Weer: | Lekker in Holland, koud in Alaska |
Doel: | Aankomen in Anchorage, Alaska |
Gereisd: | Kaatsheuvel – Schiphol – Washington DC – Seattle – Anchorage |
Hotel: | Days Inn, €88,18 |
De vakantie startte gisteren, met het online inchecken. Dat lukte soort van; we zijn wel ingecheckt maar hebben nog geen boarding passen. Die moeten we op Schiphol regelen, waarschijnlijk omdat we voor de terugvluchten met 2 andere maatschappijen vliegen dan heen. Maar nu hoeven we in elk geval niet 3 uur tevoren aanwezig te zijn; we moeten de koffers max. een uur voor vertrek ingecheckt hebben.
Nou, afgelopen nacht maar liefst 2 (twee) heerlijke uren geslapen! Tja, we rommelen nou eenmaal graag tot de laatste uurtjes door, dus ik sliep pas om half 3 of zo. En omdat we errug vroeg op pad moeten, gaat de wekker alweer om half 5. Andy is nog wel voor de vorm in bed gaan liggen, maar heeft eigenlijk helemaal niet geslapen. Dus meteen er weer uit, laatste rommeltjes, laatste klusjes en om 6 uur op pad. Linda brengt ons naar Schiphol. We hebben bedacht dat wij haar ophalen, zodat onze auto daar kan blijven staan. Hoeft zij niet moeilijk te doen met haar auto bij ons.
Om half 7 zijn we bij Linda. Kopje koffie en om 7 uur op pad. Het gaat eens een keer lekker vlot en om kwart over 8 zijn we op Schiphol. We nemen afscheid van Linda en gaan naar een check-in kiosk voor die boarding passen. Volgens het apparaat hebben we hulp nodig van iemand van United. Die loopt toevallig rond en na even te hebben gemodderd mogen we hem volgen naar zijn bureautje. Daar helpt hij ons aan boarding passen en dan mogen we de koffers gaan inchecken. Crap, moeten we alsnog in de rij gaan staan.
Onze vlucht gaat om half 11. Er staat een behoorlijke rij voor de douane, maar voor Hollanders hebben ze iets nieuws: wij mogen door speciale poortjes zelf even onze documenten laten checken. Dat doen we door één voor één een soort hokje in te lopen. Hier moeten we onze paspoort op een scanner leggen, daarna een prachtige pijl bewonderen – ja, ik weet het ook niet, het was een pijl en daaronder stond: “Look here”. Maar eerlijk gezegd was het nou ook weer niet zo’n bijzondere pijl… – en weer doorlopen. Natuurlijk hebben wij weer een Truus voor ons die er geen bal van snapt. Gewoon rtfm toepassen (read the f** manual), Truus.
Goed, op weg naar onze gate. Da’s een aardige wandeling, want we moeten naar G06. Daar aangekomen volgt de veiligheidscheck. Eerst worden onze paspoorten gecontroleerd, daarna moeten we wat vragen beantwoorden, als “Wie heeft jullie koffers ingepakt?”, “Hoe ben je hier gekomen?”, “Heb je nog iets van iemand meegekregen?” enz. Nu door de controle – spullen door de X-ray, zelf door een scanpoortje stappen. En dan wachten tot we kunnen boarden. Het is geen groot vliegtuig, 2×3 stoelen, en het zit afgeladen vol. Dus krijgen we een buurman. We kletsen af en toe wat en aan het einde van de rit komen we erachter dat hij uit Schijndel komt, waar wij ook nog ooit een jaar of 3 hebben gewoond. It’s a small world after all…
De vlucht verloopt prima en een kleine 9 uur later, om kwart over 1 Washington-tijd staan we op Washington-grond. Eerst moeten we door de immigration, wat een eeuwigheidje duurt. Stelt tegenwoordig niet veel meer voor, sinds de komst van ESTA. ESTA? Ja, als Nederlandse toerist heb je toestemming nodig om naar Amerika te mogen afreizen. Een goedgekeurde ESTA is je toestemming. Betekent niet dat je ook het land in mag, want dat bepalen ze nog steeds bij aankomst. De ESTA vraag je minimaal 72 uur voor vertrek online aan. Je weet meteen of je aanvraag is goedgekeurd. Dat kost je $14,- per aanvraag en je ESTA is 2 jaar geldig. Dus dat.
Bij de immigrations hoeven we alleen nog vingerprints achter te laten en te wachten op de chagrijnige beambte om onze paspoorten te stempelen en ons door te laten. Onze koffers staan al braaf te wachten. Daarmee lopen we naar de douane en geven het douaneformulier af. Dit witte formuliertje hebben we in het vliegtuig ingevuld. Nu kunnen de koffers op de band voor de volgende vlucht.
Wij gaan eens wat rondlummelen op Washington Dulles, want we hebben een uurtje of 3 voor onze volgende vlucht gaat. Die gaat om 5.15, naar Seattle. Het boarden begint om 4.40. We zitten weer ergens achterin het vliegtuig. De vlucht is niet bepaald vol. Mijn buurman besluit dan ook om te verkassen. Zitten wij lekker met z’n 2-en op een rij van 3. Nice. We suffen ons door deze vlucht van 5 uur heen en om 8 uur landen we in Seattle.
Onze volgende vlucht vertrekt 2 gates verderop. We hoeven niet meer door immigrations of de douane en we hoeven niet met onze koffers rond te sjouwen. Dus kunnen we een burger kopen bij Burger King vóór onze vlucht van 9 uur naar Anchorage, Alaska.
Deze vlucht is nagenoeg helemaal leeg. Toch hebben ze om wat voor reden dan ook een oud dametje naast ons gezet. Hoewel het een aardig mens is, dat al veel van de wereld heeft gezien (inclusief Nederland), vinden we het allemaal een goed idee als wij gaan verkassen zodra de deuren dicht zijn. Kan zij lekker bij haar familieleden aan de andere kant van de gang blijven zitten. Wij nemen fijn ieder een eigen rij, zodat we eens een keer kunnen liggen. En slapen we allebei bijna de hele reis. Dat mag ook wel, want als we in Anchorage aankomen zijn we inmiddels een uurtje of 28 in touw. Dan tellen we niet mee dat we de nacht tevoren eigenlijk niet geslapen hebben, maar wel de dag ervoor nog gewoon gewerkt…
Als we in Anchorage aankomen is het middernacht. Da’s 10 uur vroeger dan in Holland. Zodra we onze koffers hebben – die ons gelukkig netjes de hele reis zijn gevolgd – bel ik met de courtesy telefoon naar ons hotel, een Days Inn, zodat ze een shuttlebus kunnen sturen. Oh, een courtesy telefoon is een gratis lijntje met – in dit geval – het hotel. Die komt ons ongeveer 20 minuten later halen. We rijden naar het hotel, checken in, gooien spullen naar binnen en onszelf in bed. Ik ben te moe om nog te douchen. Morgenvroeg maar. Volgens mij sliep ik al voordat mijn hoofd het kussen raakte…
Weer: | Lekker zonnig, 16 graden |
Doel: | Turnagain Arm en Kenai Peninsula |
Gereisd: | Anchorage naar Seward, 455 km |
Hotel: | Serenity by the Sea, €87,13 |
Heerlijk geslapen, maar alweer om 7 uur wakker. Dus spring ik meteen onder de douche en tegen de tijd dat Andy wakker wordt, is de koffie klaar. Ik deel de bagage opnieuw in, zodat we de komende 10 dagen maar één grote koffer hebben om te sjouwen. Kan de andere in de auto blijven liggen. Auto? Welke auto? Oh ja, vandaag halen we de huurauto op. Maar eerst gaan we eens lekker op zijn Amerikaans ontbijten. Schuin tegenover het hotel zit een Country Kitchen, waar we een ontbijt met alles erop en eraan nemen. Hash browns, eieren, bacon, pannenkoeken, toast, koffie en sju. Heerlijk! Nu kunnen we er wel even tegen.
Om de auto op te halen moeten we naar het vliegveld. En om op het vliegveld te komen moeten we met de shuttlebus. Die gaat elk heel uur, dus staan we klaar met ons hele hebben & houwen voor die van 10 uur. We worden vlot bij Hertz afgeleverd. De geboekte auto hebben ze niet meer, dus krijgen we een klasse hoger: in plaats van een Toyota RAV 4 krijgen we een Dodge Durango. Beter!! En behoorlijk ruim. We gooien bank 3 van 3 plat, zodat onze koffers er royaal in kunnen. Oh, omdat er geen road assistance bij ons geboekte pakket zat, nemen we dat erbij, voor totaal $40,-. Want ja, met die wegen in Alaska weet je niet of je het nodig gaat hebben.

Turnagain Arm
We betalen ook meteen voor een volle tank benzine, want de prijzen lijken altijd beter te zijn bij de verhuur maatschappij. Er zit een grote tank in de auto. Een volle kost ons $92,50, oftewel $3,69 per gallon. Nou is dat op zich niet duur, want als je het omrekent, kost hetzelfde in Nederland maar liefst $8,80 per gallon!
Zo, als alles is ingeladen kunnen we op zoek naar een Wal*Mart. Die vinden we op Dimond Boulevard, waar een mall zit en nog andere grote winkels. Hier slaan we de eerste benodigdheden in: koelbox van piepschuim, ijsblokjes, eten, drinken en anti-mug met lekker veel DEET erin (98%!). Die koelboxen worden trouwens elk jaar duurder, lijkt het wel. Betaalden we nog niet zo lang geleden slechts een paar dollar, nu kost hetzelfde ding al een tientje. Maar goed, we hebben het nodig.
Als dat geregeld is kunnen we on the road again. En we hebben een aardige afstand voor de boeg, want het is de bedoeling dat we vanavond in Seward aankomen. Dat is nog 455 kilometer. We zien nu Alaska bij daglicht en we houden van wat we zien: erg mooi hier, zelfs hier in de stad! Gauw op pad dus. We nemen de 1 naar het zuiden, naar de Seward Highway. We genieten van de prachtige natuur.
Achter Anchorage zien we de witte toppen van Mount McKinley & consorten. Mount McKinley is met zijn 6.194 meter (vanaf zeeniveau gemeten) de hoogste berg op het continent Noord Amerika. En vanaf zeeniveau gemeten, is het de 3e hoogste berg ter wereld, na de Mount Everest (Nepal) en de Aconcagua (Argentinië).
Tot 2015 had de berg deze naam, naar een vroegere Amerikaanse president. Op 31 augustus 2015 heeft president Obama het officieel de oorspronkelijke naam Denali teruggegeven. Dat betekent “de Hoge” in het “Alaskiaans”. Hoewel de naam 3 jaar na onze reis is gewijzigd, zal ik het hier ook vast Denali noemen. Wel zo hip.
Omdat de Denali zo hoog is, is hij vaak in mist gehuld. Maar niet vandaag (of tijdens de rest van onze vakantie, zoals zal blijken), want we zien hem al vanaf de Turnagain Arm onder Anchorage. En dat schijnt vrij uniek te zijn. Vooral dit jaar, want dit was een belabberde zomer in Alaska. En in de rest van de wereld trouwens, want die van ons was nou ook niet bepaald om over naar huis te schrijven.
De Turnagain Arm. Dat is een zijtak van de baai Cook Inlet. De Cook Inlet is een zijtak van de Gulf of Alaska. En dat is weer een zijtak van de Pacific Ocean, also known as Stille Oceaan. De Turnagain Arm is doodlopend. Daar kwam Captain Cook tenminste achter in 1778, toen hij dacht dat dit een doorgang naar het noordwesten zou zijn. Niet dus; hij moest omdraaien. Turn again. Vandaar Turnagain Arm. De omgeving van Turnagain Arm is prachtig. De bergen zijn fenomenaal, de bomen zijn al prachtig aan het verkleuren, het is heerlijk weer, wat wil je nog meer? Okay, het is wel fris, maar we komen toch niet om te zonnebaden.
Grappig, een collega van mij snapt onze vakanties niet zo goed. Die vroeg dan ook waarom we naar zo’n koud land op vakantie gaan. Tja, wij zijn al blij als het droog is. Op de temperatuur kunnen we ons kleden.
Bij mijlpaal 90 slaan we af voor een side tripje naar de Alyeska Highway. Daar is een oude mijn, de Crow Creek Mine, te bezichtigen. Het ligt aan een watertje en als we uit de auto stappen, worden we meteen al omringd door muggen en andere vliegende etterbakken. Hmm.
Om het mijntje te kunnen bekijken moeten we entree betalen. Hebben we geen zin in, dus rijden we weer vrolijk verder. Terug naar de Seward Highway en dan verder naar het zuiden. De A1 buigt af naar het westen en gaat daar verder als de Sterling Highway. Het eerste deel van deze route is schitterend. Veel water en veel vissers op en in het water. Alaska is het Walhalla voor vissers en jagers. En omdat het zondag is, zien we genoeg mensen zich vermaken.
Het laatste deel van de Sterling Highway leidt helemaal naar Homer, het zuidelijkste puntje van Alaska op de Kenai Peninsula. Wij volgen de route tot Kenai. Dat zou een charmant plaatsje moeten zijn, maar wij zien dat niet zo. We hebben wel zin in koffie of zo en bij gebrek aan beter (nou ja, we hebben ook niet al teveel moeite gedaan, eerlijk gezegd) strijken we bij McDonalds neer.
Aangezien dit een D-tour was en onze eindbestemming Seward is, zullen we dezelfde weg weer terug moeten. Tenzij er een D-tour mogelijk is natuurlijk. We kunnen namelijk een stukje parallel rijden over de Skilak Lake Road. Dat is een route van 20 mijl, waarbij we langs wat meertjes komen. Er ligt alleen geen fatsoenlijk asfalt op. Maar het is er wel erg mooi. Terug naar de Sterling Highway, tot we weer bij de kruising met de Seward Highway komen. We slaan rechtsaf en komen zo rond half 8 in Seward aan.
Hier heb ik een cabin geboekt bij Serenity by the Sea. Om daar te komen moeten we een stukje over een gravelweg naar het einde van Lowell Point Road. Daar zien we wat houten blokhutjes staan tussen de bomen. Hmm, ziet er niet erg groot of uitnodigend uit… Ene Bob verwelkomt ons. We hebben al betaald, de sleutel ligt binnen, dus alles is geregeld. We gaan de cabin in en zijn erg verrast: wat leuk! Het heeft een 2-persoons bed, keukentje, badkamer, eethoek en… een vide! Met nog een 2-persoons bed! Wij houden van vides, die hebben we zelf ook in onze woonkamer.

Downtown Seward
Nu het nog licht is, lopen we eerst even naar het water. Want we zitten tenslotte op een schiereiland, de Kenai Peninsula. Man, wat waait het hier hard! Het is er wel erg mooi, met de bergen en het water. Daarna rijden we terug naar het dorp, want er moet nog gegeten worden. Onderweg pikken we een liftster op. Een Turks meisje, dat hier blijkbaar na haar studie kon blijven via een speciaal programma. Yeah, right… Maar goed, ze woont & werkt hier al een jaar of 4 in restaurants en zo, tot die sluiten voor het seizoen. We zetten haar af in het oude dorp Seward.
Omdat we hier niets zien waar we willen eten, rijden we naar het havendeel van Seward. Daar zitten genoeg restaurants. We kiezen voor Ray’s Waterfront. Dat heeft een mooi uitzicht op de haven met alle boten. En op de Zaandam, een cruiseboot van de Holland America Line. Seward is namelijk 1 van de 2 cruiseschiphavens in Alaska. Dit restaurant serveert King crab… We zijn in Alaska, we kennen de reality shows over het vangen van King crab, we zitten vlakbij zee, dus moet het wel vers zijn… We nemen de hoge prijs van $ 42,- pp voor lief en bestellen elk een pound. We hebben wel eerst gevraagd of het met instructies komt, maar gelukkig is het zo klaargemaakt dat je kunt aanvallen zonder eerst zo’n krab te moeten opereren. We vallen aan en genieten!
Na het eten maken we een ommetje door het durp. Niet te lang want het is errug koud. Gelukkig hebben we elk 2 fleece jassen, een sjaal en oorwarmers meegenomen. Terug in de cabin kruipen we in bed en vallen meteen in slaap, na zo’n lange dag vol met nieuwe indrukken.
Weer: | Heerlijk, 15 graden |
Doel: | Glaciers, iglo’s & de Denali |
Gereisd: | Seward naar Cantwell, 571 km |
Hotel: | McKinley Creekside Cabins, €94,18 |
We zijn al vroeg op en ook vroeg op pad. Da’s mooi, want we moeten een aardig eindje vandaag. Maar eerst: ontbijt. In de haven kiezen we voor Marina Restaurant en bestellen iets dat achteraf een complete scrambled maaltijd blijkt te zijn: hash browns, sausages, eggs, groentes; alles is gehusseld & gebakken. Ach, met toast & ketchup smaakt het best goed.
Goed, terug naar Anchorage dan maar. Huh? Ja, Seward ligt op een schiereiland, we kunnen niet zoveel verder meer over land. Gisteren moesten we immers het laatste stukje al over gravel, om hier te komen. Dus wil je door, moet je vliegen of varen. Of zwemmen, dat kan vast ook wel. Of terug. Wij hebben voor terug gekozen, zodat we het noordelijk deel van Alaska kunnen gaan verkennen. We zijn hier nou immers toch.
Terug over de Seward Highway dus. Maar eerst rijden we naar de Exit Glacier, die zich net buiten het dorp bevindt. Deze gletsjer is aardig toegankelijk en je kunt hem zelfs beklimmen. We voelen niet de behoefte om de gletsjer van heel dichtbij te gaan bekijken. Hij ziet er ook maar een beetje smoezelig uit. Dus gaan we verder.
We tuffen even lekker door tot in Anchorage en genieten nu vanaf de andere kant van de mooie weg ernaartoe. Bij de kruising naar Girdwood stoppen we voor een lekker ijsje. Ja, een ijsje. Nee, het is hier nog niet koud genoeg. Oh, en voor een Chai thee. Ja, Andy mag dan voor ijs gaan, geef mij maar liever iets warms!
Omdat we nog een eindje te gaan hebben en we wel lekker rijden zo, stoppen we pas weer voor een bezienswaardigheid bij mijlpaal 147.1, voor de Medal of Honor Loop. Die we niet kunnen vinden. Ja, wel de loop, maar niet het monument dat hier zou moeten zijn. Het monument is om veteranen uit Alaska te eren. Veteranen die in allerlei militaire disciplines een stuk eremetaal hebben verdiend. Wij kunnen het monument niet vinden. Niet dat we nu heel erg veel moeite hebben gedaan, maar toch.
