Stedentrip Parijs, Frankrijk

Andy en ik hebben een afspraak. Een tranentrekkende, übersentimentele afspraak: in een volgend leven, bij de jaarwisseling van 2099 naar 2100, ontmoeten we elkaar weer. Bij de linkerpoot van de Eiffeltoren in Parijs. Die afspraak staat al heel lang, vanaf het begin dat we samen zijn. Geen idee waarom we die locatie kozen. Het is niet dat we regelmatig in Parijs komen. Ik denk dat we dachten dat die Eiffeltoren er nog wel een tijdje zal staan. Dat, en het is natuurlijk een makkelijk te onthouden locatie.


Ideaal vervoer in Parijs: de metro

The Gang

Parijs dus. Daar gingen we samen in, ik denk, 1994 naartoe. Samen met Michael Jackson. Serieus, die was toevallig ook in de stad. We stapten ergens uit de metro en kwamen per ongeluk in een mensenmenigte terecht. Geen idee waarom er zoveel mensen op de been waren. Dus ben ik even aan een boom gaan hangen. Verhip… U moet het voor nu maar van me geloven, want in 1994 hadden we nog niet bepaald goed beeldmateriaal.

De 2e keer Parijs waren we met een hele groep. Er waren 2 nichtjes over uit Amerika en samen met nog 3 familieleden zijn we een weekendje naar Parijs geweest. Met de auto, want met de trein was – toen in elk geval – niet te betalen. Hoewel dit in 2003 was en nog in mijn analoge tijdperk, heb ik daar wel beeld van. Ingescand. Sorry daarvoor. Het is maar om een impressie te geven. En als reminder dat we nodig weer eens een weekend naar Parijs moeten…

We begonnen ons weekend in de leukste wijk van de stad: Montmartre. De wijk van de schilders, de Moulin Rouge en de Sacre Coeur. Die schilders vind je op het Place du Tertre, het pleintje in het 18e arrondissement. Oh ja, want Parijs is verdeeld in arrondissementen. Twintig stuks, om precies te zijn. Een arrondissement bestaat weer uit wijken. Vaak zijn dat er vier en daarom wordt een wijk een quartier genoemd. Dus.


Sacre Coeur

Je kan ook met de kabelbaan

We zijn nog op het Place du Tertre, bij de schilders. Die zitten daar voor de toeristen. De echte schilders zijn al na de Eerste Wereldoorlog vertrokken naar de wijk Montparnasse. Nu vind je hier vooral portrettekenaars en silhouetknippers, die met en zonder baret de toeristen vermaken. Bijvoorbeeld door een karikatuur van iemand te maken. Van Andy bijvoorbeeld… Ook voor je souvenirs en veel te duur drankje moet je op dit pleintje zijn.


Uitzicht vanaf de Sacre Coeur

Uitzicht vanaf de Sacre Coeur

Neemt niet weg dat het nog steeds een gezellige buurt is om rond te scharrelen. Het doet nog een beetje dorps aan. Het was immers ook een dorp, voordat het door de stad Parijs werd opgeslokt. De smalle kronkelende straatjes herinneren daar nog aan. Behalve de schilders staat hier de imposante Sacre Coeur. Deze prachtige witte basiliek staat bovenop de heuvel van Montmartre. Als je de trappen naar boven bent opgeklauterd, wordt je beloond met een fantastisch uitzicht.


De Seine

De Seine

Die trap bestaat uit meer dan 200 treden. Een aardige klim dus. Gelukkig is er ook een kabelbaantje. Dat kost hetzelfde als een metrokaartje (anno 2020: €1,90). In Parijs wil je trouwens zeker gebruik maken van de metro. Snel, schoon, veilig en betaalbaar. Je kunt een enkeltje kopen of een dagpas, voor 1 of meerdere dagen. Net wat handig is natuurlijk. Omdat dit hét vervoermiddel in de stad is, is het handig om je hotel te kiezen vlakbij een metrostation.


Louvre

Louvre

Van Montmartre gaan we naar het Louvre. ’s Werelds meest bezochte museum, zeggen ze. Met misschien wel ’s werelds beroemdste schilderij: de Mona Lisa. Dat gaan we niet bekijken, we blijven op het binnenplein hangen. Het gebouw waarin het museum is gevestigd, was vroeger een kasteel. Halverwege de 14e eeuw veranderde het langzaam in een museum, doordat Karel V er zijn bibliotheek in onderbracht. In de jaren daarna eisten oorlogen en andere ellende hun tol. Het gebouw heeft wel wat te verduren gehad.


Louvre

Louvre

Vanaf 1528 werd er aangebouwd en nieuw gebouwd, tot het ongeveer de huidige vorm had. Op 10 augustus 1793 werd het Louvre geopend als museum, een van de oudste ter wereld. Het werd een plek voor kunstenaars om inspiratie op te doen. Ze hadden hier de hele week de tijd voor, het gewone publiek werd alleen op zondagen toegelaten. In 1981 werd een laatste grote uitbreiding aan het museum gedaan. Een zeer controversiële, want er werd zomaar moderne architectuur toegepast. Op de binnenplaats, over de hoofdingang, werd een grote glazen piramide geplaatst.

Van het Louvre wandel je gemakkelijk over de Champs-Élysées, langs de Tuilerieën naar de Arc de Triomphe. Dat doen wij niet, wij nemen de metro naar de Eiffeltoren. Want je bent niet in Parijs geweest als je niet op de Eiffeltoren bent geweest. Natuurlijk is het beklimmen van het ijzeren gevaarte al een belevenis. Maar als je klaar bent met het uitzicht bewonderen, moet je vooral ook een tijdje aan de overkant rondhangen. Daar is het altijd gezellig druk met de straatartiesten en toeristen.


Straatartiesten

…en hun publiek

Wij besluiten ons weekend in Parijs met een rondvaart over de Seine. In het donker, wat mooi én gezellig is. Als we weer eens in Parijs zijn, zullen we denk ik ook de overdag-tocht doen. Ach, en nog een keer ’s avonds, we zijn er dan immers toch. Ja, we moeten écht nodig weer eens naar Parijs!

Reacties zijn gesloten.