfeer. Hier staat ook het statige raadhuis en het mooie Artushof. Al met al hebben we een prima middag in deze prachtige stad. We gaan terug richting ons appartement, het is tijd om te eten. Want had ik al verteld dat ons appartement boven een kebabzaak zit? Drie keer raden waar wij vanavond eten… Niet moeilijk, wel lekker.
Na het eten lopen we nog een stukje, op zoek naar een ijsje als toetje. We nemen een getwist softijsje, oftewel een lody swiderki, wat ook al typerend voor Polen is. Daarna wandelen we nog even langs de auto. Andy vindt de plaats waar we staan toch niet zo fijn. Gelukkig zijn er nu een aantal vrije plekken en de bewaakmeneer vindt het prima dat we onze auto even ergens anders neerzetten. Zo, kan Andy ook rustig slapen vannacht.
We lopen maar eens terug naar ons appartement. Het is namelijk een stuk afgekoeld en er wordt regen voorspeld. In onze kamer kijken we een film voor we lekker gaan slapen.
Weer: | Regelmatig een bui, 18c |
Doel: | Toeren en Slot Mariënburg |
Gereisd: | Gdansk – Malbork, 167 km |
Hotel: | Hotel nad Wisla, €70,45 |
Voor het ontbijt lopen we de stad in. De meeste ontbijtrestaurants gaan om 9 uur open en dat is het bijna. Het weer is niet geweldig vandaag, er is regen voorspeld. We gaan daarom voor de zekerheid binnen zitten. Andy bestelt een soort Engels ontbijt, ik neem shakzhuka. Smaakt allebei prima. Als we vol zitten, halen we alvast wat bagage uit de kamer en lopen naar de auto. We rekenen af voor het parkeren: bij de 55 zloty van gisteren komt vandaag nog 15 zloty. Hebben we ongeveer 15 euro betaald voor het parkeren.
We rijden naar ons appartement en ik haal de laatste koffer uit de kamer. Zo, nu kunnen we op pad. Vandaag gaan we wat toeren rondom Gdansk. Je hebt hier een gebied dat ze Kaszubian Switserland noemen. Dat staat op het programma. Maar voordat we daar naartoe gaan, kijken we nog bij de zeekant van Gdansk. Er is een fort, Wisloujscie Fortress genaamd, waar we willen kijken. Dat gaat niet, de weg ernaartoe is afgesloten en we mogen er niet op. Nou, dan niet.
Dan rijden we wel naar Westerplatte. Dat ligt een klein stukje verderop. Westerplatte is de plaats waar de Tweede Wereldoorlog begon. Hier vielen de Duitsers op 1 september 1939 Polen binnen en dat was het startsein voor WWII. Op deze plek was een Pools militair depot gevestigd en daarom het eerste doel van de Duitsers om aan te vallen. Nu is het een nationaal monument, het symbool van het Pools verzet. Er staan displays, die meer vertellen over de aanval. Verder zijn er een aantal ruïnes bewaard gebleven, waarvan er een een museum is. Ook is er een groot monument geplaatst, ter nagedachtenis.
Als we hier zijn uitgekeken, rijden we naar Sopot. Dat schijnt een leuke badplaats te zijn, met een gezellige pier. Of, zoals ze zelf zeggen: “het charmantste en een van de meest bezochte stadjes aan de Baltische Zee”. We rijden er in file naartoe… Daar gaan we niet eens aan beginnen, veel te druk hier. We rijden gauw weer verder en komen automatisch in de naastgelegen plaats Gdynia terecht. Net zo druk. Dus zoek ik de route naar dat deel dat op Zwitserland zou moeten lijken.
Voordat we daar komen, moeten we eerst nog achter een rij auto’s aansukkelen. Er zijn ook nog wat wegafsluitingen en al met al schiet het niet echt op. De omgeving is ook nog niet fantastisch. Gelukkig verandert dat na Chmielno. Daar begint ook dat Kaszubiaanse deel. En dat is inderdaad mooi, met heuvels, meertjes en bossen. Wij zien er nog geen Zwitserland in, maar vooruit. We toeren zo rustig door, tot we weer terug in de buurt van Gdansk zijn.
Daar nemen we een stukje tolweg, tot de afslag naar Malbork. In Malbork heb je namelijk een prachtig kasteel, slot Mariënburg. Het is mooi genoeg voor een plekje op de Werelderfgoedlijst. Het werd gebouwd in de 13e eeuw, is het grootste middeleeuwse kasteel in Europa en het grootste bakstenen gebouw ter wereld te zijn. Dat zullen we nog wel eens zien! Dus rijden we er naartoe. Vlakbij het kasteel worden we een parkeergarage in gewezen. Vooruit, dan parkeren we daar.
We wandelen naar het kasteel, dat inderdaad erg mooi en indrukwekkend groot is. Het is zoals je je een kasteel voorstelt, met een slotgracht, dikke muren, ophaalbruggen en poorten. Binnen die dikke muren ligt het slot zelf. De toegang tot het complex is gratis. Alleen als je het kasteel zelf in wilt, moet je een toegangskaartje kopen. Dat willen wij niet, wij zijn meer van de buitenkant. We bewonderen het mooie complex op ons gemakje.
Dan wandelen we terug naar de auto. We rekenen af: 30 zloty (€6,50) maar liefst voor iets meer dan een half uur parkeren. Dat is best duur! Goed, we gaan op zoek naar ons hotel. Dat ligt 15 kilometer terug aan deze weg. Het ligt ook echt aan de weg, pal voor de brug over de Wisla. Behalve hotel is er een restaurant en een benzinepomp. Punt. Verder is er niks. Ach, we hebben verder toch geen plannen voor de rest van de dag.
We gaan inchecken. Onze kamer blijkt pal naast de lift te zijn. Daar trappen we natuurlijk niet in. Vooral niet omdat de lift behoorlijk wat lawaai maakt. Ik ga een andere kamer vragen. Dat kan en we krijgen nu een hele fijne ruime kamer. Aan de achterkant van het gebouw en ver weg van de lift. Lekker rustig. Oh ja, het is inmiddels 5 uur geweest, we hebben de hele dag getoerd. Voor het avondeten gaan we uiteraard in het bijbehorende restaurant eten.
Ik neem aardappelpannenkoeken met draadjesvlees. Andy heeft iets met varkensvlees, gegrilde groenten en aardappel-dumplings. Als toetje nemen we iets lekkers van pistache, chocola en frambozen. Best lekker allemaal, voor 119 zloty, €26,-. Ik wil graag fooi geven, maar dat gaat niet met de creditcard. Sorry, we hebben geen cash geld bij ons. Ik haal nog even flessen water bij de benzinepomp, zodat we op de kamer nog een kopje koffie kunnen maken. Dan gaan we lekker relaxen, filmpje kijken, douchen en naar bed.
Weer: | Half bewolkt, 22 graden |
Doel: | Aankomen in Warschau |
Gereisd: | Malbork – Warschau, 333 km |
Hotel: | Hampton by Hilton, €50,50 |
Na het ontbijt pakken we in en checken uit. We tanken meteen bij de bijbehorende benzinepomp, hoeven we dat onderweg niet meer te doen. Dan gaan we op pad naar Warschau. Dat is nog een aardig eindje rijden. Helemaal via de route die ik heb bedacht. Tussen hier en daar ligt namelijk het Mazurisch merengebied. Dat schijnt mooi te zijn. Nou, dat valt wel mee. Nog steeds kan het Poolse landschap ons niet zo bekoren. En de Poolse chauffeurs zijn ook niet zo goed. We zitten telkens weer achter een rij auto’s, omdat er eentje meent te moeten sukkelen. Inhalen durven ze ook amper, dus wij sjezen nog wel eens de hele rij voorbij.
Al met al een niet zo interessante reisdag. Rond half 4 komen we in Warschau aan. Daar is het druk en het duurt even voor we bij ons hotel zijn. Dat heeft een eigen parkeergarage met valet parking. We kunnen de auto voor de deur van de garage zetten, bagage eruit halen en de sleutels afgeven bij de receptie. We hebben een kamer op de 13e verdieping. Als eerste gooien we de airco aan. Die doet het niet heel hard. Volgens de instructie die erbij hangt, kunnen we het maximaal 3 graden laten afkoelen en dat duurt ongeveer 20 minuten. Na drie kwartier is er nog niets veranderd aan de temperatuur.