Wat we wel te zien krijgen onderweg is de Denali, steeds dichterbij. En dat is een prachtig gezicht. Dus stoppen we af en toe om eens beter te kijken. Verder zien we regelmatig meertjes en watervliegtuigen. We hopen er 1 te zien landen, maar dat lukt nog niet. Oh, en wat we ook zien: waarschuwingsbordjes voor moose. Yeah right, die bestaan dus niet. Dat is een toeristenval en een trucje om weggebruikers niet te hard te laten rijden. Net zoiets als verkeersdrempels. Geloof ons: we zijn zelfs op Newfoundland geweest, waar de hoogste concentratie elanden zou zijn: niet één tegengekomen. Nada, nothing, zero, zip. Alleen die waarschuwingsbordjes. Die bestaan wél. Okay, we geven het toe, we hebben er ooit 1 gezien in New Hampshire. Midden op een parkeerplaats. Eerst dachten we dat die van plastic was, maar toen liep hij weg. Moeten dus batterijen in gezeten hebben.

Mount Denali
Maar goed, we toeren dus nog steeds over de Parks Highway richting Denali National Park. Oh ja, want vanaf Anchorage reden we door tot de kruising bij Palmer en zijn toen linksaf geslagen naar de Parks Highway. Onze bestemming van vandaag is een cabin in Cantwell. Maar voordat we daar zijn, komen we bij mijl 188.7. En wat is er bij mijlpaal 188.7? Een gigantische iglo! Ja, echt waar. Dit had ooit een hotel moeten worden, maar is nooit open gegaan. Nu is het verlaten en beschadigd. En grappig voor een foto.
Bij mijlpaal 224 zien we onze eindbestemming: McKinley Creekside Cabins. Hier heb ik voor €94,18 een cabin geboekt & betaald. Het is een keurige cabin, lekker ruim, maar toch niet zo leuk als die van afgelopen nacht.
Als we hebben ingecheckt rijden we nog 10 mijl door naar Denali National Park. Want we willen weten hoe ver dat nog is en hoe lang we erover doen. En we moeten onze e-tickets omwisselen voor echte kaartjes. Dat doen we liever nu dan morgenvroeg als het druk is. Bij het Wilderness Access Center kunnen we onze geboekte & betaalde tickets afhalen en zijn we zeker dat onze tour morgen om 9.45 uur zal vertrekken.
Zo, nu een hapje eten, want het loopt alweer richting achten. Dat doen we lekker makkelijk in het restaurantje dat bij ons hotel zit. We bestellen allebei homemade meatloaf en dat smaakt heerlijk. Niet zo luxe als de krab van gisteren, maar minstens zo lekker.
We bestellen meteen voor morgen een lunchpakket. Je kunt namelijk in het park niets te eten of te drinken kopen, dus zul je zelf iets mee moeten nemen. Je kunt er wel je fles bijvullen met water, maar daar houdt het dan mee op. Een lunchpakket kost $12,- per persoon en daar zit een ciabatta sandwich in met beleg naar keuze (wij kiezen kalkoen & provolone kaas), een snack, chipjes, stuk fruit, flesje water en een chocolate chip koek. Genoeg etenswaar, blijkt achteraf.
We gaan op tijd slapen, want morgen moeten we uiterlijk om half 10 aanwezig zijn.
Weer: | Prachtig, zonnig en 14 graden |
Doel: | Denali National Park |
Gereisd: | Cantwell naar Healy, 30 km |
Hotel: | Denali Park Hotel, €83,69 |
Vannacht heeft het gevroren. Dat is niet zo erg, ware het niet dat daardoor de waterleiding is bevroren. Oftewel: we hebben geen water. Erg vervelend. Dus ga ik naar de receptie, kijken of er een oplossing is. De receptie van het motel-deel is gesloten, dus ik moet het met de serveerster van het restaurantje doen. Tja, die kan niet zoveel doen. Ze gaat eens “achter” (geen idee waar en aan wie) vragen wat te doen. Tja, het komt erop neer dat het is zoals het is. Het spijt haar enorm. Okay… Toch zie ik allemaal fris gewassen mensen in het restaurant, dus er moet ergens water zijn. Geef maar een cabin waar wel water is, dan redden we ons wel. Ja. Nee. Ja, sorry. Het is zoals het is. We kunnen wel een refund krijgen! Da’s mooi, maar dat lost het probleem niet op en helaas pik ik dat niet.
Na een half uur van rood aanlopen wordt de eigenaresse erbij gehaald. Die weet ook te vertellen dat de leidingen bevroren zijn. Dat idee hadden we al. En nu? Ze checkt nog een keer of er een cabin vrij is. Er is er eentje gesloten voor onderhoud, misschien dat daar water is. Ik krijg de sleutel mee. Helaas, geen water. Dus weer terug. De serveerster heeft het erg druk, want er willen ook nog steeds mensen eten en zo. Als ik weer bijna een half uur heb gewacht (want ze zou weer de eigenaresse halen), ben ik het beu. Ik vertel haar wat we gaan doen: wij gaan aankleden (want ik sta hier nog steeds in mijn pyjama). Dan ontbijten. Dan kijken we of iemand mét water inmiddels heeft uitgecheckt. Kunnen we die cabin gebruiken. En anders geven ze ons maar een kan warm water mee en een emmer om de wc mee door te spoelen. En ik wil 2 koffie, want ik kan dus ook geen koffie zetten in onze cabin. Waarom kunnen ze zelf niet met zo’n oplossing komen? Yeezz!
Dus, aankleden maar. Andy bedenkt opeens dat we nog een fles water in de auto hebben. Die zetten we op de kachel. Met het spaarzame water kunnen we ons in elk geval wassen en tanden poetsen. Gelukkig hadden we gisteravond al gedoucht. Dan gaan we naar het restaurant terug. Omdat we met dit geëmmer bijna een uur opgehouden zijn, hebben we geen tijd meer om rustig te ontbijten. We bestellen 2 kaneelbroodjes. Die krijgen we gratis, wat dan weer schappelijk is. Ook krijgen we onze lunchpakketten mee, die we gisteren besteld & betaald hadden. Dan wordt nog een keer de eigenaresse geroepen, zodat we de al toegezegde refund kunnen regelen. Het lijkt erop dat ze het gehele bedrag crediteert. Dat had nou ook weer niet gehoeven, want we hebben er natuurlijk wel gewoon geslapen en gisteravond was er niets aan de hand. Maar toch bedankt! (Thuis blijkt dat inderdaad het gehele bedrag is gecrediteerd.)
Goed, gauw op pad, het is nu half 9. Oh, eigenlijk hoeven we helemaal niet te haasten, want het is maar 20 minuutjes rijden & parkeren en onze tour gaat pas om 9.45 uur. Die tour gaat door het Denali NP. Daar mag je niet zelf met de auto de boel verkennen. Tenminste, de eerste 12 mijl mag je wel zelf rijden, maar daarna niet meer. En er is nog voor ca. 75 mijl aan park te bewonderen. Om de rest te zien moet je een tour boeken. Of wandelen… Tour boeken it is. Dat heb ik thuis al gedaan. Ik heb de Wonder Lake tour gekozen, om een aantal redenen:
1. Die vertrekt niet zo achterlijk vroeg
2. Die duurt toch 11 uur
3. Op deze tour zie je naar mijn idee het beste van wat het park te beiden heeft.
Er is nog één tour die verder gaat, maar da’s slechts 3 mijl verder. Voor zover ik heb kunnen ontdekken heeft die extra 3 mijl weinig toegevoegde waarde. Bovendien zou je dan 13 uur onderweg zijn en had je heel vroeg moeten vertrekken. Wij vinden dit een mooie tijd en mooie duur om op pad te zijn.
Dus rijden we naar het Wilderness Access Center. Daar waren we gisteren om onze e-kaarten om te wisselen voor gewone kaarten. We melden ons en wachten dan in de lobby tot we kunnen vertrekken.Om half 10 kunnen we aan boord van onze bus en we kiezen een plekje helemaal achteraan. Voor ons zit een clubje van 4 heren, die erg gezellig zijn. We hebben meteen al de grootste lol met ze.
Onze chauffeur Frank Sutton komt erbij. Hij houdt een introductiepraatje waarbij we regelmatig erg moeten lachen. Dat belooft veel goeds. Helaas blijkt dat een valse verwachting. Frank ontpopt zich al snel als een chagrijnige eikel, die elk klantcontact vermijdt. Hij waarschuwt ook niet even als hij verder rijdt na een stop onderweg. Maar hij kijkt wel boos als je per ongeluk niet op je krent zit als hij onverwachts optrekt. Cranky Franky is het.
Wij hebben ondertussen een geweldige tijd. Het is hier zó mooi dat ik er geen woorden voor heb. En we hebben ons eigen entertainment team in de vorm van Tom, Woody, Paul en Dennis.
Natuurlijk komt het gesprek ook op Moose. We vertellen dat wij denken dat die niet bestaan, dat het een toeristenval is. Tom zegt dat hij wel eens een moose geschoten & gegeten heeft. Nou, dat was dan de laatste en dat verklaart waarom ze er niet zijn: Tom ate the last one. Tom garandeert ons dat we elanden zullen zien. Als het niet vandaag is, dan later in Alaska. Maar zien zullen we ze. Huh-huh. Hij noemt mij “Oh ye of little faith”… We spreken af dat áls ik er 1 zie, ik hem dat e-mail; hij geeft me zijn business card. Deal!
Dennis uit het groepje heeft een missie: hij wil mensen blij maken met candy. Dus laat hij een zak snoep rondgaan door de bus. En geeft hij snoep aan de park ranger die ons later verwelkomt in de bus. Die is ronduit verrast. Volgens eigen zeggen is dat de eerste keer dat haar zoiets overkomt. Dennis vertelt dat ze laatst ook aan wegwerkers snoep hebben gegeven en hoe blij verrast die waren. Ik vind het een steengoede actie.
Goed, we zitten dus in een bus en rijden door Denali National Park. We kijken uit naar wildlife en genieten van het fenomenale uitzicht. We komen steeds dichter bij de indrukwekkende Mount Denali. Er zijn ook een aantal stops op deze route. Daar krijgen we de tijd om rond te kijken, even te plassen, foto’s te maken, etc. En onderweg kijken we nog steeds uit naar wildlife. We zien dall sheep, die witte schapen met prachtig ronde hoorns op de kop. En… beren! Supergaaf! We zien er in totaal 3. Eentje in een dal. Eentje die lekker aan het cliff hangen is op de rotswand. En eentje die aardig dicht bij de weg lekker bessen aan het eten is. Oh, en we zien moose…. Eerst een vrouwtje, volgens Tom. Volgens mij is het gewoon een hert die naar Disney land is geweest en een paar Mickey Mouse-oren heeft gekocht. Later zegt Tom dat hij er nog eentje ziet – en laat daar de bus voor stoppen – maar hij is de enige die het zag. Dus geeft hij zelf maar toe dat die waarschijnlijk van cardboard was en is omgevallen…
Verderop zien we er wel degelijk een paar, waaronder een mannetje dat achter een vrouwtje aanjaagt. Helaas is het zicht hier geblokkeerd. Er staan een andere bus en een wegwerkauto in de weg En Frank heeft geen geduld om ons goed te laten kijken. Eikel.
Aan het einde van de route ligt Wonder Lake. Ik had gehoopt dat je daar een mooie weerspiegeling van Mount McKinley zou hebben, maar helaas. Het valt niet mee om aan de andere kant van het meer te komen. Ik doe nog wel een poging, dwars door de bush bush heen, maar dat gaat hem niet worden. En we hebben niet genoeg tijd hier om via de gewone weg om het meer heen te lopen. Bovendien is het meer niet kalm, dus zou het toch geen perfecte weerspiegeling zijn geweest. Nou, dan kuieren we maar terug naar de busstop, waar we zullen worden opgepikt.
Ondertussen slaan we de muggen om ons heen weg. Want water + Alaska betekent helaas muggen. Rotbeesten. En dan begint de terugtocht. Terug stoppen we weer op dezelfde 3 plekken. En genieten we weer van dezelfde mooie uitzichten.
Om half 9 zijn we terug bij het Wilderness Access Center. We nemen afscheid van onze nieuwe vrienden, zoeken snel de auto op en rijden het park uit naar Healy. Ons motel voor vanavond ligt net 10 mijl buiten Denali NP, dus we zijn er zo. Voor €83,69 hebben we een grote kamer in het Denali Park Hotel.
We vragen tips voor het eten en volgens de aardige jongen die ons incheckt, hebben ze bij 49th State Brewery de beste steaks. Dus gaan we daar naartoe. Het is een typisch, rumoerig steakhouse. Andy kiest voor karbonaadjes, ik voor een giga hamburger en beide zijn heerlijk, voor slechts $45,- (incl. tip). Voor de deur van deze tent staat de bus uit de film “Into the Wild“. Tenminste, dat beweren ze. Het zal best. Als we uitgegeten zijn, gaan we snel terug. Lekker douchen & slapen, want het was een lange, maar supermooie en geslaagde dag!
Weer: | Alweer zon en 13 graden |
Doel: | Pipeline en noorderlicht zoeken |
Gereisd: | Healy naar Fairbanks, 179 km |
Hotel: | Regency Fairbanks Hotel, €62,86 |
Vandaag hebben we alle tijd, dus doen we ook lekker rustig aan. Om 10 uur willen we vertrekken en ik wil nog even foto’s maken van onze accommodatie. Hé, er staat niets op het display van mijn camera… Hij gaat ook niet meer aan…. De angst slaat me op mijn hart (en volgens Andy had ik een enorm geschrokken gezicht). Laten we hopen dat alleen de accu’s leeg zijn. Snel de acculader pakken en nog even aan het stroom hangen. Na een paar minuten proberen: pfoe, gelukkig, de accu’s zijn gewoon helemaal leeg. Stom, want ik heb gisterochtend gecontroleerd en toen waren beide accu’s voor 2/3e vol. Maar gisteravond vergeten te controleren en nu zijn ze allebei hartstikke leeg. Plan: we hangen de acculader bij de receptie aan stroom, gaan zelf ergens ontbijten en komen over ongeveer een uurtje terug. De receptioniste vindt ons plan prima.
Als we naar buiten lopen, parkeert Walter net voor de deur. Walter zat gisteren ook in onze bus. Hij reist alleen en werd door de andere 4 mannen uit de bus geadopteerd als tijdelijke 5e vriend. We maken een praatje met Walter, wisselen wat ervaringen uit en nemen dan afscheid. Aardige man!
Pal achter ons motel zit een golfbaan met restaurant genaamd Black Diamond Golf. Daar we kunnen ontbijten. Ol’ Rita Mae bedient ons, Nou ja, gewoon een grappige oude dame die een beetje chaotisch overkomt. Met het eten komt het gelukkig goed, smaakt prima.
Dan gaan we terug naar het motel om de lader op te halen. Mooi, 70% vol, dus daar kom ik de dag wel mee door.
We hoeven vandaag niet ver en staan er geen heel spannende dingen op het programma. We gaan verder over de Parks Highway naar het noorden, tot Fairbanks. Dat is slechts iets van 110 mijl, dus komen we rond half 2 aan. Onderweg stoppen we een keer voor het uitzicht en een keer om een foto te maken van een motel dat Skinny Dick’s heet. Dus.
Vandaag zien we weinig spectaculaire bergen. Wel prachtig begroeide bergen, met schitterend verkleurende bomen en daartussen hele groene dennenbomen. Dat geeft dan weer een mooi contrast. Ik hou van deze herfstkleuren.
Zoals gezegd komen we rond half 2 in Fairbanks aan. We gaan op zoek naar ons hotel: Regency Fairbanks Hotel aan 10th Avenue. Daar krijgen we voor €62,86 een grote kamer waar zelfs een complete keuken in zit. Omdat we van plan zijn om vanavond de aurora borealis te zoeken, doen we lekker kalm aan en rusten wat. Mooi moment ook om dit reisverslag bij te werken.
Rond half 5 gaan we weer eens op pad. We rijden eerst naar het noorden richting Fox. Want daar zie je de Alyeska Pipeline boven de grond en kun je hem aanraken. De Alyeska Pipeline is een enorm lange pijplijn. Hij is maar liefst 1287 kilometer lang en gaat dwars door Alaska. Hij begint in Prudhoe Bay helemaal in het noorden en eindigt in Valdez in het zuiden. Het wordt sinds 1977 gebruikt voor het transport van ruwe olie. Die wordt in Prudhoe Bay gewonnen. In Valdez komt het uit de pijpleiding zetten.
Daar wordt het direct in olietankers gepompt, zodat het verder over zee vervoerd kan worden. Als er eventjes geen olietankers voor handen zijn, dan wordt het in Valdez opgeslagen in opslagtanks. De pijpleiding gaat bovengronds, omdat ondergronds niet mogelijk is door de permafrost. Soms zie je vreemde constructies om de pijpleiding verder te laten gaan, bijvoorbeeld over een rivier heen. Meestal kun je niet bij de pijpleiding komen. Maar bij Fox kan dat dus wel. Daar is een informatief parkje gemaakt met informatieborden en voorbeelden van onderdelen van de leiding. En je kunt de pijpleiding aanraken. Whoohoo.
Als we klaar zijn met aanraken rijden we een stukje terug om de afslag naar Chena Hot Springs Road te kunnen nemen. Dat blijkt een schitterende route over de bergen te zijn. Aan het einde van deze doodlopende route zit een groot recreatiecomplex. Inderdaad, dat heet Chena Hot Springs. Want ze hebben hier een hot spring. En een binnenzwembad, ijsmuseum, hotel & restaurant. En Japanners. Veel Japanners. Wij zijn geen fan van Japanners. Vooral niet na onze vorige vakantie op Hawaii. Die mensen kunnen niets zelfstandig. Ze bewegen hoofdzakelijk in kuddes, met een blatende geit gids voorop. Ik bedoel, hoe moeilijk kan het zijn om een zwembad binnen te gaan en te gaan zwemmen? Zelfs daar hebben ze naar blijkt een gids voor nodig.
We werpen een blik op het zwemgedeelte en besluiten dat we geen zin hebben. Het ijsmuseum kun je alleen binnen met een gids. En verder is hier voor ons niet veel te beleven, dus rijden we de prachtige route weer terug. Want het was doodlopend, weet u nog? Halverwege moeten we bovenop de rem voor overstekend wild. Wat is het, wat is het??? Oh My God, is dat een, een, een? Ja, inderdaad, het is een paard! Dus…
Het is inmiddels een uur of 7 dus wordt het tijd om te gaan eten. Paard. Nee. Eerder hadden we een Denny’s gezien aan de Airport Way en dat lijkt ons wel wat. Een ontzettend chagrijnig wicht brengt ons naar onze plek, waar we verder wel vlot en aardig worden geholpen. Het eten is… Tja. We besluiten naar aanleiding van deze maaltijd dat we nooit meer bij Denny’s gaan avondeten, want eigenlijk is het ons al vaker tegen gevallen. Nou, weten we dat ook weer!
