Okay, okay, ik weet het. Ik heb een definitie bedacht van wanneer iets een stedentrip is: als je er minstens 2 nachten verblijft. En je die stad ook gaat bekijken. Onze langdurige overstap in Wenen telt dus niet. Nou ja, we gaan natuurlijk wel echt de stad in. Voor een uurtje of 5, 6. Om de stad te bekijken. Inclusief reizen met het openbaar vervoer door de stad. Vooruit, we noemen het De Uitzondering.
Waarom maar zo kort? Omdat het toeval is dat we er komen. Soort van. Ik zocht namelijk tickets naar Minsk in Wit-Rusland. De voordeligste vond ik bij Austrian Airlines. Moet je wel overstappen in Wenen. En daarbij hadden we de keuze uit 2 vluchten. Eentje waarbij je na een uur of 3 doorvliegt. Of na 9 uur. Dat is lang genoeg om de stad in te gaan. Wij zijn nog niet in Wenen geweest. Dus is dit een mooie kans om er een indruk van te krijgen!
We kunnen gemakkelijk naar het centrum met de City Airport Train. De CAT. Of, zoals ze zelf hebben bedacht, CAT’s the city… Jaja, I know: lame. Een retourtje stad – vliegveld kost €19,- per persoon. Niet heel goedkoop, maar je bent wel in een kwartier in hartje Wenen. En moet je daarna nog aan je vliegreis beginnen, kun je op het station in de stad alvast je bagage inchecken, terwijl je zelf nog even de boel gaat verkennen. Handig hoor. Wel jammer dat ik er pas bij het inchecken achter kom dat je met je boardingpas korting krijgt op de CAT… Oh, een euro per persoon op een retourtje. Daar lig ik niet wakker van.
In de stad zelf nemen we de metro om van A naar B (en C en D) te komen. Daarvoor koop ik 2 dagkaarten OV. Dat kan bij Wiener Linien, waar ik ook de CAT-kaarten koop. Totaal ben ik per persoon nu €24,80 kwijt.
Nu nog even bedenken wat we in Wenen willen zien. Want omdat we er alleen met een overstap zijn, moeten we de tijd die we hebben wel een beetje efficiënt besteden. Zie zo, we kunnen. Gaat u mee?