Ik bel naar de receptie en krijg te horen dat het geen echte airco is, maar een waterkoeling. En dat dat 1 graad per uur afkoelt. Inderdaad, 1 graad per uur. Dat schiet natuurlijk niet op. We doen het raam open. Dan werkt de airco niet meer, maar ach, die deed het toch al niet. En blijkt geen airco te zijn. Ondanks dat je het verkeer beneden hoort, denken we dat het wel te doen is. Het is tenminste een redelijk constant geluid. Goed, we gaan nog even op pad. Vlakbij ons hotel is het centraal station, met daarnaast winkelcentrum Zlote Tarasy. Behalve winkels zijn hier ook kantoren, een hotel en een bioscoop. Het is een bijzonder, modern gebouw.
Aan de overkant staat het Paleis van Cultuur en Wetenschap. Dat lijkt erg veel op het Kotelnicheskaya gebouw in Moskou. Komt omdat ze uit dezelfde Sovjetperiode stammen, zo net na WWII. Deze hier in Warschau was een gift van de Sovjet-Unie aan de bevolking van Polen. Niet dat ze daar blij mee waren, want het stond symbool voor de Sovjetoverheersing in Polen. Gevalletje “Dat had je niet hoeven doen. Écht niet.” Het is ook nog eens een enorm groot gebouw. Met zijn 237 meter is het het twee na hoogste gebouw in Polen.
Het hoogste gebouw staat hier ook. Daar hebben we een mooi zicht op vanuit onze kamer: de Varso toren. Het is niet alleen het hoogste gebouw in de stad, maar ook in de EU. Niet van het continent Europa, want de Russen moesten zo nodig hoger. De Varso toren bereikte pas begin dit jaar, op 22 februari 2021, het hoogste punt. Het is daarmee nog niet klaar, als wij er zijn wordt er nog druk aan gebouwd. Maar goed, wij waren op pad voor het avondeten. In het winkelcentrum zit een Hardrock Café. Daar hebben we al vaker prima gegeten, dat proberen we vandaag weer. Andy neemt spareribs, ik fajitas. We zitten buiten op het terrasje, te genieten van de saxofonist verderop.
Tot het begint te hozen. Hoewel we onder de parasol zitten, voelen we toch spetters. We gaan daarom maar binnen zitten. Er is beneden nog een tafeltje vrij, pal voor het podium. Dat is jammer, want als we net klaar zijn met eten, gaat er een band spelen. Erg hard en niet zo goed. We blijven daarom niet hangen. We dachten boven bij de balie te kunnen betalen, maar worden tegengehouden als we daar naartoe willen lopen. Nogal hardhandig: Andy krijgt een duw met de opmerking “how about paying?”. Alsof we van plan waren zonder betalen weg te lopen.
Dat bevestigt wel ons vermoeden dat ze hier in Polen racistisch zijn. Het viel Andy namelijk al vaker op dat hij lelijk wordt aangekeken. En vaak als hij een vraag stelt, bijvoorbeeld aan een serveerster, geven ze mij antwoord… Zouden ze denken dat hij Roma is? Geen idee. Het geeft ons in elk geval wel een nare bijsmaak.
De score tot nu toe is dan ook: steden prachtig, landschap saai, mensen niet vriendelijk en misschien zelfs racistisch. Morgen maar eens kijken hoe het dan in de stad gaat. Nu duiken we nog even het winkelcentrum in. Daar blijkt ook een hele food court in te zitten. Mooi, dan nemen we hier een toetje. We komen een ijstent tegen en daar bestellen we lody. Wat dus Pools is voor ijs. We heten volgens Andy dan ook Lodybroek, in plaats van Eysbroek. Na het ijsje gaan we terug naar het hotel. Het is inmiddels weer droog, maar we hebben geen zin door een nieuwe bui overvallen te worden.
Weer: | Zonnig en 23 |
Doel: | Sightseeing Warschau |
Gereisd: | OV en lopend |
Hotel: | Hampton by Hilton, €50,50 |
Vannacht niet geweldig geslapen, dankzij de warme kamer. Het open raam krijgt de kamer ook niet koel helaas. Ik ben even gaan zoeken bij andere hotels in de buurt, maar ik lees eigenlijk overal klachten over de airconditioning, ook bij de duurdere hotels. We doen het er maar mee. Ontbijt is inclusief, op de eerste verdieping is een grote ontbijtruimte. Er is een uitgebreid buffet en ondanks de vele mensen is er genoeg plaats om te zitten.
Zo, nu kunnen we Warschau gaan ontdekken. Dat willen we per fiets doen. Warschau is geen stad waar je struikelt over de bezienswaardigheden, zoals bijvoorbeeld Barcelona, Brussel of Londen. Komt omdat ook deze stad helemaal platgebombardeerd is geweest in de oorlog. Gelukkig hebben ze het hier ook weer opnieuw opgebouwd, aan de hand van oude foto’s, afbeeldingen en schilderijen. Nu ziet de Oude Stad er weer uit zoals in de 17e en 18e eeuw. Wat ook weer werd gewaardeerd door UNESCO, met een plaatsje op de Werelderfgoedlijst.
Die oude stad heet Stare Miasto en dat is een erg leuke plek om rond te hangen. Dan heb je het prachtige Lazienki Park en de moderne en bijzondere gebouwen vlakbij ons hotel. Van de ene plek naar de andere is te ver om te lopen, vandaar de keuze voor de fiets. Ze hebben hier zo’n citybike systeem, met door de hele stad terminals waar je een fiets kunt huren. Kost weinig, vooral als je telkens bij je bestemming de fiets weer inlevert en daarna een nieuwe pakt.
Je moet er een app voor downloaden en je aanmelden. Dat krijgen we om vage reden niet voor elkaar, het lukt maar niet om in te loggen. Nou, dan laat maar. We gaan wel met het OV. Dat is hier ook prima te doen. En het kost weinig. Een dagkaartje kost 15 zloty, €3,25. Daarmee kun je de hele dag reizen met tram, bus, trein en metro. Tenminste, als je binnen de toegestane zone blijft. Het station is, zoals we gisteravond zagen, vlakbij. Daar kunnen we dagkaartjes uit een ticketmachine halen.
Nu uitvogelen hoe het precies werkt. We hebben moeite de juiste tram te vinden. Maar dan ontdek ik dat Google Maps hier prima voor werkt. Hij geeft precies aan welke tram, vanaf welke halte, wanneer die komt, hoeveel stops je moet, waar eventueel overstappen en hoe te lopen. Handig hoor! Onze tram komt al snel. We stappen in – je hoeft hier niets af te stempelen. Ik denk dat ze net als in Duitsland, werken met controleurs.
In het OV is een mondkapje verplicht. De meeste mensen houden zich daar aan. Goed, we zijn op weg naar de Stare Miasto, het oude centrum. Aan het prachtige centrale plein staat het Koninklijk Paleis, Zamek Królewski. Vroeger een paleis, nu een museum. Vanaf de markt wandelen we op ons gemak naar het Presidentiële Paleis. Onderweg komen we langs allemaal terrasjes en op eentje nemen we een lekkere koffie-speciaal.
Het Paleis is de officiële residentie van de president van Polen. Ik vind het verdacht veel lijken op ons Paleis Noordeinde in Den Haag, het werkpaleis van onze koning. Rechtsaf bij het paleis is het Graf van de Onbekende Soldaat. Net als in veel andere steden is ook hier een monument ter ere van alle soldaten, die een naamloos einde vonden in de strijd voor het vaderland. Er brandt een eeuwige vlam en twee levende soldaten houden er de wacht. Achter het monument is een parkje met een leuke fontein. Daar kun je prima even zitten en mensen kijken.
We zoeken de route naar het Lazienki Park. Daarvoor moeten we eerst met de tram en dan met de bus. Gaat ook allemaal prima. Bij het park aangekomen blijkt het nog een eindje wandelen naar het hart van het park, waar het paleis op het water is. Dat is een beetje lastig, want Andy heeft een blaar op zijn hak. Lopen is daardoor niet echt een pretje. Met de fiets was het geen punt geweest, maar ja, die hebben we niet.
Je hebt hier trouwens nog een erg populair vervoermiddel en dat is het elektrische stepje. Die zagen we al eerder, in Poznan en Gdansk bijvoorbeeld. En nu ook in ons eigen Rotterdam. Je ziet ze door de hele stad staan. Het werkt eigenlijk net als met de fietsen: je hebt een app nodig en dan kun je er gebruik van maken. Wij hebben geen app en geen zin die te downloaden. We besluiten het park te laten zitten en terug te gaan naar Stare Miasto.
De beste route is een combi van bus, metro en tram. Ach, dan hebben we ze bijna allemaal gehad. Voor de metro moet je door poortjes en daarvoor heb je een scanbaar kaartje nodig. Dat hebben we niet, we kregen alleen een bonnetje van onze 2 dagkaarten. Er is ook niemand aanwezig in het metrostation om te helpen. Ach, dan kopen we wel 2 enkeltjes, kost ook bijna niks. Zo, nu kunnen we naar de metro. Daarna nog even met de tram en dan zijn we weer op het gezellige plein.