Het is een uur of 9 en het wordt langzaamaan donker. Daarom gaan we een plekje zoeken, om hopelijk de aurora borealis te kunnen zien. Want die zou met wat mazzel over Fairbanks moeten trekken. We installeren ons aan de Chena Hot Springs Road bij de benzinepomp, op een stukje braakliggend terrein, en wachten af. En wachten af. En wachten af. En vallen een keer in slaap. En wachten af. En halen koffie bij de benzinepomp. En wachten af. Dat houden we tot half 12 vol, dan geven we het op. Geen noorderlicht. We rijden terug naar ons hotel en vragen of ze ons waarschuwen als het toch nog komt opdagen. Andy ziet via internet dat het deze keer net ten noorden van Fairbanks trekt, te noordelijk voor ons helaas. Dan zullen we later deze week, als we in Canada zijn, een nieuwe poging doen. Nu moeten we nodig gaan slapen, want het is al 12 uur geweest.
Weer: | Same same, 13 graden |
Doel: | Santa, Knotty’s & airforce |
Gereisd: | Fairbanks naar Beaver Creek, CA, 500 km |
Hotel: | Buckshot Betty’s, €79,74 |
Bij het inchecken gisteren kregen we vouchers voor een continental breakfast. Aangezien we vandaag een aardige rit voor de boeg hebben en dus niet per se uitgebreid hoeven te ontbijten, gaan we dat eens bekijken. Prima ontbijt, veel keus, waaronder fruit, gekookt eitje en zelfmaakwafels. Daar kunnen we prima op leven. Dan op pad.
Ons eerste doel is slechts 14 mijl buiten Fairbanks: North Pole, waar Santa een winkel heeft. Altijd grappig. In het plaatsje zijn de lantaarnpalen gemaakt van zuurstokken. En bij Santa verkopen ze van alles voor in en om de kerstboom. Voor de deur liggen natuurlijk elanden. Binnen hangen verder nog alle brieven die santa krijgt.
Als we verder rijden, komen we langs Eielson Air Force Base. En daar zijn ze aan het oefenen met F16’s. Erg spectaculair! Je mag er absoluut niet stoppen, parkeren, fotograferen. Dus rijden we langzaam langs en filmen het geweld van die machines. Gaaf!!! We draaien om, om er nog een keer langs te rijden. En we draaien om, want anders staan we straks weer bij Santa op de stoep.
Een eindje voorbij de air base zit een souvenirwinkel genaamd The Knotty Shop. In en om het pand zie je dingen die gemaakt zijn met burls. Dat zijn soort van bulten of knopen in hout. Nee, geen knoest; veel groter. Je kunt er leuke dingen van maken, wat ze hier hebben gedaan. En daar leent het bedrijf haar naam dus aan. Binnen in het gebouw treffen we een grote souvenirwinkel aan. Of: toeristenval. We kopen er bear poop & moose droppings. Dus. U weet niet wat dat is? Nou, berenpoep en eland keutels. Oftewel: pinda’s in chocola…
We gaan weer verder en komen door Delta Junction. Hier begint de Alaska Highway. Deze snelweg is 2.238 kilometer lang en eindigt in Dawson Creek in Canada. De weg werd in 1942 aangelegd om Alaska vanuit de “lower 48” (de 48 lager liggende staten van Amerika) over de weg te kunnen bereiken. Was er toen geen oorlog aan de gang? Klopt. De aanleg van deze snelweg werd urgent nadat de Japanners Pearl Harbor hadden gebombardeerd en er niet veel boten over waren. Ik snap alleen niet zo goed wat nou precies het nut was, Google is daar niet heel erg duidelijk over… Maar wel fijn dat de weg er is, want dat biedt toeristen perspectieven!
Het is dus één rechte weg, die eerst over bergen en door bossen gaat. Dat is een schitterend gezicht, met die herfstkleuren. Hoe dichter we bij de Canadese grens komen, hoe indrukwekkender de bergen worden. Blijkbaar zitten we steeds hoger, want de bergen beginnen eruit te zien zoals bij Denali: prachtige witte uitsteeksels in het landschap.
In het plaatsje Northway zit een benzinepomp. Zonder benzine. Want die is op. Morgen komt er nieuwe…. Gelukkig kunnen we nog even vooruit. Ze hebben er wel koffie. Gewone koffie, want de espressomachine is stuk. En ze hebben er snacks, dus nemen we een bakje mozzarella sticks, altijd lekker.
Dan weer verder, tot de Amerikaanse grens. Daar moeten we eerst door, voor we Canada in kunnen. Bij deze grenspost controleren ze op wildlife. Hebben we niet, niets geschoten, niets gevangen, niets gekocht. Dus mogen we verder. Een klein stukje verder, want daar is de fysieke grens tussen Amerika en Canada. En zo komen we in Yukon. Dat is 1 van de 3 territoria van Canada. Aangezien we daar nog niet eerder waren, kunnen we die aan onze lijst van “been there” toevoegen.
We hebben ongeveer 18 mijl aan niemandsland voor de boeg, over een vrij slechte weg. Maar wat is het hier prachtig! Adembenemend mooi. Dan komen we bij de Canadese grenspost. Een ongelofelijk stuk chagrijn controleert onze paspoorten, stelt een paar vragen waarop we het antwoord weten, plaatst stempels in onze paspoorten en laat ons doorgaan. Thank you very much, have a good one!
Slechts 20 mijl over de grens ligt onze eindbestemming van vandaag: Beaver Creek. Hier heb ik voor €79,74 een cabin geboekt bij Buckshot Betty’s. De cabin van vandaag is maar krapjes. Komt doordat er 2 2-persoons bedden in gepropt zijn. Ach, alles zit erin en het is alleen maar om te slapen & douchen, toch?! Hoewel we bij Buckshot Betty’s ook kunnen eten, besluiten we om eerst te kijken wat er nog meer aan keuze is in deze plaats. Dus kleden we ons goed aan, camera’s paraat en gaan op pad. Voor maar liefst 200 meter of zo, want meer dorp is er niet. In elk geval niets meer dat open is. Er zit nog een hotel met restaurant aan het andere eind van de weg, maar dat is blijkbaar al gesloten voor het seizoen. Dus draaien we om en gaan bij Betty’s eten. Waar niks bijzonders over te vertellen valt.
Nou, en aangezien er verder niets te beleven valt, kijken we maar een film op de laptop. We zijn trouwens in Pacific Time Zone belandt, waar het een uur later is dan in Alaska. Dus mogen we een uur eerder naar bed!
Weer: | Nachtvorst, dagzon, 13c |
Doel: | Toeren door Canada |
Gereisd: | Beaver Creek naar Whitehorse, 446 km |
Hotel: | Historical Guest House, €83,94 |
Het heeft vannacht weer licht gevroren, wat goed is tegen de vliegen. Toch is het helemaal niet koud in het heerlijke zonnetje. Ontbijten doen we vandaag bij Betty’s. Moet wel, verder is er niks. Er is één dame die alles moet doen: bestelling opnemen, bestelling maken, bestelling uitserveren, restanten bestelling afruimen en afrekenen. Best druk, in je eentje. Maar het lukt haar allemaal en wij kunnen rond een uur of 10 op pad.
Vandaag gaat ons pad verder over de Alaska Highway naar het zuiden, tot aan Whitehorse. Dat is de hoofdstad van Yukon Territory. Er gebeurt niet zo heel veel spannends vandaag. De natuur varieert van prachtig tot schitterend. De eerste 150 kilometer komen we nauwelijks medemensen tegen. De weg varieert tussen goed en minder goed.
Ergens in de middle of nowhere zit een benzinepomp. Aangezien de volgende pomp 100 kilometer verderop zit, lijkt het ons wel een goed plan om te tanken. Een stokoud mannetje komt naar buiten om ons te helpen. Er staat wijselijk niet wat het kost en wij vragen er wijselijk niet naar. We kunnen niet met credit card betalen, gelukkig wel met Amerikaanse dollars. Want we hebben geen Canadese dollars gehaald. Want we zitten in Canada, weet u nog? Dus tellen we eerst hoeveel we nog hebben. Doet u maar voor 60 piek. Het is een alleraardigst mannetje, dat gezellig een praatje met ons maakt.
Zo, vooruit maar weer. We tuffen weer rustig verder. Hee, staat daar iets op de weg? Ja, een moose! Die blijft natuurlijk niet staan tot wij in de buurt zijn en alle camera’s paraat hebben, maar is wel zo vriendelijk om niet meteen te ver weg te gaan. Dus heb ik een foto van een moose. En zal ik Tom dus een e-mail moeten sturen.
In de omgeving van Haines Junction is het wat drukker en dat blijft zo tot we op de eindbestemming aankomen. Met wat drukker bedoel ik dat we in plaats van 3 auto’s per uur er nu misschien wel 6 tegenkomen. Spitsuur! We rijden langs Kluane Lake. Dat is een gigantisch meer, naar het schijnt het grootste in Yukon Territory. Hierin worden de besneeuwde bergen prachtig weerspiegelt. Man, wat is het hier toch mooi!
Wat ook mooi is, is de zwarte beer die we een stukje verderop langs de kant van de weg spotten. Die is daar rustig bessen of zo aan het smikkelen en geeft ons de gelegenheid hem uitgebreid te filmen en te fotograferen. Totdat een tegenligger erbij komt staan. Die heeft een hond in de auto en dat stomme beest begint te blaffen. De beer gaat er vandoor. En bedankt, hè.
Nou, dan gaan wij ook maar weer verder. We komen aan in Whitehorse. Dit is de hoofdstad van Yukon en heeft ca. 25.000 inwoners. Van de 36.000 die in totaal in Yukon wonen… Ik had blijkbaar een B&B geboekt, het Historical Guest House. We krijgen 1 van de 2 kamers op de bovenverdieping. De andere kamer boven + de suite beneden zijn vannacht ook bezet. Door een band, die vanavond ergens moet spelen… Er zijn 2 badkamers, die we met zijn allen moeten delen. Toe maar dan. De kamer kost €83,94 en dat is inclusief ontbijt.
Omdat we nog steeds de aurora borealis hopen te zien, gaan we vast kijken naar een goede plek hiervoor in de bergen. Want Whitehorse ligt tegen een berg aan. Die plek vinden we, dus kunnen we weer terug naar het dorp. Stad. Whitehorse is eigenlijk een alleraardigst stadje. Het ligt aan de Yukon River en het heeft een leuke Mainstreet, met allerlei winkeltjes en restaurantjes. En… Tim Hortons! Yes, wij zijn dol op deze Canadese koffieketen. Want daar is de koffie errug goed. Ook hebben ze allerlei lekkere broodjes, donuts, bagels, muffins, etc. We nemen een lekkere koffie en een klein broodje met kip. Heerlijk!
De mensen zijn hier overigens heel aardig. We lopen met een toeristengidsje van de stad rond en 2 mensen vragen ons of ze kunnen helpen, of we het kunnen vinden. Dat kunnen we, dus dat komt goed.
We brengen de auto terug naar onze B&B, die eigenlijk vlakbij Mainstreet zit, en lopen daarna terug voor het avondeten. We kiezen voor Antoinette’s, die aan “Niceness met een vleugje Caribbean” doet. En het eten smaakt er heerlijk, vooral het lekkere toetje: Aruba pie met ijs. Yum!
Na het eten kuieren we weer terug. In onze B&B doen we elk ons ding (Andy: Facebook, Janneke: reisverslag) en wachten tot het donker wordt. Dan gaan we op avontuur, de Grote Berg beklimmen. Dat gaat een heel eind prima en we stijgen steeds een beetje verder boven de stad uit. Maar dan is de weg geen weg meer. Het verandert in een geitenpad of zo. Andy vindt dat we daar best overheen kunnen. Nou, dit is met recht de ergste weg die we ooit hebben gereden! Zoveel gaten, butsen, keien en hobbels ben je waarschijnlijk nog nooit in één weg tegengekomen. Wacht, ik zeg “weg”, maar dat is het toch echt niet. Zelfs een Janneke-weggetje is beter dan dit!
Wat het een beetje eng maakt, is dat het stikdonker is. En wat ik ook eng vind zijn die grote regenplassen. Je weet immers niet wat voor gat daar onder zit…. Met veel gehuts & gebutst komen we bovenaan, waar een lichtmast staat. Waarschuwing voor vliegtuigen of zoiets. Op het allerhoogste puntje waar we kunnen komen is een helikopterplatform. Vanaf hier hebben we een geweldig uitzicht op de stad beneden ons en de ruimte om ons heen!
Het is helaas niet helemaal onbewolkt en een heldere lucht is wel een voorwaarde voor het noorderlicht. En het is hier rotkoud. Dus hebben we 2 jassen aan, sjaal om en oorwarmers op. Maar zien we geen spannend licht, anders dan van de stad onder ons. Nee, dit gaat hem ook niet worden. Uiteindelijk gaan we maar weer omlaag. Dat klinkt heel makkelijk, maar is natuurlijk over hetzelfde geitenpad terug. We gaan gauw terug naar onze B&B, want het is al middernacht, hoogste tijd om te gaan slapen.
Weer: | Zonnig en 15 graden |
Doel: | Door de Klondike toeren |
Gereisd: | Whitehorse naar Dawson City, 532 km |
Hotel: | Midnight Sun Hotel, €76,75 |
Ben slechts 2 keer wakker geworden van de band die thuiskwam. En als ik er rond half 8 uit ga om te plassen, kom ik ze tegen: alweer klaar voor vertrek. Dus hebben we het rijk alleen. Hoewel we eten en drinken kunnen pakken, besluiten we om dat niet te doen. Want we hebben ons een ontbijt bij Tim Hortons beloofd. Lekkere ontbijtbagels met goede koffie! Het is altijd druk bij Hortons, waar we die ook zien. Goed teken natuurlijk.
Goed, om 10 uur wordt het tijd om te vertrekken, want we hebben een aardige rit voor de boeg. Vandaag rijden we de Klondike Highway. Die gaat van Whitehorse naar Dawson City. Dwars door Klondike-gebied, waar in the old days behoorlijk wat goud gevonden werd. Dawson City is de 2e stad van Yukon. Dat klinkt spannender dan het is, want als u gisteren een beetje hebt opgelet, weet u dat van de 36.000 mensen die in Yukon Territory wonen, er ca. 25.000 in Whitehorse wonen. Daarna volgt Dawson City, met maar liefst 1850 inwoners, jawel! En de rest woont verspreidt over de gehuchten, waarvan we er een aantal tegenkomen. Je moet niet met je ogen knipperen, want dan mis je het. Wat daar onder andere het nadeel van is, is dat benzine hier bijna net zo duur is als back home in Nederland. Tja, dat krijg je in verlaten gebieden.
De Klondike Highway klinkt spannend vanwege het goudverleden. Maar dat is het niet echt. Geen wildlife te bekennen. Ook geen schitterende bergen. Alleen maar bomen. Gele, gouden en groene. Ook mooi, maar aangezien we vooral dat op deze 518 kilometer lange route zien, wordt dat een beetje oud. Een mens is snel verwend. Er valt dan ook niet zo heel veel te vertellen over deze dag. Of misschien dat we bij zo’n schaarse benzinepomp stoppen voor koffie en een plasje. We kopen meteen Red Bulletjes, voor de belachelijke prijs van $3,85 per blikje. In Canadese dollars, dus dat is €2,95 per stuk. En owee als ermee geknoeid wordt; tot de laatste drup zal het opgaan! Onderweg eten we de bagels & muffins op die we bij Tim hadden gekocht.
Rond 5 uur komen we aan in Dawson City, aan de Yukon River. Dit is een alleraardigst plaatsje, geheel in de stijl van begin 20e eeuw. Er is dan ook geen asfalt op de straten en de gebouwen zien er geweldig uit. Zo te zien wordt Dawson City voornamelijk bevolkt door hippies, muggen, honden en mannen met teveel haar op verkeerde plekken. Seriously, zodra je haargrens meer dan 15 centimeter van je wenkbrauwen is verwijderd, ben je echt kaal. Dan wordt het tijd om het haar dat er nog wanhopig aan de achterkant aan bengelt, te verwijderen. Face it: je bent kaal! Ik heb natuurlijk makkelijk praten, met een vent die ruim in de krullen zit. En getuige zijn vaders haardos geen aanleg heeft om kaal te worden.
Goed, waar waren we? Oh ja, Dawson City, waar ik een kamer heb geboekt in het Midnight Sun Hotel. Dat was er de best betaalbare keuze. Okay, het is wat krakkemikkig. De verouderde kamers hebben ook maar 1 oud bed. En onder het hotel zitten een restaurant, een café en een drankhandel. We hopen er maar het beste van.
We gaan de stoffige straten van Dawson verkennen. Ondertussen proberen we de !@#$%^&*()-muggen bij ons vandaan te houden. En we bedenken wat we willen eten. Ach, weet je, het restaurant dat bij ons hotel hoort, serveert een Chinese keuken. Misschien is dat wel wat. Is ook wel eens lekker voor de verandering. Herstel: is niet lekker, ook niet voor de verandering. Lang geleden dat ik zó smerig heb gegeten! Het is wel vers gemaakt denk ik. Ooit. Maar niet per definitie vandaag… Het smaakt of het al iets te vaak is opgewarmd. Maar ach, het vult, dus we doen het er maar mee.
Het is nu helemaal bewolkt en volgens het meisje bij de Chinees is de aurora hier meestal pas tussen half 2 en 3 ’s nachts te zien. Aangezien er geen open lucht is, gaan we daar niet voor wakker blijven. Buiten blijven vinden we ook geen optie, met al die kutmuggen hier. Dus gaan we op onze kamer een film kijken, is het plan. Maar eerst: uitzoeken wat dat opeens voor herrie is in onze kamer! Ah, kamer 8 zit precies boven de speaker van de bar. Gezellig. Maar doe ons toch maar een andere kamer. We krijgen de kamer er tegenover, nummer 18.
Daar horen we helemaal een raar geluid en de vloer trilt ook aardig. Verwarmingsketel of zo? Nee, blijkt bij de receptie; de ventilator van de keuken hangt pal onder onze kamer. Nice. We hebben 2 opties voor een kamer. We wegen af welke de minst kwalijke is. De fan gaat vanavond om 11 uur uit. In de bar hebben ze vanavond karaoke-avond, tot een uurtje of 2. Ik grap nog dat ze misschien wel verbazend goed zijn. Het gezicht van de receptionist zegt genoeg…. Doe ons de fan-kamer maar. Gelukkig is het wel een eentonig geluid en getril, dus het went enigszins.
