Weekendje Normandië

Het is augustus 2017 en wij zijn 25 jaar samen, waarvan 18 jaar getrouwd! Reden voor een feestje. Ons idee van een feestje: lekker samen weg. Dat wordt een weekendje weg. Naar Normandië. Dat is nog net dichtbij genoeg om op vrijdagavond na het werk naartoe te rijden en op zondag weer terug. Als kind ben ik veel aan de Normandische kust geweest. Als ik het me goed herinner, is het daar erg mooi. Je hebt er een mooie ruige kust, met krijtrotsen en kiezelstranden. Kei-leuk dus…

Ik zei dat het op vrijdagavond-rijafstand is. Dat is naar Rouen. Maar dan ben je nog nét niet aan de kust. Niet handig als uitvalsbasis. Daarom overnachten we op twee verschillende plekken. Rijden we op vrijdagavond naar Rouen, op zaterdag langs de Seine en de kust naar Dieppe en dan zondag verder langs de kust en weer naar huis. Dus boek ik hotels in Rouen en Dieppe.


Aan de Seine

Aan de Seine

In Rouen wordt dat een Campanile, voor slechts 50 piek. In Dieppe boek ik Hotel Balladin, voor €58,50. Nu hopen dat het weer een beetje meezit. Augustus is, as usual, wisselvallig.

Vrijdags vertrekken we om vier uur. Eerst naar Bakker Bart om broodjes te halen. Die eten we onderweg op, als avondeten. Want het is zeker vijf uur rijden. Een half uur later kunnen we dan echt op pad.


Jumièges

Jumièges

Als we net op de snelweg zitten, vraagt Andy zich af of we geen kopieën van onze paspoorten zouden moeten hebben. Kopieën? Ja, want onze paspoorten liggen momenteel bij of de Russische, of de Chinese ambassade. Vanwege onze visa aanvragen voor die landen. Vanwege onze vakantie daar naartoe over drie weken… Dus hebben we geen paspoorten.

Gelukkig heb ik wel kopietjes gemaakt, voordat ik ze opstuurde naar het visumbureau. Die kopietjes zitten in het grijze mapje waar normaal de paspoorten in zitten. Het grijze mapje ligt in de bureaula, net als altijd. In de bureaula? Hebben we dat niet meegenomen? Nee dus. Dilemma. Als we niks bij ons hebben, zul je zien dat we er ergens om worden gevraagd. Hebben we wel de kopietjes, dan hebben we ze waarschijnlijk niet nodig. We draaien toch maar om, om het mapje op te halen.


Abdij van Jumièges

Abdij van Jumièges

Goed, om kwart voor vijf gaan we op pad. Het is onverwacht druk bij knooppunt Hooipolder. Nou ja, als dat alles is… Nee dus. Het is weer eens bal rond Antwerpen. Daar komen we vreselijk in de file terecht. Er is geen ontsnappen aan en geen omweg mogelijk. We sluiten aan en sukkelen mee. Anderhalf uur lang….. @#$%*^@#%^-Antwerpen! Wat is het toch een rotstad. We komen vreselijk laat in Rouen aan, pas om elf uur in plaats van de geplande negen uur / half tien.


Pont-Audemer

Pont-Audemer

Gelukkig is het in Frankrijk prima doorrijden. Dat doen we over twee stukken tolweg. Aan het begin moeten we een kaartje trekken en als we er weer af willen, betalen. Dat kan gemakkelijk met de bankpas. Gewoon in het apparaat steken en het komt er bijna meteen weer uit. We hoeven geen pincode in te geven, wat we dan weer wel een beetje gek vinden. Maar we hebben toch betaald, zoals we later op het bankoverzicht zien. Voor de A1 van Jules Verne tot Amiens is dat €8,80 en voor de A29 van Amiens naar Haudricourt €5,70.