Alle straatartiesten zijn inmiddels ook opgestart. We kijken naar de show – want dat is het eigenlijk – van de vuurspuwer. Dat is leuk. Blijkbaar is hij ook grappig, want het publiek lacht tenminste regelmatig. Daar verstaan wij alleen geen bal van. We hebben wel zin in iets, koffie met wat lekkers of zo. We zien een tentje waar ze zapiekanka verkopen. Dat is een soort pizza en een typisch Pools fastfood gerecht. De jongen achter me raadt de carbonara versie aan. Oh okay.
We krijgen een enorm lang soort plat stokbrood, gevuld met vlees, champignons en andere dingen. Lekker hoor. We gaan nog even op het plein, vanaf een muurtje, mensen kijken. Er is een groepje aan het salsadansen. Een jongen is erg enthousiast en dat is leuk om te zien. Dan wandelen we nog even naar de Barbakan, het bastion. Het doet hier wel wat denken aan Montmartre in Parijs, want tussen hier en de oude markt Rynek Starego Miasta zie je vele straatkunstenaars en handwerkshopjes.
Op de oude markt is een jazzfestival aan de gang. Met vreselijke stressjazz. We lopen weg van het pleintje en zien een restaurantje om de hoek, met een vrij tafeltje op het terras. Ze hebben er eisbein, ook wel schweinehaxe genoemd. Dat aten we zo lekker in het Duitse restaurant in Eswatini. We bestellen het hier ook. Hmm, minder. Er ligt een behoorlijke homp vet op, wat eigenlijk een knapperig korstje zou moeten zijn. En de zuurkool is geen zuurkool maar minder lekkere groente.
Nou ja, we doen het ermee. We nemen ook nog een toetje: appeltaart met ijs en slagroom. Als we klaar zijn, zoeken we de tramhalte op. Lijn 4 stopt achter ons hotel, we hoeven niet over te stappen. Terug in ons hotel gaan we lekker douchen en hopen dat we lekker slapen. Het is namelijk nog steeds erg warm in de kamer en we hebben de hoop opgegeven dat we het nog ooit koeler krijgen hier.
Weer: | Half bewolkt, 26c |
Doel: | Naar Krakau |
Gereisd: | Warschau – Krakau, 310 km |
Hotel: | Cracow Rentals, €50,25 |
Het ontbijt is deze ochtend een chaos. Er zijn veel teveel mensen in de ruimte, er is geen duidelijke looprichting, iedereen loopt door elkaar en mensen wurmen zich overal tussen en tussendoor. Slechts een enkeling draagt een mondkapje en van die enkelingen draagt zeker de helft het onder de neus. Zelfs een deel van het personeel draagt het mondkapje verkeerd. Niemand houdt toezicht en de lift nemen is helemaal een drama. Met name dames wurmen zich erbij in de lift. En nee, die dragen niet allemaal een mondkapje. We pakken voor het eten vooral wat we snel binnen handbereik hebben, zoeken een schaars plekje om te zitten en eten zo snel mogelijk ons ontbijt op.
Dan met de (te volle) lift naar boven. We zitten op de 13e verdieping, traplopen is geen optie. Als er op een tussenverdieping weer 2 grieten zich erbij proppen, ben ik het zat. Ik ga uit de lift en vraag of COVID niet bestaat in Polen. Andy voegt toe dat bijna niemand in de lift een mondkapje draagt. Ze kijken ons alleen dom aan. Als we dan in onze kamer zijn, gaan we inpakken en uitchecken. Daar melden we de 2 klachten die we hebben. Dat we een kamer hebben geboekt met airco, terwijl het hotel helemaal geen airco heeft. Er komt weer een uitleg over het systeem. Ja, dat weten we, conclusie: er is geen airco. Zet dan ook niet in je hotelgegevens dat je airco hebt, want dat is niet zo.
Tja, de jongen kan weinig doen, we kunnen een e-mail naar het management sturen. Sure, alsof dat iets uithaalt. Maar dan de COVID regels. De jongen zegt ook hier niets aan te kunnen doen. Jawel: reguleren! Geef de mensen een tijdslot voor het ontbijt en zie toe op het maximum aantal mensen in een ruimte. Het hotel moet ook zorgen voor voldoende sanitaire voorzieningen. Wat er hangt aan ontsmettingsmiddelen is allemaal leeg. En ze kunnen mensen aanspreken op hun verplichtingen van afstand houden en mondkapjes dragen in openbare ruimtes. Zelfs nu, bij het uitchecken, zijn wij de enigen die een mondkapje op de juiste manier dragen.
Terwijl ik dat zeg, komt er net een vrouw met het mondkapje onder haar neus te dicht bij me staan. I rest my case. Ik voel me hier zo onmachtig door, dat de tranen me in de ogen schieten. We gaan maar, we vragen de jongen onze auto te laten brengen. We lopen naar buiten en zowaar, onze auto wordt al vlot voorgereden. We laden onze spullen in en gaan snel weg. Noot: ondanks dat ik dacht dat dat niets zou uithalen, heb ik toch een e-mail naar het management gestuurd. En wat denk je? Ik kreeg binnen twee dagen antwoord, met excuses voor het niet naleven van de COVID regels. Ze gaan ervan uit dat het een incident was en zorgen ervoor dat het niet meer voorkomt. En… we hoeven niet te betalen voor de overnachtingen. Dat is nog eens een keurige afhandeling!
Goed, we zijn dus weer op pad. Eerst gaan we naar het Wilanówpaleis, aan de rand van de stad. Dat is een prachtig gebouw, dat wel heel veel weg heeft van de Orangerie in Kassel, Duitsland. Het is een van de zeer weinige gebouwen in Warschau dat onbeschadigd uit de oorlog is gekomen. Omdat we nog wat kilometers voor de boeg hebben, gaan we niet heel uitgebreid kijken. Terwijl Andy even wacht in de auto, loop ik ernaartoe voor een foto. Dan verlaten we Warschau en gaan op weg naar Krakau. Vandaag is verder een weinig interessante reisdag. Nog steeds geen inspirerend landschap. Wel wegwerkzaamheden, waardoor we 2 flinke stukken in langzaam rijdend verkeer zitten.
Tegen 4 uur komen we bij ons appartement in Krakau aan. Dat ligt aan de rand van het oude centrum en het is geweldig! Het zit in een appartementencomplex op de 4e verdieping. Ja, er is een lift. We hebben een ruime woonkamer met keuken, een aparte slaapkamer en een ruime badkamer. Er hangt een airco en die doet het goed. Het enige minpuntje is dat die boven de ingang hangt, in het soort van halletje. De kamer en keuken krijgt hij prima koel, het kost moeite om die koele lucht ook in de slaapkamer te krijgen. Als we zijn geïnstalleerd en een kopje koffie hebben gedronken, gaan we naar de stad.
We zitten op een steenworp van de oude markt, Rynek Glowny. We lopen langs de Barbakan van Krakau. U weet wel, het bastion. Dan door de Florianuspoort richting de Grote Markt. Op het marktplein staat indrukwekkende oude lakenhal, Sukiennice. Vroeger kocht je hier je specerijen, zijde en leer, nu vooral souvenirs en sieraden. Verder zie je hier op de markt de mooie oude raadhuistoren. De rest van het raadhuis werd in 1820 afgebroken, geen idee waarom. Oh, en er staat nog een lief klein kerkje, dat van Sint Adalbert. En een standbeeld. Daar is iemand door een microfoon aan het oreren. Als we dichterbij zijn, horen we hem het woord van god verkondigen. Moet dat echt zo hard? Die paar mensen die staan te luisteren, horen het zo ook wel hoor.
We zoeken een tentje aan de overkant, weg van de oreermeneer en van de koetsen met paarden. Die paarden stinken namelijk. Vinden we niet zo lekker bij ons eten. We zien een vrij tafeltje en dat blijkt bij een pizzeria te zijn. Prima, dan eten we pizza. Na het eten hangen we nog een beetje rond, mensen kijken. Dan lopen we terug naar ons hotel. Onderweg komen we verschillende lody-shopjes tegen. Andy houdt van lody. Krakau ook, want ook hier stikt het van de ijsshops. We nemen lekker allebei een ijsje als toetje. Dan terug naar ons hotel. Daar rommelen we wat aan en opeens is het al half 11. Tijd om te gaan slapen.