We kijken dus die film op de laptop. En om half 12 ga ik vragen of ze die fan uitzetten, het is immers 11 uur geweest. Oh ja. Mooi, dat is een stuk rustiger. We kunnen gaan slapen.
Weer: | Regen en zon, 15 graden |
Doel: | Top of the World Highway |
Gereisd: | Dawson City naar Glennallen, 518 km |
Hotel: | Caribou Hotel, €76,75 |
Het regent. In onze kamer. Ik word tenminste wakker van een plok-geluid. Plok? Ah, “plok” blijkt een grote drup water op mijn schouder te zijn. Komt uit het plafond. Uit het gaatje bij de lamp. Waar elektriciteit doorheen loopt. En waar één plok is, zijn er meestal meer… Dat willen ze beneden misschien wel weten, dus ga ik het even melden bij de receptie. Toch raar, er zit nog een verdieping boven ons maar die is helemaal leeg. Het is namelijk einde seizoen, het hotel is nog 1 week open en de bovenste verdieping is alvast gesloten. Daar kan de lekkage dus niet vandaan komen. Voor de time being zetten we er maar een emmertje onder. Altijd handig, die ijsblokjes-emmers op de kamers.
Oh, het regent buiten trouwens ook. Nadeel: zandpaden in dit dorp zullen modderpaden worden. Voordelen: zandpaden zijn niet meer zo stoffig en muggen houden niet van regen. Volgend nadeel: we gaan vandaag de Top of the World Highway rijden. Dat schijnt een uitdaging te zijn. Weinig asfalt. Dus veel modder, als het regent… We zullen zien! Eerst maar eens uit dit griebusoord weg zien te komen. Onze buurvrouw komt nog even vragen of wij ook een lekkend plafond hebben. Ja. Oh, okay. En ze gaat weer.
Goed, uitchecken. Er staat een nieuwe mevrouw achter de balie, die meteen verwoed met machines en papier in de weer gaat. Laat ik maar eens informeren wat ze aan het doen is; gaat ze ons de volle mep rekenen? Nee hoor, in plaats van het gebruikelijke tarief van $129,- rekent ze ons het corporate tarief van $99,-. Ehm, dat is het internettarief waarvoor ik deze kamer geboekt had. Get, daar word ik nou pissig om, hoezo speciaal tarief? Een refund willen we! Na het gedoe met kamertje wisselen, de herrie & beweging van de keukenfan en de lekkage hebben we daar wel recht op dacht ik zo. De mevrouw rommelt verder. En nu? Ja, dan rekent ze $70,- voor de nacht, dat is het beste dat ze kan doen, meer kan zíj niet doen. Okay, en wie kan er dan wel meer doen dan zij? Die zijn er allemaal niet, vanmiddag pas weer. Ze rommelt nog steeds door.
Andy zegt terloops dat hij helemaal niet meer van plan is nog iets te betalen. Ik blijf nog maar even wachten, want ik word nu wel nieuwsgierig wat ze aan het doen is en hoeveel ze ons wil laten betalen. Uiteindelijk zegt ze dat ze onze rekening verscheurt en dat doet ze dan ook demonstratief. Oh, okay. Nou, bedankt dan maar. Kijk, met een beetje empathie en minder star gedrag hadden we best wel wat willen betalen, maar als ze meteen al begint met een leugen, namelijk dat ze ons een discount heeft gegeven die ik zelf al via internet had gekregen, dan blijven wij natuurlijk ook niet aardig. Dus. Achteraf thuis blijkt dat inderdaad de rekening was verscheurd; we hebben niets betaald.
Nou, laten we dan maar ontbijt gaan zoeken. We rijden een rondje door town en zien uiteindelijk dat het Eldorado Hotel open is. Dus schuiven we daar aan voor een ontbijt. Andy gaat voor een hearty ontbijt; alles erop en eraan. Ik besluit eens iets anders te kiezen: oatmeal met bruine suiker en een BLT sandwich. Dat gaat er prima in!
Dan wordt het tijd om op pad te gaan. Om weer terug in Alaska te komen, moeten we eerst de Yukon River oversteken. Dat kan met een ferry. Want om een of andere reden ligt er geen brug. Er gaat wel telkens een gratis pondje op en neer. Die zelfs alleen voor ons vaart, blijkt. In 5 minuten zijn we aan de overkant.
Daar begint meteen de Top of the World Highway. Die gaat tot aan de grens met Amerika, waarna het verder gaat als de Taylor Highway. De weg is niet van heel goede kwaliteit. Er ligt voornamelijk gravel en er zit nogal eens een buts in de weg. We gaan al vrij snel omhoog de bergen in. Helaas betekent dat vandaag dat we ons ook al vrij snel in de wolken bevinden. We rijden door een dikke wolk, waardoor we nauwelijks zicht hebben. Dus ook weinig uitzicht. Ach, dat geeft wel een extra dementie aan de route. Het komt ook overeen met ons idee van op de top van de wereld zijn. En soms zien we tussen de wolken door toch hoe prachtig het hier is.
En zien we sneeuw langs de kant van de weg… Het is niet dat we echt heel hoog zitten, op het hoogste punt slechts iets van 1400 meter. Toch ligt er wat sneeuw. Na nog een stukje doorrijden komen we bij de grens tussen Canada en Amerika. Een aardig oud mannetje controleert onze paspoorten. Hij stelt de verplichte vragen over wapens en wildlife en wenst ons nog een prettige dag.
Er verandert na de grensovergang het een en ander aan de route:
1. De weg heet nu Taylor Highway
2. Gravel heeft plaatsgemaakt voor modder
3. De weg wordt smaller en bochtiger, dus voor ons interessanter
4. De zon is gaan schijnen en alle wolken zijn weg!
En nu zien we in wat voor prachtige omgeving we zijn beland. We rijden een tijdje over de bergen en dan weer een tijd langs water. Nice. Aan het bijna-einde van de route ligt Chicken. Serieus. Hier is een benzinepomp en het is voor ons hoog tijd om wat go-go-juice erin te gooien. De naald van de benzinemeter nadert empty al een heel eind. Er wordt voor ons getankt en we moeten even naar binnen lopen om te betalen. Mooi, kunnen we meteen even plassen. We springen snel weer in de auto, want je wordt hier gek van de muggen om je hoofd. Ik vraag me echt af waarom de Alaskians niet knettergek worden van dat ongedierte. Gewoon negeren, is het advies. Huh-huh, makkelijk gezegd. Even je mond open laten en je hebt meteen voor een week genoeg gegeten.
Na de benzinepomp slaan we af naar de hoofdstraat van het dorp. Oeps, net iets teveel gas gegeven, waardoor we opeens op de vliegbaan staan. Gauw terug! De rest van Chicken is een eitje (ja, sorry, die lag wel erg voor de hand): 3 huizen, een oud mijngebouw, een kroeg en een restaurantje. En miljoenen muggen, dus wegwezen hier! Na Chicken krijgen we al snel echt asfalt. Oh, en onze auto ziet eruit! Helemaal onder de modder. De kentekenplaat is zelfs niet meer te lezen. Jammer alleen dat we allebei consequent met één broekspijp tegen de auto aanhangen…
Na Chicken komt Tok. Nee, ik verzin het niet. In Tok heb ik een cabin geboekt bij Tok RV Village. We zijn alleen een beetje vroeg, het is nog maar half 2. De beheerders zijn nog even lunchen en zijn om 2 uur weer terug. Ach, gaan wij kijken of we een carwash kunnen vinden. Helaas, bij de 2 gelegenheden in Tok waar je je auto kunt wassen, hebben ze de waterslangen verwijderd. Dat is met het oog op de naderende winter.
We kijken nog even rond bij een souvenirshop en gaan dan terug naar de RV Village. Er is inmiddels iemand gearriveerd. Ik vertel dat we geboekt hebben, hij dat ze het water hebben afgesloten. ? We kunnen douchen in het douchegebouw. Okay… Kunnen we de wc doorspoelen? Nee. Het water is afgesloten. Vriest het al dan? Nee. Tja, daar zijn we niet zo blij mee. We hoeven niet veel, maar wel een schoon bedje. Eigen douche. Eigen wc. Het water is afgesloten. Ja, dat had je al gezegd, stuk chagrijn. Willen we ons geld terug? Misschien wel, maar eerst gaan we kijken welke andere opties we hebben. Iets met oude schoenen…
Het is dus nog vroeg en Andy had al eerder geopperd om verder te rijden. Weet je, laten we dat maar doen, want dan kunnen we morgen naar de Kennecott Mine. Daar hebben we anders geen tijd voor. Laten we naar Glennallen rijden. Daar zitten wat motels en B&B’s, hopelijk is er ergens plek is. Het is maar 140 mijl rijden, dus dat is nog prima te doen. Na ons overleg gaan we terug naar binnen. De chagrijnige kerel heeft inmiddels plaats gemaakt voor een schattig oud dametje, die een stuk vriendelijker is. Ze legt het nog een keer uit (hoewel het volgens ons toch echt nog steeds niet vriest) en stelt voor dat we anders even gaan kijken. De cabins zijn namelijk wel erg mooi en de wasruimte is piccobello in orde. Kijk, van haar hadden we het misschien nog wel willen kopen, maar van die vent daarstraks niet.
We blijven bij ons besluit: we rijden verder, dus graag ons geld terug. Ik had deze cabin namelijk al betaald. Er wordt €65,00 teruggestort op onze credit card. Nou, dan gaan we maar weer! We moeten de Tok Cutoff naar het westen hebben en dat gaat via de 1. Nog in Tok zelf zien we opeens een carwash bij de Sourdough Campground. Deze heeft nog slangen, dus lijkt hij in werking te zijn. Mooi; eens kijken hoe dat werkt. We zien een apparaat met 8 gleuven. Aangezien er een briefje hangt dat je er geen Canadian quarters in kunt stoppen, vermoeden we dat er Amerikaanse kwartjes in moeten, Maar hoe en hoeveel? We hebben 7 quarters kunnen vinden in portemonnee, bagage en auto. Er zijn 8 gleuven. Ik loop naar de office van deze camping en tref een meneer op een ladder, die net iets aan het freubelen is bij het bord van de camping. Ik geef toe dat we carwash-virgins zijn, in Amerika tenminste, en dat we niet weten hoe het werkt.
Er moeten inderdaad 8 quarters in. Ah, kijk, en wij komen tot 7, dus zijn we 1 short. Geeft niet, de meneer kan wisselen. Nice. Doe er dan maar 4, dan hebben we genoeg voor een rondje. We gaan het eens proberen en jawel: we hebben water uit een hogedrukslang! Dus gaat Andy vrolijk aan de slag en probeert de dikke klei van onze auto af te spuiten. Ondertussen spuit hij ook verwoed om zich heen vanwege de muggen… Op film ziet dat er erg grappig uit, vooral dankzij de kreten die hij erbij slaakt. Als het water op is en de auto weer enigszins toonbaar, gaan we verder. Nou ja, eigenlijk had Andy nog een rondje willen doen, maar ik kan de meneer niet meer vinden en het kantoortje met naastgelegen café is gesloten. Ik kan dus geen geld wisselen. We kunnen in elk geval weer zonder moddersporen op de kleding instappen. Dus dat doen we.
We rijden een eindje over de Tok Cutoff, als Andy opeens vreemde kleuren in de lucht ziet. Het zijn de kleuren van de regenboog, maar volgens ons is het toch echt geen regenboog. Het hangt namelijk pal naast en rondom de zon en er is geen regen in de buurt. Het is mogelijk dat je overdag de aurora borealis ziet, maar dat is erg zeldzaam. Zou dit zo’n zeldzaam moment zijn? Het zal toch niet…. Het lijkt er toch wel erg veel op anders. Wij gaan er in elk geval opnamen van maken en als we later internet hebben, zoeken we wel verder uit of dit inderdaad de aurora was.
Goed, on we go. We tuffen lekker door het fraaie landschap. Jammer dat het begint te regenen. Best hard. Tja, doe je niks aan. We rijden door tot we kunnen afslaan naar Copper Center. Want daar zouden volgens het dametje in Tok een aantal nice lodges zitten. We vinden er wel 1 en die heeft geen plek. Dus rijden we 14 mile terug naar Glennallen, waar meer vertier is. Er zit onder andere het Caribou Hotel en die heeft voor €76,75 een prima kamer voor ons. Lekker groot, schoon en met water! Warm en koud, wat je maar wilt.
In het gebouw vooraan op het terrein zit het Caribou Café, waar we kunnen eten. We nemen allebei een pizza met een lekker toetje na. Dan rijden we even het durp in, want we hebben niet zoveel drinken meer en niets meer te eten. Dus gaan we boodschappen doen bij de plaatselijke supermarkt. Net op tijd blijkt, want even later sluit die. Dan terug naar ons motel.
Andy praat met andere mensen over de aurora. Zij hebben net op internet opgezocht wat de kansen hier zijn: Op een schaal van 1 tot 10 is er slechts een kans van 2 dat we die vanavond te zien krijgen, Ach, dan slaan we wel weer over, we gaan geen poging doen. We gaan een film kijken op de laptop en daarna lekker slapen.
Weer: | Lekker zonnetje, 12 graden |
Doel: | Mc Carthy Road & Kennecott Mine |
Gereisd: | Glennallen naar Valdez, 505 km |
Hotel: | Lou & Laura’s B&B, €58,49 |
We zijn een beetje traag vandaag. We gaan pas om half 10 ontbijten bij het Caribou Café, waar we gisteravond ook gegeten hebben. En omdat we pas om half 10 gaan zitten, zijn we pas tegen 11 uur ready to go. Onze bestemming van vandaag is Valdez, aan het einde van de Alyeska Pipeline.
Aangezien we vandaag opeens 224 kilometer verder zijn dan verwacht, hebben we tijd om een ommetje te maken naar Mc Carthy en de Kennecott Mine. Daarvoor moeten we aan de Richardson Highway afslaan naar Chitina en doorrijden naar Mc Carthy. Die route heet de Edgerton Highway / Mc Carthy Road en is 149 km lang. Waarvan 40% is geasfalteerd… Volgens de beschrijvingen is de Mc Carthy Road een hele uitdaging. En volgens mijn Mile Post alleen geschikt voor avontuurlijke chauffeurs. Die heb ik toevallig bij me, zo’n avontuurlijke chauffeur. En we zijn inmiddels wel wat gewend, getuige het geitenpad dat we een paar dagen geleden nog namen in Whitehorse.
Vanaf Chitina, wat een gehucht is, start de Mc Carthy Road. Daar is het ook afgelopen met de gravel. Om alvast op de zaken vooruit te lopen: we denken dat ze het nodige aan verbeteringen hebben gedaan aan deze weg, want we vinden het helemaal niet spannend. Ja, er ligt gravel en wat modder, er zit een bochtje en een klein versmallinkje in, maar dat was het wel. Verder niks spannends. Ik heb tenminste niet één keer mijn adem in hoeven houden. We kunnen deze weg daarom van harte aanbevelen, ook aan de minder avontuurlijke chauffeurs.
Want daar is een hele goede reden voor: het is hier prachtig! Jaja, ik weet het, dat hebben we al vaker gezegd deze vakantie. Maar toch. We rijden over de bergen, langs rivieren en meertjes, tussen de schitterende herfstbomen door en hebben rondom zicht op fantastisch besneeuwde bergen. We komen 2 interessante bruggen tegen, eentje om overheen te rijden en eentje om foto’s van te maken. Deze route voert met enige regelmaat door het Wrangler – St. Elias National Park. Dat is het grootste National Park in het Amerikaanse parksysteem. Veel ervan is wildernis waar je als simpel toeristje niet zomaar kunt komen.
En ook wij komen helaas niet helemaal tot waar we willen komen. Want aan het einde van deze route ligt Mc Carthy en de Kennecott River. En aan de Kennecott River ligt de Kennecott Mine. Dat is een verlaten goudmijn die helemaal gerestaureerd is. Je kunt alleen naar de overkant van de rivier via een voetgangersbrug. En je kunt alleen naar de Kennecott Mine als je a) 5 mijl loopt of b) een shuttlebus neemt. In a) hebben we geen zin, want 5 mijl heen is ook weer 5 mijl terug. En er zijn hier beren gesignaleerd. Andy heeft geen zin om 10 mijl lang te zingen (of naar mijn gekwaak te luisteren) om de beren te verjagen, dus hebben we liever optie b). Probleem: optie b) is ermee gestopt voor het seizoen.
Dus houden we het op een soort middenweg: we lopen naar de overkant en van daar wandelen we een stukje. Het is hier heerlijk. Geen mens te zien. Wel een hond, maar die moest rechtsaf. Want daar ligt Mc Carthy. En daar wonen mensen. Een stuk of 51, tenzij er sinds vorig jaar iemand is geboren of overleden. Ze hebben er ook een kerk. Ik moet ongelofelijk nodig plassen. Hebben ze eigenlijk wc’s in kerken? Zal toch wel? Als God van me houdt, zoals er op de gevel staat, dan is er een wc. Oh, en met wc-papier, als het, kan graag. Oh, en een beetje schoon? Zonder luchtjes? Zou heel fijn zijn.
Ik stap naar binnen en zie een grote benedenverdieping met iets dat eruit ziet als een keuken. En daarachter… Een complete badkamer! Met wc! En wc-papier! En zonder luchtjes! Thank you God! Helaas geen water, dus ik kan niet doortrekken… Sorry God!
Gauw terug naar mijn echtgenoot. Die was ondertussen die hond tegengekomen. Wat een spannend momentje was, want even zag de hond eruit als een wolf… Maar het was dus een hond, die rechtsaf moest. Naar Mc Carthy. Want daar wonen mensen. Een stuk of 51 en een hond.
We wandelen een stukje door en zien opeens de Kennecott Mine in de verte liggen. Mooi, dan hebben we die toch kunnen zien, ook al is het niet van dichtbij. Missie geslaagd, we kunnen weer omdraaien. Letterlijk, want het was een one-way route. Dus moeten we dezelfde route weer terug. Oh, vergeten te vertellen: onderweg kwamen we wegwerkers tegen. We moesten wachten voor de stop & slow dame en daarna achter een pilot car aanrijden. Dat is een volgauto, die je veilig langs de wegwerkzaamheden leidt. Zo kan iedereen door, zonder kilometers weg af te zetten of gewoon maar compleet af te sluiten, zoals bij ons met enige regelmaat gedaan wordt.