Pont-Audemer

Pont-Audemer

In Rouen vragen we Truus om ons naar het Campanile hotel te brengen. En dat doet ze. Gelukkig is de receptie nog open. Een alleraardigste jongedame checkt ons in. Wij doen ons best in het Frans, maar ze schakelt meteen over naar Engels. Tja, zo dicht bij Engeland komen hier natuurlijk veel Britse toeristen. Maar toch: ik kan me niet herinneren ooit een Fransman te hebben ontmoet die Engels sprak, laat staan uit zichzelf. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. We gaan maar gauw uitladen, installeren en slapen.

We hadden dit hotel zonder ontbijt geboekt. Ze hebben wel een ontbijtbuffet en daar besluiten we de volgende ochtend gebruik van te maken. Het kan er mee door. Het is alleen niet de tien euro per persoon waard, vinden we. Nou ja, dan maar gauw vertrekken. In de regen…. Had ik al verteld dat augustus, as usual, wisselvallig is? Vandaag krijgen we een paar flinke buien. De eerste is zojuist begonnen. Daarom hebben we weinig zin om Rouen verder te bekijken. Laten we maar gauw richting zee rijden, misschien is het daar beter.


Pont-Audemer, het Venetië van Frankrijk

Pont-Audemer, het Venetië van Frankrijk

Natuurlijk rijden we niet rechtstreeks naar zee. Nee, we volgen eerst soort van de Seine. Inderdaad, de rivier. Ja, die loopt ook door Parijs. Ons eerste doel is het plaatsje Jumièges. Want daar is een mooie abdij. Nou, dat klopt wel. We lopen er een klein rondje omheen. Niet omdat het moet, maar omdat het droog is en dus kan. Dan weer door, naar Pont-Audemer.


Pont-Audemer

Pont-Audemer

Dat is het Venetië van Frankrijk. Or so we’ve been told. Uiteindelijk maken we dat zelf wel uit, dus gaan we er kijken. We vinden een parkeerplekje aan het water, net buiten het centrum. Daar is het meteen al leuk, want er staan mooie Duitse vakwerkhuizen en er hangen Oostenrijkse hanging baskets langs het water. Nou ja, de Fransen zullen het wel typisch Frans vinden. Zo zijn ze.


Honfleur

Honfleur

Het hart van het plaatsje wordt doorkruist door een watertje. Aan beide zijden zijn huizen gebouwd. Voilá: het Venetië-effect! Je hebt er een klein beetje fantasie bij nodig om dat te zien en een San Marco plein zul je er niet vinden. Wel een leuk centrum met cafeetjes en restaurantjes. Komt goed uit, want we hebben best trek in koffie. Al met al is het een erg leuk plaatsje en zeker de moeite om er even lekker rond te struinen.


Pont de Normandie

Pont de Normandie

Van Pont-Audemer gaan we naar Honfleur. Daar is men over het algemeen een beetje lyrisch over, over Honfleur. Het wordt een juweeltje genoemd en het is blijkbaar het meest geschilderde havenstadje van Normandië. En dus enorm populair, zoals blijkt. Aan de rand van het plaatsje zijn twee grote parkeerplaatsen. Helemaal vol. We rijden nog even dapper door Honfleur, je weet maar nooit. Dat is zo’n beetje filerijden en elk plekje is bezet. Tel daar een enorme hoeveelheid toeristen bij op en wij hebben geen zin meer. Leuk, maar veel te druk! Snel wegwezen hier.


Kust bij Yport

Kust bij Yport

We nemen de Pont de Normandie om aan de andere kant van de Seine te komen, in Le Havre. Die Pont is een brug. Een hele grote brug. Hij is ruim twee kilometer lang en was een tijdje de langste ter wereld. Het is een tolbrug en aan de andere kant moet er €5,40 betaald worden. Om bij de tolpoortjes te komen moeten we aansluiten en doorschuiven, want zoals gezegd: het is hier druk.


Yport

Yport

Aan de overkant rijden we dan langs de zee. En worden we getrakteerd op een nieuwe regenbui. Zo’n beetje als we bij Étretat aankomen. Dat is jammer, want daar wilde ik graag even rondkijken. Je hebt hier namelijk geweldige krijtrotsen. Maar ten eerste zeikt het van de regen en ten tweede is het hier…. druk. Ook hier geen parkeerplek te zien. Dus rijden we maar weer verder.