Weer: | Regen en 19 graden |
Doel: | Wieliczka zoutmijn |
Gereisd: | Rondom Krakau, 57 km |
Hotel: | Cracow Rentals, €50,25 |
Het regent. Hard. Ons plan om vandaag fietsen te huren en Krakau per fiets te verkennen klinkt opeens niet meer zo aantrekkelijk. Nieuw plan: we gaan naar de Wieliczka zoutmijn. Die staat op de Werelderfgoedlijst en is een must see, zeggen ze. Het is een van de oudste zoutmijnen ter wereld. Ik wist niet beter dan dat zout uit de zee wordt gewonnen. Van Krakau naar de dichtstbijzijnde zee is nog een aardig eindje fietsen, dus dat zag ik niet voor me. Maar blijkbaar kun je het ook uit de grond winnen. Dat was in The Old Days een lucratieve business voor Krakau, want zout was duur. Ze noemden het daarom ook “het witte goud”. Wij hadden eigenlijk niet zo’n zin om de mijn te gaan bezoeken. We hebben best al een aantal grotten gezien en heb je er een gezien… Maar ja: regen. In een grot zit je tenminste droog.
Dus vooruit, we gaan toch maar naar de zoutmijn. Rijden we op de weg terug met de auto wel langs een aantal bezienswaardigheden in de stad. Oh ja, want de mijn ligt niet in Krakau, maar ongeveer 15 kilometer verderop in Wieliczka. Daarom heet de mijn ook de Wieliczka zoutmijn. Ik boek online kaartjes voor 100 zloty per persoon. Er zijn tours in verschillende talen; wij vinden Engels wel handig. De eerste mogelijkheid voor een Engelstalige tour is om half 2, dus die boek ik. Zo, kunnen we nu nadenken over ontbijt. We hebben niet zo’n zin om naar buiten te gaan, want: regen. Gelukkig is er dan bamisoep! Die had ik ook nu weer meegenomen. Voor het geval we ergens geen open restaurant kunnen vinden of zo. Nu komt het dus goed uit voor het ontbijt. De rest van de ochtend doen we lekker rustig aan, tot het tijd is om te gaan.
Het is een half uur rijden naar de mijn en we moeten de auto nog ophalen. Die staat vlakbij hoor, maar we moeten natuurlijk ook even betalen. We rekenen 50 zloty af en rijden naar Wieliczka. We hadden al gelezen dat we de parkeermannetjes in gele hesjes kunnen negeren. Die horen niet bij het complex en staan er voor commerciële doeleinden. Wat ik ook zou doen, als ik dat stuk grond daar zou bezitten. Maar goed, wij rijden door naar de parkeerplaats bij de Graduation Tower. Ik geloof dat we 25 zloty hebben betaald voor het parkeren. Oh ja, die toren. Dat is eigenlijk een groot stoomapparaat, bedoeld voor mensen die het benauwd hebben, last hebben van allergieën, huidproblemen en andere aandoeningen. Langs de wanden van deze houten toren stroomt namelijk continue zout water.
Het zout en de mineralen uit dat water blijven “hangen” aan het houtwerk en verdampt zo in de lucht. Voilà, een stoomapparaat. Nou ja, eigenlijk creëert het een soort mist. En dat schijnt goed voor je te zijn. We hebben het niet geprobeerd, want ik las pas later wat het is. Ja, we hadden dit bezoek niet vooraf gepland, dus ik heb me niet in alles ingelezen. Anyhow, we hebben geparkeerd en moeten nu een klein stukje lopen naar de ticket offices. We zien een gigantische rij… Nee he. Nee, inderdaad, dat is een rij voor de Polen. Denk dat die niet hebben gereserveerd of zo. Wij volgen de bordjes “online” en komen bij een kiosk, waar we ons digitale betaalbewijs laten zien. Als dank krijgen we papieren kaartjes en de instructie om 10 minuten voor onze tijd bij het bordje met de Britse vlag te gaan staan. Doen we dat toch, geen probleem.
De tour begint, we krijgen een vrolijke gids mee. We ontdekken nog twee Nederlanders in de groep. Die erg nadrukkelijk aanwezig zijn. We laten ons daarom een beetje afzakken naar achteren… We beginnen met heel veel traptreden af te lopen, 350 of 380. Daar verschillen de meningen over en ik heb ze niet geteld. Maar veel, in elk geval. Dat wisten we van tevoren. No worries, er gaat straks een lift weer omhoog. Nu volgen we trouw de kudde naar beneden. Dat gaat niet recht naar beneden, maar draaiend. De werkelijke diepte van de mijn is 327 meter. Zo diep gaan wij niet, wij dalen naar 135 meter onder de grond. De mijn is gigantisch groot, er is maar liefst een kleine 300 kilometer aan mijnschachten. Daarvan lopen wij er ongeveer 3,5. Tijdens de wandeling komen we in verschillende ruimtes.
Zoals de paardenstallen. Toen het zout werd gewonnen, gebruikten ze paarden voor het transport. Die leefden daarom volledig onder de grond. Is dat zielig? Niet per se. Er is genoeg ruimte en de lucht is er heel gezond. Iets met zout, mineralen en geen vervuiling. De paarden wisten niet beter en werden er goed verzorgd. Nou ja, voor zover ze in die tijd goed voor paarden zorgden. Als ze te oud werden om nog in de mijn te werken, gingen ze bovengronds om daar de rest van hun dagen te slijten. Wat bleek: de paarden waren het tegenovergestelde van claustrofobisch. Als je jarenlang ondergronds leeft, met altijd een dak boven je, is die grote buitenwereld zonder dak best eng.
Behalve heel veel gangen zien we hier ook ondergrondse meertjes, sculpturen gemaakt van zout en displays die de geschiedenis van de mijn uitbeelden.
Het hoogtepunt is de kapel van Sint-Kinga. Dat is een gigantische zaal met beelden, een altaar en kroonluchters. Er zijn ook diverse ruimtes die je kunt huren. Voor je conferentie, concert of bruiloft. Natuurlijk is er ook een restaurant, anders is je event ook maar een droge bedoening. We lopen braaf achter de gids aan en luisteren naar wat ze allemaal vertelt en uitlegt. Nou ja, dat is niet waar, we hebben niet zo goed geluisterd. Want hoewel we zeker onder de indruk zijn van de immense grootte van de mijn, zijn we nog steeds geen grote fans van grotten. Bovendien is het een behoorlijke wandeling. Na ongeveer 1,5 uur komen we bij een zaal waar we snackjes en drinken kunnen kopen en even naar het toilet kunnen. Dan gaan we weer verder.
De totale route door de mijn is 3.5 kilometer. Wat ze er niet bij vertellen, is dat je daarna nog ca. 1 kilometer naar het verzamelpunt voor de lift moet lopen – door de souvenirshop, langs het restaurant en nog meer toiletten. Bij de lift worden we in groepen verder geleid door een andere gids. Deze spreekt alleen Pools, geen idee wat hij gaat doen. Daar komen we snel genoeg achter: hij zet er de sokken in en sjeest ons naar de lift. Die nog weer een kleine kilometer verderop ligt. We zijn blij als we daar eindelijk uitkomen. Nu naar boven, de buitenlucht in. Trouwens, de temperatuur in de mijn was best aangenaam. We hadden jassen meegenomen, omdat het er gemiddeld 16 graden zou zijn. Die jassen hebben we snel weer uitgedaan; mijn dunne trui en Andy’s shirt + blouse bleken warm genoeg. Goed, we staan buiten. Op een heel andere plek dan waar we naar binnen zijn gegaan…
Crap, waar is nu onze auto? Google Maps doet wat moeilijk met de juiste weg wijzen. Maar dan, na nog eens 800 meter lopen, zijn we terug op het parkeerterrein. Gelukkig is het nu wel droog, we hoeven niet door de regen. Zo, dat was me de wandeling wel! Gecombineerd met al die traptreden die we af moesten, was het een behoorlijke workout. Nu terug naar ons hotel, maar wel met een omweg. Want vanwege het slechte weer zien we nu een heel stuk minder van Krakau dan de bedoeling was. En dat is dan weer jammer, want het is een leuke stad. We rijden daarom nog even langs de Benedictijnse Abdij in Tyniec en werpen er een blik op. Dan naar de Grafheuvel van Kosciuszko. Grafheuvels werden gebruikt om een of meerdere personen te begraven. Waren we in Egypte, heette het een piramide. En was het niet met gras begroeid, zoals hier.