We besluiten om de missie van Dennis voort te zetten. Missie? Dennis? Ja, weet u nog, vorige week in Denali NP? Zaten we toch in die bus met die groep gezellige mannen? En daar was ook Dennis, die mensen blij maakt met snoep. Wij hebben ook snoep en willen ook mensen blij maken. Dus geven we eerst eentje aan de stop & slow dame. Ze kijkt verbaasd, Andy zegt dat het is “to make you smile”, en dat werkt! En raad eens? We moeten dezelfde weg weer terug. Dus ontmoeten we de stop & slow dame van de andere kant. Die maakt een praatje, wij geven snoep, zij blij. We geven nog een snoepje, voor de bestuurder van de pilot car. Die had er blijkbaar al van gehoord – ze hebben tenslotte walkie talkies – want die kiest lekker een snoepje uit. Wij vinden dit een ontzettend goede missie, want iedereen wordt er blij van. Dus besluiten we dat wij de missie van Dennis zullen voortzetten.
Zo, verder maar weer. Of eigenlijk terug. De route terug is natuurlijk even prachtig, maar iets minder verrassend. We komen weer in Chitina, komen weer op de kruising met de Richardson Highway en slaan nu linksaf, richting Valdez. Tom, van dezelfde groep als Dennis, had gezegd dat de route van Glennallen naar Valdez de mooiste is van heel Alaska. En dat klopt! Wat een mooie bomen, kleuren, bergen, canyons, sneeuwtoppen, rivier, watervallen, gletsjers, enzovoort! De route is ongeveer 130 km lang en vooral de laatste 50 zijn spectaculair.
Eerst krijgen we de Worthington Glacier. Dat vinden we leuk, want nicht Magda is getrouwd met Alex Worthington. Hij zou dus familie van deze gletsjer kunnen zijn. De gletsjer is heel goed zichtbaar vanaf de weg. Dan rijden we over de Thompson Pass, die er prachtig bij ligt. We rijden op een donkere berg af, omgeven door duistere wolken. Van de berg komen tientallen watervallen naar beneden zetten. Prachtig. Als we bij de berg zijn, gaat de weg door een canyon en daar zien we de 2 meest spectaculaire watervallen: de Bridal Vail Fall (bruidssluier waterval) en de Horsetail Fall. Die heeft inderdaad wel iets van een paardenstaart.
Als we door de canyon zijn gereden, komen we al snel bij Valdez uit. Daar heb ik een kamer in Lou & Laura’s B&B geboekt, voor slechts €58,49. We krijgen een kamer in de basement, wat eigenlijk de begane grond is. Hier zijn 2 kamers en een grote badkamer. Er moet nog één stel arriveren en als die ook een kamer beneden kiezen, dan zullen we de badkamer moeten delen (en die blijken later ook voor een kamer beneden te hebben gekozen). We vragen tips voor het avondeten: Mike’s Palace of de Totem Inn worden aanbevolen. We rijden naar het centrum van Valdez en zien de Totem Inn. Dat wordt ‘m dus. En het eten smaakt er inderdaad prima.
Na het eten willen we nog even bij de haven kijken. Als we net het dorp uit zijn, zie ik opeens een zwarte beer aan in het waterige land naast de weg lopen. De beer haalt een vis onder het gras vandaan. Het ziet eruit alsof hij daar eerder een vis begraven had en die nu ophaalt. Er valt hier immers weinig te vissen, op een weiland. Wat heel markant is, is dat op de plek waar hij de vis tevoorschijn haalt, 2 stukken hout omhoog steken. Alsof hij de plek gemarkeerd heeft. Kan dat? Wie weet…
Uiteindelijk loopt de beer weg om zijn vis lekker op te peuzelen. En het wordt hard donker, zo tussen de bergen in, dus gaan wij maar naar onze B&B.
Weer: | Regen en een graad of 12 |
Doel: | Terug naar Anchorage |
Gereisd: | Valdez naar Anchorage, 480 km |
Hotel: | Ramada Inn, €59,17 |
We beginnen de dag met het ontbijt in onze B&B. Het is zelfbediening en de keuze is er reuze: brood, bagels, muffins, cereals, fruit, koffie, thee, sju. Genoeg voor ons om de dag mee te beginnen. En daardoor kunnen we lekker vroeg op pad: om 9 uur zitten we in de auto.
We gaan eerst nog even in het dorp kijken, want ons is verteld dat Valdez zo’n leuk plaatsje is. Jammer dat het geen denderend weer is. Het regent een beetje en de wolken hangen erg laag om de bergen. Het ziet er maar sombertjes uit. Maar dat geeft niet, dat kun je zo hebben in Alaska. In elk geval zijn er dan geen muggen!
We rijden naar de haven en daar zie ik opeens iets in het water drijven. Het draait zich om. Hout kan zich niet omdraaien…. “Andy, snel uit de auto, ik zie een bever!” Tuurlijk, zegt Andy, is vast een stuk hout. “Neehee, hout kan zich niet omdraaien. Of met zijn voeten wapperen!” Zeeotters kunnen dat wel. We blijven een hele tijd kijken naar het leuke beestje. Ik loop naar beneden, naar de aanlegsteigers, om een beter zicht op het mannetje te krijgen. Tenminste, ik denk dat het een mannetje is. Niet dat ik iets zie dat een aanwijzing zou kunnen zijn, maar toch. Hij geeft een leuke show weg van dobberen & draaien, met zijn knuistjes tegen zijn neus. Hij komt steeds dichter bij me. Zo dicht zelfs dat ik me begin af te vragen of otters eigenlijk ook op land kunnen. En als dat zo is, of ik dan niet beter ergens anders kan gaan staan. Ergens waar ik een vluchtweg heb, mocht hij al te amicaal worden.
Maar niks om me ongerust over te maken: hij draait nog een keer en neemt dan een duik, onder de loopsteiger door. Hij verschijnt weer aan de andere kant. Daar geeft hij nog een klein showtje weg en gaat er dan vandoor, richting zee. Nou ja, de Prince William Sound eigenlijk. Geweldig, wat een mooie ervaring! Ik ben er helemaal blij van, want zoiets heb ik nog nooit in het echt en in het wild gezien. Beter dan zo’n duffe Moose die alleen maar een beetje staat te gapen en dan weer wegkuiert.
We rijden weer langs het drassige weiland waar we gisteravond de zwarte beer zagen. Vandaag niets. Maar wel… Een vissenkop! Die hoefde de beer niet, denk ik. We rijden om het grasland heen en slaan af naar de Dayville Road. Die eindigt bij de terminal van de Ayleska Pipeline. Hier komt de olie eruit zetten, na een reis van 1287 kilometer die begon in Prudhoe Bay. De olie gaat ofwel in grote opslagtanks, ofwel meteen een olietanker in en dan op weg naar de klant.
Maar dat is strikt verboden gebied, daar kunnen we niet kijken. Je kunt wel een stukje om de baai rijden en dat is superleuk. Want het eerste dat we zien is 2 kale adelaars in een boom. Dat zijn de beroemde Bald Eagles, boegbeeld van Amerika. Zulke gave beesten, met die lekker gemene uitstraling van ze en die prachtig witte koppen. Een stukje verder zien we allemaal gevogelte in het water. En nog een stukje verder steken er allemaal kleine koppies boven het water uit. We vermoeden zeehonden. Het is alleen harder gaan regenen en aangezien je ze niet goed in het water ziet, doen we geen moeite voor een foto. Tja, ik ben nou eenmaal vlakbij Pieterburen opgegroeid, dus voor mij is een zeehond niet zo heel bijzonder meer.
Er staat een waarschuwingsbord dat er beren in het gebied zijn gesignaleerd. Maar niet door ons vandaag. En aangezien we nog een kleine 200 kilometer voor de boeg hebben, houden we het maar voor gezien. We gaan op weg naar Anchorage. Daarvoor moeten we terug naar Glennallen, zodat we kunnen afslaan naar de Glenn Highway richting Palmer. Eerst komen we weer door de Keystone Canyon en langs de tientallen watervallen. Dan over de Thompson Pass en langs de Worthington Glacier. Die laatste gaan we nu wat beter bekijken. In de regen, met 2 jassen, een sjaal, oorwarmers en een bontmuts op lopen we naar het uitkijkplatform bij de gletsjer. Wat best bijzonder is, is de helderblauwe kleur die er doorheen komt en de watervalletjes die eronder verstopt zitten. Dat zie je pas goed door een degelijke verrekijker die op het platform staat.
Gauw weer verder, want met slechts een graadje of 2 boven 0 is het hier verdomd koud! Volgende stop is ergens onderweg bij een restaurant-achtig iets, want Janneke moet plassen. De wc is alleen voor klanten, dus nemen we meteen koffie. Oe, en ze hebben hotdogs! De eigenaar lijkt een beetje stug, maar als we zeggen hoe prachtig we het hier vinden in deze tijd van het jaar, komt hij los. Hij trakteert ons op een paar mooie verhalen. Eentje gaat over een beer met 4 jongen, wat al een uitzonderlijk aantal schijnt te zijn. Deze beer is recentelijk opgedoken in Valdez. De jongste van het viertal luistert niet zo goed naar zijn moeder. Dus zie je mama beer door de omgeving lopen met 3 jongen achter haar aan en het dwarsliggertje in haar bek. Er schijnt zelfs een foto van in de plaatselijke krant te hebben gestaan.
We bedanken de eigenaar voor de lekkere koffie en gastvrijheid en rijden snel door. Het weer is dus nog steeds niet denderend en in de regen rijden we verder. Het schijnt dat we een storm tegemoet rijden, die nu boven Anchorage hangt. Oh, okay… Het laatste deel van de Glenn Highway richting Palmer is een mooie rit door de bergen. Alleen dus jammer van het slechte weer. Tja, verder valt er weinig te vertellen over deze dag. Maar ik denk dat we vandaag al genoeg beleefd hebben!
Net na Palmer kunnen we afslaan naar de 1 die naar Anchorage gaat. Rond een uur of 5 komen we aan en zoeken ons hotel, de Ramada Inn aan 3th Street. Daar hebben we een prima kamer, voor €59,17. We halen maar meteen de hele auto leeg, dan hoeft dat morgenvroeg niet meer. Want dit is onze laatste nacht. Aan land. Morgen schepen we in voor onze cruise van Whittier naar Vancouver, Canada. Dus deel ik de koffers even opnieuw in, zodat we eentje met vuile was hebben en eentje met schone.
Zo, nu eerst iets eten. Laten we nou toevallig zin hebben om naar de mall te gaan. Daar hebben ze ook vast wel iets te eten. En jawel, er zit een burger express en we kiezen de days special: bacon & cheeseburger met frietjes en drinken. Goede hamburger!
We hebben meer zin om te window shoppen dan om echt iets te kopen. Tot we natuurlijk bij een schoenenzaak komen, waar ze leuke zwarte zomerschoentjes hebben. Jawel, in Alaska. Waar de winter voor de deur staat. Als we klaar zijn met struinen gaan we terug naar ons hotel voor ons avondritueel: filmpje kijken, wassen, plassen en naar bed.
Weer: | Storm! |
Doel: | Inschepen cruiseboot |
Gereisd: | Anchorage naar Whittier, 100 km |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
We doen vanochtend lekker makkelijk en gebruiken het continental breakfast van ons hotel. Dat is ook hier zeer uitgebreid. We kijken eens naar buiten: regen. En harde wind. Het schijnt dat het vannacht gestormd heeft. En de verwachting is dat dat nog wel even doorgaat. Okay, wiens idee was het ook alweer om met een boot te gaan?
We moeten voor 12 uur de huurauto inleveren bij Hertz. En dan moeten we in Whittier zien te komen, wat 100 kilometer verderop ligt. Whittier is een beetje een gek plaatsje. Het is tijdens de Tweede Wereldoorlog gecreëerd door het Amerikaans leger, als een geheime haven. Het heeft namelijk een strategische ligging en een ijsvrije diepwater haven. Het enige probleem was dat het van de rest van Alaska was afgesloten door de Maynard Mountain. Dus werd er een tunnel gemaakt, om zo een treintraject te creëren dat kon aansluiten op de al bestaande lijn tussen Seward en Anchorage.
De tunnel was gereed in 1943 en toen kon het leger zwaar materieel van Whittier naar Camp Richardson vervoeren. Nu er toegang was, kwam behoefte aan huisvesting voor de militairen. Het Buckner House werd gebouwd. Het was toen het grootste gebouw van Alaska. Het stond bekend als “Stad onder één dak”. Je had hier naast huisvesting ook een bowlingbaan, kapper en militaire kantoren. Begich Towers werd daarna gebouwd, om ongeveer duizend manschappen te huisvesten.
De meeste inwoners van Whittier wonen nu in dit gebouw. Behalve deze gebouwen is er nagenoeg niets in Whittier. Alleen de cruiseboot terminal. Dus als je Whittier wilt bekijken, kun je het beste bovenop een cruiseboot gaan staan. Als je naar links kijkt en dan naar rechts, ben je klaar met sightseeing Whittier!
Tot het jaar 2000 (!) kon je alleen per trein in Whittier komen. Daarna is er een eenbaansweg naast het spoor gemaakt. Nu kun je ook per auto in Whittier komen. Je moet wel rekening houden met de tijden dat de tunnel aan jouw kant open is. Want omdat het eenbaans is, kan er maar een kant per keer doorheen.
Goed, hoe komen we in Whittier? Niet met de auto, want die moeten we vandaag inleveren. Dus heb ik een shuttlebus geregeld. Die rijdt in 3 uur naar Whittier. Onderweg zijn er nog wat toeristische stopjes. Dit heb ik vanuit huis geboekt & betaald, voor totaal €59,62. De bus komt ons rond half 1 ophalen op het vliegveld. Waar we dan toch al zijn om de huurauto in te leveren. Om half 11 zijn we toch echt al klaar om vanuit ons hotel te vertrekken, hoewel nog een beetje vroeg. Ach, wie weet komen we een Wal*Mart of zo tegen, kunnen we nog een beetje rondneuzen.
Die komen we niet tegen en we kunnen er niet voor omrijden, want we rijden al op de laatste dampen van benzine. We mogen de auto namelijk leeg inleveren. Nou, geloof me: leeg istie! Het inleveren gaat vlot en de balie van Hertz is vlakbij de ingang van het vliegveld. We moeten bij de uitgang bij bagageband #2 zijn. Dat is weer vlakbij de ingang naar de gates. Ik was nog van plan om een broodje of zo te kopen voor onderweg, maar ik vind de ruim 9 piek die Starbucks vraagt voor een sandwich toch echt belachelijk. En eigenlijk is 9 piek voor een frappuccino + een caramel-mocha ook idioot veel. Maar het is zo lekker!
Omdat ik niet zo goed ben in stilzitten, struin ik wat rond. Als ik me weer bij mijn man meld, zie ik opeens het busje van Alaska Cruise Connect buiten staan. Oh ja, zegt Andy, er kwam net al iemand van dat busje iets roepen. Was waarschijnlijk onze wake-up call. Hij is wel een beetje vroeg, het is nog niet eens 12 uur. Aangezien wij de laatste passagiers zijn en ze op ons wachten, schieten we maar een beetje op. Onze bagage gaat in het aanhangwagentje, wij in het busje waar al een stuk of 10-12 andere mensen inzitten. En daar gaan we. In de regen. Die voortkomt uit de storm waar we inzitten…
Er komt dus maar weinig van sightseeing, hoewel we nog wel 2 keer een stop maken. Eerst bij een speciale trein die tevens dienst doet als sneeuwschuiver. Gauw een foto maken en weer naar binnen! De stop bij het wildlife center slaan we maar over. Net zo min als wij naar buiten willen, willen de dieren dat. Laatste stop is bij een riviertje, waar je zalm ziet zwemmen. Het is maar goed dat wij uit Nederland komen en wel wat regen gewend zijn…
Dan zijn we bij de Whittier Tunnel. We moeten wachten tot 12.40 uur, voor de tunnel vanaf onze kant open gaat en wij erdoor mogen. Aan de andere kant van de tunnel zijn we al snel bij de cruise terminal. Snel onze handbagage uit het aanhangertje pakken en naar binnen. De grote koffers hadden we bij het instappen gelabeld en die gaan meteen naar de bagagekarren achter ons. Ze zullen later naar onze hut gebracht worden. In de terminal moeten we een formulier invullen om te verklaren dat we geen koorts, griep, loopneuzen hebben. Dan in de rij om in te checken. Het nadeel van wachten tot je door een tunnel mag, is dat je vervolgens achter elkaar aankomt bij de bestemming. En aangezien er 3 bussen voor ons waren, staat er al een aardige rij.
Toch gaat het verbazend vlot en voor we het weten zijn we ingecheckt en hebben we onze boardpassen ontvangen. Hiermee kunnen we alles aan boord betalen: drankjes, als we iets kopen, etc. Bovendien moeten we hiermee in- en uitklokken als we aan en van boord gaan. Zo, nu in de rij voor de beveiligingscheck. Paspoortcontrole, spullen door de scan, wij door de x-ray en verder. Nu moeten we door een soort sluizen naar de boot lopen. Da’s best een uitdaging, met die wind en regen! Maar we halen het, checken in – alweer? Ja, nu bij het aan boord gaan, met die boardpas. Zodat ze weten dat je binnen bent. Er wordt ook een foto gemaakt. Fijn, met een totaal verregent kapsel…
Dan op zoek naar onze kamer. Ze hebben ons kamer 525 op dek 8 toebedeeld, a.k.a. Emerald Deck. Prima kamer! Best ruim, prima badkamer, klein maar wel praktisch. Een zithoekje, bureau en uitzicht op een reddingsboot. Wij zijn tevreden.
Aangezien we sinds het ontbijt niet echt iets gegeten hebben, schuiven we maar meteen aan voor de lunch. We kiezen het buffet, want daar heb je enorm veel keus. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er: broodjes, hartig & zoet beleg, salades, fruit, soep, toetjes, complete warme maaltijden, enz. Als je wilt, kun je je hier 8 dagen lang helemaal rond eten. En als je niet oppast doe je dat ook, want alles is lekker!
Het was de bedoeling dat we om kwart voor 8 een veiligheidsdrill hadden en om 8 uur zouden wegvaren. Maar door het slechte weer zijn heel veel gasten nog onderweg, per trein, vliegtuig, bus. Later horen we dat door de storm niet alle vliegtuigen in Anchorage konden landen en moesten uitwijken naar Fairbanks. Het duurt dus even voor iedereen aan boord is. Uiteindelijk varen we pas om een uur of 10 weg. Dat is tijdens de veiligheidsdrill. Die 3 keer is uitgesteld. Maar nu is het dan toch zover. Er klinkt een alarm en we worden geacht met onze reddingsvesten naar onze muster stations te gaan. Dat is de verzamelplaats en ieder deel van de boot heeft een station toegewezen gekregen. Zo worden de passagiers netjes verdeeld over het schip en de reddingsboten.