Yport

Yport

Gelukkig is de bui een bui en wordt het weer droog. Kunnen we mooi in Yport wél de krijtrotsen en kust bewonderen. En de mooie blauw-witte strandhuisjes. Leuk hoor. Dit herinner ik me nog van vroeger, met het kiezelstrand. Niet aan te raden met blote voeten trouwens.


Yport

Yport

Van Yport rijden we door het leuke Fécamp naar Dieppe. Daarbij toeren we een stukje door het binnenland. Wat hier opvalt, zijn de graanvelden. En vooral de rollen graan die er op liggen. Vind ik leuk. Ik wist niet dat ze die hier zoveel hebben. Maar wel dus. Frankrijk blijkt zelfs Europa’s grootste graanproducent te zijn. Terwijl ik dacht dat de Baltische Staten dat waren. Daar zagen we immers ook al die prachtige velden.


Graanrollen op de graanvelden

Graanrollen op de graanvelden

Anyhow. We komen in Dieppe aan. En bij ons hotel, Balladin. Dat ligt aan de rand van de stad en blijkt een voormalig Campanile hotel te zijn. We worden alweer vriendelijk begroet en alweer schakelt de lady in charge over op Engels. Onze kamer is prima, hoewel het jammer is dat er geen airco in zit. Wij houden nou eenmaal van een koel slaapvertrek. Maar geen nood: we hebben voor de zekerheid een ventilator meegenomen.

Dat helpt in elk geval tegen de herrie in het hotel, want het is wel erg gehorig! Het hotel heeft twee verdiepingen en je hoort het rondstampen van de bovenburen. In de badkamer kun je bijna het gesprek van de buren meeluisteren. Helaas is er geen kamer op de bovenverdieping beschikbaar, anders waren we verkast. Nou ja, het is maar voor een nachtje.


Dieppe centrum

Dieppe Saint-Jacques

We gaan op zoek naar eten. Tussen hotel en stad zit een winkelcentrum met een Buffalo Grill, een soort steakhouse. Dat lijkt ons wel wat. Er is niets op aan te merken. Vooral de toetjeskaart is goed. Me like toetjes! De prijs is ook prima: voor 55 euro (incl. fooi) zitten wij bomvol!


Dieppe haven

Dieppe boulevard

We gaan nog even bij de boulevard kijken, we zijn er immers nu toch. Er is kermis in de stad, maar daar trekken we ons niks van aan. Dieppe is erg mooi. Het heeft ook die typische krijtrotsen. En een kiezelstrand. En een mooi kasteel. En een leuke haven. En een gezellig centrum. En een mooie wandelpromenade. Oftewel: Dieppe is leuk, een aanrader!


Dieppe kasteel

Dieppe strand en pier

Om de hoek van ons hotel zit een Subway. Die volgens Google om acht uur ’s ochtends open gaat. Mooi, dan gaan wij daar lekker ontbijten! Beetje jammer dus dat we er de volgende ochtend, nadat we hebben uitgecheckt, achter komen dat hij helemaal niet om acht uur open gaat. Ook niet om half tien, wat het nu is. Get. We rijden naar het winkelcentrum, misschien dat daar een ontbijttent zit. Helaas. Tja, dan wordt het McDonalds…. Ach, kan best voor een keer.


Dieppe krijtkust

Cayeux sur Mer

Na dit fantastische ontbijt gaan we nog even aan de boulevard kijken. Ik had namelijk gisteravond mijn camera niet meegenomen en er zullen toch echt foto’s gemaakt moeten worden! Dan gaan we toch maar op pad. We willen vandaag nog heel wat zien en we moeten ook weer thuis zien te komen. Gelukkig is het vandaag wel heerlijk weer. Nog steeds geen strandweer, hoewel we zien dat er toch aardig wat “die hards” zijn die daar anders over denken. Van het type “Kan me niet schelen dat het maar twintig graden is. Het is zomer, dus we gaan naar het strand!”.


