We gaan een lang weekend naar Belarus, aka Wit-Rusland! Als we dat aan mensen vertellen, is de eerste vraag: “Waarom?”. Diezelfde vraag kregen we eerder dit jaar, toen we naar Moldavië gingen. Daar hadden we een goed antwoord op: omdat we er in 2016 niet naartoe mochten met de huurauto. Deze keer is het een minder goed verhaal: zodat we een vinkje achter Belarus kunnen zetten… Ja, we kwamen erachter dat we stiekem al heel veel landen in Europa hebben bezocht. Daarom hebben we besloten om ze dan maar allemáál te “doen”.
Dus gaan we naar Belarus. De laatste dictatuur in Europa. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is het land in 1991 onafhankelijk geworden. Nadat eerst rigoureus met het communistisch verleden werd gebroken, is sinds president Loekasjenko in 1994 aan de macht kwam, weer teruggegrepen naar de manier van regeren ten tijde van de Sovjet-Unie. De KGB is nog altijd onder dezelfde naam actief, je vindt er geen westerse winkels en met zijn brede boulevards en grote gebouwen voelt het in Minsk alsof je daadwerkelijk terug in de oude Sovjet-Unie bent. Klinkt supergezellig.
Kun je daar dan zo maar naartoe? Ja hoor. Dat wil zeggen: sinds begin 2017 mag je er 5 dagen blijven zonder visum. Als je uit een EU-land komt. Wil je langer blijven, dan heb je wel een visum nodig. Dus gaan we – u raadt het al – 5 dagen. Een lang weekend. Mini-vakantie.
Oh, dat visumvrije weekend kan alleen als je per vliegtuig in Minsk aankomt. Dus vliegen we naar Minsk. Met Austrian, want die heeft de beste prijs. Moeten we wel even overstappen in Wenen. We kunnen kiezen of we daar 3 uur over doen, of 9. Wij zijn nog niet in Wenen geweest… We kiezen de lange overstap, want dan kunnen we mooi eens even Wenen gaan verkennen! En zo kom je aan de titel van deze mini-vakantie: Wenen & Belarus.
Aangezien de voorpret al een deel van de pret is, zoek ik het een en ander uit over zowel Wenen als Belarus. Eerst maar Wenen. Omdat we er alleen met een overstap zijn, moeten we de tijd die we hebben wel een beetje efficiënt besteden. Gelukkig is Wenen helemaal ingesteld op overstappende reizigers die even de stad ingaan. Ze hebben er de CAT voor bedacht. De City – Airport Train. Een retourtje stad – vliegveld kost €19,- per persoon. Niet heel goedkoop, maar je bent wel in een kwartier in hartje Wenen. En moet je daarna nog aan je vliegreis beginnen, kun je op het station in de stad alvast je bagage inchecken, terwijl je zelf nog even de boel gaat verkennen. Handig hoor.
Wel jammer dat ik er pas bij het inchecken achter kom dat je met je boardingpas korting krijgt op de CAT… Oh, een euro per persoon, op een retourtje. Daar liggen we niet wakker van.
In de stad zelf nemen we de metro om van A naar B (en C en D) te komen. Daarvoor koop ik 2 dagkaarten OV. Dat kan bij Wiener Linien, waar ik ook de CAT-kaarten koop. Totaal ben ik per persoon nu €24,80 kwijt.
Voor Belarus regel ik dat we worden opgehaald op het vliegveld. Wel zo makkelijk. Dan gaan we eerst een dag Minsk bekijken. Daarna heb ik voor €57,50 een auto gehuurd. Gaan we nog een stukje toeren. Naar Hrodna en weer terug, met onderweg stopjes in Mir en Njasvizj. Dus.
Hoe meer ik me inlees, hoe meer zin ik krijg in deze niet zo alledaagse bestemming. Of combinatie van bestemmingen. Benieuwd hoe het is bevallen? U leest het in het reisverslag en ziet het op de foto’s.