In Krakau zijn er vier, waarvan deze de bekendste is. Hier ligt ene Tadeusz Kosciuszko begraven. Meneer Kosciuszko was een Poolse vrijheidsstrijder met een internationale reputatie. In Australië is er een berg naar hem vernoemd en in Amerika draagt een plaats in Mississippi zijn naam. Heel toevallig is Oprah Winfrey daar geboren. Maar goed, hier is ter ere van hem deze grafheuvel gebouwd. Om de heuvel is een stenen citadel gebouwd. Zo kon het ook gebruikt worden als verdedigingswerk en uitkijkpost. Bovenop de 34 meter hoge heuvel heb je namelijk uitzicht over de rivier Wisla. Aan die rivier ligt ook ons volgende stopje: Kasteel Wawel. De Wawel is een heuvel en erbovenop staat een kasteel. Kasteel Wawel dus. En die is mooi. Denk ik. Ik heb namelijk de locatie ervan niet zo handig ingegeven, want we komen bij het kasteel zelf uit.
Het beste zicht heb je natuurlijk van een afstandje. Ik steek het grasveld waaraan we staan geparkeerd, over. Dan roept Andy: pas op, het ligt hier vol met hondenstront. Te laat…. Ik ben er al met 1 schoen vol in gaan staan. Nu hebben we de regel dat er geen poepschoenen in de auto mogen. Gelukkig is er een openbaar toilet. Daar ga ik mijn schoenzool schoon spoelen. De toiletdame is het daar niet mee eens en ze moppert tegen me in het Pools. Tja, ik heb geen idee wat ze zegt en bovendien, ik ga toch echt mijn schoen schoonmaken. Anders moet ik hier namelijk achterblijven. Of mijn schoen achterlaten. Maar dat is ook zonde, want die is pas nieuw. Dus ik ga gewoon lekker door, tot alle stront van mijn zool is. Zo, nu ben ik er ook meteen klaar mee, we gaan terug naar ons appartement. Dat kasteel geloven we wel.
We parkeren bij dezelfde parkeerplaats als gisteren en lopen naar ons appartement. Even een beetje opfrissen en dan naar de oude markt, het is al etenstijd. We kiezen een terrasje uit en bestellen allebei een lekkere hamburger. Als toetje nemen we cheesecake met slagroom. Dan gaan we nog even mensen kijken op de markt. Een mug besluit om ook te gaan eten. Op mijn voorhoofd. Get, vieze steekbeesten! We gaan maar gauw weer weg. We halen nog even wat drinken bij het tentje aan de markt en lopen dan terug naar ons appartement. Relaxen, douchen en lekker slapen!
Weer: | Regen en 15 graden |
Doel: | Auschwitz en Wroclaw |
Gereisd: | Krakau – Wroclaw, 297 km |
Hotel: | Hotel Patio, €64,72 |
Ook vandaag is het helaas geen fantastisch weer. Het zal bijna de hele dag regenen. Dat is wel een prima ambiance voor onze bestemming vandaag: Auschwitz – Birkenau. Ik denk niet dat ik Auschwitz hoef toe te lichten, maar voor de zekerheid: Auschwitz was een concentratiekamp in WWII en het was het grootste van alle Duitse kampen. Een gevangene kennen we allemaal: Anne Frank.
Auschwitz is de Duitse naam voor Oswiecim, de Poolse stad waar het kamp is gevestigd. Of eigenlijk waren het meerdere kampen. De belangrijkste drie waren Auschwitz I, het basiskamp. Auschwitz II – Birkenau, was waar de treinen met gevangen aankwamen. De derde is Auschwitz III – Monowitz. Er is natuurlijk veel geschreven en ook verfilmd over WWII en er is veel bekend van wat er allemaal in deze kampen gebeurde.
Auschwitz
Het aantal slachtoffers is niet bekend, doordat de Duitsers de administratie hebben vernietigd. Er zijn in elk geval 57.000 Nederlandser naartoe getransporteerd, van wie slechts 900 het hebben overleefd. Om niet te vergeten, is Auschwitz nu een museum. Om het te bezoeken moet je een kaartje hebben. Zo voorkomen ze dat er teveel mensen tegelijk komen. Wat wij altijd een goed idee vinden, niet alleen in coronatijd.
Je bent dan wel verplicht met een gids mee te gaan. Je kunt wel zonder gids hoor, maar in de zomer alleen vanaf 16 uur. De entree is dan gratis. Nou zijn wij niet zo’n fan van gidsen en met een kudde meelopen, maar qua tijd hebben we niet veel keuze, we kunnen niet tot 4 uur wachten. Dus had ik eergisteren online een tour geboekt, voor 85 zloty per persoon. Je kunt trouwens kiezen uit diverse talen, qua gids.
Wij nemen de Engelse. Die toer begint om 11.15 en het is een uur rijden. We gaan daarom niet uitgebreid ontbijten vandaag. Vlakbij zit een McDonalds en ik haal gauw wat ontbijtvoedsel. Dan haalt Andy de auto op, laden we de spullen in en gaan we op weg naar Oswiecim, oftewel Auschwitz. We parkeren vlakbij de ingang, op het terrein van een hotel. Dat kan voor 10 zloty per dag. Dat is niet duur.
We wandelen naar de overkant, melden ons met onze e-tickets en krijgen een stickertje en geluidsapparatuur als dank. Daarmee kunnen we straks onze gids prima verstaan. We zijn met een groep van 13 mensen. Onze gids neemt ons mee over het terrein van Auschwitz en door diverse gebouwen. Ondertussen vertelt ze uitgebreid van wat hier gebeurde. Het is erg indrukwekkend. Vooral de grootte van het complex maakt indruk.
En dan te bedenken dat Birkenau, dat even verderop ligt, nog vele malen groter is. Deze toer duurt een uurtje of 2. Doe trouwens niet je beste – of kwetsbare – schoenen aan, want het terrein bestaat grotendeels uit gravel. Dat wordt wat modderig als het regent, zoals nu. Kinderwagens en rolstoelen zijn trouwens ook een uitdaging om over deze ondergrond te duwen.
We zien een aantal barakken van binnen. In eentje zijn “tentoonstellingen” van de koffers, schoenen en pannen & potten die gevangenen meenamen. Natuurlijk lopen we ook door de gaskamers. In stilte, uit respect voor de vermoorden. Na deze rondleiding door Auschwitz is het de bedoeling dat je met een shuttlebus naar Birkenau gaat, 3 kilometer verderop. Daar gaat de toer dan nog een uurtje door. Dat vinden wij wat veel van het goede. Bovendien is het harder gaan regenen.
Wij haken daarom af en rijden met eigen auto naar Birkenau. Daar zien we de gigantische toegangspoort, waar de treinen binnen reden. We zien ook een gigantisch terrein, met barrakken en andere gebouwen. Net als in Buchenwald, het kamp in Duitsland bij Weimar, waar we in 2018 waren, kunnen we ons aardig voorstellen wat er hier gebeurde. Het gaat je niet in de koude kleren zitten. En wederom begrijpen we niet dat een mens dit een ander mens kan aandoen. Op zo’n grote schaal.
Goed, wij houden het voor gezien en gaan op weg naar onze eindbestemming voor vandaag: Wroclaw. Dat is vooral bedoeld als tussenstop op weg naar Praag. Het is nog 3 uur rijden en we komen er rond 5 uur aan. In Wroclaw hebben we een prachtig hotel, Hotel Patio. De lobby is indrukwekkend, met balustrades tot aan de nok, waar een lichtkoepel is. Over de balustrades hangen planten. Het hotel ligt middenin het centrum.
Het heeft geen eigen parkeergelegenheid, maar er zit een parkeergarage vlakbij. We kunnen eerst even voor de deur parkeren, om in te checken en de koffers uit te laden. Daar krijgen we instructies hoe we bij de parkeergarage komen. We moeten lachen om de mensen die voor ons vertrokken, maar na ons in die garage aankomen… We wandelen terug naar het hotel. Waar diezelfde mensen, die tegelijk met ons naar buiten liepen, nog niet zijn aangekomen…
Wroclaw
Als we zijn opgefrist, is het alweer etenstijd. We lopen naar de oude markt, om de hoek. Ook Wroclaw is een erg mooie stad, met weer een prachtig plein en schitterende gebouwen. Oh ja, onderweg van Auschwitz naar hier is het beter weer geworden. De zon is gaan schijnen en de temperatuur is gestegen naar een graad of 20. Dus kunnen we prima op een (overdekt) terras eten. Andy neemt spareribs, ik eend en als toetje apfelstrüdel met ijs.
Dan lopen we nog een rondje om het plein, beetje mensen kijken. Er zijn hier maar liefst drie vuurspuwers aan het werk, op bijna elke hoek van het plein een. Eentje ziet er wel heel bekend uit. Ja, dat is dezelfde als in Warschau. We checken even bij hem of dat inderdaad zo is. Inderdaad, hij was dit weekend bij zijn vriendin in Warschau, maar woont hier. Vandaar. De show is hetzelfde, dus we blijven niet de hele tijd kijken. We lopen terug naar ons hotel en sluiten de dag af.
