Singapore is zowel een land als een stad. ’t Is niet erg groot, zoals op de kaart hierboven blijkt: je ziet het niet eens. Het bungelt onderaan Maleisië. Singapore staat vooral bekend als ideale stop-over bestemming. Als je vanuit Europa op weg bent naar Australië of Nieuw Zeeland, is Singapore een logische tussenstop. Tenminste, als je met Singapore Airlines vliegt, want dan stop je daar automatisch. Er wordt namelijk altijd gestopt in het thuisland van de maatschappij.
Wij begonnen er twee keer een cruisereis. De eerste keer in 2015, toen cruiseden we van Singapore via India en Oman naar Dubai. In 2024 gingen we de andere kant op, van Singapore via Vietnam, Hong Kong en Taiwan naar Japan. Beide keren vertrokken we een paar dagen eerder van huis, zodat we eerst een stedentrip Singapore konden doen. In beide gevallen was dat erg leuk. Ik denk dat we daarmee ook wel alle leuke dingen van de stad gezien hebben.
Nu is Singapore ook een beetje speciaal voor ons, we hebben er een soort connectie mee. Andy’s vader heeft er jaren als expat gewerkt en gewoond, als ingenieur in de olie business voor het bedrijf Comprimo (Nu Worley Comprimo). Toen ik Andy leerde kennen, was hij daar gestationeerd. In 2015 was Pa al lang gepensioneerd en hij vond het geweldig dat we er naartoe gingen. Wij zijn blij dat we onze avonturen nog met hem hebben kunnen delen, aangezien hij later dat jaar in 2015 is overleden.
Singapore is een keurige stad waar een prettige sfeer hangt, vinden wij. Als je van architectuur houdt, zit je er goed. Of als je van shoppen houdt. Of van lekker eten. Daarvoor kun je terecht bij de diverse Hawker centers. Zo noemen ze de verzameling eetstalletjes die je her en der in de stad vindt. Daar eet je de lekkerste gerechten voor een appel en een ei. Waarschijnlijk kun je dat er ook krijgen, appels en eieren.
Ik moet wel zeggen dat de stad de tweede keer in 2024 een meer verslonsde indruk maakte. Het was niet meer zo spik en span als negen jaar eerder. Er lag zowaar troep op straat. Dat viel extra op toen we daarna in Japan aankwamen. Daar was het pas echt schoon. Maar behalve dat is het nog steeds een keurige stad. Je kunt er uitstekend rondreizen met het openbaar vervoer. Het metronetwerk is prima en goed betaalbaar.
Wat wel jammer is, is dat de hotels er zo duur zijn. Wij betaalden bijna €165,- per nacht. Daarvoor slaap je in veel Europese landen twee nachten, in veel Aziatische en Afrikaanse zeker drie. De temperatuur is misschien ook een dingetje, want het is er erg heet en vochtig. En het kan er veel regenen, vooral tussen november en januari. Beste reistijd is daarom februari t/m oktober. Maar ook dan kan er een flinke stortbui vallen, zoals wij op beide reizen hebben meegemaakt.
Neemt niet weg dat het ene prima idee is voor een stopover a.k.a. Stedentrip. Nieuwsgierig naar onze belevenissen? Lees er alles over in de reisverslagen of bekijk de foto’s!