Ons musterstation is op dek 7 bij het Bayou Café. Daar moeten we inklokken, als bewijs dat we deelgenomen aan de oefening. Dan mogen we een ellenlange uitleg aanhoren over wat te doen bij een ramp. Ook wordt ons gedemonstreerd hoe je je reddingsvest aandoet. Als kers op de taart mogen we dat zelf ook even oefenen. Whoohoo. Als het ein-de-lijk klaar is, blijkt dat de boot dus ondertussen is vertrokken.
We brengen onze reddingsvesten terug naar onze kamer en gaan gauw naar het theater. Daar is de openingsshow. Die bestaat hoofdzakelijk uit een optreden van ene Kevin Hughes, een comedian waar ik erg om moet lachen. Tot tranen aan toe. Steengoed. Na de show luisteren we eventjes naar een trio in de Wheeler Bar, onder het genot van een drankje. We hebben nog een beetje trek, dus snaaien we nog een toetje in het buffetrestaurant. En dan is het opeens 12 uur geweest. Wij zijn op, dus we gaan lekker slapen.
Weer: | Mistig en fris, 10 graden |
Doel: | Hubbard Bay |
Gereisd: | Cruisen door Hubbard Bay |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
We zijn op zee, maar daar zie je niks van. Door de mist. Maar je hoort het wel, want de kapitein toetert er lustig op los met zijn misthoorn. We hebben vandaag eens lekker uitgeslapen en gaan tegen tienen ontbijten. Veel te veel keus, veel te lekker allemaal. We banjeren wat rond op het schip. Want er is ontzettend veel: theaters, restaurants, cafés, casino, galerie, zwembaden, schoonheidssalon, sportzaal, zithoeken, bibliotheek, internethoek, winkeltjes, enz. Er is steeds wel iets te doen. Hoe we dat weten? Elke avond ligt de “Princess Patter” in ons postvakje bij de deur. Dat is onze gids voor het dagelijks leven op zee. Er staat in wat er morgen allemaal te doen is.
Bijvoorbeeld: Bingo! Ha, laten we daar eens gezellig aan meedoen. Ik koop 4 loten en een ding waarmee je iets moet doen op je kaart. Geen idee wat en geen idee hoe het open moet. Dus beken ik aan de dames naast ons dat wij nieuw zijn in de wereld van bingo. Ik vraag ze wat ik in mijn hand heb en wat ik ermee moet doen. Ah, het is een stempel. En je moet de dop eraf halen – dûh… Daarmee stempel je jouw nummertjes af. Reuze handig. Er is eerst nog een trekking van een of andere loterij en dan begint het. Man, wat een spanning. Iedereen stempelt er lustig op los. En jawel, met nog maar 3 nummertjes te gaan winnen wij… Niks! Whoohoo! Stom spel.
Rond een uur of 4, half 5 varen we de Hubbard Bay binnen. Hier zou je de Yakutat Glacier kunnen zien. Ja, ik zeg ook steeds Jakatoet. Een gletsjer dus. Maar die zien we niet. Want a) teveel mist en b) teveel ijsschotsjes/bergjes, waardoor het te gevaarlijk is om verder de baai in te varen. Vindt de kapitein tenminste. En die heeft er voor geleerd, heeft hopelijk ook een lesje “Titanic – hoe het NIET moet” gevolgd. Wij vertrouwen op zijn oordeel. En ach, hoewel het koud is, is het hier erg mooi en genieten we toch wel.
Tja, wat doe je verder op zo’n boot? Eten, rond lopen, in de winkeltjes neuzen, naar muziek luisteren. Er zijn doorlopend diverse muzikale uitspattingen aan boord. Er speelt een jazz kwartet. En twee gozers op viool en accordeon die erg goed zijn. Vooral de violist is goed. Er is een 3-mans allround bandje dat wel lekker speelt. Iemand speelt op de piano en zingt erbij. Allemaal leuk.
Het is vanavond trouwens formal night. De helft van de gasten doft zich netjes op. Dat is voor het diner en voor de fotoshoots die vanavond plaatsvinden. Rondom het atrium kun je jezelf op de foto laten zetten. De andere helft van de gasten verbaast zich over de ene helft en houdt het lekker casual. Wij horen bij die andere helft, we doen niet aan formal.
Voor je het weet is het alweer tijd om te eten. De casuals mogen niet in het nette restaurant eten. Dus eten we weer lekker in het buffetrestaurant. Dat komt mooi uit, want ik ben dol op buffetten! We kletsen wat met het stel naast ons, dat uit Illinois komt. Die zijn ook van de andere helft. Dat is trouwens het leuke van zo’n cruise. En ook van de Amerikanen, dat ze meestal wel geïnteresseerd zijn in waar je vandaan komt en zo.
Om kwart over 8 is er een show van een komische goochelaar, Lorenzo Clark genaamd. We zoeken een plekje in het theater. De comedian is grappig en de een na laatste act is hilarisch. Ik heb weer tranen van het lachen. Om kwart over 10 is er een andere show, van de Princess Dancers. Goede show, slechte zangers. Maar wel leuk en zo’n show hoort nou eenmaal bij een cruise. We zijn eigenlijk best moe, dus gaan we na de laatste show lekker naar bed.
Weer: | Prachtig en 14 graden |
Doel: | Glacier Bay |
Gereisd: | Cruisen door Glacier Bay |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
Vandaag varen we Glacier Bay National Park binnen. Ik heb het deze vakantie al eerder gezegd en ik meende het elke keer. Maar blijkbaar hadden we het hoogtepunt van prachtige natuur nog niet gehad. Nou, nu wel (denk ik)! Wow! Ik weet niet wat het mooiste is dat ik ooit heb gezien, maar dit staat toch hoog op die lijst. Als het al niet bovenaan staat. Het is hier zó mooi, zó rustig, zó ongerept. Behalve dat wij hier met een gigantische cruiseboot doorheen varen dan.
Onderweg het park in hebben we blijkbaar 2 park rangers opgepikt. Eén van hen informeert ons via de intercom op een prettige manier over wat we hier in het park zien. En ze vertelt dat we onwijs veel geluk hebben vandaag, want het is schitterend weer, prachtig blauwe hemel. Dat schijnt dit jaar nog niet te zijn voorgekomen op deze cruise. Tot nu toe waren de bergen en gletsjers gehuld in mist, zoals de Jakatoet Glacier gisteren was. Maar vandaag perfect zicht.
We varen een aardig eind het park binnen, tussen de fjorden en gletsjers door. Ik geloof dat het bij de Margerie Glacier is, waar we een uurtje blijven dobberen. Dat geeft iedereen de gelegenheid om getuige te zijn van het in water storten van ijs. Dat is niet alleen een machtig gezicht maar ook een machtig geluid!
We krijgen trouwens ook nog wat wildlife te zien. Er scharrelen 2 zwarte beren rond, er zwemmen wat walvissen en ik zie een zeehond.
De boot draait een keer en vaart dan naar een andere baai waarvan ik de naam ben vergeten. Wat jammer is, want dat is zo mogelijk nóg mooier dan het vorige beeld. Volgens de ranger is dit het plaatje dat je in de meeste reisgidsen ziet en ik denk dat dat wel klopt. Magnifiek! Wat niet magnifiek is: ik ben er vrolijk op los aan het schieten met mijn camera, waardoor de kaart vol is. Geen punt, doen we er gewoon een nieuwe in. Dat blijkt wel een punt: de nieuwe kaart wil er niet makkelijk in. En opeens werken ook de 2 al eerder gebruikte kaarten niet meer. De camera geeft een error. Oh oh…
Gauw naar de kamer, kijken wat er aan de hand is. Tja, geen idee en de handleiding biedt ook niet echt uitkomst. Er zit een soort van fotowinkel aan boord. Daar kijk ik of ze een compact flash kaartje voor me hebben. Misschien dat die wel pakt in mijn camera. Nope, zelfde foutmelding. Nader onderzoek leert dat een pinnetje in de kaartlezer is verbogen. En dat is niet iets dat je zelf even kunt maken. Maar daardoor kunnen de kaarten niet uitgelezen worden, dus kan ik helemaal niets meer.
Voor degenen die dat niet wisten: bij mij komt eerst mijn man, dan mijn camera. En ik zit nu in mijn 2e jaar van de Fotovakschool… Mijn camera is dus erg belangrijk voor mij. Tja, wat nu? Ze verkopen camera’s aan boord. De spiegelreflex die ze er hebben is volgens mij niet erg gewild. Dan is de vraag of ik die bij thuiskomst weer kan verkopen. Ze hebben ook een klik-klak-klaar, de Nikon 1. Dat is volgens mij meer waar voor je geld. Ik kan ook Andy’s videocamera gebruiken. Daar kun je ook prima foto’s mee maken. Ik heb tot vanavond 11 uur om te beslissen, tot zo laat is de winkel open.
Als troost gaan we maar naar de high tea. Daar hebben ze thee, scones, kleine broodjes en kleine gebakjes. Daarna gaan we wat rusten, het is tenslotte vakantie. Ik word wakker van rumoer buiten onze kamer. Hadden we eerst een schitterend uitzicht op een lifeboat, nu hebben we uitzicht op de bergen. Huh? De boot is weg. Oh, die hangt een dek lager. Er lopen wat mensjes om de reddingsboot heen. Na 3 kwartier gaat er een slang en een soort stofzuiger in, onduidelijk met welk doel. En dan gaat de boel weer terug op zijn plek en hebben wij ons vertrouwde uitzicht terug.
Ik heb een vermoeden dat ze twijfelden om een gast van boord te halen, want er was iemand onwel geworden. Nou ja, wij gaan maar weer eens iets eten. Bij The Grill op dek 15 hebben ze hamburgers, worstjes en frietjes. En in het buffetrestaurant schuiven we aan voor een lekker toetje.
Dezelfde komiek van gisteren heeft vanavond een andere show. Maar we zijn een beetje laat, de tent zit al vol. Ach, om 10 uur doettie het nog een keer.
We gaan shoppen. Want ze hebben Fossil-horloges met bijna 50% korting te koop. En er zit er eentje tussen die bij mij past, met een bruin gevlochten band. Voor €35,- istie voor mij. We kopen ook meteen een nieuw luchtje voor Andy, want die is hier voordeliger dan thuis. Zo, even de spulletjes naar de kamer brengen en dan plaatsnemen voor de 2e show van Lorenzo Clark. Tja, laten we zeggen dat hij zijn momenten had. Gisteren was hij grappiger. Ik zou er niet voor opblijven, als ik u was…
Na de show duiken we er snel in, want we moeten morgen vroeg op. Morgen zijn we in de eerste aanlegplaats van deze cruise, in Skagway. We hebben een vroege excursie: om 8.20 vertrekken we. Dus de wekker gaat op half 7 en onze luiken gaan dicht.
Weer: | Bewolkt en 16 graden |
Doel: | Skagway verkennen |
Gereisd: | Aangekomen in Skagway |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
We zijn aangekomen in Skagway. Dat ligt in Alaska, maar tegen Canada aangeplakt. Je kunt hier vanuit Canada met de auto komen, het ligt slechts ca. 180 km van Whitehorse. Waar we vorige week zaterdag waren.
We hebben vandaag een vroege excursie. Om 8.20 moeten we in een bus stappen en we willen eerst natuurlijk wel wat eten en zo. De boot ligt in de haven, tussen de bergen in. Beneden aan de kade staan al allerlei bussen klaar. Dus zodra wij klaar zijn, begeven we ons richting uitgang. Omdat we ook Canada binnengaan vandaag, moeten we onze paspoorten meenemen. En we moeten natuurlijk uitklokken met onze boardpass. Nou, ik hoef dus geen camera mee te nemen, dus mijn tas kan ook wel thuisblijven. Mopperdemopper.

Aangekomen in Skagway
We gaan een tour maken naar Liarsville. Daar krijgen we een show te zien en kunnen we naar goud vissen. Daarna rijden we over de Klondike Highway. Dat is ongeveer dezelfde route die vroeger de goudzoekers moesten nemen naar Canada, waar het goud te vinden was. Skagway was een tussenstop voor ze.
We klimmen aan boord van onze bus en onze chauffeur & gids Drew brengt ons naar Liarsville. Drew lijkt overigens als 2 druppels water op acteur Ray Lliotta. En hij blijkt een prima chauffeur & gids te zijn. Als we in Liarsville aankomen, stapt Billy Bob Joe aan boord. Billy Bob Joe huilt als een wolf en het is de bedoeling dat wij terug huilen. Dat doen we natuurlijk, geen probleem. Volgens Drew is dat om te weten of er boeven, beesten of goed volk aankomt. Stamt nog uit the Old Days. De mensen uit Liarsville huilden als wolven en als er een zelfde antwoord kwam, wisten ze dat het goed volk was.
Billy Bob Joe is 1 van de 3 acteurs / muzikanten die ons zullen vermaken. De andere 2 zijn nu nog even druk met viool & gitaar spelen, maar komen ook zo. Liarsville was volgens zeggen in de gold rush days een kamp voor de journalisten. Die werden geacht live het goudnieuws te verslaan. Maar het bleek soort van erg lastig om aan de andere klant van de Klondike Summit te komen, waar de echte goudactie was. Dus baseerden ze hun live verslagen op de verhalen en geruchten die ze hoorden, aangevuld met eigen vrij werk. Ze logen dus wel eens. Vandaar Liarsville, Leugenaarsstad.
Met muziek, verhalen en een gedicht wordt ons dit stukje historie verteld. Dat is leerzaam en vooral erg amusant. Daarna krijgen we uitleg over hoe je goud moet vissen. Dat doe je met een pannetje, modder en water. We doen ijverig ons best en Andy slaagt erin een gigantisch stuk goud te pannen! Oh wacht, dat is zijn trouwring; die had hij even in zijn pannetje gegooid…. Liar! Wij zijn hier niet zo goed in. We hebben er ook geen geduld voor. Anderen uit onze groep pannen een paar schilfertjes goud op. Wij nemen lekker een glaasje hot apple cider, oftewel warme appelsap, en een koekje. We struinen nog even door het dorpje, voor we weer aan boord van de bus moeten.
Drew rijdt ons nu over de Klondike Highway, waar het erg mooi is. We volgen dezelfde route als de trein en stoppen 3 keer onderweg voor wat mooie plaatjes. Oh, en we gaan de grens met Canada over. En als we terugrijden, gaan we natuurlijk weer de grens met Amerika over. Voordeel van in een tourbus zitten is dat de controle iets anders werkt. Alleen Drew laat zijn papieren zien en dan mogen we verder. Het had natuurlijk gekund dat de douane aan boord zou komen, vandaar dat we onze paspoorten mee moesten nemen.
Onderweg vertelt Drew het verhaal van de chauffeur / gids die bij vertrek van een excursie geen hoofden had geteld. Pas bij de volgende stop telt hij en komt er dan achter dat hij er eentje mist. Dus moeten ze terug, zoeken naar het missende hoofd. In de buurt van de vorige stop zien ze een oud dametje met een rollator. Het missende hoofd. De chauffeur verontschuldigt zich duizend keer en vraagt wat hij kan doen om het goed te maken. Het vrouwtje zegt dat ze niet zo zeer boos is op de chauffeur, maar wel op haar man, die in de bus zit…
Rond half 12 zijn we weer terug bij de boot. Voor we naar binnen mogen, moeten we inklokken, onze tassen door de scan en wijzelf door de poortjes. Op onze kamer frissen we ons even op en gaan dan lekker lunchen. Na de lunch gaan we weer van boord. Dus weer uitklokken en dan een minuut of 10, 15 wandelen naar het dorp. Skagway is een leuk plaatsje, met mooie gebouwen uit the Old Days. Bijna alles is gericht op toeristen. Dus doen wij ons toeristenplicht en slaan een stapel T-shirts en een sweater in. Want het voordeel van de laatste cruise die uit Alaska vertrekt, is dat het overal uitverkoop is! Yeah! Niet slim alleen om in de eerste winkel in te slaan, want nu lopen we de rest van de middag met een zware tas te zeulen.
We kuieren rustig verder door het plaatsje, hier en daar binnen neuzend. We zien verder niets meer van onze gading, dus wandelen we terug naar de boot. Het is inmiddels een uurtje of half 5 en we zijn best moe geworden. Dus doen we een tukje. Ja hee, het is nog steeds vakantie! Bovendien waren we al vroeg op vandaag en zijn we erg actief geweest.
Vanavond gaan we voor de verandering eens in het restaurant eten, waar je van een menukaart bestelt. Er zijn 2 restaurants aan boord: eentje waar je voor de cruise aan had moeten geven welke zitting je wilt, de vroege of de late. En als je geen zin had om een zitting te kiezen, dan kun je kiezen voor het “anytime” restaurant, wat eigenlijk hetzelfde is, maar dan zonder vaste tijden. En dan is het afwachten of er een tafeltje voor je is. Voor ons is er een tafeltje en we kiezen lekker iets van de kaart, met een garnalencocktail vooraf en een lekker toetje na. Maar… Er kan nog best wat bij, dus lopen we ook nog even langs het buffetrestaurant op dek 14. Want daar hebben ze erg lekkere toetjes – en veel keus. Oh, en vanavond quesadillas en duivelse eieren!
Als we dan eindelijk genoeg (teveel) hebben gegeten, gluren we in het casino. Wij zijn geen goede gokkers, we snappen eigenlijk alleen roulette. En dan nog maar half. Dus zetten we denkbeeldig geld in. Dat we verliezen. Zie je, niks voor ons. Er is vanavond weer een show van de Island Princess Dancers & Singers en wij gaan naar de show van half 10. De show is goed, de zang minder, maar we vermaken ons prima. Lekkere cocktail erbij en wij hebben het naar onze zin.
Na de show lopen we nog wat rond en besluiten om nog een avondsnack te nemen…. Lijnen doen we na de vakantie wel weer! En dan lekker slapen, want we mogen morgen weer vroeg op.
Weer: | Zon en regen, 12 graden |
Doel: | Juneau verkennen |
Gereisd: | Aangekomen in Juneau |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
De tijd vliegt, het is alweer zondag en vanochtend zijn we aangekomen in Juneau, de hoofdstad va Alaska. Juneau is alleen per vliegtuig of per boot te bereiken, want de stad is niet verbonden met het vaste land. Kan niet, water. En bruggen en dergelijke aanleggen bleek een iets te kostbare aangelegenheid. Toch wonen er in en rondom Juneau ruim 30.000 mensen. Het is dan ook een aardig grote stad, voor Alaska begrippen dan. En het leven is er erg duur. Huizen zijn kostbaar, maar ook levensmiddelen en dergelijke. Juneau heeft een mild en nat klimaat, dus regent het er veel. Op 222 dagen per jaar, vooral in september en oktober.