Weer: | Prima, zon en 21c |
Doel: | Slot Fürstenstein en Praag |
Gereisd: | Wroclaw – Praag, 301 km |
Hotel: | Art Nouveau Hotel, €76,00 |
Hoewel we het niet bij hadden geboekt, nemen we toch maar ontbijt in het hotel. Dat kost 40 zloty per persoon. Het is alleen een beetje onduidelijk. Er staan schaaltjes met vleeswaren om te pakken, er zijn kleine mandjes met brood en je kunt ontbijt bestellen, met eitjes en zo. Wij houden het bij de schaaltjes met vleeswaren en brood. We kiezen wat broodjes uit de mandjes (er staan er 3). Na ons komt iemand die een heel mandje pakt… Oeps, dat hadden we dus moeten doen. Nu hebben we uit elk mandje de lekkerste broodjes “gejat”. Oh well.
Na het ontbijt pakken we in en halen eerst de auto op. Die kunnen we weer voor de deur kwijt, om de bagage in te laden. We checken uit en gaan op pad. Voor we Wroclaw verlaten, kijken we eerst nog even bij de waterkant, bij Ostrów Tumski. Dat is een eilandje; Wroclaw wordt namelijk omringd door water. De Oder loopt hier bijvoorbeeld langs. Dus voordat we aan onze reisdag beginnen, werpen we daar nog even een blik op.
Dan vertrekken we naar de laatste bestemming van deze vakantie: Praag. Ja, we komen er toch langs. Tenminste, het is een optie om via Praag terug naar huis te rijden. In 2008 waren we daar ook. Toen vonden we er niet veel aan. We vonden de Tsjechen niet leuk, chagrijnig volk, we passeerden eerst wat mensen die pilletjes stonden te verdelen en mijn shagzak, die op een portemonnee leek, werd al vrij snel gerold. Maar aangezien veel mensen er zo enthousiast over zijn, besluiten we Praag een 2e kans te geven.
Moeten we er wel eerst aankomen. Ik heb denk ik een mooie route uitgestippeld. En zowaar, het landschap begint eindelijk interessant te worden! We zien heuvels en bossen en bijzondere rotsen. En een kasteel: Slot Fürstenstein. Dat is de Duitse naam. In het Pools heet het Zamek Ksiaz. Het is een prachtig kasteel, bovenop een berg. Eromheen ligt een groot en mooi park en je kunt het kasteel ook van binnen bekijken. Daar zijn wij niet zo van, we houden het bij kijken naar de buitenkant.
Voordat we de grens naar Tsjechië over gaan, tanken we nog even de auto vol in Polen. Omdat dat moet – want bijna leeg – en omdat de benzine hier het goedkoopste is. Terwijl Andy tankt, bedenk ik me dat ik nog geen tolvignet voor Tsjechië heb geregeld. Gelukkig denk ik daar net op tijd aan, want anders riskeren we een boete. Het is een E-vignet en wordt op je kenteken geregistreerd. Met camera’s boven de weg controleren ze of je netjes hebt betaald. Het vignet kan gemakkelijk online worden aangeschaft. Je kunt kiezen uit verschillende tijdsduren, 10 dagen, 30 of een jaar. Wij nemen die voor 10 dagen en betalen 310 Tsjechische kroon, ongeveer €12,15.
Het schiet me ook te binnen dat we ons online moeten registreren, vanwege COVID. Mocht je dat toch vergeten, dan wordt je daar door een smsje van het Ministerie voor Gezondheid aan herinnerd. Die ontvang je via je provider, zodra je de grens over bent. Samen met het “Welkom in…”-bericht, dat Vodafone (in ons geval) altijd stuurt, Maar goed, ik denk er op tijd aan en vul voor ons beiden het formulier in.
Dat is nog even een gedoe, want ik kan in de lijst met landen nergens Nederland vinden. In geen enkele variant. Andy zoekt op hoe het in het Tsjechisch wordt genoemd. Tuurlijk, Nizozemí. Dat we daar niet aan hebben gedacht… Tjongejonge, dat weet toch niemand? We moeten ook opgeven welke landen we de afgelopen 14 dagen hebben bezocht. Polen is snel gevonden; “Polsko” komt immers best in de buurt. Maar dan Duitsland. Ah, dat staat natuurlijk onder de N van Nemecko.
Goed, we rijden verder, binnendoor naar Tsjechië. En dat is mooi. Eindelijk krijgen we spannende bergweggetjes. Voor we er erg in hebben, rijden we Tsjechië binnen. Ook hier geen grenzen meer, we kunnen zo doorrijden. We komen langs het gebied Adrspach. Dat ligt bij het Reuzengebergte. En dat is mooi. Je hebt hier bijzondere rotsformaties. Het is hier wel wat druk en ze zijn met de weg bezig. Daardoor is er weinig gelegenheid om te stoppen. Nou ja, we hebben dat soort rotsen al uitgebreid bekeken bij Dresden, toen we naar de Bastei gingen. Dus rijden we door.
Het laatste stuk naar Praag is snelweg en rond 5 uur komen we bij ons hotel Art Nouveau Palace aan. Ook dit is een mooi hotel en we krijgen een uitstekende kamer. Lekker ruim in elk geval. Oh ja, om te parkeren had ik thuis al een betaalbare parking gereserveerd bij Mr. Parkit. We konden ook de parkeergarage van het hotel gebruiken, maar dat koste een godsvermogen. Nu betalen we ongeveer 35 euro voor 2 nachten. Bij het inchecken moeten we trouwens – voor het eerst – onze corona-app laten zien, als bewijs dat we zijn gevaccineerd.
Voor het eten lopen we richting het Wenceslas plein. Daar zien we een Tsjechisch restaurant met een overdekt terrasje buiten. Helemaal goed. Andy gaat weer voor spareribs, ik neem goulash in een broodkom. Allebei lekker. Apfelstrüdel met ijs na en we zitten weer vol. We wandelen richting het Národní museum, wat een prachtig gebouw is en staat te pronken aan het einde van de straat. Het is nu mooi verlicht en fotogeniek. Dan terug naar ons hotel, waar we weer relaxen tot het tijd is om te gaan slapen.
Weer: | Verrassend droog |
Doel: | Sightseeing Praag |
Gereisd: | OV en lopen |
Hotel: | Art Nouveau Hotel, €76,00 |
Vandaag is onze laatste vakantiedag. Zo jammer dat er voor de hele dag regen is voorspeld. Daarom gaan we met het openbaar vervoer, dan zitten we in elk geval droog. Als we uit het raam kijken, zien we echter blauwe lucht. Misschien dat het toch meevalt. We gaan eerst ontbijten, dat is inclusief. Het ontbijt is op de 2e verdieping en er is een zeer uitgebreid buffet. Niets op aan te merken.
Dan gaan we Praag verkennen. We wandelen naar het dichtstbijzijnde metrostation, Murek. Daar kopen we dagkaartjes voor 120 kroon per persoon, ongeveer 5 euro. Het kaartje moet je activeren, door het bij het eerste gebruik af te stempelen. Daarna is het 24 uur geldig en kun je het in je zak houden. Tot iemand erom vraagt natuurlijk. Maar net als in Duitsland en van de week in Warschau hoef je niet telkens in- en uit te checken.
We beginnen onze dag in Praag met een bezoek aan de Praagse Burcht. In het Pools heet het Praszký Hrad. Dat is niet zozeer een burcht, maar een heel complex van kerken, paleizen, tuinen en vooruit, een burcht. Daarmee is het de grootste burcht en grootste gesloten paleizencomplex ter wereld. En dat wordt gewaardeerd met een plekje op de Werelderfgoedlijst én in het Guiness Book of World Records. Het zal dan ook niet verbazen dat het een erg populaire en de meest bezochte bezienswaardigheid in Praag is.
Wij hebben niet de behoefte erin te gaan. De entree is 16 euro per persoon en er staat een rij om naar binnen te komen. Beste wandel je rond met een gids, maar daar hebben we geen zin in. Sowieso willen we niet teveel wandelen vandaag, want Andy heeft nog steeds een blaar op zijn hak en ik heb een overbelaste spier in mijn lies. Tja, na 1,5 jaar binnen zitten zijn we niet meer gewend om te voet te sightseeën. En dat hebben we de afgelopen 1,5 week al behoorlijk veel gedaan!