Strand van Cayeux sur Mer

Strand van Cayeux sur Mer

Helaas betekent dat ook dat iedereen op pad is en blijkbaar dezelfde route wil rijden als wij. Oftewel: het is alweer erg druk. Zoals in Cayeux sur Mer. Ook daar lijken alle parkeerplekken vol. Maar gelukkig, aan het einde van het plaatsje is nog een parkeerplaats aan het strand waar we de auto kwijt kunnen. Gaan wij even die lange, lange rij strandhuisjes bewonderen. En het mooie kiezelstrand en alle bedrijvigheid die daar plaatsvindt. Met het zonnetje erbij is dat geen verkeerde tijdbesteding!


Pointe Hourdel

Pointe Hourdel

Van Cayeux sur Mer rijden we naar Pointe Hourdel. Volgens Google is “de betoverende schoonheid van Pointe Hourdel geliefd onder vele schilders en fotografen”. En toeristen, zijn ze vergeten erbij te zetten. Dat begint toch echt een beetje vervelend te worden, die mensenmassa. en het blik waarin ze zich vervoeren. Het is ons een raadsel waarom men stug zestig rijdt waar je negentig mag. Vooral die gallige camper- en caravanrijders hebben daar een handje van.


Ergens onderweg

Boulogne sur Mer

Aangezien we ook in Pointe Hourdel zelf de auto niet kwijt kunnen, rijden we weer verder. Ik had nog een aantal stopjes gepland, maar gezien de drukte slaan we er een paar over. We zetten koers naar Boulogne sur Mer. Daar heb je als het goed is een leuke ommuurde stad. Zoals een medina in Marokko, maar dan anders. Nou, dat zullen we dan wel eens zien!

We rijden er naartoe en parkeren aan de buitenkant van die muur. We lopen onder het mooie kasteel door en langs de kermis. Het is blijkbaar kermisseizoen in Frankrijk en blijkbaar zijn ze daar dol op. We hebben tenminste al in diverse plaatsen de kermis zien staan. We gluren binnen de stadsmuren en zien dat we er ook met de auto doorheen kunnen. Dat lijkt handiger, want binnen blikveld zien we niet direct iets waar we op af willen stappen.


Cap Blanc-Nez

Cap Blanc-Nez

Met de auto rijden we door de vesting. Tja, we vinden er nou niet direct heel veel aan. Dus gaan we weer verder. Terug naar de kust en op weg naar Cap Blanc-Nez. Daar bevinden we ons in het gedeelte dat de Opaalkust wordt genoemd, of in goed Frans: Côte d’Opale. Je vindt hier twee kapen: de Blanc-Nez en de Gris-Nez. En dat is mooi. Je hebt er prachtig uitzicht over zee, over krijtrotsen en…. op Engeland. Je ziet het bij helder weer zo aan de overkant liggen.


Engeland!

Daar ligt Calais

We vinden met pijn en moeite een plekje aan de kant van de weg om te parkeren. We lopen richting strand, waar het onwijs naar rotte vis stinkt. Niet erg aantrekkelijk. Van Blanc-Nez willen we naar Gris-Nez. Nou succes, want dat willen heel veel voertuigen met ons. Er staat gewoon file tussen het ene en het andere dorp. Aangezien de weg hier niet al te breed is, komen we nauwelijks verder. Weet je wat? Wij houden het voor gezien. Het is inmiddels vier uur geweest, wij gaan lekker terug naar huis. Dit is gewoon niet te doen, met die drukte. We komen nog wel eens terug, als het geen zomer of vakantie is!


Ondanks dat en de andere hindernissen zoals de file bij Antwerpen en slecht weer op zaterdag, hebben we een heerlijk weekend gehad. Eigenlijk was het een mooie samenvatting van de afgelopen 25 jaar samen, want dat was natuurlijk ook niet alleen maar rozengeur & maneschijn. Een lach (zon), een traan (regen), veel lol en soms gemopper (rot toeristen). Op naar de volgende 25!

Reacties zijn gesloten.