Maar niet vanochtend! We hebben weer erg veel geluk met het weer. Het zonnetje schijnt, het is niet echt koud, dus kunnen we er lekker op uit. We hebben voor vanochtend een excursie geboekt naar de Mendenhall Glacier, naar de Glacier Gardens Rainforest en naar een Salmon Hatchery. Daarvoor worden we om 8.35 in een touringcar verwacht. Dus staan we weer op tijd op, lekker ontbijten, appeltje mee voor onderweg, jas aan, sjaal om, oorwarmers mee en wij zijn good to go.
We gaan eerst naar de Mendenhall Glacier, die een eindje buiten Juneau te vinden is. Onderweg er naartoe zien we een aantal bald eagles aan de kant in bomen zitten. Daar schijnen er hier erg veel van te zijn. Aangekomen bij de gletsjer adviseert onze chauffeur/gids Randy om te beginnen met een wandeling over de Steep Creek Trail, omdat daar nog wel eens beren gespot worden. Dat klopt, want deze trail is om die reden afgesloten: er zijn iets van 17 (!) beren in de buurt gesignaleerd. Daar kunnen en mogen we niet langs, dus lopen we de andere kant uit.
Dit park bestaat uit bos, meertjes en een heel groot meer. Op dat meer komen de Mendenhall Glacier en een grote waterval, de Nugget Falls, op uit. En in het meer drijven gezellig een paar ijsbergen rond. Al met al een spectaculair gezicht. We lopen langs het meer en besluiten dan om de trail te wandelen die tot vlakbij de waterval gaat. Dat is een stevige wandeling, maar meer dan de moeite waard! Terug is het een nog stevigere wandeling, want we moeten om 5 over half 11 weer in de bus zitten en we hebben nog een kwartier voor de wandeling die in normaal tempo een half uur duurt… Tandje erbij dus! Nou ja, zo kunnen we wat van het gevreet van gisteren eraf wandelen.
Terug in de bus gaan we naar de Glacier Gardens Rainforest. Onderweg vertelt Randy-de-chauffeur/gids een verhaal. Namelijk van de chauffeur/gids die bij vertrek van een excursie geen hoofden had geteld. Pas bij de volgende stop telt hij en komt er dan achter dat hij er eentje mist… Dus moeten ze weer terug, zoeken naar het missende hoofd. In de buurt van de vorige stop zien ze een oude man staan. Het missende hoofd. De chauffeur verontschuldigt zich duizend keer en vraagt wat hij kan doen om het goed te maken. De man zegt dat hij niet boos is, want hij denkt te weten waarom hij was achtergelaten. In de bus zit namelijk zijn vrouw, die ze gisteren in Skagway waren vergeten…
We moeten een stijl weggetje op en worden losgelaten bij een soort van speciale tuin / kwekerij. Maar dan anders. We krijgen een welkomstwoord en uitleg bij een stuk of 8 omgekeerde bomen. Serieus; die staan met hun stam in de grond en het worteloppervlak steekt de lucht in. Dat is een platte schijf en daarop zijn soort van bloemstukken of perkjes gemaakt. Erg apart en erg mooi! Na de welkomstspeech worden we gewezen op een adelaarsnest, maar behalve een rommelige dot groen in een boom zien we niet veel.
Dan worden we in soort van golfkarren geladen en gaan we verder omhoog, de berg op. Want deze gigantische tuin is tegen een berg opgebouwd. Daarbij is de natuur zoveel mogelijk de natuur gelaten. Bovenop de berg hebben we een fenomenaal uitzicht over Juneau. We zijn nu in het grootste gematigde regenwoud ter wereld. Dit deel is privé eigendom van de eigenaar van de tuinen. Eromheen is dit het Tongass National Forest. Er staan hier prachtige bomen. Er is heel veel mos en groen en er staan grote berenklauwen. We zien ook allerlei paddenstoelen en nog wat gecultiveerde beplanting. Al met al een mooie en ook rustige omgeving. We hebben een amusante gids in onze golfkar en vermaken ons wederom uitstekend.
Na de stop bovenop de berg rijden we met golfkar weer naar beneden. Daar is een kantine waar je iets te eten en drinken kunt kopen. Er hangen gigantische baskets met mooi gekleurde bloemen. En natuurlijk kun je er wat souvenirs kopen.
Na deze tour, die ongeveer een uur duurt, stappen we weer in onze grote bus. Nu worden we afgezet bij een salmon hatchery. Dat is een zalmkwekerij. Hier kweken ze zalmpjes door de eitjes van de vrouwtjes te verzamelen. Daar doen ze het sperma van het mannetje bij. En dan is het wachten tot er mini-visjes uitkomen. Die laten ze lekker groeien in deze kwekerij en daarna worden de zalmen vrijgelaten de wijde wereld in. Ze kunnen tot wel California zwemmen. Om na een jaartje of 2, 3 weer terug te keren. Dat heeft iets te maken met de geur die ze ruiken in de hatchery en waarnaar ze blijkbaar later weer op zoek gaan.
Ik snap er niet heel veel van, maar ze keren dus vrijwillig terug. Dan zwemmen ze tegen de stroom in door een soort gang, dat ze een zalmladder noemen. Want zalmen blijken het liefst tegen de stroom in te zwemmen. We kijken een tijdje bij zo’n ladder en daar zien we 2 zeehonden. Die hebben een strategische positie gekozen, zodat ze hopelijk een visje of 2 te pakken krijgen.
Als de teruggekeerde vissen de ladder hebben beklommen, komen ze in bassins terecht. Hier worden de eitjes uit de vrouwtjes en het sperma uit de mannetjes gehaald en begint het hele proces weer opnieuw. Na deze uitleg mogen we proeven: zalm-kaviaar, King Salmon salade en gerookte zalm. Lekker hoor.
Het is ondertussen gaan regenen. Ouderwetse Hollandse regen, zeg maar. Toch besluiten we na deze half uur durende tour om in het centrum van Juneau uit te stappen en het laatste stukje naar de boot te lopen. Want dan zien we nog iets van downtown, we zijn hier tenslotte nu toch. Natuurlijk stikt het hier van de toeristenwinkeltjes en vanwege de regen is het handig om geregeld ergens binnen te stappen. We kopen echter niets en wandelen terug naar de boot. Daar zijn we rond 2 uur en nu lusten we toch wel weer wat. Want na het ontbijt vanochtend en een appeltje onderweg hebben niet meer gegeten. We beginnen ontwenningsverschijnselen te krijgen! We genieten weer van al het lekkers en nemen een lekkere milkshake toe – daar moet je voor betalen, $2,50.
Op het dek bij het zwembad is een demonstratie ice carving. We kijken hoe een ijskunstenaar een blok ijs omtovert in een haan. Dan gaan we naar onze kamer. Even rusten, de regen wegdouchen en we kunnen ons weer in het cruiseleven begeven!
Aangezien we laat geluncht hebben – en teveel gegeten – hebben we nog geen honger. Dus gaan we de show van half 9 bekijken: A tribute to Billy Joel. Grappig, er speelt al de hele cruise een jongen, genaamd Steve Gibson, op de piano in het atrium op dek 7. Gisteren zeiden Andy & ik tegen elkaar dat zijn stem veel op die van Billy Joel lijkt. Blijkbaar is hij groot fan van Billy Joel en weet hij daar 3 kwartier een show mee te vullen. Hij is erg goed en we genieten van de muziek.
Na deze voorstelling gaan we lekker eten. We zijn om 10 uur klaar, precies op tijd voor de volgende show, van de Island Princess Singers & Dancers. En wat is die ene jongen weer slecht! Tja, zang is sowieso niet zo sterk bij deze 4, dus een beetje dom om een show te doen waarbij het voornamelijk om zang draait. Dans & show zijn wel erg goed, overigens. Na deze show besluiten we eens in het casino te kijken. Eerst spelen we een rondje virtueel roulette. En aangezien we daarbij al aardig aan het verliezen zijn, zetten we maar geen echt geld in.
Weet je, het is half 12, het is een lange, vermoeiende, maar mooie dag geweest, dus wij gaan slapen! Oh nee, wacht, bijna vergeten te vertellen: De boot is vanmiddag om een uur of 4 uit Juneau weggevaren, met regen. ’s Avonds lijkt het weer nog wat slechter, want de boot rockt en de kapitein speelt met zijn misthoorn. Hopelijk is het morgen wel droog!
Weer: | Zonnig en 14 graden |
Doel: | Ketchikan verkennen |
Gereisd: | Aangekomen in Ketchikan |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
Gisteren eindigde ik met de wens dat het vandaag droog zou zijn. De weergoden hebben denk ik geluisterd, want het is heerlijk weer! De zon schijnt, het is een graad of 14, geen wind dus helemaal niet koud.Vandaag geen wekker, we worden vanzelf wakker en zien om 9 uur onze boot de haven van Ketchikan binnenvaren. Ketchikan ligt op een eiland en op het hele eiland wonen ongeveer 13.000 mensen, waarvan 8.000 in de stad. Veel huizen zijn bij de berg omhoog gebouwd en hebben mooie houten trappen en loopbruggen voor de deur. Dat is nog van vroeger, voordat de snelweg gebouwd werd.
We gaan rustig ontbijten en dan naar de kade voor onze excursie van vandaag. Voor het eerste deel moeten we zelf even naar het einde van de haven lopen. We komen bij het gebouw waar de Lumberjack Show gegeven zal worden. Om erin en eruit te kunnen worden we en passant door de giftshop geleid… We nemen allemaal plaats op de tribunes die rondom een open podium zijn gebouwd. Boven de tribunes hangen gigantische terraswarmers, dus koud zullen we het niet krijgen.
De show is erg vermakelijk. Wat het het leukst maakt, is dat we in 2 kampen worden verdeeld. De ene kant is voor het team van het Smithy Camp. De andere kant – onze kant – voor het team van het Dawson Creek Camp. Elk team bestaat uit 2 lumberjacks, oftewel 2 houthakkers. En die nemen het tegen elkaar op in een stuk of 5 wedstrijden. Daar komen hout, bijl of cirkelzaag en ouderwetse mankracht aan te pas. We moedigen ons team hard aan en kraken het concurrententeam af. Zo is het publiek erbij betrokken en krijgen we een leuke show te zien. En natuurlijk is ons team het beste! Nee echt, wij winnen!
Na deze show worden we weer door de giftshop geleid. Daarna kunnen we in een bus stappen. Die gaat naar het Totem Bight Memorial Park. We hebben deze keer een vrouwelijke chauffeuse / gids, Mariah genaamd. Die doet het erg leuk. Het is nog een stukje rijden naar het park. We rijden over de enige snelweg die Ketchikan rijk is. Deze weg heeft nummer 7. Mariah zegt hardop wat wij allemaal denken: Als dit de enige snelweg is en het is nummer 7, wat is er dan met de andere 6 gebeurd? Hele goede vraag!
Het Totem Bright Park bestaat uit een groot bos, waarin allerlei mooie totempalen staan. Ookis er een clan-house. Dat is het huis waar een bepaalde indianenstam woonde, met de hele familie. Maar dan ook de héle familie, inclusief broers, zussen, ooms, tantes, neven, nichten. Mariah leidt ons door het park en weet veel interessante en grappige dingen te vertellen. Al met al een prima tour.

Onze gids Mariah
Dan gaan we weer terug in de bus, om in Ketchikan zelf afgezet te worden. We slenteren wat rond tussen de winkels, maar weten alle verleidingen te weerstaan. Wat nog erg moeilijk was bij één juwelier, waar Andy een gaaf horloge ziet. De verkoper doet erg zijn best ook iets voor mij te vinden. Helaas, mijn smaak komt totaal niet overeen met de gemiddelde bling die je bij de gemiddelde juweliers in cruise-stadjes vindt. We kopen dus niks. Komt misschien ook omdat we honger hebben. Het is namelijk al half 4 en sinds het ontbijt en een appeltje tussendoor, hebben we wederom niets gegeten.

Boulevard Ketchikan
Dus gaan we terug aan boord en eten weer veel teveel (lekker hoor, warme wafels met aardbeien & slagroom!). Omdat het zulk lekker weer is, hangen we een tijdje op het bovendek rond. Daarna gaan we eerst eens lekker relaxen in onze kamer. En omdat we alweer laat geluncht hebben, hebben we nog geen zin in avondeten. Dus gaan we naar de show van 8.15. Kevin Hughes, de komiek van de openingsavond, geeft vanavond een show. En hij is weer erg grappig! Een stuk leuker dan die andere, Lorenzo Clark.
Na de show gaan we eten in het buffetrestaurant. Het thema van vanavond is German Oktoberfest. Dus is er zuurkool, worst, schnitzel, apfelstrüdel, schwarzwalder kirsch torte en andere Oostenrijkse hapjes… Ik ben niet zo’n fan, dus bewaar ik ruimte voor een lekkere pizzapunt. Die kun je op het Lidodek bij het zwembad krijgen.
De rest van de avond slenteren we wat over het schip. We kijken eens in het casino, doen een cocktail bij de Pianoman en vermaken ons prima. We varen zo langzamerhand richting Canada. Dat betekent dat we de Alaskan Timezone verlaten en de Pacific Timezone binnengaan. Oftewel: de klok moet een uur vooruit. Tijdverschil met Nederland: 9 uur. Daardoor is het opeens 1 uur, dus de hoogste tijd!
Weer: | Alweer zonnig, 13 graden |
Doel: | Dagje op zee |
Gereisd: | Richting Vancouver, Canada |
Hotel: | Cruiseboot Princess Cruises |
Vanochtend deelt de kapitein ons mee dat er strengere hygiënemaatregelen zijn getroffen. Even later ontvangen we daar ook een folder over: het blijkt dat er gisteren een aantal gasten ziek zijn geworden. Ze vermoeden dat die het Norovirus hebben opgelopen. Dat schijnt zeer besmettelijk te zijn. Inderdaad, het valt wel op dat er best wat gasten lopen te hoesten. Daarom worden er extra maatregelen getroffen. Want je wilt het als kapitein niet op je naam hebben dat jouw hele boot ziek is.
Wat die maatregelen inhouden? Nou, er stonden al sanitizers bij de restaurants en eetbarretjes. Het was al min of meer verplicht je handen te ontsmetten voor je de eetzaal inliep. Nu kom je daar echt niet meer onderuit, want er staat iemand op toe te zien dat je je handen ontsmet. En je mag niets meer zelf aanraken in het restaurant, behalve dan om in je mond te stoppen. Ik heb het hier over het buffetrestaurant; in menu-restaurants is het al minimaal wat je zelf kunt oppakken. In een buffetrestaurant is dat best een beetje lastig. Dus hebben ze een blik personeel opengetrokken om alles voor iedereen op te scheppen. Je mag nog geen bord, roerstaafje of zoutpotje zelf pakken. Da’s best even wennen.
Maar we zien het nut er wel van in, want op onze cruise in 2010 naar Mexico kwam Andy thuis met de Mexicaanse griep. Hij mocht toen 1,5 week op Intensive Care logeren met een zware dubbele longontsteking. En eerlijk gezegd voelt Andy zich vandaag ook niet 100%. Dus douw ik er wat paracetamol in. Verder voorkomen we zoveel mogelijk contact met liftknopjes, deurkrukken, dat soort zaken. En gebruiken we de handontsmetters met regelmaat.
Met dit begin van de dag is meteen ook onze laatste cruisedag aangebroken. Vandaag is een zeedag. We varen van Ketchikan naar Vancouver, waar we vannacht of morgenochtend aankomen. Tja, wat doe je dan zo’n hele dag op zee? Nou, vervelen hoeft niet en verhongeren al helemaal niet! We waren wat laat op gang vandaag, dus ontbijten we ook pas rond half 10. Daarna even kijken in het Provence restaurant, want daar houden ze een outlet sale. Dit was namelijk de laatste Alaska-cruise voor dit jaar. Nu vaart het schip door naar Florida en dan naar de Cariben. Dus alles dat straks niet in de Carribean verkocht kan worden, ligt nu met een fikse korting te koop. Er zit alleen niets voor ons tussen.
Oh wacht, de bingo begint. We snellen naar de Universe Lounge. Daar is het wel erg druk, dus laat maar. Slenteren we verder een beetje rond. We nemen lekker een sjuderansje in de Croonerbar en besluiten dan dat het tijd is om zelf een pizza te brouwen. Want dat kan vandaag. Dat wil zeggen: je mag aangeven wat je op je pizza wilt, de pizzabakkers doen de rest. Je mag immers niets zelf aanraken. We delen samen een pizza en nemen er lekker een aardbeienmilkshake bij. Dan gaan we eens een tijdje rondhangen op het bovendek, want we varen nu door het smalste gedeelte van de route, richting Vancouver Island.
En… hier zien we walvissen! Jawel. Nou ja, niet heel duidelijk, want ze zitten onder water. We zien de kenmerkende sprays van water en heel af en toe een stuk vis en zelfs een staart. Toch gaaf. Wat nog veel leuker is: opeens komt er een klein motorbootje aangesjeesd. Als een strontvlieg naar een gigantische koeienvlaai. Iedereen kijkt geamuseerd toe, benieuwd wat de bootcoureur van plan is. Opeens haalt hij een toeter tevoorschijn en begint “Oh when the Saint come marching in” te toeteren. Geweldig! Uiteraard krijgt hij een groot applaus van iedereen die dit toevallig gadeslaat. Hij eindigt met het internationale “tadada ta-dada”(aanvalluuuuh!) en de hele boot zwaait ter afscheid. Nou ja, iedereen die hem ziet dan.
Weer op onze kamer wordt het tijd om te gaan pakken. Als we morgen niet zelf met onze koffers willen zeulen, dan moeten we die vanavond op de gang zetten. Dat vinden we wel handig, dus dat doen we. Houden we de 2 handkoffertjes over. En onze rugzakken natuurlijk. Nou, en zo vermaken we ons prima tot het tijd is voor de avondshow. Een komiek genaamd Carlos Oscar geeft om 7 uur en om half 9 een show. Wij zitten op tijd klaar voor die van 7 uur. Ach, hij was wel leuk. Hoewel, na de komiek van gisteren zijn zijn grapjes over hoe moeilijk wij vrouwen wel niet zijn in de omgang, een beetje belegen.
Na de show gaan we lekker eten. Er is een Mongolian buffet die goed smaakt, maar de Amerikaanse meatloaf is de aanrader van vandaag: heerlijk! Na het eten lopen we wat rond, tot het tijd is om ons te settelen voor de afscheidsshow. Soort van. Geen groots spektakel van de dansers en zangers (thank god), maar wel een bonte avond-achtige voorstelling van een aantal personeelsleden. Er zit best wat verborgen zangtalent, verborgen danstalent en verborgen comedians aan boord! De eerste zanger – die doordeweeks zorgt voor de was – is verbazend goed. De dansers zijn leuk – een groepje van 3 Filippijnse jongens die je normaal gesproken niet ziet. De 4 waiters van het restaurant doen het ook prima.