We nemen eerst de metro naar station Malostranska, waar we overstappen op tram 22. Bij de burcht stappen we uit. Daar is een mooi park, vanaf waar je geweldig uitzicht op de stad hebt. Oh ja, en op de burcht. Als we zijn uitgekeken, gaan we verder met tram 22. Plan is om daar een rondje in mee te gaan, hij schijnt langs veel bezienswaardigheden te rijden. Zo jammer dat we al na een paar haltes bij het eindpunt zijn…
Nieuw plan: we gaan naar de waterkant. Door Praag stroomt de Moldau. Over die rivier ligt de beroemde Karelsbrug. We nemen tram 22 terug, naar halte Národní divadlo en lopen vanaf daar naar het water. Vanaf de brug Most Legií of Legion Bridge heb je een prima zicht op de burcht in al haar pracht en praal. En op de Karelsbrug. Die brug is al enorm oud. In 1357 legde koning Karel de Vierde de eerste steen.
Aan beide kanten van de brug staat een poortgebouw. Die aan de kant van de oude stad is er een in gotische stijl, volgens sommigen het mooiste gotische bouwwerk ter wereld. Eind 16e, begin 17e eeuw verschenen er beelden op de brug, 30 stuks om precies te zijn. In zandsteen uitgevoerd, wat helaas niet goed bestand is tegen weer en wind. Daarom verhuisden de originelen naar een museum en werden er replica’s op de brug geplaatst.
Tegenwoordig is de Karelsbrug een voetgangersbrug, waar het altijd een gezellige drukte is. Het is een komen en gaan van toeristen, er zijn schilders, straatartiesten en kleine souvenirstandjes. Wij wandelen rustig naar de brug. Onderweg krijgen we heel even een klein regenbuitje, verder blijft het tot nu toe droog. Wel zijn er dreigende luchten, maar dat geeft juist een mooi effect. Je mag wel zeggen dat we enorm geluk hebben met het weer!
We hebben geen zin de Karelsbrug helemaal op en neer te lopen. Dat staat namelijk aardig vol met selfiequeens. We zien matrozen, die boottochtjes aanbieden. Serieus. Iemand heeft bedacht om Afrikaanse mannen in witte matrozenpakjes te hijsen en zo toeristen te lokken. Nou ja, het lukt, want wij willen wel een tochtje. Dat waren we stiekem al een beetje van plan, met het oog op die regen die er nog niet is. Een tochtje van een uur kost 14 euro per persoon. We krijgen dan ook drinken en een ijsje.
De boot vaart onder de Karelsbrug door, van links naar rechts, en duikt dan een smal kanaal in. Met headseats op kunnen we in elke gewenste taal commentaar erbij horen. De kapitein vertelt ook het een en ander. Telkens als hij dat doet, glinsteren zijn ogen. Mooi man, iemand met passie voor zijn vak. We genieten van het tochtje, dat weliswaar niet zoveel kilometers aflegt, maar wel mooi zicht biedt op de burcht en brug en alles eromheen.
Terug aan wal wandelen we naar metrostation Staromestska, voor een ritje naar station Karlovo Namesti. Dat is vlakbij het dansende huis, Tancici Drum. Andy had zich daar heel wat van voorgesteld, inclusief ingestudeerde danspasjes. Helaas voor hem staat het pand gewoon stil. Het wordt het dansende huis genoemd vanwege de bijzondere gedraaide vorm. Dat doet denken aan een paar dansers.
Oorspronkelijk was het pand Ginger & Fred gedoopt, naar Ginger Rogers en Fred Astaire. Nu heet het het Dansende huis. Ik denk omdat bijna niemand Ginger & Fred nog kent. Anyhow, dit bijzondere en moderne pand werd ontworpen door Vlado Milunic en Frank Gehry. De eerste ken ik niet, de tweede heeft meer prachtige bouwsels gemaakt. Het Guggenheim in Bilbao, Spanje is een bekende. Maar ook het EMP in Seattle en de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles zijn twee schitterende ontwerpen, weten we uit eigen ervaring.
Anyhow, het dansende huis. Dat is erg mooi. Andy vindt er niet veel aan. Nou ja, dan gaan we maar naar de Oude Markt. Tram 17 gaat ernaartoe en stopt toevallig voor onze neus. Dat is makkelijk. Bij de markt steken we de straat over en zien op de hoek een hamburgertent. We hebben wel trek in iets. Andy neemt een super hotdog, ik een broodje pulled pork. Smaakt uitstekend. Dan wandelen we verder naar de oude markt. Daar staat de Astronomische Klok. Ik heb geen idee wat het doet of wat je er uit kunt opmaken, maar mooi is het wel.
De markt is trouwens ook mooi, met nog meer prachtige panden eromheen. Dat gaan we alleen niet uitgebreid bekijken, want net als we de klok hebben bewonderd, barst een geweldige stortbui los. We gaan snel schuilen onder een aantal bomen, op het kleine pleintje naast de markt. Niet helemaal droog, maar genoeg om de bui uit te zitten. Dan wandelen we terug naar ons hotel. Dat is hier niet ver vandaan. En we gaan maar liever terug, want het ziet ernaar uit dat er nog meer water naar beneden gaat komen.
Terug bij onze kamer werkt onze kaart niet. Dus ga ik naar de receptie. Oh ja, er is lekkage geweest in onze kamer, dus we moeten verhuizen. Huh? Ja, iets met de waterleiding die het heeft begeven. En onze spullen dan? Nee, daar is niks mee aan de hand. Uhm okay… We krijgen kaarten voor de nieuwe kamer. Die ligt er recht tegenover. Maar is iets kleiner en de airco koelt niet echt goed. Niet zoals in de vorige kamer. Dus ga ik maar eens vragen.
Ja, we hadden een gratis upgrade gekregen naar een executive kamer, vandaar dat deze kleiner is, want dit is een deluxe. Dat hadden we ook geboekt. We zijn anders nu gewend aan die executive kamer, een downgrade is best een beetje gek als je verplicht moet verhuizen. Er staat wel een fles champagne koud in de nieuwe kamer. Niet dat wij dat drinken, maar goed, het gaat om het gebaar. Er wordt een monteur gestuurd voor de airco. Die komt en zegt dat de airco het doet. Dat klopt. Hij blaast alleen geen koude lucht. Ja nou, hij doet het.
Toch maar even bellen met de receptie. We kunnen een andere kamer krijgen. Doe maar. De bagagemeneer komt met de kaart voor de nieuwe kamer. Daar zijn ze nog bezig om het bed om te toveren naar 2 eenpersoonsen, zoals wij het graag hebben. Wacht, eerst maar kijken of de airco het hier doet. Nee, hier doet hij het helemaal niet. De monteur vertelt van alles, maar aangezien ik geen Tsjechisch spreek, heb ik geen idee wat hij zegt. Dus maar weer bellen met de receptie.
Daar is de monteur inmiddels ook aangekomen. Ja, de airco doet het. Uhm, nee hoor. Hij doet helemaal niks en er brand een rood lampje. Nou, dan moet ik maar met de manager praten. Vind ik best. Die komt na een kwartier eens kijken. Ja, die airco doet het niet. Bovendien is deze kamer weer een slag kleiner, dus die willen we ook niet. We gaan wel terug naar de vorige kamer. Manager loopt mee en voelt ook dat deze airco het minder goed doet.
Hij gaat een portable airco regelen. Dat is gewoon een watercooler, waarvan wij niet de verwachting hebben dat die goed koelt. Maar toe maar. Wij gaan alleen wel eindelijk eens wat eten, want het is al half 8. Dat is goed, dan regelen zij ondertussen die cooler. We lopen richting het Narodní museum. Weer komen we langs alle Vietnamese restaurantjes. Die zagen we gisteren ook al en vandaag gaan we maar eens proberen. Het ziet er tenslotte lekker uit. Andy neemt heerlijke eend, ik een gemixt potje met kip. Smaakt prima en kost weinig, 20 euro.
Voor het toetje heb ik mijn zinnen gezet op een typisch Tsjechisch gerecht: chimney of in het Tsjechisch Trdelnik. Het is een deeg waar een koker van is gemaakt. Die koker wordt gevuld met ijs, fruit, slagroom, pudding, wat je maar wilt. Ik neem er eentje met vanillepudding, aardbeien en slagroom. Andy met chocola, aardbeien en ijs. Lekker hoor. Wel heel machtig, we kunnen het niet helemaal op. Zo, nu gaan we terug naar ons hotel. Douchen, relaxen, en lekker slapen. Morgen hebben we een lange reis terug naar huis voor de boeg.
Weer: | Regen, regen, regen |
Doel: | Terug naar huis |
Gereisd: | Praag – Kaatsheuvel, 855 km |
Hotel: | Huize Eysbroek |
En dan is het tijd om naar huis te gaan. Eerst ontbijten we natuurlijk in het hotel. Dan gaan we uitchecken. De receptie kan onze factuur niet vinden – we moeten nog betalen. Komt vast omdat we drie kamers hebben gehad. Eindelijk komt de juiste factuur tevoorschijn. Ik merk op dat een discount best op zijn plaats is, gezien het gedoe dat we gisteren hadden door de lekkage. En zowaar, we krijgen 20% korting. Nou, dat is toch weer lekker! We lopen het kleine stukje naar onze garage, wachten even tot de auto tevoorschijn komt en beginnen dan aan de reis terug naar huis.