De act van de crew leden is erg komisch. Onze assistent-cruise director Simon uit Engeland blijkt een operatalent te zijn. Het klapstuk is een optreden van 7 crewleden. Zij zijn allemaal gekleed in kleding van een bepaald beroep en zingen op een “Ik ben met Catootje naar de Botermarkt gegaan”-manier wat ze zouden zijn, waarbij ze de volgende in de rij “lastig vallen”. We hebben een wannabe English guard, croupier, doktersassistente, tennisser, Pakistaanse taxichauffeur, Lorena Bobbitt en een ballerina. Die laatste is weer assistent-cruise director Simon, onze iets te dikke relnicht zeg maar. Ik geloof dat heel de zaal de slappe lach heeft na deze afsluitende act! Sterker nog, ik denk dat dit het leukste optreden van de hele cruise was. Good job.
Zo, en nu gaan we eindelijk eens wat geld verliezen in het casino! Dat hebben we de hele cruise nog niet gedaan. En inderdaad, we verliezen. Andy dan, ik ben zo slecht dat ik me er al niet aan waag. En Andy is vrij snel door zijn 20 piekjes heen bij de roulettetafel. Nou ja, we hebben onze bijdrage aan de economie weer geleverd. We hobbelen nog wat rond op het schip, maar niet te lang. Morgen moeten we namelijk weer vroeg op.
Weer: | Prima weer, 17 graden |
Doel: | Vancouver verkennen |
Gereisd: | Aangekomen in Vancouver |
Hotel: | Super 8, €62,20 |
Boehoe, het zit er op! Wat vliegt de tijd toch weer. En wat hebben we het fijn gehad. De cruise was geweldig. En ook de rondreis door Alaska en Yukon was fantastisch. Zeker voor herhaling vatbaar, dat Alaska! Ik zeg wel dat het erop zit, maar dat geldt alleen voor de cruise. We mogen namelijk nog een dag in Vancouver doorbrengen.
Eerst zullen we van deze boot af moeten. Dat werkt als volgt: gisteren kregen we bagagelabels en een kleur toegewezen. Die kleur staat voor de groep die van boord mag. Wij zitten in groep “light blue 3”. Die groep moet om half 9 in de gang op dek 6 bij de Provence eetzaal zijn. Dan naar buiten, door de Canadese immigrations. Maar eerst gaan we ontbijten, want god weet hoe lang dit duurt. Vorige keer met Carnival was het een chaos om van boord af te komen, het leek wel of iedereen tegelijk ging. De eerste cruise, die met Royal Carribean was, duurde het behoorlijk lang voor iedereen door immigrations was en daarna moesten we nog een eeuwigheid op onze koffers wachten.
We gaan dus eerst ontbijten. Daarna bekijken we Vancouver vanaf de boot, want dat is een mooi gezicht. Dan gauw de laatste dingetjes inpakken, nog een keer plassen en om 8 uur onze kamer verlaten. Je moet namelijk om 8 uur uitchecken uit je cabin. In ons postvakje vinden we de rekening van alles dat we aan boord hebben uitgegeven. Ik ben best verbaasd, want ik had op een veel hoger bedrag gerekend. Al met al hebben we €563,- uitgegeven. Dan tel ik de riem, parfum en horloge niet mee, want die hadden we anders thuis wel gekocht. Geen onderdeel van het vakantie budget, zeg maar. Maar wel inclusief 3 excursies x 2 personen en de cocktails en dergelijke.
Om 8 uur zijn we uit onze kamer. We mogen pas om half 9 bij ons vertrekpunt zijn, dus kijken we nog maar een keer op het bovendek en gaan dan naar dek 6. We kunnen meteen doorlopen naar buiten. Nog één keer onze boordpas in de machine stoppen en dan zijn we uitgecheckt. Bye bye boot. Aan het einde van de sluis is de Canadese Immigrations. Blijkbaar was ik wat vragen vergeten te beantwoorden op het douaneformulier dat we gisteren ontvingen en ingevuld hebben, dus vraagt de beambte ze zelf maar: wapens, eten, dieren, veul geld, dat soort zaken bij ons? Nope. Mooi.
Met weer een stempel erbij in ons paspoort mogen we onze koffers gaan ophalen, die al netjes staan te wachten. Dan langs het douanemannetje om het douane formulier af te geven en we staan buiten. Nog voor 9 uur. Nou, dat ging verbazend vlot!
We zijn in Vancouver. Daar waren we nog niet geweest. Ook niet in deze Canadese provincie, British Columbia. Dus die kunnen we afstrepen en dat betekent dat we klaar zijn met alle 10 Canadese provincies. Nou ja, nog niet klaar, want er zijn er een aantal die we nog wel nader willen gaan bekijken, waaronder deze. Goed, en nu? Bagage lozen! Ik heb een bagage service gevonden, die voor 40 CAD onze 4 koffers naar de andere kant van de stad wil brengen, naar ons hotel in de buurt van het vliegveld. Het afgiftepunt is een klein stukje verder bij de busterminal. Er staat al iemand klaar en vlotjes is alles geregeld.
Next. Ik had thuis online kaartjes gekocht voor de hop on/off trolley, dus gaan we die zoeken. Hij stopt vlak voor de deur van Canada Place, waar ook de cruiseterminal in is gevestigd. Mooi zo. We beginnen met de rode loop, die o.a. door Stanley Park gaat. Daarna stappen we over op de blauwe loop, die meer door de stad gaat maar ook over Granville Island. Leuke stad! We zijn alleen een beetje moe, dus hebben we niet echt de behoefte om overal uit te stappen. Maar ja, je kunt niet eeuwig blijven zitten, dus stappen we op de blauwe loop uit bij Gastown. Vanaf daar lopen we een blokje rond.

Aan de kust
Tot we een hotdogstandje zien van Japadogs. Volgens één van de trolley chauffeurs ben je niet in Vancouver geweest als je niet een Japadog hebt gegeten. Dus doen we dat dan maar. En hij is erg lekker: een rundvleeshotdog met wasabisaus, gestoomde uien en zeewier.
Het is inmiddels één uur. We zijn al sinds 9 uur op pad zijn en al een beetje moe. Morgen hebben we een lange dag te gaan. We besluiten daarom er een eind aan te breien. We gaan richting vliegveld. We moeten namelijk nog inchecken voor morgen en hebben niet zo’n zin om dat morgenochtend allemaal te moeten doen. Want onze eerste vlucht gaat al om 9 uur. ’s Ochtends, ja. Bij het Visitor Center op Canada Place vragen we hoe we het handigst bij het vliegveld komen. Dat is met de metro, die een blok verderop gaat. We gaan het metrostation in en kopen elk een kaartje voor 3,75 CAD per stuk. Dan zoeken we de Canadaline.
De metro komt er al snel aan en een klein half uur later zijn we op het vliegveld. We zoeken een kiosk van Lufthansa om in te checken. Lukt niet. Misschien omdat de eerste 2 vluchten door Air Canada worden uitgevoerd? Dus proberen we een kiosk van Air Canada. Lukt ook niet. Dan maar even in de rij voor check-in assistance. Oh, omdat we eerst een binnenlandse vlucht hebben – van Vancouver naar Torronto – kunnen we nog niet op het vliegveld inchecken. Wel online. Of morgenvroeg. Oh, okay. Dan nemen we wel een lekkere koffie met een muffin bij Tim Hortons.
Nu moeten we bij ons hotel zien te komen. Daarvoor moeten we eerst naar de aankomsthal en dan de bordjes volgen naar buiten, naar de courtesy shuttles. Daar hangt een telefoon, wij hebben nog 50 Canadese centjes, dus bel ik Super 8 even of ze ons ophalen. Dat willen ze wel, binnen 10-15 minuutjes. Dus als een half uur later (…) het busje komt voorrijden, stappen wij in. Nee, geen bagage, dat is hopelijk al in het hotel. Onze chauffeur heeft een erg vreemde tik: hij beweegt steeds zijn hoofd naar links, in een vrij spastische beweging. Hmm. Gelukkig komen we zonder brokken aan. We checken in, krijgen een kamer op de bovenste verdieping, op de 6th floor.
Nu onze koffers vinden. Die zijn inderdaad keurig afgeleverd en staan in een speciale ruimte op ons te wachten. Op naar de kamer. Eerst de badkamer inspecteren. Oh jee, er staat water in de wasbak en er drijft drab in. Het lijkt wel koffie. Het loopt ook niet weg. Wij wel; naar de receptie, waar we een andere kamer vragen. Die krijgen ween die kamer is prima in orde. We doen op de laptop nog een poging om online in te checken, maar helaas, lukt nog steeds niet. Nou, morgen maar op het vliegveld inchecken.
Vlakbij ons hotel zit een Subway, dus wij doen niet moeilijk met het avondeten. Want helaas is het afgelopen met de lekkere, overdadige buffetten… We hebben meteen een geniaal idee: morgen moeten we al vroeg op pad, dus zal er weinig tijd zijn om te ontbijten of zo. En op de eerste vlucht naar Toronto zullen we geen eten krijgen, want dat is een binnenlandse vlucht. Die ruim 4 uur duurt, dat wel, maar toch een binnenlandse vlucht. Dus slaan we meteen ontbijtbroodjes in.
Na het eten blijkt ook dat we weer voor ons eigen vermaak moeten zorgen. Geen shows, casino, muziek, etc. Dus doen we wat we vóór de cruise ook wel eens deden: een film kijken op de laptop. En daarna slapen, want: morgen weer vroeg op! Vermoeiend hoor, vakantie…
Weer: | Geen idee… Vliegtuigweer |
Doel: | Thuis aankomen |
Gereisd: | Vancouver-Toronto-Frankfurt-A’dam |
Hotel: | Lekker thuis |
Om 6 uur gaat de wekker – auch! Aan de andere kant: we lagen al om 9 uur in bed, dus dan wordt het ook wel eens wat. We wassen, kleden ons aan, gooien de laatste dingen in de koffers en wegen ze een keer. Mooi, onder de maximale 23 kilo per koffer. Dan snel naar beneden, uitchecken en in de shuttle bus naar het vliegveld. Die weer bestuurd wordt door diezelfde vreemde chauffeur, met diezelfde vreemde tick.
Na een kwartiertje rijden zijn we er. We doen meteen een poging om bij een kiosk in te checken. Hoewel ik het vermoeden heb dat dat ook vandaag niet gaat lukken. En inderdaad. Gelukkig staat er even geen rij voor de check-in assistance, dus zijn we meteen aan de beurt. Hmm, complicated… Wat? Tja, er komt om één of andere reden geen ticket naar boven, wat wel nodig is om ons op de vluchten te krijgen. De dame die ons helpt weet niet hoe ze dit moet oplossen, dus neemt een collega het over. Hmm, complicated. Er moet zelfs even gebeld worden. Komt inderdaad doordat we met 3 maatschappijen te maken hebben: geboekt bij United, heenreis ging goed omdat alle drie die vluchten met United waren. Terug is een ander verhaal, omdat United heeft uitbesteed aan Lufthansa en Lufthansa voor de eerste 2 vluchten Air Canada heeft ingezet. En Lufthansa had de tickets moeten doorzetten naar Air Canada. Of zoiets.
Anyhoe, een half uur later lukt het dan toch om onze boarding passen uit de computer te toveren. Ondertussen was ik wat aan het spelen met de bagage. Eén koffer was toch ietsepiets te zwaar, 23 en een beetje in plaats van 23 kilo. Maar de andere heeft nog capaciteit qua gewicht, dus prop ik daar een spijkerbroek bij. En eigenlijk hebben we geen jassen nodig, dus die kunnen ook de koffer in. Nu zitten ze allebei net onder de 23 kilo, good job! Wij kunnen door de controle. Dat begint ook routine te worden. Schoenen uit, laptop en vloeistoffen uit de tas, alles op de band, zelf door het poortje, Andy wordt extra gescand en we kunnen door.
Het is 8.20 uur, over 10 minuten begint het boarden. Om 9 uur vertrekken we, als het goed is. We hebben mazzel met het boarden: ze beginnen nu eens met de rijen vanaf 30 en verder. Wij zitten op 34, dus mogen we als één van de eersten aan boord. Dan weten we tenminste zeker dat we onze handbagage kwijt kunnen. Nou, en dan begint het lange zitten. Vier uur naar Toronto, 7,5 uur naar Frankfurt en nog een uurtje naar Amsterdam.
Voor de eerste vlucht hebben we een Boeing 777, groot toestel. Drie rijen van 3 stoelen, dus 9 stoelen per rij. Wij zitten op de middelste 3, wat eigenlijk wel een prima plek is. Hoef je in elk geval niet op te staan voor je buurman- of vrouw, maar val je alleen je eigen partner lastig als je in het midden zit. We zijn blij dat we die broodjes bij Subway hadden ingeslagen. Op deze vlucht krijgen we geen eten. Je kunt wel iets kopen, maar ik denk dat onze meegebrachte broodjes nét iets lekkerder zijn. Bovendien barsten we onderhand van de honger, dus ze gaan er ook van harte in!
We landen om half 5 in Toronto. Om kwart voor 5 zijn we uit het vliegtuig en gaan meteen naar de gate voor vlucht #2. Daar is het boarden al begonnen voor de vlucht van half 6 naar Frankfurt. De 2e vlucht is van hetzelfde kaliber als de eerste, maar nu wel met eten (diner en ontbijt), want dit is een internationale vlucht. We hebben vergelijkbare plaatsen als de voorgaande vlucht en het gaat lekker vlot: tegen 7 uur ’s ochtends landen we in Frankfurt. Dat is de volgende ochtend, vrijdag 28 september. En de laatste vlucht? Die heeft vertraging…
Ja hoor, hebben we net de halve wereld afgereisd en voor het lullige uurtje van Frankfurt naar Amsterdam is er 3 kwartier vertraging. Dus komen we ook 3 kwartier te laat op Schiphol aan. Na een stevige ochtendwandeling en na eventjes wachten op onze koffers kunnen we om 11 uur Linda begroeten. En dan zit deze fantastische ervaring er weer op. Tja, dan dromen we maar vast over de volgende trip…
Wow…….. Wat. Een. Fantastisch. Land! Ik weet niet of dat indruk maakt, want ik geloof dat we elke keer terugkomen van een reis door Amerika en zeggen dat dit het mooiste was wat we ooit hebben gezien. Maar qua schoonheid staan Hawaii en Alaska toch echt ver bovenaan! Alleen, op Hawaii zouden we kunnen wonen, in Alaska niet… Wij houden namelijk niet van winter. Of muggen. Moet je nagaan, we zijn nog niet eens muskieten tegen gekomen…
Alaska is alles dat je op tv ziet in al die realityshows, maar dan Mooier. Stiller. Groter. Het is Overweldigend. Ik denk dat we ook in een fantastisch seizoen waren, zo net voor de winter. De temperaturen waren nog prima, muskieten al dood, de herfstkleuren volop en prachtig. We hebben slechts 2 dagen regen gehad, maar op 2 dagen dat we daar geen last van hadden. En dat schijnt uniek te zijn.
We waren erg onder de indruk van Denali National Park. We hebben er zó van genoten, dat we niet in de gaten hadden dat we er 11 uur hadden doorgebracht. Bijna overal waar we reden in Alaska zagen we de spierwitte toppen van Mount Denali.
De mensen die we hebben ontmoet waren allemaal erg aardig. De beproeving was die 11 uur met een grote groep vreemden in één bus zitten. We hebben ons voor niks zorgen gemaakt, want we hebben ons enorm vermaakt.
Waar we ook van onder de indruk waren: het feit dat je gewoon ergens lekker over de snelweg rijdt en dat er dan opeens een beer langs de kant van de weg loopt. Hoe bizar is dat?!
We hebben prachtige routes gereden, waarbij de route van Valdez naar Glennallen wel de meest mooie was. Maar ook het geitenpad ’s nacht in Whitehorse was lachen. Over Whitehorse gesproken: behalve in Alaska waren we dus ook in Canada. In Yukon Territory om precies te zijn. Dat is een aardig desolaat gebied. Kleine gehuchten, grote afstanden. Het feit dat benzine op kan zijn. Of dat straten geen asfalt hebben. Whitehorse, de hoofdstad, kon ons erg bekoren. Dawson City vonden we minder, maar dat kwam ook door het rare hotel waarin we sliepen en door de vele, vele muggen.
De cruise was heerlijk, zoals ook de vorige 2 waren. Okay, we geven het toe: wij houden van cruisen! Deze cruise was extra speciaal, omdat we in Glacier Bay National Park waren, waar je alleen per boot kunt komen. En wat was het daar mooi! Verder vinden we het heerlijk dat je met een cruiseboot eigenlijk ook rondreist en dus weer wat meer van de wereld ziet. Het eten was voortreffelijk, entertainment aan boord wisselend van kwaliteit.
We eindigden de cruise in Vancouver, Canada. Dat ligt in de provincie British Colombia en daar waren we nog niet eerder geweest. Vancouver was aardig, maar geen stad die we verder zouden willen ontdekken. Wel hopen we nog eens meer van British Colombia te zien. Daar zijn nog wat prachtige natuurparken te verkennen.
Met deze vakantie kunnen we staat #40 afstrepen. En voor Canada de laatste provincie van de 10 die ze er hebben, en 1 van de 3 territoria die het land rijk is. Het begint ergens op te lijken!
Facts & Figures 2012 | ![]() |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Washington DC |
Regeringsvorm | Federatie |
Grootte tov Nederland | 236,54 x groter (9.826.675 km2) |
Aantal inwoners | 324 miljoen / 33 per km2 |
Beste reistijd | Hele jaar, ligt eraan waar je naartoe gaat |
Visum nodig? | Ja, voor vertrek regelen |
Visum kosten | $14,- per visum |
Tijdsverschil met Nederland | Verschilt per deel, tussen 3 en 12 uur vroeger |
Munteenheid | Amerikaanse dollar (USD): 1 dollar = €0,89 |
Taal | Engels (Amerikaans) |
Facts & Figures 2012 | ![]() |
Continent | Noord-Amerika |
Hoofdstad | Ottawa |
Regeringsvorm | Koninkrijk |
Grootte tov Nederland | 240,35 x groter (9.984.670 km2) |
Aantal inwoners | 35,6 miljoen / 3,6 per km2 |
Beste reistijd | Maart tot en met oktober |
Visum nodig? | Ja, voor vertrek regelen |
Tijdsverschil met Nederland | Verschilt per deel, tussen 4,5 en 9 uur vroeger |
Munteenheid | Canadese dollar (CAD): 1 dollar = €0,66 |
Taal | Engels en Frans |