Daar valt weinig spannends over te vertellen. Behalve dan dat het plenst van de regen. We krijgen regelmatig een hoosbui. Dat rijdt niet echt lekker, je wordt behoorlijk moe van rijden met zulk slecht weer. Gelukkig zijn daar in Duitsland de baustellen en de staus, kunnen we even bijkomen in de file… Om een uur of 8 zijn we thuis. We laden de auto uit en komen eerst bij met een kop koffie. Morgen de boel opruimen en hopen dat we snel weer op reis kunnen!
Ziezo, eindelijk echt in Polen geweest! Nu kunnen we met recht zeggen dat we in alle Europese landen zijn geweest. Polen heeft prachtige steden. En dat terwijl ze allemaal zo goed als platgebombardeerd zijn in WWII. Dat hebben ze allemaal fantastisch hersteld en gereconstrueerd. Je zou nu niet zeggen dat die mooie oude gebouwen aan de prachtige marktpleinen vaak nog geen 75 jaar oud zijn.
Veel van die steden staan op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. En niet onterecht. De mooiste stad vonden wij Gdansk. Hoewel, het ommuurde Torun was ook erg mooi. Wel veel studenten, zelfs op een doordeweekse schooldag. Hoofdstad Warschau was ook aardig, maar daar zou ik geen stedentrip aan wagen. Nou ja, tenzij je het combineert met Krakau. En als je toch in Krakau bent, mag een bezoek aan Auschwitz niet ontbreken.
Triest, tragisch en eigenlijk wel verplichte kost, als je daar bent. Opdat we niet vergeten. Plan na dat bezoek niet al teveel vrolijke dingen, want het is niet ongebruikelijk dat je er enigszins neerslachtig van wordt. Niet geschikt voor een romantisch weekendje weg. Bij Krakau ligt ook de Wieliczka Zoutmijn. Dat is een wonderlijk ondergronds bouwwerk. Daar moet je van houden, maar als je grotten enigszins leuk vindt, zal je van deze onder de indruk zijn.
Het landschap van Polen is geen bal aan. Het grootste deel van het land is hooguit glooiend. Dat wil zeggen, in de oosthoek heb je wel een bijzonder oerbos, waar bizons en wolven leven. Daar zijn wij niet geweest, dus daar kan ik niet over oordelen. Maar verder is het saai. Er is veel landbouw, bedoeld voor de veeteelt. Het oogstseizoen is net geweest en we zien velden vol strobalen en met maïs, dat nog niet is geoogst. Nee, voor het land zelf hoef je niet naar Polen.
En dan is er nog een ander dingetje: het lijkt erop dat Polen het niet zo op buitenlanders hebben. Die met een tintje. Ik wil ze niet racistisch noemen, maar eigenlijk denk ik wel dat ze dat zijn. En homofoob. Dat laatste is sowieso aantoonbaar, aangezien de huidige president de “lhbti-ideologie“ wil bestrijden. Whatever that may be. En ze zijn met verdere “hervormingen” bezig. Tenminste, dat proberen ze. Brussel is het er namelijk niet mee eens, want die hervormingen zijn in strijd met de Europese waarden van vrijheid en democratie.
Zo willen ze een tuchtraad instellen, waarmee de regering Poolse rechters kan schorsen, korten op hun salaris of hun onschendbaarheid opheffen, zodat ze kunnen worden vervolgd. Daardoor schrikken rechters mogelijk terug voor uitspraken die nadelig voor de regering zijn, uit angst voor maatregelen door die tuchtraad. Dan is er ruzie met buurland Tsjechië, over een kolenmijn. Die vervuilt lucht en bodem van de buren en moet sluiten, zoals ook afgesproken in de EU. Polen weigert echter.
Tot slot is er dat oerbos. Polen wil daar bomen kappen, volgens de regering noodzakelijk om paden vrij te maken en de bomen te beschermen tegen een bepaalde keversoort. Volgens de tegenstanders zijn dat enkel en alleen smoesjes om geld te verdienen aan de houtkap. Over al deze zaken heeft de EU een mening en heeft het Europees hof al eens uitspraak gedaan. Ze dreigen met geldsancties als Polen zich niet aan de uitspraken van het Hof houdt. Ook dreigt uitzetting uit de EU, als ze zich niet aan de EU-afspraken wensen te houden.
Dat betekent dan het einde van Europese subsidies en vrij verkeer binnen de EU. Arbeidsmigranten zullen dan niet meer zomaar in Europa aan het werk kunnen, ze hebben dan weer een werkvergunning nodig. Daar hebben we zelf ook last van, want veel Polen werken bijvoorbeeld in de bouw, waar we een chronisch tekort hebben aan Nederlands personeel. Geen bouwvakkers, geen bouw, geen nieuwe huizen. Maar dat is een ander issue.
Normaal bemoeien we ons niet met de politiek in een land. Er zijn meer landen met beleid waar wij ons niet in kunnen vinden. Denk aan Belarus, waar momenteel een heuse dictator aan de macht is (en weigert te vertrekken). Of Rusland, waar Poetin met strakke hand regeert. Of China, wat nog echt een communistisch land is. Of de USA ten tijde van Trump. Als toerist merk je over het algemeen weinig van de politiek in een land. Terwijl je wel de lokale bevolking steunt met je toeristische uitgaven. Voor ons is politiek daarom geen reden om een land te mijden.
In Polen zullen we echter niet gauw terug komen, vanwege dat racisme. De mensen zijn er gewoon niet aardig. Als Andy ergens een vraag stelde aan een Pool, antwoordden ze meestal aan mij. Om een voorbeeld te noemen. Bovendien hebben we het wel gezien. We hebben de prachtige steden bezocht, waren onder de indruk van Auschwitz – Birkenau, gingen zelfs naar de beroemde zoutmijn. Het landschap kun je makkelijk missen. Blijft alleen de Poolse kust over, maar dat zal hetzelfde zijn als aan de Duitse kant ervan.
Over Duitsland gesproken: we begonnen natuurlijk in Dresden. Dat is wel een aanrader voor een (lang) weekend. Je rijdt er in een dag naartoe. De stad is prachtig en compact genoeg om te voet te verkennen. In de omgeving kun je je ook prima vermaken. Er zijn prachtige kastelen en er is de prachtige natuur. Wij gingen naar de Bastei, met de bijzondere rotsen. En je kunt het goed combineren met een bezoek aan Praag, dat je binnen 2 uur rijden bereikt. Vanuit Praag rij je weer in een dag terug naar huis.
Ja, Praag. Dat gaven we een tweede kans. En gelukkig maar, want het is inderdaad een erg leuke stad. We hebben ons er prima vermaakt in elk geval. De oude stad is ook hier compact genoeg om lopend te verkennen. Maar er is ook een uitstekend – en voordelig – openbaar vervoer netwerk. Voor ongeveer 5 euro per persoon kun je 24 uur gebruik maken van metro, tram en bus. Ideaal om naar de Burcht te gaan, want die ligt toch een stukje uit de richting.
Al met al hebben we een heerlijke vakantie gehad. Blij dat we eindelijk, na 1,5 jaar binnen zitten, weer konden! Langzaamaan gaat de wereld verder open, dus we hebben goede hoop voor onze reizen in de toekomst.
Facts & Figures 2021 | |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Warschau |
Grootte tov Nederland | 7,5 x groter (311.88 km2) |
Aantal inwoners | 38,2 miljoen / 122,7 per km2 |
Beste reistijd | Voor- en najaar |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | Geen |
Munteenheid | Zloty (PLN): 1 zloty = €0,22 |
Taal | Pools |
Facts & Figures 2021 | |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Berlijn |
Grootte tov Nederland | 8,6 x groter (357.121 km2) |
Aantal inwoners | 80,7 miljoen / 226 per km2 |
Beste reistijd | Het hele jaar |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | Geen |
Munteenheid | Euro |
Taal | Duits |
Facts & Figures 2021 | |
Continent | Europa |
Hoofdstad | Praag |
Grootte tov Nederland | 1,9 x groter (78.866 km2) |
Aantal inwoners | 10,7 miljoen / 135,7 per km2 |
Beste reistijd | Voor- en najaar en wintersport |
Visum nodig? | Niet voor Nederlanders |
Tijdsverschil met Nederland | Geen |
Munteenheid | Koruna (CZK): 10 koruna = €0,39 |
Taal | Tsjechisch |